Conclusies goede voorbeelden doorstroom in praktijk / onderzoek het SCOKohnstamm Instituut Hier vindt u iets uit het slothoofdstuk met conclusies (hfdst. 10, blz. 81 – 91). Om precies te weten wat er per good practice is onderzocht en wat specifieke opmerkingen en conclusies waren bij de verschillende overgangen verwijzen we naar het rapport zelf. CONCLUSIES Wat zagen de good practices - als bevorderende en belemmerende factoren, - als lessen die uit het initiatief getrokken mogen worden en - welke gegevens er zijn over de implementatiemogelijkheden binnen een organisatie, de duurzaamheid en de overdraagbaarheid van het initiatief. Bevorderende factoren: - voortrekkers waarbij er tegelijkertijd een risico is omdat bij het wegvallen van deze figuren het initiatief kan inzakken; om dit te voorkomen moet het initiatief zo snel mogelijk worden verbreed, een breed draagvlak beperkt de kwetsbaarheid - commitment van het management / koppeling met beleid: - belang Of de gevoelde noodzaak om een oplossing voor aansluitingsproblemen te vinden - ervaren succes Als een initiatief iets opbrengt voor de deelnemers zoals kennis van of waardering voor elkaar en verbetering van de eigen onderwijspraktijk stimuleert dat de duurzaamheid van het initiatief; - persoonlijke contacten Dergelijke contacten tussen opleidingen zijn van groot belang; ze moeten zich niet beperken tot het niveau van de werkvloer, ook op het niveau van het management zijn deze noodzakelijk; - systematische aanpak: - financiën Dit geeft niet alleen tijd maar maakt ook het belang van het initiatief zichtbaarder voor de deelnemers - een open houding: Deelnemers aan netwerken moeten bereid zijn om over eigen onderwijstype heen te kijken en vooroordelen ter discussie te stellen; - eenvoud: Naarmate een initiatief eenvoudiger uitvoerbaar is, neemt de duurzaamheid toe. Belemmerende factoren Vaak zijn de belemmerende factoren het omgekeerde van de bevorderende factoren. - financiën - cultuurverschillen - ontbreken van veranderingsbereidheid - ontbreken van commitment: - wet- en regelgeving - de interne gerichtheid van onderwijssoorten Lessen Vaak zijn bij de vraag naar de lessen die geleerd kunnen worden aspecten genoemd die al bij de bevorderende factoren aan de orde zijn geweest. Hieronder staan alleen de bevindingen die nieuw zijn: - evalueer of vraag deelnemers/leerlingen naar hun mening over de aansluiting en koppel de resultaten terug naar de betrokken onderwijsinstellingen; - bouw op of begin eenvoudig en concreet en bouw het langzaam uit; - neem tijd of ga ervan uit dat het een paar jaar kost voor een traject/procedure echt uitontwikkeld en ingevoerd is - leg vast of realiseer je dat het noodzakelijk is om samenwerking vast te leggen in convenanten; - helder netwerk of een netwerk moet een heldere organisatiestructuur hebben; - kosten oeen goed project hoeft niet duur te zijn; stimuleringssubsidies helpen wel. Onduidelijk concept Het beoordelen van de bijdrage van de gevonden aansluitingsoplossingen aan doorlopende leerlijnen wordt bemoeilijkt doordat dat concept onvoldoende helder is. . Opvattingen zijn: - een brede opvatting: doorlopende leerlijnen zijn bijna gelijk aan ‘aansluiting’. (notitie Minocw) - een smalle opvatting: het bijeenbrengen van leerinhouden van verschillende schoolsoorten, oftewel aansluiting in onderwijsprogramma. (inhoud en methodische aanpak) (Offerte advies Onderwijsraad) - een nog smallerder opvatting: de leerlijn binnen een vak of leergebied, waarbij het streven is geen breuken te krijgen tussen leerjaren of bouwen. (leerplanontwikkelaars) - nog een: leerwegen van individuele leerlingen. (maatwerk / leerloopbanen van leerlingen) Dus wees steeds helder waarover je het hebt met elkaar. Verantwoordelijkheid In de literatuur over (oplossingen voor) aansluitingsproblemen wordt er af en toe terecht op gewezen dat aansluitingsproblemen zich voltrekken in een niemandsland. In de gepresenteerde praktijken is dit opgelost omdat er steeds ergens een eerste initiatief is genomen. Maar dat gebeurt natuurlijk niet overal en altijd vanzelf. Suggesties - Een mogelijk is om scholen en instellingen via het toezicht door de inspectie te prikkelen tot aandacht voor de aansluiting met aangrenzende onderwijssoorten, als onderdeel van de kwaliteitszorg. - Een andere is het bevorderen van centrale regie in een lokale setting of door het vormen van netwerken, die zich weliswaar vanzelf vormen, van onderaf, maar wel ondersteund kunnen worden - Men moet elkaar vinden op een gemeenschappelijk belang en daartoe zelf gemotiveerd zijn. Maw zorg er voor dat men kan leren van elkaar. Kennisnemen van de ervaringen van anderen op dit terrein verhoogt de slagingskans van een eigen initiatief.