Positieve actieplan voor allochtonen en personen

advertisement
positieve-actieplan 2001
allochtonen en personen met een
handicap
dienst Emancipatiezaken
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Voorwoord
Fikriye Dalgic
Elk jaar maakt de dienst Emancipatiezaken een positieve-actieplan. Dit plan is een
instrument om de gelijke kansen te bevorderen van allochtonen en personen met een
handicap die werken in het Vlaams ministerie en in de Vlaamse openbare instellingen.
Voor u ligt het positieve-actieplan 2001.
Naast een terugblik op het voorbije werkjaar vindt u in dit plan zeven acties die we in
2001 willen uitvoeren. We hebben geprobeerd om een plan te maken dat tegemoet
komt aan de vraag naar concrete instrumenten en waar mensen zelf mee aan de slag
kunnen. Een eerste aanzet daartoe is het werken met checklists. De checklists
behandelen elk één thema en reiken de lezer op enkele bladzijden tips aan om aan
gelijke kansen te werken in het eigen departement of de openbare instelling.
De dienst Emancipatiezaken bestaat tien jaar. Na een decennium van werken aan
gelijke kansen binnen deze organisatie wordt het makkelijker om een visie op langere
termijn neer te schrijven. We hebben in dit plan dan ook verder gekeken dan 2001. We
willen als dienst Emancipatiezaken uitgroeien tot een kenniscentrum voor het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Personeelsleden moeten bij ons terechtkunnen
wanneer ze binnen hun departement of openbare instelling willen werken aan gelijke
kansen voor mannen en vrouwen, personen met een handicap en allochtonen.
De dienst Emancipatiezaken mag dan tien jaar oud zijn, de bezetting van de dienst is
een constante bron van verandering. Sinds maart is er een nieuwe opdrachthouder
voor Emancipatiezaken, sinds september 2000 zijn (eindelijk) alle vacatures in de
dienst ingevuld met enthousiaste medewerkers.
Zorgen dat iedereen gelijke kansen krijgt in het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap en in de Vlaamse openbare instellingen is een mooie uitdaging. We
1
Hans De Smedt
San Eyckmans
Ingrid Pelssers
Inge Thys
kunnen ze echter alleen maar waar maken als andere personeelsleden zich achter die
doelstelling scharen en mee aan de kar trekken. Daarom past hier een welgemeende
dankbetuiging aan alle collega’s die overtuigd met ons meewerken : de departementale
vertegenwoordigers, de emancipatieambtenaren, de cel Gelijke Kansen en de
afdelingen HRM, Vorming, Wervingen en Personeelsbewegingen en Statutaire
Aangelegenheden. Ook de Vlaamse ministers bevoegd voor Ambtenarenzaken,
Werkgelegenheid en Gelijke Kansen en hun medewerkers willen we bedanken voor de
goede samenwerking.
We hopen dat dit plan inspiratie biedt aan iedereen die binnen het ministerie en de
Vlaamse openbare instellingen wil werken aan gelijke kansen voor mannen en
vrouwen, allochtonen en personen met een handicap.
Fatima Tigra
Ingrid Verschueren
Nini Van de Velde
Joke Van Dyck
2
Inhoud
Voorwoord
2
Vooraf
5
Terugblik en vooruitblik
1. Terugblik op 2000
2. Vooruitblik naar 2001 en verder
7
8
14
Zeven actiepunten voor 2001
1. Invoering van een registratiesysteem
2. Instroom verhogen
3. Opvolgen van het project startbanen
4. Uitbouw van een netwerk met organisaties van allochtonen
5. Een voorstel voor een meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag
6. Communicatie : een zichtbare dienst Emancipatiezaken
7. Een betere inbedding in de Vlaamse administratie
18
19
22
25
27
29
31
34
Bijlage 1 : drie checklists
1. Websites toegankelijk maken voor personen met een visuele handicap
2. Wervingskanalen : jobs bekend maken aan allochtonen en personen met een
handicap
3. Een doelgroepneutrale functiebeschrijving
37
38
Bijlage 2 : personen en adressen
Coördinaten dienst Emancipatiezaken
46
47
3
42
44
Vooraf : de dienst Emancipatiezaken
Opdracht. De dienst Emancipatiezaken wil met positieve actie fundamenteel bijdragen
tot het realiseren van gelijke kansen voor de vrouwen en mannen die werken bij de
Vlaamse overheid. Daarnaast wil de dienst ook de integratie van allochtonen en
personen met een handicap bevorderen bij de Vlaamse overheid.
Bevoegdheidsgebied. De dienst Emancipatiezaken streeft naar gelijke kansen voor de
personeelsleden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van de Vlaamse
openbare instellingen (VOI’s). De dienst is niet te verwarren met de cel Gelijke Kansen,
die acties onderneemt ter ondersteuning van de gelijkekansenidee gericht op de
Vlaamse bevolking.
Personeel. De dienst Emancipatiezaken telt negen medewerkers. Naast de opdrachthouder, zorgen twee personeelsleden voor de inhoudelijke ondersteuning van de
gelijke kansen van mannen en vrouwen. Eén inhoudelijke medewerker is bevoegd
voor doelgroepenbeleid naar allochtonen en personen met een handicap. De andere
personeelsleden worden ingeschakeld voor de organisatie van de kinderopvang,
opvolging van ongewenst seksueel gedrag op het werk, de beleidscommissies,
administratieve hulp en secretariaatsondersteuning. Extra hulp komt er van één
persoon in een startbaan.
Inbedding in het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De dienst Emancipatiezaken
behoort tot het departement Algemene Zaken en Financiën van het ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap. De dienst beschikt over een eigen budget en de doelstellingen
van de opdrachthouder worden in direct overleg met de minister van
Ambtenarenzaken bepaald. De minister evalueert ook de werking.
De contacten met de departementen en de minister worden verzekerd door :
4
Een kenniscentrum. De dienst
Emancipatiezaken wil een kenniscentrum
zijn. Personeelsleden van de Vlaamse
administratie moeten er terechtkunnen
wanneer ze in hun departement of Vlaamse
openbare instelling willen werken aan
gelijke kansen voor mannen en vrouwen,
allochtonen en personen met een handicap.



Het bijwonen van de vergaderingen van de Permanente Interdepartementale
Werkgroep Personeel (PIWP), die de personeelsverantwoordelijken van de
verschillende departementen bijeenbrengt;
Het bijwonen van de vergaderingen van afdelingshoofden van de afdeling
Personeelsontwikkeling (COVA APO);
Bijwonen van het overleg tussen kabinetsmedewerkers en de leidinggevende
ambtenaren in personeelszaken (OKA).
Colofon. De dienst Emancipatiezaken
maakt elk jaar positieve-actieplannen. De
plannen werken maatregelen uit om de
evenredige instroom en doorstroom van
vrouwen en mannen, allochtonen en
personen met een handicap in het
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
bevorderen. De plannen bevatten ook een
voortgangsrapportering en wanneer
mogelijk een cijferanalyse.
Dit positieve-actieplan is ook
verkrijgbaar op geluidscassette.
dienst Emancipatiezaken
Boudewijnlaan 30
1000 Brussel
telefoon : 02-553 49 65
telefax : 02-553 50 52
e-mail : [email protected]
Redactie : Tempera, tel. (03) 270.16.26
oktober 2000
wettelijk depotnummer: D/2000/3241/271
5
positieve-actieplan 2001
allochtonen en personen met een handicap
terugblik en vooruitblik
dienst Emancipatiezaken
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
6
1. Terugblik op 2000
In 1999 kreeg de dienst Emancipatiezaken officieel de opdracht ook het
doelgroepenbeleid voor allochtonen en personen met een handicap op te
nemen. Er werd daartoe een stafmedewerker aangeworven.
In 2000 werd dat doelgroepenbeleid voorbereid en vonden de eerste acties
plaats. Zo werden de startbanen aangegrepen om meer allochtonen en
personen met een handicap een job te bezorgen bij het ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap. Duidelijk werd verder dat een betere registratie van
de doelgroepwerknemers een basisvoorwaarde is om een adequaat beleid te
voeren.
1. Inleiding
Nieuwe opdracht. In het voorjaar van 1999 kreeg de dienst Emancipatiezaken officieel
de opdracht ook het doelgroepenbeleid op te nemen voor allochtonen en personen met
een handicap.
In oktober 1999 trad bij de dienst een nieuwe stafmedewerker in dienst, die zich toelegt
op het doelgroepenbeleid voor allochtonen en personen met een handicap. Gedurende
2000 verdiepte deze stafmedewerker zich in het doelgroepenbeleid in België en op
internationaal niveau. Tegelijk gaf ze de eerste aanzet tot acties binnen het ministerie
van de Vlaamse Gemeenschap.
7
“De Vlaamse regering engageert zich om te
streven naar evenredige participatie binnen de
administratie, onder meer door de opmaak van
positieve actieplannen met streefcijfers en een
opvolgingssysteem”
VESOC-akkoord inzake de bevordering van de
werkgelegenheidskansen van personen met een
handicap.
2. Klemtoon op meer tewerkstelling
ha
nd
ica
p
ee
n
en
me
t
en
lge
n
-Be
rso
n
8
0
pe

het quotum geldt enkel voor nieuwe aanwervingen;
het quotum telt enkel voor statutaire aanwervingen;
de al aanwezige bezetting moet er niet aan voldoen;
29
nie
t

4000
led

8000
pe
rs o
ne
els
Quotum niet afdoende. Illustratief is het wedervaren met het quotum om 2 procent van
het aantal nieuwe aanwervingen op niveaus D en E prioritair te reserveren voor
personen met een handicap. Deze op het eerste zicht veelbelovende maatregel
–gehanteerd door zowel het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap als enkele
Vlaamse openbare instellingen– lijdt onder heel wat belemmeringen :
12000
tot
aa
la
an
tal
Instroom blijft achter. De toekomst lijkt er veelbelovend uit te zien voor de
tewerkstelling van doelgroepwerknemers. Toch loopt momenteel nog lang niet alles
naar wens. Zo blijft de vaststelling dat er in het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap maar weinig allochtonen of personen met een handicap werken.
11808
aantal personeelsleden
Meer aandacht. Er gaat in Vlaanderen steeds meer aandacht naar de tewerkstelling van
beide doelgroepen. Zo gebeurden de laatste jaren verschillende tewerkstellingsstudies,
zij het dat die zich meestal concentreren op allochtonen. Daarnaast willen allerlei
sensibiliseringsacties bedrijven te overhalen om meer mensen uit de doelgroepen een
kans op arbeid te geven. In het verlengde daarvan stijgt het opleidingsaanbod haast
elke dag. Vormingspakketten rond het management van diversiteit, omgaan met
allochtone collega’s of coaching van mensen uit de doelgroepen zijn momenteel ruim
beschikbaar. Geïnteresseerde bedrijven en organisaties wisselen contacten uit en
voorbeeldpraktijken krijgen navolging. Een voorbeeld is het Trivisi-initiatief van de
Vlaamse minister van Werkgelegenheid, dat overheidsinstellingen en privébedrijven
doet samenwerken rond diversiteit.
Een en ander krijgt een fikse duw in de rug door de krappe Vlaamse arbeidsmarkt. Het
gebrek aan werkzoekenden maakt het aantrekkelijker om mensen uit de doelgroepen
aan te werven. Een diversiteitbeleid wordt er voor bedrijven evidenter en soms zelfs
noodzakelijk mee.
Niet-Belgen en personen met een handicap in
het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
(op 31 december 1999)
139


het quotum geldt niet op de hogere niveaus;
het quotum houdt enkel rekening met personen ingeschreven bij het Vlaams Fonds
voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH). Andere
personen met een handicap komen niet in aanmerking.
Verminderende kansen op arbeid. Bovendien werven openbare instellingen
tegenwoordig vaker contractueel en steeds minder op niveau D en E. Veel functies die
personen met een handicap in het verleden uitvoerden –voorbeelden zijn
routinematige taken zoals fotokopiëren en de taak van bode– vallen daarenboven weg
door de verdergaande automatisering en informatica.
Moeizaam toegang tot wervingsexamens. Tenslotte klagen organisaties voor
gehandicapten erover dat het ministerie onvoldoende aangepaste accommodatie
voorziet bij selectieproeven. Bij rekruteringsspecialist Selor heerst er nog onbekendheid
met de mogelijkheden tot aanpassing van examens voor personen met een handicap.
Gehandicapten moeten daarom vaak zelf oplossingen aanbrengen. Sommige examens
zijn helemaal niet op zo’n ‘aanpassing’ voorzien. Zo zijn visuele tests moeilijk om te
zetten in een adequate vorm voor blinden en slechtzienden. De snellere afhandeling
van examenprocedures maakt het daarenboven moeilijker om een examen aan te
passen.
Startbanen als extra instroommogelijkheid. Een grotere instroom van allochtonen en
personen met een handicap is dan ook de eerste bekommernis van de dienst
Emancipatiezaken. In 2000 boden de ‘startbanen’ een uitstekende gelegenheid om
daarmee een vliegende start te nemen. Recent riep de federale regering immers deze
banen voor jonge schoolverlaters en werkzoekenden in het leven. Het gaat om
contractuele banen van één jaar, die werkervaring leveren aan onervaren werkzoekenden.
De startbanen geven de Vlaamse overheid een mooie kans om mensen uit de
doelgroepen een jaar werkervaring te bieden in het ministerie en de Vlaamse openbare
instellingen. De dienst Emancipatiezaken greep dan ook de gelegenheid om
allochtonen en personen met een handicap te overtuigen om zich kandidaat te stellen
voor een startbaan bij de Vlaamse overheid. Bij de afdeling Human Resources
9
Definitie van een persoon met een handicap. Het
Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen
met een Handicap hanteert de definitie : “personen
met een handicap met een langdurige en belangrijke
beperking van de kansen tot sociale integratie ten
gevolge van een aantasting van de mentale
psychische, lichamelijke of zintuiglijke mogelijkheden”.
Zulke personen krijgen een dossier als gehandicapte
bij de organisatie. Chronisch zieken, psychiatrische
patiënten en zeer licht gehandicapten slagen er vaak
niet in om zo’n dossier te bemachtigen.
‘Arbeidsgehandicapte’. Begin 2000 breidde het
VESOC –en daarop goedgekeurd door de Vlaamse
regering voor gebruik binnen het ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap– de omschrijving van
'gehandicapte' uit tot mensen die :



Een dossier bezitten bij het Vlaams Fonds voor
Sociale Integratie van Personen met een
Handicap;
of door de VDAB intern geklasseerd werden als
‘gedeeltelijk’ of ‘zeer beperkt’ arbeidsgeschikt;
of met als hoogste onderwijsniveau Buitengewoon
Secundair Onderwijs.
Deze uitbreiding omvat heel wat minder zwaar
gehandicapten, die door hun handicap echter wel
problemen kunnen ondervinden bij hun integratie op
de arbeidsmarkt. Deze bredere groep noemt men de
‘arbeidsgehandicapten’. In totaal gaat het om 17.600
niet-werkende werkzoekende werklozen in Vlaanderen.
Management werd een startbaancoördinator aangesteld. De coördinator waakt erover
dat alle startbaners begeleiding ontvangen. Voor de doelgroepwerknemers kan soms
extra begeleiding aangewezen zijn. Zonder deze gerichte coaching –indien nodig– is de
kans op een vervroegde uitstroom groter en daarmee ook de kans op negatieve
ervaringen met de doelgroepen binnen de betrokken afdeling.
3. Registratiemogelijkheden verkennen
Gehanteerde definitie van allochtonen. Als
Knelpunt : ontbrekende basisgegevens. Ondanks de actie rond startbanen bevindt het
doelgroepenbeleid binnen het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap zich
momenteel nog in een eerste fase. Mogelijke instrumenten en acties worden op hun
geschiktheid onderzocht. In 2000 werd alvast de noodzaak duidelijk aan een beter zicht
op het huidige aantal allochtonen en personen met een handicap in het ministerie.
Zonder zulke cijfers kunnen onmogelijk kwantitatieve beleidsdoelstellingen
geformuleerd worden.
Inderdaad ontbreken momenteel de cijfers die een beleid moeten funderen. Zo wordt
bij de indiensttreding van personeelsleden met een handicap enkel de erkenning bij het
VFSIPH geregistreerd. Er wordt niet gevraagd naar de aard van de handicap, wat
nochtans inzicht kan geven in de functies die personen met een bepaalde handicap
uitvoeren. Ook zijn personen met een handicap, maar zonder zo’n dossier bij het
VFSIPH, niet terug te vinden. Het gaat onder meer om chronisch zieken, licht mentaal
gehandicapten en psychiatrische patiënten.
Soortgelijke moeilijkheden duiken op bij de allochtone personeelsleden, want enkel
buitenlandse werknemers zijn gekend. Van genaturaliseerde personeelsleden is niets
geweten, terwijl eventuele achterstelling niet stopt bij het verkrijgen van de Belgische
nationaliteit.
Registratie werd voorbereid. In 2000 bereidde de dienst Emancipatiezaken een
registratiesysteem voor, na een principieel akkoord daartoe van de minister van
Ambtenarenzaken. De registratie moet essentiële gegevens bezorgen om het verdere
doelgroepenbeleid op te baseren. Ze beantwoordt onder meer vragen naar het aantal
allochtonen en personen met een handicap die bij het ministerie werken, bij welke
10
allochtonen beschouwt de dienst Emancipatiezaken :


iedereen die een vreemde nationaliteit heeft;
iedereen met Belgische nationaliteit die ofwel zelf
in het buitenland geboren is, ofwel minstens één
ouder of grootouder heeft die in het buitenland
geboren werd; en die zichzelf als allochtoon
opgeeft.
De omschrijving maakt geen onderscheid tussen al
dan niet afkomstig zijn uit een land van buiten de
Europese Unie en tussen het al dan niet bezitten van
een vreemde nationaliteit.
Meestal gaat deze subjectieve zelfdefinitie hand in
hand met een achtergestelde positie op de
arbeidsmarkt.
departementen, op welke niveaus en in welke jobs ze werken. De registratie past
bovendien in het VESOC-akkoord voor tewerkstelling van migranten, waarin de
Vlaamse regering zich engageerde om binnen het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap en de Vlaamse openbare instellingen positieve-actieplannen op te
maken met streefcijfers en een opvolgingssysteem. Daarvoor is een cijfermatige
inschatting van beleidsmaatregelen uiteraard nodig.
De dienst Emancipatiezaken denkt aan een registratie door de opname van enkele
vragen in het standaardsollicitatieformulier van de wervingsreserve en in het
inlichtingenblad bij aanwerving. Deze gegevens worden idealiter opgenomen in het
jaarlijkse personeelsrapport, op een vergelijkbare wijze als de huidige systematische
uitsplitsing tussen mannen en vrouwen. In de toekomst kan men eventueel overgaan
tot het voorstellen van stuurgetallen.
4. Contacten leggen
Aanvang van netwerking met gehandicaptenorganisaties. Naast het voorbereiden van
een eventuele registratie, bereidde de dienst Emancipatiezaken ook op een andere
wijze het doelgroepenbeleid voor. De dienst nodigde vanaf de zomer van 2000, samen
met de afdeling Wervingen en Personeelsbewegingen, allerlei organisaties uit voor
personen met een handicap. Er vonden gesprekken plaats met twee overkoepelende
organisaties, één organisatie voor verstandelijk gehandicapten, één voor auditief
gehandicapten en drie voor visueel gehandicapten. Voorlopig blijven de activiteiten
beperkt tot het leggen van contacten en informatie-uitwisseling, maar de bedoeling is
een netwerk op te bouwen van organisaties en deze te betrekken bij het verder
vormgeven van het doelgroepenbeleid.
Een soortgelijke contactronde staat gepland voor organisaties van allochtonen.
Contacten met de arbeidstrajectbegeleidingsdiensten. Nog in 2000 werden er contacten
gelegd met de arbeidstrajectbegeleidingsdiensten (ATB’s). Die diensten zijn goed
geplaatst voor de toeleiding van personen met een handicap. Arbeidstrajectbegeleiding
kan daarenboven ondersteuning bieden bij sensibilisatieprojecten binnen de
11
administratie en biedt coaching bij indiensttreding van een nieuw personeelslid met
een handicap.
De dienst Emancipatiezaken kan bovendien een beroep op doen op arbeidstrajectbegeleiding om een beter inzicht te krijgen in welke jobs personen met een handicap
kunnen uitvoeren. Bekendmaking daarvan kan de positieve beeldvorming in de hand
werken.
Tenslotte zal in de nabije toekomst bekeken worden hoe het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap het beste vacatures kan doorgeven aan de arbeidstrajectbegeleidingsdiensten.
12
2. Vooruitblik naar 2001 en verder
In verhouding tot het volledige personeelsbestand werken er momenteel
weinig allochtonen en personen met een handicap bij de Vlaamse
Gemeenschap. De dienst Emancipatiezaken stelt zich de komende jaren als
prioritaire taak om de instroom van allochtonen en personen met een
handicap te verhogen.
Tegelijk wil de dienst haar werking bijsturen, zodat ze de Vlaamse
personeelsleden beter bijstaat in het doelgroepenvraagstuk. Dat gebeurt
onder meer door de aanmaak van checklists.
1.Een grotere instroom
Prioriteit bij instroom. In verhouding tot het volledige personeelsbestand werken er
weinig allochtonen en personen met een handicap bij het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap. Het doelgroepenbeleid binnen het ministerie dient dan ook prioritair de
mogelijkheden te creëren en de voorwaarden te scheppen waardoor allochtonen en
personen met een handicap er een volwaardige plaats innemen als werknemer.
Verschillende pistes. Er zijn heel wat acties denkbaar om de instroom van allochtonen
en personen met een handicap te verhogen. Voorbeelden zijn het zorgen voor andere
formuleringen in functieomschrijvingen en sollicitatieformulieren, wat een hogere
respons van doelgroepwerknemers kan bewerkstelligen; het gebruik van enkele
13
(minder voor de hand liggende) wervingskanalen die beter allochtonen of personen
met een handicap bereiken, en selectiecommissies attenter maken voor de
eigenschappen van doelgroepwerknemers.
Een belangrijke piste is het beter begeleiden van departementen bij de indienstneming
van allochtonen en personen met een handicap. De mogelijkheden van
doelgroepwerknemers kunnen immers sterk toenemen door de inzet van de juiste
hulpmiddelen. Een veelbelovend voorbeeld zijn de initiatieven van de afdeling
Vorming om het vormingsaanbod ook voor personeelsleden met een handicap
toegankelijk te maken. Andere mogelijkheden zijn het zorgen voor vorming en
hulpmiddelen op maat.
Het moge duidelijk zijn dat de dienst Emancipatiezaken deze doelstelling niet op eigen
houtje kan verwezenlijken. Ze vraagt om een grondig overleg en samenwerking met de
afdelingen HRM, Vorming, Werving en Personeelswegingen en met Jobpunt
Vlaanderen.
personen met een handicap in de
departementen (op 31 december 1999)
1,93%
EWBL
1,71%
COO
Wetenschappelijk onderzoek. Het beleid naar personen met een handicap staat
momenteel in de kinderschoenen. Om een doordachte strategie en instrumenten te
ontwikkelen, is wetenschappelijk onderzoek aangewezen. De dienst Emancipatiezaken
zal daartoe samenwerken met externe organisaties die een expertise hebben op het
vlak van personen met een handicap.
Dit onderzoek moet duidelijkheid scheppen over de huidige situatie en vervolgens
beleidsvoorstellen en aanbevelingen opmaken om problemen beter aan te pakken. Het
gaat om antwoorden op vragen zoals hoe afdelingen te stimuleren zijn om personen
met een handicap aan te werven ? Zijn er buitenlandse voorbeelden die een kans
verdienen in Vlaanderen ? Welke functies binnen het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap zijn in te vullen door personen met een handicap ? Welke hulpmiddelen
en welk vormingsaanbod is daarvoor nodig ?
Een soortgelijk onderzoek zal uitgeschreven worden inzake de tewerkstelling van
allochtonen.
Doorstroom later aanpakken. Naast werken aan een verhoging van de instroom, is er
op termijn ook behoefte aan een beleid inzake doorstroom. Zolang de instroom van
14
1,68%
WIM
1,66%
WVC
1,47%
AZF
1,46%
OND
1,18%
gemidd MVG
0,8%
LIN
0
1
2
3
4
aandeel van personen met een handicap in
elk departement (in procent)
5
allochtonen en personen met een handicap verwaarloosbaar is, heeft het echter weinig
zin om aan een doorstroombeleid te werken.
2. Toegepast werken
Meer aandacht voor instrumenten. Het voorbije jaar timmerde de dienst Emancipatiezaken aan een gedegen fundament voor haar doelgroepenopdracht. Nu is het tijd om
de beleidsvertaling op een hogere snelheid te brengen. De inzichten en ervaring die de
dienst opdeed, moeten meer dan vroeger vertaald worden in concreet bruikbare hulp
aan de personeelsleden en de beleidsvoerders van het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap. De volgende jaren wil de dienst daarom veel aandacht besteden aan de
ontwikkeling van een praktisch instrumentarium en concreet advies.
Checklists. Een eerste aanzet is te vinden in dit positieve-actieplan, met de presentatie
van drie checklists. De checklists geven op enkele bladzijden inzicht in één thema,
inclusief aanbevelingen hoe een en ander beter te doen verlopen in de eigen
organisatie. De checklists hebben niet de pretentie om grote thema’s uitputtend aan te
pakken, maar willen snel advies bieden over één aspect. Iemand moet een checklist
probleemloos op eigen houtje kunnen gebruiken, zonder verdere nood tot overleg met
de dienst Emancipatiezaken.
Minder maar duidelijkere actiepunten. Een tweede voorbeeld van de klemtoon op toegepast werken zijn de actiepunten, die een belangrijk deel uitmaken van dit positieveactieplan. De dienst Emancipatiezaken stapt af van de veelheid aan actiepunten die het
vorige positieve-actieplan karakteriseerde. In 2001 beperkt het positieve-actieplan zich
tot een reeks van zeven actiepunten, waaraan telkens duidelijke en kwantificeerbare
doelstellingen gekoppeld zijn. Dat zorgt voor een betere focus van de dienst op de
jaarplanning en het verwezenlijken van projecten.
15
Drie checklists in dit positieve-actieplan
1. Websites toegankelijk maken voor personen
met een visuele handicap
2. Wervingskanalen : jobs bekend maken aan
allochtonen en personen met een handicap
3. Een doelgroepneutrale functiebeschrijving
3. Vraaggestuurd werken
Bouwen aan een kenniscentrum. De dienst Emancipatiezaken wil de volgende jaren
uitgroeien tot een kenniscentrum voor het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en
de Vlaamse openbare instellingen (VOI’s). De dienst moet op middellange termijn
uitgroeien tot een plek waar iedere afdeling of departement terechtkan met vragen
over doelgroepenbeleid.
De dienst Emancipatiezaken heeft echter niet de wijsheid in pacht om op eigen houtje
te beslissen wat er in de verschillende departementen en VOI’s prioritair moet
veranderen wat betreft gelijke kansen. Zo heeft elk departement eigen kenmerken
en behoeften. Dit geldt zowel voor de heersende bedrijfscultuur binnen het
departement als voor personeelszaken. Het doelgroepenbeleid dient dan ook
binnen elk departement een specifieke invulling te krijgen. De verschillende
departementen en VOI’s leggen beter zelf hun eigen prioriteiten en keuzes.
De dienst ziet daarom de eigen toekomst in de uitbouw van een vraaggestuurde wijze
van werken, die een open deur biedt aan de departementen en VOI’s. Een voorbeeld
van deze nieuwe aanpak is het produceren van checklists die personeelsleden
zelfstandig kunnen gebruiken.
4. Inbedding in het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Nauwer samenwerken. Momenteel lopen de discussies over een ingrijpende herstructurering van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Er heerst nog onduidelijkheid over de uitkomst. Maar de dienst Emancipatiezaken wil, noch formeel –de plaats
in het organogram– noch in de feitelijke werking, een eiland zijn in het ministerie van
de Vlaamse Gemeenschap. De dienst is er immers voor het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap. De volgende jaren wil de dienst daarom de samenwerking verder
aanhalen met andere afdelingen. Kansen op een betere samenwerking liggen onder
meer in de uitbouw van de samenwerkingsverbanden met de afdelingen Vorming,
HRM en Wervingen en Personeelsbewegingen. Veelbelovend is de samenwerking met
de Permanente Interdepartementale Werkgroep Personeel.
16
Geen enkel departement binnen het ministerie van
de Vlaamse Gemeenschap voert een intern
doelgroepenbeleid. Het VESOC-jaarplan 1999 voor
de tewerkstelling van migranten voorzag nochtans
dat enkele afdelingen een pilootproject zouden
starten. Totnogtoe is enkel het principe
goedgekeurd. Bij gebrek aan een initiatiefnemer
komen deze acties slechts moeizaam op gang. Een
betere samenwerking met de dienst
Emancipatiezaken kan een oplossing bieden.
positieve-actieplan 2001
allochtonen en personen met een handicap
Zeven actiepunten voor 2001
dienst Emancipatiezaken
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
17
1. Invoering van een registratiesysteem
Met een vrijwillige registratie van allochtone personeelsleden en mensen
met een handicap wil de dienst Emancipatiezaken beter zicht krijgen op het
aantal en de plaats van deze personen in het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap. In 2001 moet de registratie operationeel zijn.
Actiepunt in 2001
In 2001 zal de dienst Emancipatiezaken de registratiemogelijkheden op punt stellen
voor allochtonen en personen met een handicap. Dit omvat :



samen met deskundigen de voorwaarden en precieze inhoud onderzoeken van de
vrijwillige registratie;
een concreet voorstel tot vrijwillige registratie ontwikkelen en dit voorstel
voorleggen aan het college van secretarissen-generaal;
de implementatie van de registratie verzekeren in de wervingsinstrumenten van
het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (personeelsinformatica,
inlichtingenfiches, sollicitatieformulieren, ...).
18
Motivatie
Registreren is weten. In oktober 2000 stemde de minister van Ambtenarenzaken
principieel in met een vrijwillige registratie van zowel werknemers met een handicap
als allochtone personeelsleden. Met de registratie wil de dienst Emancipatiezaken beter
zicht krijgen op de plaats van deze personen binnen de Vlaamse Gemeenschap. Ze
moet zicht verschaffen op de knelpunten en hoe de doorstroom verloopt van deze
personen. De registratie is essentieel wil de dienst Emancipatiezaken evalueren of het
doelgroepenbeleid tot resultaten leidt. Bovendien maakt registratie het werken met
stuurgetallen –indien gewenst– mogelijk.
Huidige toestand. Momenteel zijn er slechts enkele onvolledige cijfers beschikbaar over
de aanwezigheid van werknemers met een handicap of allochtone personeelsleden
binnen het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Zo worden personeelsleden met
een handicap enkel geregistreerd bij hun indiensttreding, wanneer het inlichtingenblad
vraagt naar het al dan niet bezitten van een dossier bij het Vlaams Fonds voor Sociale
Integratie van Personen met een Handicap. Het inlichtingenblad polst niet naar de
aard van de handicap, wat nochtans informatie kan geven over de functies die
personen met een bepaalde handicap uitvoeren of kunnen uitvoeren. Ook kan men
personen met een handicap maar zonder dossier niet terugvinden. Gezien de recente
goedkeuring door het VESOC van de bredere definitie van ‘arbeidsgehandicapte’ een
spijtige zaak.
Een soortgelijke problematiek geldt voor de allochtone afkomst van personeelsleden.
Bij de indiensttreding wordt immers enkel gevraagd naar geboorteplaats en nationaliteit. Deze gegevens onderschatten het aantal aanwezige allochtone werknemers.
Genaturaliseerde personen zijn er onvindbaar mee, terwijl het aannemen van de
Belgische nationaliteit de achterstelling op de arbeidsmarkt niet beëindigt.
Randvoorwaarden. De belangrijkste vereisten in verband met registratie van zowel
personen met een handicap als allochtone personeelsleden zijn :

alle nieuwe werknemers worden bevraagd, niet alleen zij die er uitzien als behorend tot een doelgroep;
19



de registratie gebeurt op vrijwillige basis en kan altijd geweigerd of gewijzigd
worden;
de verkregen gegevens wordt enkel gebruikt voor de statistische opvolging van het
doelgroepenbeleid. De gegevens worden onder geen beding op herkenbare wijze
openbaar gemaakt;
de gegevens kunnen enkel geraadpleegd worden door werknemers van de
personeelsdiensten en de Algemene Administratieve Diensten.
Extra vragen bij aanwerving. Nieuwe personeelsleden en kandidaten in de
wervingsreserve kunnen makkelijk geregistreerd worden via enkele extra vragen op
een standaardsollicitatieformulier en het inlichtingenblad bij aanwerving.
Daarnaast kunnen op regelmatige tijdstippen gegevens opgevraagd worden over het
aantal allochtone en gehandicapte personeelsleden, die dan opgenomen worden in het
jaarlijkse personeelsrapport. Een soortgelijke analyse van het personeelsbestand
gebeurt nu reeds voor mannen en vrouwen, met het maken van systematisch
opsplitsingen in het personeelsrapport.
Proefdraaien met registratie. De dienst Emancipatiezaken zal niet overhaast te werk
gaan. Registratie is een delicaat onderwerp, dat een omzichtige aanpak verdient. In
2001 zal de dienst daarom overleg plegen met externe deskundigen om tot een
optimale registratie komen. De dienst Emancipatiezaken greep het sollicitatieformulier
van het startbanenproject (zie actiepunt 3) alvast aan om enige ervaring op te doen met
de registratie van handicaps en allochtone afkomst. Dankzij een beschrijving van de
handicap wordt het makkelijker om voor de persoon een geschikte job te vinden
binnen de Vlaamse administratie. Tegelijk vraagt het sollicitatieformulier naar het
geboorteland van de kandidaat en naar het subjectieve aanvoelen of deze al dan niet
allochtoon is.
20
Beleidseffecten opvolgen. In het VESOC-
akkoord voor tewerkstelling van personen met een
handicap engageerde de Vlaamse regering zich
om binnen de administratie te streven naar
evenredige participatie. Als instrumenten schuift
het akkoord positieve-actieplannen met
streefcijfers en een opvolgingssysteem naar
voren.
Ook de beleidsnota statistiek van de minister voor
Mobiliteit, Openbare Werken en Energie wijst op
het belang van etnische registratie en het gebrek
aan statistisch materiaal inzake etnisch-culturele
minderheden.
Beleidsnota's en plannen van de Vlaamse
overheden blijven in een schemerzone hangen als
er geen statistieken beschikbaar zijn die de
beleidseffecten opvolgen. Daarom verdient het
verzamelen van zulke gegevens prioriteit. Dat laat
de Vlaamse overheden toe om de effecten van
hun beleid op te volgen.
Er is bij de dienst Emancipatiezaken een nota
beschikbaar met de verantwoording om te
streven naar een betere registratie van
allochtonen en personen met een handicap.
Meer informatie bij :
Joke Van Dyck
telefoon 02-553 50 79
e-mail [email protected]
2. Instroom verhogen
Er werken maar weinig allochtonen en personen met een handicap bij het
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Enkele ingrepen in de
sollicitatieprocedures kunnen hen aanmoedigen om zich kandidaat te
stellen.
Actiepunt in 2001
In 2001 zal de dienst Emancipatiezaken voorstellen doen die de instroom
vergemakkelijken van allochtonen en personen met een handicap :






Aanpassingen van het sollicitatieformulier voorstellen en die bespreken met de
bevoegde diensten;
Overleg met Jobpunt en de afdeling Wervingen en Personeelsbewegingen over de
werving van personen met een handicap en allochtonen, teneinde hun rekrutering
alle kansen te geven;
De valkuilen bij selectie-examens en tests bespreken met de bevoegde diensten;
Doelgroep-expertise inbrengen in selectiecommissies;
De checklists over wervingskanalen en functiebeschrijvingen op punt stellen en
verspreiden;
Een onderzoek uitbesteden naar wat leidinggevenden kan overtuigen om personen
met een handicap in dienst te nemen.
21
Nationaliteit van de personeelsleden van het
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
nationaliteit
aantal
%
België
Europa
Marokko & Turkije
Afrika
Azië
Amerika
11779
17
7
2
2
1
99,75%
0,14%
0,06%
0,02%
0,02%
0,01%
totaal
11808
100%
NOOT : dit zijn cijfers op basis van nationaliteit. Genaturaliseerde
personeelsleden staan daardoor onder de noemer ‘België’. Het
aandeel allochtone personeelsleden is dus hoger, maar elk cijfer
over hun aantal ontbreekt.
Aangepaste faciliteiten. Het Vlaams
Motivatie
Een volwaardige plaats. Er werken maar weinig allochtonen en personen met een
handicap bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Dit (en volgende) positieveactieplannen moeten daarom prioritair werk maken van het verhogen van de instroom
van deze doelgroepen.
Allochtonen en personen met een handicap schrikken soms terug om te solliciteren bij
het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Dat komt omdat er soms een indirecte en
onbedoelde discriminatie sluipt in de wervings- en selectie-instrumenten. Sommige
selectiepraktijken bemoeilijken de rekrutering van doelgroepwerknemers, waardoor er
zich slechts kleine aantallen allochtone en gehandicapte kandidaten aanbieden op
vacatures. Zulke discriminaties zijn echter relatief gemakkelijk op te sporen en te
verhelpen.
Aanpassen van het sollicitatieformulier. Onder meer na de recente verruiming van de
definitie van personen met een handicap tot ‘arbeidsgehandicapten’ dienen de
sollicitatieformulieren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap aangepast te
worden. Reeds bij de sollicitatie moeten kandidaten met een handicap aangemoedigd
worden om hun handicap kenbaar te maken en hun mogelijkheden en beperkingen
aan te geven. Dit levert nuttige beleidsinformatie op over de personen met een
handicap (zie actiepunt 1 : registratie), maar informeert het ministerie ook over
specifieke aanpassingen die sommige kandidaten nodig hebben om hun werk te
kunnen doen. Rekruteerders krijgen er meteen een beter beeld mee van de
mogelijkheden van de kandidaat en kunnen daarmee rekening houden.
De opgave van een handicap verschaft bovendien cijfers over de slaagkansen, zijnde de
verhouding tussen het aantal kandidaten met een handicap en het aantal in dienst
genomen personen met een handicap.
Tegelijk zal de dienst een soortgelijke wijziging suggereren voor allochtonen. Het
sollicitatieformulier moet beter peilen naar de allochtone afkomst van kandidaten. Dat
zal waardevolle informatie opleveren over de aanwerving van allochtone kandidaten
in de Vlaamse Gemeenschap. Parallel zal het formulier onderzocht worden op
22
Personeelsstatuut voorziet dat personen met een
handicap (waaronder het statuut de ingeschrevenen
verstaat bij het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie
van Personen met een Handicap) aangepaste
faciliteiten krijgen bij de vergelijkende
wervingsexamens. Het gaat om logistieke hulp, zoals
examens in brailleschrift, doventolk en toegankelijke
gebouwen voor de examens.
Daarenboven zijn personen met een handicap op
niveau D en E vrijgesteld van het vergelijkend
wervingsexamen. Er worden echter geen
toegevingen gedaan voor andere aanwervingsvoorwaarden en de niveaus A, B en C.
Regelgeving allochtonen in overheidsdienst.
Hoewel mensen van buiten de Europese Unie naast
statutaire functies grijpen, kunnen ze tot bijna alle
contractuele functies toegelaten worden. Jammer
genoeg zijn velen niet op de hoogte van deze
regelgeving. Daardoor weigeren onwetende
selecteurs soms allochtonen te selecteren.

Onderdanen van de Europese Unie zijn
toegelaten tot alle statutaire en contractuele
functies, behalve als het gezagsfuncties betreft.

Onderdanen van landen buiten de Europese
Unie zijn volgens het Vlaams personeelsstatuut
uitgesloten van statutaire betrekkingen. Zij
kunnen echter wel worden aangeworven voor
alle contractuele functies, behalve voor
gezagsfuncties.
Gezagfuncties houden volgens het personeelsstatuut
een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming in
aan de uitoefening van het openbaar gezag of
omvatten werkzaamheden strekkende tot
bescherming van de algemene belangen van de
Vlaamse Gemeenschap. Ze worden voorbehouden
voor Belgen.
onbewuste discriminaties en zal de dienst indien nodig alternatieve formuleringen
voorstellen.
De dienst Emancipatiezaken zal in 2001 een voorstel doen voor de aanpassing van het
sollicitatieformulier en zal dit voorleggen aan de bevoegde diensten.
Een verklarende nota over de instroom van
allochtonen en personen met een handicap is
beschikbaar bij de dienst Emancipatiezaken.
Samenwerking met Jobpunt en de afdeling Wervingen en Personeelsbewegingen.
Jobpunt zal in 2001 zorgen voor de selecties van contractuele personeelsleden van het
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De overeenkomst van het ministerie met
Jobpunt zal expliciet de aandacht voor het doelgroepenbeleid beklemtonen. Daarnaast
zal de dienst Emancipatiezaken overleg plegen met Jobpunt en de afdeling Wervingen
en Personeelsbewegingen over de werving van personen met een handicap en
allochtonen, teneinde hun rekrutering alle kansen te geven. De gebruikte selectieinstrumenten zullen besproken worden en er zal een adressenlijst opgesteld worden
van organisaties die actief zijn rond tewerkstelling van personen met een handicap of
allochtonen. Zo kunnen vacatures gericht worden bekend gemaakt bij organisaties van
allochtonen en personen met een handicap.
Aangepaste accommodatie benadrukken. Bij de aankondiging van examens dient het
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap te wijzen op de aangepaste accommodatie
voor gehandicapten bij examens. Die is voorzien in het personeelsstatuut, maar weinig
bekend in de buitenwereld. Onbekendheid met de bepaling kan personen met een
handicap ervan weerhouden om hun kandidatuur te stellen voor vacante functies.
Checklists op punt stellen. Er werden in 2000 checklists opgesteld over wervingskanalen en functiebeschrijvingen, die de gebruiker de valkuilen aanwijst bij het
uitschrijven en bekendmaken van vacatures (zie elders in dit positieve-actieplan). In
2001 worden deze checklists verder op punt gesteld door een toetsing bij Jobpunt of de
afdeling Wervingen en Personeelsbewegingen.
23
Meer informatie bij :
Joke Van Dyck
telefoon 02-553 50 79
e-mail [email protected]
3. Opvolgen van het project startbanen
De Vlaamse overheid wil startbaners aan werkervaring helpen. Het is een
prima kans om allochtonen en mensen met een handicap aan te werven. De
dienst Emancipatiezaken volgt de startbaners in 2001 dan ook van dichtbij.
Actiepunt in 2001
De startbaancoördinator. Binnen de Vlaamse
In 2001 zal de dienst Emancipatiezaken van dichtbij de startbanen volgen bij het
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse openbare instellingen. Een
goede samenwerking met de startbaancoördinator is daarbij essentieel.
overheid zorgt de startbaancoördinator onder
andere voor :



Motivatie

Klemtoon op doelgroepenbeleid. De wet van 24 december 1999 ter bevordering van de
werkgelegenheid roept de startbanen voor jonge schoolverlaters en werkzoekenden in
het leven. Het gaat om contractuele banen van één jaar, die onervaren werkzoekenden
van de broodnodige beroepservaring voorzien.
De Vlaamse regering maakte van deze tewerkstellingsmaatregel gebruik om
bijzondere aandacht te besteden aan het doelgroepenbeleid binnen de Vlaamse
administratie. De redenering ging dat de overheid een voorbeeldfunctie had om met
24



Het verzamelen en analyseren van
cijfergegevens over de startbanen;
een helpdesk-functie voor coaches en jongeren;
het op regelmatige tijdstippen organiseren van
evaluatiemomenten;
briefings voor de personeelsdiensten van de
Vlaamse openbare instellingen en
departementen met vacatures;
voorstellen over de toekomstige toeleiding,
vorming en opvolging van de startbanen;
helpdesk voor het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap, Vlaamse openbare instellingen
en wetenschappelijke instellingen;
het inventariseren, toegankelijk maken en
doorgeven van de opgedane kennis.
de startbanen prioritair aandacht te besteden aan de groepen die het laagst scoren
op de werkzaamheidsgraad.
Het project biedt inderdaad een mooie kans om mensen uit de doelgroepen een jaar
werkervaring te bieden in het ministerie en de Vlaamse openbare instellingen. Mooi
meegenomen is de profilering van de Vlaamse overheid als potentiële werkgever voor
doelgroepwerkzoekenden. Tenslotte zorgen de startbanen voor een sensibilisering van
leidinggevenden en personeelsleden, die een allochtoon of persoon met een handicap
in hun werkomgeving ontmoeten.
Startbaancoördinator. De dienst Emancipatiezaken pleitte sterk voor de aanstelling
van een startbaancoördinator, die het project opvolgt en coördineert. Dat is noodzakelijk
gezien de precaire situatie van de nieuw aangenomen startbaners : het gaat om mensen
zonder werkervaring, laaggeschoold, allochtoon of gehandicapt. Deze mensen kunnen
extra begeleiding en coaching nodig hebben om hun plaats te vinden in een afdeling.
Zonder coaching is de kans op een vervroegde uitstroom groter. Tegelijk zou de
betrokken afdeling een negatieve ervaring kunnen opdoen met een doelgroepwerknemer.
25
Meer informatie bij :
Freija De Smet
Startbanencoördinator
administratie Personeelsontwikkeling
telefoon 02-553.55.20
e-mail [email protected]
Meer informatie over het doelgroepenbeleid
en de startbanen is te vinden in een werknota
van de dienst Emancipatiezaken, verkrijgbaar
bij :
Joke Van Dyck
telefoon 02-553 50 79
e-mail [email protected]
4. Uitbouw van een netwerk met organisaties van
allochtonen
De dienst Emancipatiezaken wil in 2001 zicht krijgen op de organisaties
van allochtonen die toeleiding naar de arbeidsmarkt verzekeren. Dat legt
het fundament voor gerichte informatie-uitwisseling, overleg en
samenwerking.
Actiepunt in 2001
In 2001 wil de dienst Emancipatiezaken de contacten verdiepen met organisaties van
allochtonen die toeleiding naar de arbeidsmarkt verzekeren. Op het einde van het jaar
moet de dienst :


een goed zicht hebben op de bestaande organisaties, hun werking en expertise;
beschikken over een netwerk van contacten in de sector, dat soepel informatieuitwisseling, overleg en samenwerking toelaat.
26
Motivatie
Een klankbord voor de dienst. De dienst Emancipatiezaken heeft momenteel slechts
weinig contacten met organisaties voor allochtonen die toeleiding naar de
arbeidsmarkt verzekeren. Dit moet in 2001 verbeteren, zodat een goede kijk ontstaat op
de verschillende organisaties. Dat zal toelaten om vanuit het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap gericht contacten te onderhouden, maar ook om het doelgroepenbeleid
beter te toetsen aan de werkelijke behoeften van de doelgroep. Externe organisaties
kunnen een prima klankbord of partner zijn voor de dienst Emancipatiezaken.
Soortgelijke netwerking met gehandicaptenorganisaties. Dit actiepunt bouwt voort op
een soortgelijke actie voor personen met een handicap, die vanaf de zomer van 2000
loopt. Toen nodigde de dienst Emancipatiezaken –samen met de afdeling Wervingen
en Personeelsbewegingen– allerlei organisaties uit voor personen met een handicap.
Voorlopig blijven de activiteiten beperkt tot het leggen van contacten en informatieuitwisseling, maar op termijn kan een netwerk ontstaan van organisatie die hun
mening inbrengen het doelgroepenbeleid.
27
Meer informatie bij :
Joke Van Dyck
telefoon 02-553 50 79
e-mail [email protected]
5. Een voorstel voor een meldpunt voor
grensoverschrijdend gedrag
Personeelsleden kunnen momenteel nergens terecht met klachten over
grensoverschrijdend gedrag, zoals discriminatie of pesterijen. De dienst
Emancipatiezaken wil in 2001 een voorstel tot meldpunt uitwerken.
Actiepunt in 2001
In 2001 wil de dienst Emancipatiezaken een voorstel doen tot oprichting van een
meldpunt grensoverschrijdend gedrag, waar personeelsleden van het ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap terecht kunnen met allerlei klachten.
Motivatie
Klachten zonder gevolg. Soms komen bij de dienst Emancipatiezaken meldingen
binnen van personeelsleden die zich benadeeld of gediscrimineerd voelen op hun werk
omwille van hun afkomst of handicap. Daarnaast komen er ook regelmatig klachten
binnen met betrekking tot pesterijen. De dienst Emancipatiezaken bezit geen
deskundigheid in het behandelen van zulke klachten.
28
Daarom wil de dienst Emancipatiezaken in 2001 werken aan een voorstel tot meldpunt,
waar personeelsleden terecht zouden kunnen met klachten over discriminatie en
pesterijen. Het meldpunt zou onder andere de volgende klachten aanpakken :




klachten over discriminatie of racisme op de werkvloer;
ongelijke behandeling op basis van afkomst of handicap;
benadeling bij evaluatie en promotie;
pesterijen.
Bijkomend voordeel van zo’n meldpunt is dat de binnenkomende meldingen voor de
dienst Emancipatiezaken waardevolle informatie bevatten om knelpunten te detecteren en beleidsvoorstellen te doen.
29
Verder op de ingeslagen weg. Het nieuwe
meldpunt zou verder bouwen op bestaande –en
positieve– ervaringen. Het ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap werkt momenteel al
samen met twee externe klachtenbureaus, die
respectievelijk ongewenst seksueel gedrag op
het werk en problemen met het
evaluatiesysteem van het ministerie opvolgen.
Meer informatie bij :
Fatima Tigra
telefoon 02-553 49 70
e-mail [email protected]
6. Communicatie : een zichtbare dienst Emancipatiezaken
De dienst Emancipatiezaken moet een gekend begrip zijn voor alle
personeelsleden. In 2001 neemt de dienst daartoe een site in gebruik op het
intranet van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Actie in 2001
De dienst Emancipatiezaken wil met haar communicatiebeleid –over zowel mannen en
vrouwen, allochtonen als personen met een handicap– alle personeelsleden van de
Vlaamse administratie bereiken. In 2001 legt de dienst vijf klemtonen :




Het opvoeren van het aantal bijdragen in het personeelsblad Goedendag;
Een aanwezigheid op het intranet. De dienst Emancipatiezaken wil een actieve
aanwezigheid verzekeren op het intranet van de Vlaamse Gemeenschap. Nog in
2000 wordt het concept en de structuur van een intranet-site uitgetekend. In 2001 is
de site operationeel, functioneert er een redactieraad en staan de personeelsleden
van de dienst in voor de aanpassingen;
Het voorstellen van de dienst Emancipatiezaken op de ontvangstdag voor nieuwe
personeelsleden. De dienst timmert aan een volwaardig onthaal voor de nieuwe
werknemers, met een nieuwe brochure en een presentatie;
De dienst Emancipatiezaken wil de administratieve top om de vier maanden op de
hoogte houden van de werkzaamheden van de dienst;
30

De dienst Emancipatiezaken bestaat tien jaar. Dat moment wordt aangegrepen met
enkele gerichte communicatie-acties.
Motivatie
Verschillende communicatiekanalen nodig. Communicatie is belangrijk voor de dienst
Emancipatiezaken. De dienst besteedt veel aandacht aan het overtuigen en sensibiliseren van de personeelsleden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Uit onderzoeken van de afdeling Communicatie blijkt dat het intranet vooral geraadpleegd wordt door de hogere niveaus. Andere personeelsleden halen hun informatie
veeleer uit het druk gelezen personeelsblad ‘Goedendag’. De dienst wil alle
personeelsniveaus aanspreken, zodat de communicatiestrategie beide informatiekanalen moet gebruiken.
Een intranet-site. De dienst Emancipatiezaken wil werk maken van een intranet-site.
Uiteraard moet de site aantrekkelijk zijn en zowel interessante als relevante informatie
geven. Maar tegelijk wil de site tonen hoe sites toegankelijk te maken zijn voor
(visueel) gehandicapten.
Informatie op ontvangstdag. De ontvangstdagen voor de nieuwe personeelsleden zijn
een buitenkans voor de dienst. Telkens luisteren de nieuwelingen er naar de
boodschap van de dienst Emancipatiezaken. Totnogtoe kregen de nieuwe personeelsleden enkel een brochure over het beleid tegen ongewenst seksueel gedrag op het
werk. Dat geeft hen een onvolledig beeld van de taken van de dienst
Emancipatiezaken. In 2001 moet een bijkomende, algemene brochure hieraan
verhelpen.
Overleg met de administratieve top. De communicatie met de administratieve top
dient beter te verlopen. Wil het emancipatiebeleid slagen dan moeten de topambtenaren achter het gevoerde beleid staan. Daarom engageert de dienst
Emancipatiezaken zich om elke vier maanden de topambtenaren op de hoogte te
stellen van de vorderingen en de bezigheden van de dienst. De vorm van deze
31
Meer informatie bij :
Inge Thys
telefoon : 02-553 59 36
e-mail : [email protected]
informering wordt uitgeklaard in samenspraak met de topambtenaren. Voor de hand
liggende mogelijkheden zijn een voortgangsnota of een persoonlijke rapportering op
de vergaderingen van het college.
Daarnaast vinden er om de veertien dagen overlegvergaderingen plaats met het
kabinet van de minister van Ambtenarenzaken.
32
7. Een betere inbedding in de Vlaamse administratie
In 2001 moet de coördinatiewerkgroep voor personen met een handicap
nieuw leven ingeblazen worden. De werkgroep en subwerkgroepen
voorzien de dienst Emancipatiezaken immers van waardevol advies.
Contactpersonen in een interdepartementaal netwerk moeten de dienst
meer grip bezorgen op de departementen.
Actiepunt in 2001
In 2001 wil de dienst Emancipatiezaken een betere inbedding bereiken van de acties
voor allochtonen en personen met een handicap in het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap, met :


Het herstarten van de coördinatiewerkgroep, die de dienst adviseert over acties
voor personen met een handicap;
Oprichting van een interdepartementaal netwerk.
33
Motivatie
Heropstarten van de coördinatiewerkgroep en subwerkgroepen. Tot einde 1998 adviseerde de coördinerende werkgroep gehandicapten de dienst Emancipatiezaken. De
werkgroep bestond uit de afdeling Wervingen en Personeelsbewegingen, de afdeling
HRM, de afdeling Vorming, de vzw Sociale Dienst, en vertegenwoordigers van vijf
subwerkgroepen, respectievelijk slechthorenden, doven, blinden, slechtzienden en
motorisch gehandicapten.
Waar de coördinatiewerkgroep adviseerde over het beleid, bespraken de
subwerkgroepen de drempels en moeilijkheden die personeelsleden met een handicap
ondervinden. Ze brachten ook mogelijke oplossingen aan. Al deze informatie van
binnenuit vormde een belangrijke input voor het doelgroepenbeleid van de dienst
Emancipatiezaken. Bovendien zorgden de werkgroepen voor feedback op de acties van
de dienst.
De bijeenkomsten van zowel de coördinatiewerkgroep als de subwerkgroepen stokten
einde 1998, omdat de dienst Emancipatiezaken niet beschikte over een stafmedewerker
doelgroepenbeleid. Nu er op een ingewerkte medewerker beroep kan gedaan worden,
is het wenselijk om de waardevolle vergaderingen te hervatten.
Betere contacten met de departementen. Er is nood aan een kanaal voor wederzijdse
communicatie tussen de dienst Emancipatiezaken en de departementen. De dienst
Emancipatiezaken moet op de hoogte gehouden worden van de ontwikkelingen inzake
doelgroepenbeleid binnen de verschillende departementen, terwijl de dienst hulp kan
leveren bij het oplossen van concrete problemen. Aanspreekpunten binnen de departementen verzekeren ook een vinger op de pols om de noden en wensen van de
departementen te kennen.
Daarom wil de dienst Emancipatiezaken in 2001 timmeren aan betere contacten met de
departementen. De invulling daarvan is voorlopig nog onduidelijk. Een voorstel tot
oprichting van een interdepartementaal netwerk van doelgroepverantwoordelijken,
naar analogie van de commissie Emancipatiezaken, werd verlaten omdat er in de
departementen niet genoeg parate expertise rond doelgroepenbeleid aanwezig is.
Mogelijk kan de Permanente Interdepartementale Werkgroep Personeel een klankbord
zijn voor het doelgroepenbeleid. Een andere mogelijkheid is de aanduiding van
34
Meer informatie bij :
Joke Van Dyck
telefoon 02-553 50 79
e-mail [email protected]
‘opdrachthouders minderhedenbeleid’ voor specifieke thema’s in verband met de
werkkansen voor allochtonen en personen met een handicap.
35
positieve-actieplan 2001
allochtonen en personen met een handicap
bijlage 1 : drie checklists
dienst Emancipatiezaken
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
36
Websites toegankelijk maken voor personen met een visuele
handicap
Rudi Canters
Het internet is een belangrijke informatiebron voor visueel gehandicapten. Helaas zijn
lang niet alle websites goed toegankelijk voor visueel gehandicapten. Door het
toenemend gebruik van foto’s, animaties en video, worden websites zelfs steeds
ontoegankelijker voor slechtzienden. Veel blinden en slechtzienden werken immers
met een tekstbrowser, die enkel de tekst toont. Zulke browsers –al dan niet gekoppeld
aan een braillelezer– zijn voor hen het best toegankelijk en filteren de niet bruikbare
informatie weg. Werken visueel gehandicapten toch met Microsoft Explorer of
Netscape Navigator, dan configureren ze die zo dat de browser geen afbeeldingen
toont.
Elke lijn staat op zich
Visueel gehandicapten lezen vaak lijn per lijn van een internetscherm. Het navigeren
over een scherm gaat daardoor niet zo snel als bij zienden. Tegelijk hebben visueel
gehandicapten geen zicht over het hele scherm. Als u dit in het achterhoofd houdt,
begrijpt u waarom het gebruik van de beschrijvende alternatieve tags zo belangrijk is.
Ook ziet u waarom informatie beter op één lijn staat, dan ze te verspreiden over twee
regels.
Het probleem stelt zich scherp bij tabellen of formulieren. Die zijn soms zeer moeilijk
leesbaar voor mensen die maar één lijn per keer zien. U houdt ze dus het beste
eenvoudig. Een prima alternatief is om de tabel of het formulier ook in een
tekstformaat aan te bieden. Zo kan de bezoeker het formulier rustig invullen en per fax
of e-mail doorsturen :
<a href="tekstversie.txt">Download hier de tekstversie van het formulier</a>
Gebruik contrasterende kleuren
Voor slechtzienden is het gebruik van contrasterende kleuren zeer belangrijk. De
instructies bgcolor=, vlink=, link=... stellen de paginakleuren in. Indien mogelijk kan u
een knop voorzien, waarmee de bezoeker de kleuren zelf kan kiezen. Een voorbeeld is
te vinden op http://www.gent.be/braillenet
Hou rekening met een bezoeker met een tekstbrowser
Veel slechtzienden gebruiken de tekstbrowser Lynx of zetten in hun browser de afbeeldingen uit. Vaak kan er echter op afbeeldingen geklikt worden om extra informatie op
te vragen. Daar merken visueel gehandicapten dan niets van. Een oplossing is om de
afbeeldingen van een beschrijvend tag-element te voorzien. Enkele voorbeelden :
48
Geef links een duidelijke tekstomschrijving
wel gebruiken
niet gebruiken
<a href="mailto:[email protected]">Klik hier om een
mailtje te sturen</a>
<a href="mailto:[email protected]">Klik hier</a>
geeft: [1]Klik hier om een mailtje te sturen
geeft: [1]Klik hier
<A HREF="inhoudstafel.html"><img BORDER=0
src="inhoudstafel.gif" alt="inhoudstafel"></a>
<A HREF="inhoudstafel.html"><img BORDER=0
src="inhoudstafel.gif"></a>
geeft: [1]inhoudstafel
geeft: [1][LINK]
<a href="inhoud.htm"><img src="inhoud.gif"
border="0" WIDTH="22" HEIGHT="21"
alt="inhoud"></a>
<a href="inhoud.htm"><img src="imhoud.gif"
border="0" WIDTH="22"
HEIGHT="21"></a><br>
geeft: [1]inhoud-[2][IMAGE]
geeft:
[1][LINK]-[2][IMAGE]
Gebruik bij afbeeldingen de alt-tag. Denk er aan dat als de afbeeldingen uit staan in de
browser ook de link via een afbeelding niet getoond worden. De alt-tag
(geïntroduceerd in html 4) laat echter toe om afbeeldingen een descriptieve
omschrijving mee te geven. Zo gaat het gebruik van allerlei grafische hoogstandjes niet
ten koste van het gebruiksgemak van de pagina door de visueel gehandicapten.
wel gebruiken
niet gebruiken
<img src="logo.gif" border="0" WIDTH="22"
HEIGHT="21" alt="logo.gif">
<img src="logo.gif" border="0" WIDTH="22"
HEIGHT="21"><br>
geeft:
geeft:
[1]logo.gif
met afbeeldingen uit: logo.gif
[1][IMAGE]
met afbeeldingen uit:
Gebruik liever geen frames. Niet alle browsers ondersteunen frames. Bezoekers met
zo’n browser vinden de informatie dan niet die op de site staat. Zijn frames toch
aanwezig, presenteer dan een alternatieve tekstversie of benoem de frame duidelijk.
wel gebruiken
niet gebruiken
<frameset rows="71,34,*" frameborder="0"
border="0" framespacing="0">
<frame name="inhoudstafel"" src="frame1.htm"
marginwidth="5" marginheight="0"
frameborder="no" scrolling="no"> <frame
name="navigatiebalk" src="frame2.htm"
marginwidth="5" marginheight="0"
frameborder="no" scrolling="no"> </frameset>
<frameset rows="71,34,*" frameborder="0"
border="0" framespacing="0"> <frame
name="frame1"" src="frame1.htm"
marginwidth="5" marginheight="0"
frameborder="no" scrolling="no"> <frame
name="frame2" src="frame2.htm"
marginwidth="5" marginheight="0"
frameborder="no" scrolling="no"> </frameset>
geeft:
geeft:
FRAME: [1]inhoudstafel
FRAME: [2]navigatiebalk
48
FRAME: [1]frame1
FRAME: [2]frame2
Probeer image- of usemaps te vermijden. Als ze toch aanwezig zijn, voorzie ze dan van
een duidelijke tekstuele omschrijving. Eventueel kunt u hier een alternatief menu voor
voorzien.
wel gebruiken
niet gebruiken
<MAP NAME="voorbeeld2"> <AREA SHAPE=
"RECT" COORDS="17, 92, 132, 127"
HREF=http://www.125.xxx.edu/x/pages/link1.htm
alt="informatie"> <AREA SHAPE="RECT"
COORDS="14, 12, 151, 47"
HREF="http://www.125.xxx.edu/x/pages/link2.
htm" alt="ons bedrijf"> </MAP><img ismap
usemap="#voorbeeld2" border="0" height="135"
alt="enter om de map te openen" src="image.gif"
width="158"></a>
<MAP NAME="voorbeeld1"> <AREA SHAPE=
"RECT" COORDS="17, 92, 132, 127" HREF=
"http://www.125.xxx.edu/x/pages/link1.htm">
<AREA SHAPE="RECT" COORDS="14, 12, 151, 47"
HREF="http://www.125.xxx.edu/x/pages/link2.htm"
> </MAP><img ismap usemap="#voorbeeld1"
border="0" height="135" src="image.gif"
width="158"></a>
geeft als de usemap nog niet open is :
[1]enter om de map te openen
geeft als de usemap nog niet open is :
[1][usemap]
geeft als de usemap is geopend :
[1]informatie
[2]ons bedrijf
geeft als de usemap is geopend :
[1]http://www.125.xxx.edu/x/pages/link1.htm
[2]http://www.125.xxx.edu/x/pages/link2.htm
Voorzie in een alternatief voor Java, ActiveX en Shockwave. Tekstbrowsers en oudere
browsers ondersteunen deze geavanceerde instructies niet. Zeker als de instructies ook
voor navigatie worden gebruikt, levert dat problemen op voor slechtzienden.
Een alternatief zijn cgi-bin scripts, waarmee alle browsers goed overweg kunnen. Een
andere oplossing is een tekstversie van de pagina.
Bied wav- of mp3-versies aan van teksten
Kleine brochures of teksten kunnen in wav- of mp3-formaat aangeboden worden.
Visueel gehandicapten kunnen die dan opvragen en naderhand beluisteren. De
persberichten van de stad Gent staan bijvoorbeeld in audio-formaat op de site
http://www.gent.be/braillenet
Doe zelf de test
Wandel eens door uw site zoals een visueel gehandicapte dat zou doen. De door
visueel gehandicapten veelgebruikte tekstbrowser Lynx is te downloaden op
http://lynx.browser.org Als u vervolgens met Lynx naar uw eigen site surft, krijgt u
een goed beeld van waar er aanpassingen moeten gebeuren. Als de site volledig te
bekijken is met een tekstbrowser, dan mag u er zeker van zijn dat visueel gehandicapte
bezoekers zullen vinden wat ze zoeken.
U
kan
de
toegankelijkheid
van
een
website
laten
testen
op
http://www.cast.org/bobby Het resultaat dat u ontvangt geeft tips om de site aan te
passen en hem zo beter toegankelijk te maken.
48
Een voorbeeld van een toegankelijke site voor visueel gehandicapten is de koepelsite
van de Vlaamse Gemeenschap. Lang niet alle onderliggende sites verwennen visueel
gehandicapten echter met hetzelfde gebruiksgemak.
Meer informatie : Rudi Canters, e-mail : [email protected], http:// rudicanters.cjb.net
Rudi Canters is vrijwillig technisch medewerker bij de blindenorganisatie Licht en
Liefde.
48
Wervingskanalen : jobs bekend maken aan allochtonen en
personen met een handicap
Elk wervingskanaal bereikt een eigen publiek. De reactie van allochtonen of personen
met een handicap op sommige wervingskanalen is beduidend hoger dan die op andere
wervingskanalen. De volgende tabel toont welke kanalen goed allochtonen en
personen met een handicap bereiken.
Als algemene regels gelden :




Probeer zoveel mogelijk formeel en extern te werven. Werf zo weinig mogelijk via
interne bekendmaking of uit de sollicitantenbank;
Hou rekening met de adviezen uit de checklist een doelgroepneutrale functiebeschrijving. Vooral bij de publicatie van verkorte versies van de functiebeschrijving, in bijvoorbeeld tijdschriften of op de WIS-computer, durven die adviezen
nogal eens sneuvelen;
Als u geen dure advertenties wil betalen, verspreid de vacature dan tenminste via
migranten- en gehandicaptenorganisaties.
Selectiebureaus (via Jobpunt) dienen het beste op de hoogte gesteld te worden van
de bekommernis met het doelgroepenbeleid. Vraag hen nadrukkelijk om er
rekening mee te houden.
Welke wervingskanalen bereiken ...
allochtonen
personen met een handicap
VDAB. Zorg eventueel voor een extra
bekendmaking van de vacature bij
arbeidstrajectbegeleidingsdiensten.
Zorg ervoor dat de (verkorte) functiebeschrijving op de WIS-computer
relevant en duidelijk is. Controleer of de
gevraagde kennis van de Nederlandse
taal niet te hoog is voor het niveau van
de job.
VDAB. Zorg eventueel voor een extra
bekendmaking van de vacature bij
arbeidstrajectbegeleidingsdiensten.
Zorg ervoor dat de (verkorte) functiebeschrijving op de WIS-computer relevant
en duidelijk is.
Advertenties in huis-aan-huisbladen en
regionale bladen.
Advertenties in landelijke bladen (Job@
en Vacature).
Vermeld de toegankelijkheid en
accommodatie voor gehandicapten.
Scholen zijn een prima kanaal om
allochtone schoolverlaters te bereiken.
Geef uitleg over het ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap als werkgever en
de verscheidenheid aan jobs bij de
overheid.
Revalidatiecentra en opleidingscentra.
Maak jobs bekend bij revalidatiecentra en
opleidingscentra voor personen met een
handicap. Contacteer de dienst
Emancipatiezaken voor informatie over
deze organisaties.
48
Spreek met migrantenorganisaties af of
u vacatures mag doorgeven en of
tewerkstelling een van hun opdrachten
is.
Contacteer de dienst Emancipatiezaken
voor informatie over deze organisaties.
Aan gehandicaptenorganisaties kan men
doorgeven welke wervingskanalen het
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
gebruikt. Wijs hen op het bestaan van de
Infolijn en de vacaturesite.
Werken via interimarbeid voor de
opvulling van tijdelijke jobs is zeer
positief voor allochtonen.
Maak het uitzendkantoor duidelijk dat u
een doelgroepenbeleid voert.
Het ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap kan geen beroep doen op
uitzendarbeid. Maar voor andere
instellingen is het een prima
rekruteringskanaal voor allochtonen.
48
Een doelgroepneutrale functiebeschrijving
Deze checklist geeft enkele tips om tot een neutrale functiebeschrijving te komen,
waardoor ook allochtonen en personen met een handicap zich aangesproken voelen
om te solliciteren.
Het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap gebruikt overigens een vast stramien bij
het opstellen van functiebeschrijvingen. Het stramien is te vinden op de intranetsite
van
de
afdeling
Wervingen
en
Personeelsbewegingen,
http://intra.vlaanderen.be/awpb/
Een mooie start voor elke functiebeschrijving is het inwinnen van zoveel mogelijk
inlichtingen over de ware aard van de functie, wat er echt van de kandidaten wordt
verwacht en in welke werksituatie het nieuwe personeelslid zal terechtkomen. Het
helpt danig om ook een zittend allochtoon of gehandicapt personeelslid te betrekken
bij het opstellen van de functiebeschrijving.
Bekendmaking van de vacature
Voor minder mobiele personen is de standplaats van het nieuwe personeelslid zeer
belangrijke informatie. Geef die duidelijk aan.
Omschrijving van de vacante functie
Beperk de beschrijving van de functie tot een redelijke lengte. Al te lange
beschrijvingen vormen een drempel voor veel mensen uit de doelgroepen. Allochtonen
en personen met een handicap dragen soms negatieve ervaringen mee uit vroegere
sollicitaties. De schrik om wéér afgewezen te worden is groot; waardoor ze pas
solliciteren als ze aan alle vereisten voldoen.
Vermeld of een functie deeltijds of voltijds is. Niet alle personen met een handicap
kunnen een voltijdse functie aan en solliciteren daarom enkel voor deeltijdse banen.
Contextfactoren
Als organisatie heeft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap heel wat te bieden
aan werknemers. Enkele secundaire arbeidsvoorwaarden kunnen voor doelgroepwerknemers van bijzonder belang zijn. Vergeet daarom niet te vermelden :




Bereikbaarheid van de standplaats en gratis openbaar vervoer;
Mogelijkheid tot telewerken;
Toegankelijkheid van de standplaats voor personen met een handicap. Aanwezigheid van aangepaste toiletten of andere speciale voorzieningen voor personen met
een handicap;
Glijdende werkuren.
48
Functioneringscriteria
Enkel diplomavereisten die echt nodig zijn. De diplomavereisten die de overheid stelt
en de strikte indeling in niveaus, kunnen een belemmering zijn voor allochtonen en
personen met een handicap. Mensen leren veel uit ervaring en vorming. Stel daarom
specifieke diplomavereisten enkel als die echt nodig zijn. ‘Universitair diploma
algemene kwalificatie’ is bijvoorbeeld veel uitnodigender dan ‘jurist met specialisatie
in ...’.
Geen overdreven kennis en ervaring eisen. Door hun achtergestelde positie op de
arbeidsmarkt, kunnen allochtonen en personen met een handicap vaak niet voldoende
ervaring voorleggen. Beter is de vraag naar ervaring en deskundigheid aan te vullen
met ‘of bereidheid die in korte tijd te verwerven’.
Hoeft een rijbewijs echt? Vraag enkel om een rijbewijs als dit onlosmakelijk tot de
basisvereisten van een functie behoort. Vooral personen met een handicap worden
hierdoor gediscrimineerd.
Eis geen ‘zeer goede’ kennis van het Nederlands als dit niet noodzakelijk is. Dit schrikt
allochtonen af met Nederlands als tweede of derde taal. In veel functies is een
basiskennis voldoende om aan de slag te kunnen en vervolgens op het werk
taalvaardiger te worden. Vraag ook geen schriftelijke taalvaardigheid voor functies
waarin men niet hoeft te schrijven.
Wat is ‘representatief’? Denk goed na vooraleer vereisten als ‘representativiteit’ of
‘passend in de organisatiecultuur’ op te nemen. Mensen denken dan intuïtief aan
mobiele blanke mannen. Personen met een handicap, allochtonen en vrouwen kunnen
zich moeilijk spiegelen aan die norm.
Ook eisen zoals ‘verregaande flexibiliteit’ en ‘hoge communicatievaardigheden’ stoten
mensen uit de doelgroepen af, omdat ze vrezen hier niet aan te voldoen.
Contactpersoon
Vermeld de naam, telefoon, fax en e-mail van een contactpersoon. Sommige personen
met een handicap vertrouwen sterk op een van deze communicatiemiddelen. Zo
werken doven vaak met e-mail en fax, terwijl een telefoonnummer voor visueel
gehandicapten belangrijk is.
48
positieve-actieplan 2001
allochtonen en personen met een handicap
bijlage 2 : personen en adressen
dienst Emancipatiezaken
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
45
Coördinaten dienst Emancipatiezaken
dienst Emancipatiezaken
Boudewijnlaan 30
1000 Brussel
Telefoon 02-553 49 65
Telefax 02-553 50 52
e-mail
[email protected]
Medewerkers
San Eyckmans, opdrachthouder voor Emancipatiezaken
Boudewijnlaan 30 - lokaal 2A25
1000 Brussel
Telefoon 02-553 49 67
e-mail
[email protected]
Ingrid Pelssers, inhoudelijke ondersteuning emancipatiebeleid
Boudewijnlaan 30 - lokaal 2A23
1000 Brussel
Telefoon 02-553 48 03
e-mail
[email protected]
Joke Van Dyck, inhoudelijke ondersteuning doelgroepenbeleid
Boudewijnlaan 30 - lokaal 2A27
1000 Brussel
Telefoon 02-553 50 79
e-mail
[email protected]
Hans De Smedt, inhoudelijke ondersteuning emancipatiebeleid
Boudewijnlaan 30 - lokaal 2A23
1000 Brussel
Telefoon 02-553 49 38
e-mail
[email protected]
46
Ingrid Verschueren, kinderopvang
Boudewijnlaan 30 - lokaal 2A22
1000 Brussel
Telefoon 02-553 59 55
e-mail
[email protected]
Fikriyé Dalgic, administratieve ondersteuning en kinderopvang
Boudewijnlaan 30 - lokaal 2A22
1000 Brussel
Telefoon 02-553 58 97
e-mail
[email protected]
Fatima Tigra, ondersteuning emancipatiebeleid en Ongewenst
Seksueel gedrag op het werk
Boudewijnlaan 30 - lokaal 2A27
1000 Brussel
Telefoon 02-553 49 70
e-mail
[email protected]
Inge Thys, communicatie
Boudewijnlaan 30 - lokaal 2A26
1000 Brussel
Telefoon 02-553 59 36
e-mail
[email protected]
Nini Van de Velde, administratieve ondersteuning - secretariaat
Boudewijnlaan 30 - lokaal 2A26
1000 Brussel
Telefoon 02 - 553 49 65
e-mail
[email protected]
47
Download