Alcohol-, drugs

advertisement
Ho
e
om g
aa
m n
et w
… e
Zorg- en dienstverlening
van A tot Z
Alcohol-, drugs-, en
tabakbeleid in het kort
Ho
e
om g
aa
m n
et w
… e
2
ASVZ wil mensen met een verstandelijke beperking
de kans geven hun eigen bestaan vorm te geven en zo
zelfstandig mogelijk te participeren in de maatschappij.
Het komt regelmatig voor dat onze cliënten in aanraking
komen met alcohol, drugs en/of tabak. Hoe gaan
we daar bij ASVZ mee om? In deze folder vind je de
hoofdlijnen van ons beleid ten aanzien van het gebruik
van alcohol, drugs en tabak. Hoewel we expliciete
regels geformuleerd hebben, zul je in deze folder geen
kant-en-klare oplossingen vinden. Deze folder geeft je
wel aanknopingspunten om in specifieke situaties de
juiste beslissing te nemen.
3
Wat vind je in deze folder?
• Uitleg over de wetgeving en ons beleid ten aanzien van alcohol, drugs en tabak.
• Achtergrondinformatie over verschillende verslavende middelen.
• Tips om drugsgebruik bij cliënten te herkennen.
Terminologie
* ‘Verslaving is een chronische (intermitterende) ziekte waaraan een biologische kwetsbaarheid ten grondslag ligt, die onder invloed van biologische, psychologische en sociale factoren tot expressie komt en die leidt tot een (vaak blijvend) verlies van autonomie’ (Bouman GGZ). Bij ASVZ spreken we echter liever niet over ‘verslaving’, maar over ‘afhankelijkheid’. ASVZ ziet problematisch gebruik van middelen niet als een gebrek aan karakter, maar als een gezondheidsprobleem. Behandeling en begeleiding zijn nodig om het ‘zieke’ gedrag te keren.
* In deze folder zullen we alcohol, drugs en tabak ook wel ‘middelen’ noemen.
Wat zegt de wet?
Uiteraard ziet ASVZ toe op naleving van de algemene wet- en regelgeving. Strafbare
handelingen blijven strafbaar, ook al zijn deze te begrijpen als we de beperkingen
van cliënten in ogenschouw nemen. Bij het handelen in drugs doen we aangifte.
Bij gebruik en bezit van (hard)drugs kunnen we overwegen om aangifte te doen.
Daarbij speelt onze geheimhoudingsplicht als zorgverlener natuurlijk wel een rol.
Nederlands drugsbeleid en wetgeving
Gebruik van en/of handel in soft- en harddrugs is bij wet verboden. Gebruik van en/of handel in deze verboden middelen is strafbaar en wordt door de wet en de samenleving aangemerkt als crimineel gedrag. Een uitzondering is het in bezit hebben, verkopen en gebruiken van een heel kleine hoeveelheid cannabis.
Met alleen verbieden zijn we er niet
Sommige organisaties kiezen voor een algemeen verbod. ASVZ vindt dat haar
cliënten hier niet mee geholpen zijn. We kunnen niet doen alsof alcohol, drugs en
tabak niet bestaan. Daarom kiezen we in plaats van een verbod voor een expliciet
beleid dat erop gericht is om verantwoord met deze middelen om te gaan en het
gebruik ervan te ontmoedigen.
4
5
Beleid van ASVZ
Achtergrondinformatie
ASVZ voert een ontmoedigingsbeleid als het gaat om middelengebruik. Per cliënt
bekijken we hoe we middelengebruik kunnen voorkomen of terugdringen. Het ontstaan van afhankelijkheid
Bij het ontstaan van afhankelijkheid van alcohol, drugs of tabak spelen biologische,
psychische en sociaal-culturele factoren een rol. Hoe snel de afhankelijkheid
optreedt, verschilt per middel en per persoon. Het risico op afhankelijkheid is
gedeeltelijk genetisch bepaald. Ook de beweegredenen om het middel te nemen zijn
van invloed. Risicofactoren voor afhankelijkheid zijn: aanleg, stress, een kwetsbare
geestelijke of lichamelijke gezondheid, beschikbaarheid van roesmiddelen en
(eerder) gebruik van roesmiddelen.
•
Als middelengebruik een dreigend probleem wordt, dan besteedt de persoonlijk
begeleider daar expliciet aandacht aan. We stellen individuele begeleidingsdoelen op. Ook plannen we begeleidingsafspraken en evaluatiemomenten met de
cliënt en/of de wettelijk vertegenwoordiger. Afspraken leggen we vast in het
Individueel plan. De arts verstandelijk gehandicapten (AVG) en de orthopedagoog zijn hierbij betrokken. •
Bij de afspraken die we maken over middelengebruik kijken we niet alleen naar
de belangen van de cliënt. Ook de belangen van medebewoners en andere
cliënten wegen zwaar. •
We zorgen ervoor dat educatie en preventie op het gebied van middelengebruik
een onderdeel zijn van het (ortho-)pedagogisch klimaat voor de cliënten (in het
bijzonder voor de kinderen en jeugdigen) die onder onze verantwoordelijkheid
vallen.
•
Algemeen maatschappelijke voorlichtingscampagnes over middelengebruik
worden ook binnen onze eigen locaties doorgevoerd, zo nodig met een
specifieke vertaling naar onze doelgroep.
•
Alle medewerkers van ASVZ zijn zich bewust van hun voorbeeldgedrag. Zij brengen cliënten op geen enkele manier in verleiding om alcohol, drugs of
tabak te gaan gebruiken.
Wat moet je doen als...?
Resultaten uit recente onderzoeken wijzen uit dat met name biologische factoren
doorslaggevend zijn. Afhankelijkheid wordt steeds meer gezien als een ziekte die
gepaard gaat met blijvende veranderingen in de hersenen.
Lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid
Er is sprake van lichamelijke afhankelijkheid als het lichaam van de gebruiker
protesteert als hij stopt met gebruiken. Er treden ontwenningsverschijnselen op.
Een ander lichamelijk verschijnsel is tolerantie. Dit betekent dat iemand steeds meer
van het middel nodig heeft om hetzelfde effect te voelen. Tolerantie en lichamelijke
afhankelijkheid worden veroorzaakt door het middel.
Geestelijke afhankelijkheid houdt in dat de gebruiker het idee heeft niet goed te
kunnen functioneren zonder het middel. Of geestelijke afhankelijkheid optreedt, ligt
meer aan de gebruiker dan aan het middel zelf.
6
7
Meer risico voor onze cliënten
Aan het gebruik van alcohol en drugs zijn voor mensen met een verstandelijke
beperking grote risico’s verbonden. Dat komt onder andere doordat veel van onze
cliënten:
•
•
•
•
•
•
impulsief handelen
gevolgen op de lange termijn niet overzien
nauwelijks inzicht hebben in hun eigen (persoonlijkheids)problematiek
een lage sociaal emotionele leeftijd hebben
de assertiviteit en sociale vaardigheden missen om ‘nee’ te zeggen en risicovolle
relaties of situaties te vermijden
psychische en psychiatrische problemen hebben, zoals persoonlijkheids­
stoornissen, impulscontrolestoornissen en/of hechtingsproblematiek Multidisciplinaire behandeling
In veel gevallen gaat verslavingsproblematiek samen met een psychische stoornis.
Daarom is het essentieel om in het behandeltraject een multidisciplinaire aanpak te
kiezen met verslavingszorg en medische en psychosociale interventies.
De middelen
Drugs of psycho-actieve middelen zijn chemische middelen die leiden tot (meestal
tijdelijke) veranderingen in het bewustzijn, de waarneming en de stemming. Het
gebruik van deze middelen heeft ook gevolgen voor het gedrag.
In principe behoren antidepressiva, antipsychotica en benzodiazepinen
(angstdempers en slaapmiddelen) tot psycho-actieve middelen. Benzodiazepinen,
dus ook oxazepam (seresta) en diazepam (valium), zijn zeer verslavend.
Effecten
De psycho-actieve stoffen worden in vier groepen ingedeeld afhankelijk van het effect:
• verdovend/dempend (slaapmiddelen, heroïne, alcohol)
• stimulerend (cocaïne, amfetamine, tabak, koffie)
• de waarneming verstorend (LSD, hash, weed, paddo’s)
• met gemengd effect (bijvoorbeeld XTC)
Wat moet je doen als ...?
Als je vermoedt dat een cliënt drugs (= volgens de wet verboden middelen)
gebruikt of verhandelt, dan moet je dit meteen melden bij je teamleider, de arts, de
orthopedagoog of de sectormanager. Je melding wordt vervolgens besproken in het
driehoeksoverleg. Bij aanwijzingen voor bezit en gebruik van of handel in verboden
middelen door cliënten, naasten en bezoekers doet ASVZ in principe aangifte bij de
politie.
Als er aanwijzingen zijn voor gebruik van of handel in verboden middelen door
medewerkers, doet ASVZ meteen aangifte bij de politie.
Als er verboden middelen worden aangetroffen, worden deze onmiddellijk bij het
verpleegkundig steunpunt ingeleverd en vervolgens ter vernietiging aangeboden bij
de apotheek.
Als een collega binnen werktijd alcohol en/of drugs gebruikt of verhandelt of
onder invloed op het werk verschijnt, dan moet dit meteen gemeld worden bij de
sectormanager.
8
9
Richtlijnen per middel
Preventie
Alcohol
• Cliënten beneden de 16 jaar mogen geen alcohol drinken en kopen.
• Iedere wilsbekwame cliënt boven de 16 jaar mag alcohol gebruiken, zolang hij binnen de wettelijke kaders blijft wat betreft alcohol in het verkeer en geen overlast voor anderen veroorzaakt door openbare dronkenschap.
• Bij iedere individuele cliënt boven de 16 jaar maken we in samenspraak met de cliënt en wettelijk vertegenwoordiger afspraken over omgaan met alcohol. De combinatie van alcohol met eventuele medicijnen is daarbij een belangrijk aandachtspunt.
• Regels over ’normaal’ gebruik binnen woongroepen en voorzieningen van ASVZ maken we per woning.
• Medewerkers drinken geen alcohol in het bijzijn van cliënten.
Wat doet ASVZ om het gebruik van alcohol, drugs en tabak te voorkomen?
Drugs
• ASVZ heeft een duidelijk ontmoedigingsbeleid. We streven naar een drugsvrije woon-, leef- en werkomgeving.
• Bij handelen in verslavende middelen wordt na multidisciplinair overleg aangifte gedaan bij de politie. Bij het in bezit hebben van middelen uit lijst 1 van de Opiumwet ook. Bij het in bezit hebben en gebruiken van middelen uit lijst 2 van de Opiumwet vindt afstemming over behandeling plaats binnen het multidisciplinaire overleg.
• Binnen specifieke behandelwoningen kan expliciet worden besloten dat het in bezit hebben en het gebruiken van welke drugs dan ook niet zijn toegestaan.
• Medewerkers van ASVZ mogen binnen werktijd geen drugs gebruiken en mogen niet onder invloed op hun werk verschijnen.
Roken, tabak
• ASVZ streeft naar een rookvrije woon/leef- en werkomgeving.
• Gemeenschappelijke ruimtes zijn rookvrij.
• Cliënten en hun bezoek kunnen roken in hun privéwoning en buiten.
• Alle medewerkers zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie en passen hun rookgedrag hierop aan.
• Als omgaan met roken en rokers, wel of niet gaan roken en omgaan met de verleidingen een vraagstuk of (dreigend) probleem worden voor een individuele cliënt, dan besteedt de persoonlijk begeleider daar expliciet aandacht aan en krijgt het een plaats in het Individueel plan.
•
•
•
•
•
•
•
We geven op verschillende niveaus (orthopedagogen en artsen, teams, cliënten)
voorlichting over middelen en de gevolgen van middelengebruik, zodat we middelengebruik snel en adequaat signaleren.
We ontwikkelen een middelenkoffer met voorlichtingsmateriaal en een cursusaanbod voor medewerkers en cliënten met mogelijkheden tot psycho-educatie.
We zetten therapie in om de autonomie en assertiviteit van cliënten te versterken.
We organiseren groepsgesprekken om de voorbeeldfunctie van ’peers’ in te zetten.
Als dat nodig is, nemen we individuele maatregelen in de leefsituatie: beheer van
geld, bewindvoering, beperkingen van bezoekrecht, verhinderen van ‘ongewenste’
contacten, weghouden uit het drugscircuit.
We ontwikkelen een cursus om onze medewerkers de juiste, motiverende gesprekstechnieken aan te leren.
We zorgen ervoor dat middelengebruik een vast onderdeel blijft in de jaarplannen
en in de kwaliteitsmappen. Veiligheidsmaatregelen
De woningen en voorzieningen van ASVZ zijn ‘open’. Onze cliënten gaan naar buiten
en de buitenwereld is welkom bij ASVZ. Contact met ongewenste invloeden en illegale praktijken zijn dus nooit helemaal te voorkomen. Daarom moeten we allemaal continu alert zijn, zonder krampachtig te worden. Belangrijke aandachts­
punten om de risico’s te ondervangen zijn:
•
•
•
•
•
•
•
Geef iedereen heldere informatie over wat mag en niet mag.
Spreek open over middelen en gebruik ervan en ga serieus in op vragen en onzekerheden bij cliënten.
Zorg dat overtredingen worden aangepakt.
Houd aandacht voor de mensen die je in de nabijheid van cliënt en locaties tegenkomt.
Wees alert op veranderingen in gedrag van cliënten.
Houd aandacht voor veiligheid in het dagelijks leven (geld opbergen, weten waar cliënten zijn en met wie).
Neem signalen van ’niet pluis’ serieus.
10
Signalen
Bij ASVZ zijn we heel alert op signalen van middelengebruik. Als je vermoedt dat
cliënten middelen gebruiken of dealen, moet je dit direct melden bij de teamleider,
de arts, de orthopedagoog of de sectormanager.
Hoe merk je aan cliënten dat ze middelen gebruiken?
Algemeen
• Gedragsveranderingen
• Stemmingswisselingen
• Ander dagritme
• Andere vrienden
• Andere kleding
• Geldproblemen of meer geld te besteden
Lichamelijk
• Misselijkheid
• Gebrek aan eetlust
• Snel vermoeid
• Hoofdpijnklachten
• Slapeloosheid
• Infecties
• Vermagering
• Slome bewegingen/spraak
• Vage maag-/darmklachten
• Voortdurend neus ophalen
• Vergrote pupillen
• Rode ogen
• Slechte tanden, knarsetanden
• Zweetaanvallen
11
Psychisch
• Onverklaarbare stemmingswisselingen
• Sufheid
• Vlakke emoties, onverschilligheid
• Somberheid
• Depressiviteit
• Snel agressief
• Afstandelijk
• Bagatelliseren van middelengebruik
• Angsten
• Achterdochtig
• Prikkelbaar
• Vergeetachtig
• Stiekem gedrag
• Vertraging emotionele ontwikkeling
• Problemen wegblowen
• Veelvuldig voorkomen van ongelukjes
• Van alles plannen maar niets ondernemen, goede voornemens verzanden
Sociaal
• Relatieproblemen
• Sociaal isolement
• Schoolverzuim
• Verlies/verandering van vrienden
• Onnauwkeurigheid met afspreken
• Nalatigheid
• Geen interesse in de omgeving
• Veelvuldig praten over middelengebruik
• Apart groepje met eigen subcultuur
• Financiële problemen
• Overal geld lenen
• Sterk wisselende prestaties De volledige beleidsnota Middelengebruik is te vinden in het
documentsysteem op intranet.
ASVZ
Touwbaan 1
Postbus 121
3360 AC Sliedrecht
t 0184 491200
[email protected]
www.asvz.nl
ASVZ is er voor mensen met
een verstandelijke beperking
Handige websites
Bouman GGZ
www.boumanggz.nl
Trimbos-instituut www.trimbos.nl
Hoeve Boschoord www.hoeveboschoord.nl
De Hoop ggz
www.dehoop.org
Altrecht
www.altrecht.nl
Download