Nota waardering en afschrijving vaste activa Concept Datum Opgemaakt door afdeling 30 maart 2012 Bedrijfskundige Ondersteuning Blad Nota waardering en afschrijving vaste activa 2 van 6 Inhoudsopgave 1. 1.1. 1.2. 1.3. Inleiding .................................................................................................. 3 Algemeen ................................................................................................. 3 Ingangsdatum ........................................................................................... 3 Hardheidsclausule ..................................................................................... 3 2. 2.1. 2.2. 2.3. Activering ................................................................................................ 3 Definitie investeringen ............................................................................... 3 Waardering ............................................................................................... 3 Grensbedragen ......................................................................................... 4 3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. Afschrijvingen ......................................................................................... 4 Methode van berekening afschrijvingen...................................................... 4 Afschrijvingstermijnen ............................................................................... 4 Startmoment van afschrijven ..................................................................... 4 Desinvesteringen ...................................................................................... 5 4. 4.1. 4.2. Rente ....................................................................................................... 5 Berekenen bouwrente ............................................................................... 5 Startmoment van renteberekening ............................................................. 5 5. Bijlage tabel afschrijvingstermijnen ....................................................... 5 Blad Nota waardering en afschrijving vaste activa 3 van 6 1. Inleiding 1.1. Algemeen Aan deze nota liggen ten grondslag: • waterschapsbesluit; • regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (RBVW); • verordening beleids- en verantwoordingsfunctie. 1.2. Ingangsdatum De ingangsdatum van het nieuwe beleid voor waardering en afschrijving van vaste activa is 1 januari 2013. De nota waardering en afschrijving vaste activa van waterschap Veluwe, die is vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 november 2009, vervalt met dien verstande dat deze van kracht blijft ten aanzien van de begrotingsjaren tot en met 2012. 1.3. Hardheidsclausule In niet voorziene situaties of bij substantiële financiële tegenslagen kan afgeweken worden van de richtlijnen in deze nota. Het voorstel tot een afwijking wordt voorzien van argumenten en wordt vastgesteld door het algemeen bestuur. 2. Activering 2.1. Definitie investeringen Investeringen zijn alle uitgaven voor zaken, die langer dan een jaar ten dienste staan van het waterschap. Deze investeringen worden geactiveerd. Van een investeringsuitgave is ook sprake bij het optreden van een gebruiksduurverlenging, een capaciteitsvergroting, een verbetering van de output en/of een verlaging van de productiekosten. Alleen uitgaven die een directe relatie hebben met het project en waarvoor krediet is verleend kunnen worden geactiveerd. Conform de RBVW worden de investeringen onderscheiden in: • immateriële vaste activa • materiële vaste activa • financiële vaste activa 2.2. Waardering Alle vaste activa worden voor het bedrag van de investering geactiveerd. Bijdragen van derden die in directe relatie staan met een actief worden op de waardering in mindering gebracht. Activa worden gewaardeerd op basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs, de inkoop- en conversiekosten en andere kosten nodig om het activa op de huidige locatie en in de huidige staat te brengen. De vervaardigingsprijs omvat de aanschafkosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De uren, die projectleiders besteden aan een project, worden geactiveerd (tegen een integraal uurtarief bestaande uit loonkosten en overhead). De projectleider is verantwoordelijk voor de bestede uren op een project. Blad Nota waardering en afschrijving vaste activa 4 van 6 Activa, waarvoor het waterschap financiële leasecontracten is aangegaan en waarbij het economisch eigendom bij het waterschap berust, worden op basis van de nominale waarde gewaardeerd. 2.3. Grensbedragen Relatief geringe investeringsuitgaven kunnen in één keer ten laste van de exploitatie worden gebracht. Het waterschap hanteert een netto drempelbedrag van: • € 0 voor gronden • € 10.000 voor vervoermiddelen en machines, apparaten en werktuigen • € 100.000 voor overige investeringen Investeringen boven dit drempelbedrag worden geactiveerd. 3. Afschrijvingen 3.1. Methode van berekening afschrijvingen Door middel van afschrijvingen wordt aangegeven in welke mate een activum in waarde vermindert als gevolg van het gebruik. Het waterschap berekent de afschrijvingen op basis van een vast percentage van de kosten van aanschaf of vervaardiging (lineaire afschrijving). Het waterschap hanteert geen restwaarde voor de berekening van de afschrijvingen. 3.2. Afschrijvingstermijnen Op de vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur. Op grond wordt niet afgeschreven, omdat grond zijn waarde behoudt. Voor de immateriële vaste activa geldt een aantal regels: • de afschrijvingsduur van de kosten van het sluiten van geldleningen en (dis)agio is maximaal gelijk aan de looptijd van de lening; • de afschrijvingsduur van de kosten voor onderzoek en ontwikkeling is maximaal 5 jaar; • de afschrijvingsduur van bijdragen aan activa in eigendom van derden en overige immateriële vaste activa is maximaal 5 jaar tenzij gemotiveerd wordt dat een andere periode passender is. In bijlage 1 worden de afschrijvingstermijnen weergegeven. Indien in een specifiek geval de voorkeur uitgaat naar een afwijkende afschrijvingstermijn, dan dient dit na een positief advies van team financiën van de afdeling Bedrijfskundige ondersteuning, gemotiveerd ter besluitvorming worden voorgelegd aan het algemeen bestuur. 3.3. Startmoment van afschrijven Bij werken en plannen vindt de eerste afschrijving plaats in de maand volgend op de maand waarin de vaste activa in gebruik is genomen of gereed gekomen. Bij grotere investeringsprojecten die meerdere jaren omvatten, kan een fasering worden aangebracht. Uit deze fasering blijkt de planning van het geheel of in delen gereedkomen van het project. Op basis van deze fasering wordt het moment van afschrijven bepaald. Ten aanzien van overige investeringen vindt afschrijving plaats vanaf het moment van levering. Zodra het activum in eigendom is verkregen, dient dit te worden geactiveerd. Blad Nota waardering en afschrijving vaste activa 5 van 6 3.4. Desinvesteringen Een actief dat buiten gebruik wordt gesteld, wordt afgewaardeerd op het moment van buitengebruikstelling, indien de restwaarde lager is dan de boekwaarde. Deze afwaardering wordt als inhaalafschrijving ten laste van de exploitatierekening gebracht. Bij verkoop van een actief wordt de boekwinst of het boekverlies ten gunste of ten laste van de exploitatierekening gebracht. 4. Rente 4.1. Berekenen bouwrente De activa worden gewaardeerd tegen vervaardigings- of verkrijgingsprijs. In de vervaardigingsprijs wordt de rente opgenomen over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend (artikel 59 lid 3 RBVW). Voorgaande betekent dat alleen bouwrente wordt toegerekend aan projecten waarbij sprake is van een ‘bouwperiode’. Auto’s, machines, software e.d. worden direct geleverd en hieraan wordt dus geen bouwrente toegerekend. Als rentepercentage wordt het percentage gehanteerd van de renteomslag conform de begroting 2013. Als bij het opstellen van de begroting blijkt dat de begrote renteomslag in enig jaar met meer dan 1% afwijkt, dan zal het bouwrentepercentage worden aangepast. 4.2. Startmoment van renteberekening De werkelijke renteberekening start in de maand waarin de uitgaven op de investering zijn gedaan. De rente wordt toegerekend totdat het activum in gebruik wordt genomen en geactiveerd. 5. Bijlage tabel afschrijvingstermijnen Omschrijving Termijn Immateriële vaste activa Onderzoek en ontwikkeling Bijdragen aan activa in eigendom derden Overige immateriële vaste activa 5 jaar 5 jaar verkiezingen sanering waterbodems overig 4 jaar 30 jaar 5 jaar Blad Nota waardering en afschrijving vaste activa 6 van 6 Materiële vaste activa Gronden en terreinen gronden inrichting terreinen 0 jaar Vervoermiddelen 30 jaar 7 jaar Machines, apparaten en installaties Bedrijfsgebouwen 7 jaar 40 jaar Woonruimten Grond-, weg- en waterbouwkundige werken waterkeringen watergangen en eenvoudige waterkwantiteitskunstwerken waterkwantiteitsgemalen en kunstwerken gebouwen technische installaties veiligheidsvoorzieningen, telefoon, kantoormeubilair 15 jaar 10 jaar gebouwen technische installaties 40 jaar 15 jaar veiligheidsvoorzieningen, telefoon, kantoormeubilair 10 jaar aanleg, verbetering 35 jaar beheersregister waterlopen, kunstwerken 10 jaar 25 jaar beschoeiing legger en beheersregister 15 jaar 10 jaar depot berging saneringsspecie 15 jaar bouwkundig elektro/mechanisch 30 jaar 15 jaar procesautomatisering 10 jaar bouwkundig 30 jaar 30 jaar elektro/mechanisch procesautomatisering 15 jaar 10 jaar bouwkundig elektro/mechanisch 30 jaar 15 jaar procesautomatisering bouwkundig 10 jaar 30 jaar elektro/mechanisch procesautomatisering 15 jaar 10 jaar zuiveringstechnische werken transportleidingen gemalen zuiveringsinstallaties slibverwerkingsinstallaties Overige materiële vaste activa peilbesluiten, waterakkoorden hardware 8 jaar 4 jaar