Handleiding bij het aanvraagformulier invoegbedrijven - Pagina 1 van 11 Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale economie Afdeling Tewerkstelling en Sociale Economie (Invoegbedrijven) HANDLEIDING BIJ DE AANVRAAG TOT UITBREIDING VAN DE ERKENNING ALS INVOEGBEDRIJF Koning Albert II-laan 35 bus 21 1030 Brussel Tel : 02 553 0836 email: [email protected] internet: http://werk.be/onlinediensten/tewerkstelling-en-socialeeconomie/invoegbedrijven Dit is de handleiding bij het aanvraagformulier voor het bekomen van een uitbreiding van de erkenning als invoegbedrijf. Vooraleer u dit aanvraagformulier invult, neemt u best ook de infobrochure grondig door. Tips bij het elektronisch invullen van het aanvraagformulier: - Op alle plaatsen waar u iets dient in te vullen is een tekstvak voorzien (grijs kadertje). Wanneer u dit kadertje aanklikt en begint te typen, verschuift alles volgens de hoeveelheid tekst die u invoert. - Wilt u een keuzevakje aanvinken, dubbelklikt u met de linker muisknop op het kadertje. U krijgt dan een nieuw venster waarin u “keuzewaarde ingeschakeld” aanduidt. Handleiding bij het aanvraagformulier invoegbedrijven - Pagina 2 van 11 Info bij het invullen van het aanvraagformulier Vraag 4.6 U geeft aan volgens welke functiecategorie binnen het betreffende paritair comité de invoegwerknemers zullen verloond worden. Als bijlage voegt u een gedetailleerde loonberekening toe van de laagste loonschaal binnen deze categorie voor een werknemer met de leeftijd van 21 jaar. Bij afwezigheid van functiecategorieën neemt u de laagste loonschaal van het paritair comité voor de leeftijd 21 jaar. Op basis van de bijgevoegde loonberekening wordt het refertebedrag bepaald. Een overzicht van de refertebedragen vindt u verder in deze handleiding. Deze loonberekening dient de totale loonkosten voor een invoegwerknemer weer te geven, onafhankelijk van de algemene federale maatregelen. Meer informatie over deze maatregelen vindt u op de website van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (www.rva.be) onder de rubriek ‘Tewerkstelling’. Onder totale loonkosten vallen zowel het loon als de sociale bijdragen. * Het loon: a) het loon in geld waarop de invoegwerknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft, met uitzondering van de vergoedingen wegens beëindiging van de overeenkomst; b) het vakantiegeld dat toegekend wordt door of ter uitvoering van de op 28 juni 1971 gecoördineerde wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers of door de collectieve arbeidsovereenkomsten die gesloten worden in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard zijn bij koninklijk besluit; c) de financiële bijdrage van de werkgever in de vervoerskosten van de werknemers zoals vastgelegd in het van toepassing zijnde paritair comité of bij ontstentenis hiervan de bijdrage zoals bepaald in cao nr. 19ter met een maximum van 291 euro. * De sociale bijdragen: het geheel van de sociale zekerheidsbijdragen, zowel de gewone als de bijzondere bijdragen, die door de werkgever is verschuldigd als gevolg van de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de invoegwerknemer; a) Gewone bijdragen: Voor werknemers onderworpen aan het geheel der regelingen van pensioenen, ziekteen invaliditeitsverzekering, kinderbijslagen, werkloosheid, arbeidsongevallen, beroepsziekten en jaarlijkse vakantie bestaan de sociale zekerheidsbijdragen uit: Dit maximale bedrag werd bepaald op basis van het gemiddelde van de maximale woon-werk afstand die binnen een RESOC-gebied zou kunnen worden afgelegd. Het bedrag komt overeen met de bijdrage van de werkgever in de prijs van een treinkaart voor deze gemiddelde afstand. Handleiding bij het aanvraagformulier invoegbedrijven - Pagina 3 van 11 - - - een globale bijdrage die bestaat uit een werknemersbijdrage van 13,07% en een werkgeversbijdrage van 24,79% een bijdrage jaarlijkse vakantie ( enkel voor handarbeiders) die bestaat uit een werkgeversbijdrage van 16,27%. Hiervan wordt slechts 6% per kwartaal ingevorderd. De overige 10,27% wordt jaarlijks gestort in de loop van het jaar dat volgt op het vakantiedienstjaar. (artikel 38 §3, 8° van de wet van 29/06/1981). een loonmatigingsbijdrage die bestaat uit een werkgeversbijdrage van 7,48% een bijdrage betaald educatief verlof die bestaat uit een werkgeversbijdrage van 0,04% een bijdrage kinderopvang die bestaat uit een werkgeversbijdrage van 0,05% (artikel 38 § 3 quinquies van de wet van 29/06/1981) een bijdrage tijdelijke werkloosheid en oudere werklozen die bestaat uit een werkgeversbijdrage van 0,10% van de brutolonen van de werknemers. Zij beïnvloed de loonmatigingsbijdrage niet en is bestemd voor de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. (Wet 27 november 1996, artikel 2) een bijzondere bijdrage voor Fonds Sluiting van Ondernemingen die bestaat uit een werkgeversbijdrage van 0,22% van de brutolonen van de werknemers. Voor de werkgevers die de loonmatigingsbijdrage verschuldigd zijn bedraagt deze bijdrage 0,23% van de brutolonen. (KB 17/01/2005, artikel 2) b) Bijdrage voor herverdeling sociale lasten (Wet 30/03/1976 en KB 30/03/1976) c) Bijzondere bijdragen ten laste van de werkgever: Basisbijdrage voor Fonds voor Sluiting van Ondernemingen (KB 17/01/2005, art. 2 §§ 1,2 en 3) d) Bijzondere bijdragen ten laste van de werknemer: - Inhouding op het dubbel vakantiegeld (Artikel 2 van het KB nr. 214, artikel 39 van de wet van 29/06/1981)) - Bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid (Wet 30/03/1994) Kosten die niet in aanmerking komen: - de kosten voor het sociaal secretariaat; - allerhande vergoedingen voor oa. kledij, nachtwerk,… tenzij dit voorzien is in de collectieve arbeidsovereenkomst. De hoogte van de totale loonkost bepaalt het refertebedrag dat als berekeningsbasis voor het uitbetalen van de premies gebruikt wordt. Het refertebedrag wordt gehandhaafd gedurende de volledige periode van de uitbetaling van de premie. Het refertebedrag wordt als volgt vastgesteld: voor totale loonkosten tussen: 8.500 – 9.499 euro: refertebedrag 8 500 euro 9.500 – 10.499 euro: refertebedrag 9 500 euro 10.500 – 11.499 euro: refertebedrag 10.500 euro Handleiding bij het aanvraagformulier invoegbedrijven - Pagina 4 van 11 11.500 – 12.499 euro: refertebedrag 11.500 euro 12.500 – 13.499 euro: refertebedrag 12.500 euro 13.500 – 14.499 euro: refertebedrag 13.500 euro 14.500 – 15.499 euro: refertebedrag 14.500 euro 15.500 – 16.499 euro: refertebedrag 15.500 euro 16.500 – 16.499 euro: refertebedrag 16.500 euro 17.500 – 18.499 euro: refertebedrag 17.500 euro 18.500 – 19.499 euro: refertebedrag 18.500 euro 19.500 – 20.499 euro: refertebedrag 19.500 euro 20.500 – 21.499 euro: refertebedrag 20.500 euro 21.500 – 22.499 euro: refertebedrag 21.500 euro 22.500 – 23.499 euro: refertebedrag 22.500 euro 23.500 – 24.499 euro: refertebedrag 23.500 euro 24.500 – 25.499 euro: refertebedrag 24.500 euro 25.500 – 26.499 euro: refertebedrag 25.500 euro 26.500 – 27.499 euro: refertebedrag 26.500 euro 27.500 – 28.499 euro: refertebedrag 27.500 euro 28.500 – 29.499 euro: refertebedrag 28.500 euro 29.500 – 30.499 euro: refertebedrag 29.500 euro 30.500 – 31.499 euro: refertebedrag 30.500 euro 31.500 – 32.499 euro: refertebedrag 31.500 euro 32.500 – 33.499 euro: refertebedrag 32.500 euro 33.500 – 34.499 euro: refertebedrag 33.500 euro 34.500 – 35.499 euro: refertebedrag 34.500 euro 35.500 – 36.499 euro: refertebedrag 35.500 euro Handleiding bij het aanvraagformulier invoegbedrijven - Pagina 5 van 11 Vraag 4.7 Uw dossier wordt voor advies voorgelegd aan het Regionaal Sociaal-Economisch Overlegcomité (RESOC) van de regio waar het grootste deel van de invoegwerknemers zullen worden tewerkgesteld. Het RESOC is een adviesorgaan dat bestaat uit vertegenwoordigers van de sociale partners en de lokale besturen. In onderstaande lijst kan u nagaan welke gemeenten onder welke regio vallen en welk RESOC u bijgevolg in uw aanvraag moet opgeven. Resoc Westhoek: Alveringem, De Panne, Diksmuide, Heuvelland, Houthulst, Ieper, Koekelare, Koksijde, Kortemark, Langemark-Poelkapelle, Lo-Reninge, Mesen, Nieuwpoort, Poperinge, Veurne, Vleteren, Wervik, Zonnebeke Resoc Oostende: Bredene, De Haan, Gistel, Ichtegem, Middelkerke, Oostende, Oudenburg Resoc Zuid-West-Vlaanderen: Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem, Zwevegem Resoc Roeselare-Tielt: Ardooie, Dentergem, Hooglede, Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Lichtervelde, Meulebeke, Moorslede, Oostrozebeke, Pittem, Roeselare, Ruiselede, Staden, Tielt, Wielsbeke, Wingene Resoc Brugge: Beernem, Blankenberge, Brugge, Damme, Jabbeke, KnokkeHeist, Oostkamp, Torhout, Zedelgem, Zuienkerke Resoc Gent en rand: Destelbergen, Evergem, Gent, Lochristi, Melle, Merelbeke, Moerbeke Oosterzele, Wachtebeke Resoc Meetjesland-Leiestreek: Aalter, Assenede, Deinze, De Pinte, Eeklo, Gavere, Kaprijke, Knesselare, Lovendegem, Maldegem, Nazareth, Nevele, SintLaureins, Sint-Martens-Latem, Waarschoot, Zelzate, Zomergem, Zulte Resoc Zuid-Oost-Vlaanderen:: Aalst, Brakel, Denderleeuw, Erpe-Mere, Geraardsbergen, Herzele, Haaltert, Horebeke, Kluisbergen, Kruishoutem, Lede, Lierde, Maarkedal, Ninove, Oudenaarde, Ronse, Sint-Lievens-Houtem, Wortegem-Petegem, Zingem, Zottegem, Zwalm Resoc Sint-Niklaas-Dendermonde: Berlare, Beveren, Buggenhout, Dendermonde, Hamme, Kruibeke, Laarne, Lebbeke, Lokeren, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Stekene, Temse, Waasmunster, Wetteren, Wichelen, Zele Resoc Halle-Vilvoorde: Affligem, Asse, Beersel, Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Grimbergen, Halle, Herne, Hoeilaart, Kampenhout, Kapelle-op-den-Bos, Lennik, Liedekerke, Linkebeek, Londerzeel, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Overijse, Pepingen, Roosdaal, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw, Steenokkerzeel, Ternat, Vilvoorde, Wemmel, Wezenbeek-Oppem, Zaventem, Zemst Handleiding bij het aanvraagformulier invoegbedrijven - Pagina 6 van 11 Resoc Leuven: Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Bertem, Bierbeek, Boortmeerbeek, Boutersem, Diest, Haacht, Herent, Holsbeek, Geetbets, Glabbeek, Hoegaarden, Huldenberg, Keerbergen, Kortenaken, Kortenberg, Landen, Leuven, Linter, Lubbeek, Oud-Heverlee, Rotselaar, ScherpenheuvenZichem, Tervuren, Tielt-Winge, Tienen, Tremelo, Zoutleeuw Resoc Limburg: Alken, As, Beringen, Bilzen, Bocholt, Borgloon, Bree, Diepenbeek, Dilsen-Stokkem, Genk, Gingelom, Halen, Ham, Hamont-Achel, Hasselt, Hechtel-Eksel, Heers, Herk-de-Stad, Herstappe, Heusden-Zolder, Hoeselt, Houthalen-Helchteren, Kortessem, Lanaken, Leopoldsburg, Lommel, Lummen, Maasmechelen, Maaseik, Meeuwen-Gruitrode, Neerpelt, Nieuwerkerken, Opglabbeek, Overpelt, Peer, Riemst, Sint-Truiden, Tessenderlo, Tongeren, Voeren, Wellen, Zonhoven Resoc Turnhout: Arendonk, Baarle-Hertog, Balen, Beerse, Dessel, Geel, Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Herselt, Hoogstraten, Hulshout, Kasterlee, Laakdal, Lille, Meerhout, Merksplas, Mol, Olen, Oud-Turnhout, Ravels, Retie, Rijkevorsel, Turnhout, Vorselaar, Vosselaar, Westerlo Resoc Mechelen: Berlaar, Bonheiden, Bornem, Duffel, Heist-op-den-Berg, Lier, Mechelen, Nijlen, Putte, Puurs, Sint-Amands, Sint-Katelijne-Waver, Willebroek Resoc Antwerpen: Aartselaar, Antwerpen, Berchem, Boechout, Boom, Borgerhout, Borsbeek, Brasschaat, Brecht, Deurne, Edegem, Ekeren, Essen, Hemiksem, Hoboken, Hove, Kalmthout, Kapellen, Kontich, Lint, Malle, Merksem, Mortsel, Niel, Ranst, Rumst, Schelle, Schilde, Schoten, Stabroek, Westmalle, Wilrijk, Wijnegem, Wommelgem, Wuustwezel, Zandhoven, Zoersel, Zwijndrecht Punt 5: verklaring op eer In de verklaring op eer wordt gevraagd om aan te duiden of u een micro, kleine, middelgrote of grote onderneming bent. Dit hangt af van drie parameters: - het aantal werkzame personen (1) - de totale omzet (2) - het balanstotaal (3) De gegevens voor de berekening van het aantal werkzame personen en van de financiële bijdragen hebben betrekking op het laatste afgesloten boekjaar en worden jaarlijks berekend. Zij worden vanaf de datum van afsluiting van de rekeningen in aanmerking genomen. Het bedrag van de omzet wordt berekend exclusief belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en andere indirecte rechten of heffingen. In het geval van recent opgerichte ondernemingen waarvan de eerste jaarrekening nog niet is afgesloten, worden de in aanmerking te nemen gegevens bepaald door middel van een in de loop van het boekjaar te goeder trouw gemaakte schatting. Handleiding bij het aanvraagformulier invoegbedrijven - Pagina 7 van 11 (1) Het aantal werkzame personen van een onderneming komt overeen met het aantal arbeidsjaareenheden (AJE). Dat wordt berekend op basis van: de loontrekkenden van de betrokken onderneming de personen die voor deze onderneming werken, er een ondergeschikte verhouding mee hebben en voor het nationale recht met loontrekkenden gelijkgesteld zijn de eigenaren-bedrijfsleiders de vennoten die geregeld een activiteit in de onderneming uitoefenen en van de onderneming financiële voordelen genieten. Opmerkingen: - Leerlingen en studenten die een beroepsopleiding volgen en een leer- of beroepsopleidingsovereenkomst hebben, worden niet meegeteld in het aantal werkzame personen. - Eén AJE komt overeen met één persoon die het hele betreffende jaar voltijds in de betrokken onderneming of voor rekening van deze onderneming heeft gewerkt. Het aantal werkzame personen wordt uitgedrukt in AJE. Het werk van personen die niet het hele jaar hebben gewerkt, deeltijdwerk ongeacht de duur ervan en seizoenarbeid worden in fracties van AJE uitgedrukt. De duur van zwangerschaps- en ouderschapsverlof wordt niet meegerekend. (2) Voor de berekening van de omzetcijfers wordt onderscheid gemaakt tussen - een zelfstandige onderneming waarvan de omzetcijfers en het aantal werkzame personen uitsluitend op basis van de rekeningen van die onderneming worden vastgesteld; - een onderneming die partnerondernemingen heeft en waarvan de omzetcijfers het resultaat zijn van de gegevens van die onderneming samengeteld met de gegevens van de partnerondernemingen; - een onderneming die verbonden is met andere ondernemingen en waarvan de gegevens worden samengeteld met alle gegevens (100%) van de ondernemingen waarmee zij verbonden is. Zelfstandige onderneming Deze komt veruit het meest voor. Het gaat gewoon om alle ondernemingen die niet tot een van de twee andere soorten ondernemingen (partnerondernemingen of verbonden ondernemingen) behoren. Een onderneming is zelfstandig als zij: - - geen participatie van 25% of meer heeft in een andere onderneming; niet voor 25% of meer in handen is van een onderneming, een openbare instelling of verscheidene verbonden ondernemingen of openbare instellingen gezamenlijk, behoudens enkele uitzonderingen*; geen geconsolideerde rekeningen opstelt, niet opgenomen is in de rekeningen van een onderneming die geconsolideerde rekeningen opstelt en dus geen verbonden onderneming is. Handleiding bij het aanvraagformulier invoegbedrijven - Pagina 8 van 11 * Ook al wordt deze drempel van 25% bereikt of overschreden, kan een onderneming toch nog als zelfstandige onderneming worden beschouwd indien het om de volgende categorieën investeerders gaat en mits deze niet verbonden zijn met de betrokken onderneming: - openbare participatiemaatschappijen, risicokapitaalmaatschappijen, natuurlijke personen of groepen natuurlijke personen die geregeld risicokapitaal beleggen ("business angels") en eigen middelen in niet ter beurze genoteerde ondernemingen investeren, mits de totale investering van deze business angels in een zelfde onderneming 1 250 000 euro niet overschrijdt; - universiteiten of onderzoekcentra zonder winstoogmerk; - institutionele beleggers, met inbegrip van regionale ontwikkelingsfondsen; - autonome lokale overheden die een jaarlijkse begroting hebben van minder dan 10 miljoen euro en minder dan 5 000 inwoners tellen (zie artikel 3, lid 2, tweede alinea, van de definitie). Partnerondernemingen Dit zijn ondernemingen die met andere ondernemingen significante financiële partnerschappen aangaan zonder dat de ene onderneming direct of indirect een effectieve controle uitoefent op de andere. Partnerondernemingen zijn geen zelfstandige en ook geen verbonden ondernemingen. Een onderneming is « partner » van een andere onderneming indien: - zij een participatie van ten minste 25%, maar minder dan 50% heeft in die andere onderneming; - die andere onderneming een participatie van ten minste 25%, maar minder dan 50% heeft in de betrokken onderneming; - de betrokken onderneming geen geconsolideerde rekeningen opstelt waarin die andere onderneming door consolidatie is opgenomen en zij niet door consolidatie is opgenomen in de rekeningen van die andere onderneming of van een onderneming die met die andere onderneming is verbonden. Verbonden ondernemingen Dit zijn ondernemingen die deel uitmaken van een groep, via direct of indirect zeggenschap over de meerderheid van het kapitaal of de stemrechten (ook via akkoorden of in sommige gevallen via natuurlijke personen die aandeelhouder zijn), of door het potentieel om een overheersende invloed op een onderneming uit te oefenen. Het gaat dus om minder vaak voorkomende gevallen die zich over het algemeen heel duidelijk van de twee vorige soorten onderscheiden. Om interpretatieproblemen voor de ondernemingen te vermijden, heeft de Europese Commissie voor de definitie van dit soort ondernemingen de voorwaarden gehanteerd, mits ze aan de onderhavige definitie worden aangepast, die zijn vastgesteld in artikel 1 van Richtlijn 83/349/EEG van de Raad betreffende de geconsolideerde jaarrekening, die al jarenlang van kracht is. Meestal weet een onderneming dus meteen dat zij verbonden is, indien zij krachtens deze richtlijn al geconsolideerde rekeningen moet opstellen of indien zij door Handleiding bij het aanvraagformulier invoegbedrijven - Pagina 9 van 11 consolidatie opgenomen is in de rekeningen van een andere onderneming die verplicht is dergelijke geconsolideerde rekeningen op te stellen. Rekening houdende met bovenstaande bepalingen, kan u in onderstaande tabel nagaan tot welke categorie uw onderneming behoort. Let op: deze criteria zijn niet cumulatief . Van zodra u één van de criteria overschrijdt, gaat u over naar de volgende categorie van ondernemingen. Micro Klein Middelgroot Groot Werkzame personen 10 AJE 10-49 AJE 50-249 AJE >249 AJE Totale omzet 2 miljoen euro Balans 10 euro 10 2 miljoen euro euro miljoen 50 euro miljoen 43 euro miljoen > 50 euro miljoen > 43 euro miljoen miljoen Wanneer een onderneming op de datum van afsluiting van de rekeningen vaststelt dat de op jaarbasis berekende gegevens boven of onder de aangegeven drempels voor het aantal werkzame personen of de financiële maxima liggen, verkrijgt of verliest zij de hoedanigheid van middelgrote, kleine of micro-onderneming slechts wanneer deze situatie zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet. Handleiding bij het aanvraagformulier invoegbedrijven - Pagina 10 van 11 De bijlagen bij het aanvraagformulier - begeleidings- en opleidingsplan Een tewerkstelling als invoegwerknemer kadert binnen de trajectbenadering waaruit voor de betrokkene gebleken is dat hij niet dadelijk toeleidbaar is naar een job zonder enige vorm van begeleiding en opleiding. Deze noodzakelijke begeleiding en opleiding betreft naast het aanleren van vaktechnische kennis vooral het aanleren van arbeidsattitudes. Centraal in dit proces staan begrippen als respect, wederzijds vertrouwen en samenwerking. Als werkgever stelt u vooraf een algemeen begeleidingsplan op waarin u een overzicht en beschrijving geeft van alle inspanningen die u van plan bent te leveren op het vlak van begeleiding en /of opleiding. Op het einde van het werkjaar rapporteert u in een inhoudelijk verslag hoe dit begeleidings- en opleidingsplan werd opgevolgd. Een bijsturing van dit begeleidingsplan is uiteraard steeds mogelijk. Dit algemeen begeleidingsplan omvat minstens de volgende elementen. 0. Naam, functie, contactadres en telefoon van de begeleidingsverantwoordelijke I. Een beschrijving van de functie- en taakinhouden Hierin beschrijft u ondermeer: de functie- of taakinhoud (vereiste kennis, vaardigheden, attitudes) de functievereisten (algemene, specifieke, sociale) II. Een beschrijving van de onthaalprocedure voor nieuwe werknemers Hierin beschrijft u de eigenlijke onthaalprocedure naar werkwijze en instrumenten. de specifieke activiteiten of werkwijze tijdens de inwerkfase III. Een beschrijving van de begeleidings- en evaluatiemomenten Hierin beschrijft u wanneer door wie en hoe deze worden georganiseerd IV. Een beschrijving van de opleidingsinspanningen Hierin beschrijft u ondermeer de aard van de opleiding het aantal opleidingsuren per invoegwerknemer - loonkostberekening Zie bespreking vraag 4.5. Handleiding bij het aanvraagformulier invoegbedrijven - Pagina 11 van 11 Procedure U bezorgt het aanvraagformulier samen met alle gevraagde bijlagen aan: Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie Afdeling Tewerkstelling en Sociale Economie (invoegbedrijven) Koning Albert II-laan 35 bus 21 1030 Brussel En elektronisch aan: [email protected] De aanvraag die formeel ontvankelijk wordt verklaard, wordt tegelijkertijd onderworpen aan het advies van het RESOC en de administratie, meer bepaald het team bedrijfsanalisten van de dienst screening en ondersteuning. De administratie maakt met u een afspraak om uw dossier te bespreken. Het RESOC van de bevoegde regio (zie vraag 4.7) ontvangt enkel het aanvraagformulier. Beide adviesinstanties hebben 1 maand de tijd om hun advies uit te brengen. De administratie kan deze termijn schorsen indien u niet alle gevraagde informatie tijdig ter beschikking stelt. Na het bekomen van beide adviezen wordt uw dossier voorgelegd aan de Vlaamse adviescommissie sociale economie. In deze adviescommissie zetelen vertegenwoordigers van de ministers van sociale economie, economie en begroting, de sociale partners en externe deskundigen. De taak van de adviescommissie is om een samenvattend advies te formuleren ten aanzien van de minister. De minister geeft op basis van dit advies een uitbreiding van de erkenning als invoegbedrijf of weigert deze. Indien er geen uitbreiding van de erkenning wordt toegekend, wordt meegedeeld wat hier de reden van is. Het is mogelijk dat de minister oordeelt dat een aantal voorwaarden nog moeten vervuld worden vooraleer een definitieve uitbreiding van de erkenning wordt gegeven. In dit geval ontvangt u een brief met vermelding van deze voorwaarden. Van zodra u aantoont dat u aan de voorwaarden voldoet, ontvangt u een definitieve uitbreiding van de erkenning.