Samenvatting Multiculturele Samenleving (DK 204) Leven met meer culturen Nederland is een multiculturele samenleving: dit is een maatschappij waar mensen naast elkaar leven met verschillende culturele achtergronden. De Nederlandse cultuur is dominant. Er komen wel een aantal sub- en tegenculturen voor. Hierbij kun je denken aan de Turkse, Marokkaanse, Limburgse (subculturen) en de rechts-extremistische cultuur (tegencultuur). Je kunt niet zo eenvoudig zeggen dat we kunnen praten over verschillen tussen Nederlanders en buitenlanders. Sommige Nederlandse subculturen liggen ook mijlenver uit elkaar. Op de tweede plaats is het onderscheid tussen Nederlanders en buitenlanders soms moeilijk te maken. Denk daarbij maar aan de generaties 'buitenlanders' die al jaren in Nederland wonen en voor de Nederlandse eer strijden in de sport (Delibas, Gullit, Rijkaard enz.). Bij emigratie naar een ander land kun je na een aantal jaren de nationaliteit van dat land overnemen. Zo zijn er veel Nederlanders in de jaren 50 naar Amerika, Canada, Australië en Nieuw Zeeland geëmigreerd en hebben die nationaliteit aangenomen: zij zijn geen Nederlander meer. Dat geldt natuurlijk ook voor alle mensen die ooit in het verleden naar Nederland zijn gekomen: - uit de koloniën - gastarbeiders - asielzoekers - uit vroeger tijden (hugenoten) Om aan te geven of iemand uit een ander land komt of een andere samenleving afkomstig is. Worden op dit moment verschillende termen gebruikt. Allochtoon = iemand die zelf of wiens ouders oorspronkelijk ergens anders vandaan komen. Autochtoon = iemand die geboren en getogen is in het land of de plaats waar hij woont, net als zijn ouders en grootouders. De afgelopen jaren is het woord allochtoon niet altijd juist gebruikt. Vaak wordt het gebruikt in de zin als nietNederlander. Maar een Limburger die naar het noorden verhuisd zal zich daar niet gauw autochtoon voelen. Kenmerken van een multiculturele samenleving: - geen gezamenlijke geschiedenis - meer geloofsrichtingen - andere waarden en normen - verschillende leefwijzen - andere cultuuruitingen - speciale voorzieningen Omdat er verschillende culturen in Nederland zijn hebben die culturen geen gemeenschappelijke geschiedenis. Zo zal een Turk Atatürk belangrijker vinden dan Willem de Zwijger, die voor de Nederlanders nou weer juist de Vader des Vaderlands is. Door de komst van de buitenlanders zijn ook de geloofsrichtingen uitgebreid, is de belangstelling voor andere religies toegenomen. Normen en Waarden zijn plaats- en tijdgebonden. Dat betekent ook dat mensen uit andere plaatsen ook andere normen met zich mee. De verschillende leefwijzen komen voort uit andere normen en waarden. Je kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld andere eetgewoonten. Denk hierbij maar aan de verschillende buitenlandse restaurants die er de laatste jaren in Nederland bijgekomen zijn. Andere cultuuruitingen zijn bijvoorbeeld muziek en dans. Om tenslotte ervoor te zorgen dat iedereen in Nederland gelijke rechten heeft, kwamen er speciale voorzieningen voor bepaalde allochtone minderheidsgroepen, denk hierbij maar aan Nederlands als tweede taal (NT2) en speciale voorlichtingsfolders voor allochtonen die de Nederlandse taal nog niet helemaal machtig zijn. Voor de detailhandel heeft de multiculturele samenleving ook voor aantal veranderingen gezorgd. Veel winkels hebben hun assortiment uitgebreid en aangepast. Zo zijn er ook veel allochtonen die een eigen winkel zijn begonnen. Een levendig voorbeeld hiervan is de Kanaalstraat in Utrecht, waar veel allochtonen een winkel hebben, die voornamelijk ook allochtonen als klanten trekken. Gevolgen van de multiculturele samenleving: De multiculturele samenleving is nog lang niet voltooid. De problemen die hierbij om de hoek komen kijken spitsen zich op een viertal terreinen toe, die hier nauw mee samenhangen: - onderwijs - discriminatie - arbeidsmarkt - huisvesting De deelname van allochtonen jongeren aan het onderwijs blijft nog vaak steken in het LBO en MBO. Hoewel steeds meer jongeren van allochtone achtergrond langzaam maar zeker steeds meer te vinden zijn in de hogere opleidingen, is verreweg de grootste groep nog steeds lager opgeleid dan de meeste jongeren met een Nederlandse achtergrond. Dat heeft ook te maken met de taalachterstand die bij een aantal allochtone jongeren parten speelt. Soms vinden de ouders een hogere opleiding ook niet belangrijk en worden de jongeren niet genoeg gesteund in de keuze van het onderwijs. Nog steeds hebben mensen van buiten Nederland last van discriminatie. Zo zijn er veel voorbeelden van jongeren die bij bepaalde discotheken geweigerd worden vanwege hun culturele achtergrond. Discriminatie is bij de Nederlandse wet verboden. In de praktijk is het vaak moeilijk om discriminatie te bewijzen en veel mensen geven het ook niet aan. We moeten echter er wel voor uitkijken dat we het woord discriminatie te snel in de mond nemen. Als we kijken naar de participatie van allochtonen op de arbeidsmarkt dan zien we ook een aantal opmerkelijke zaken. Nog steeds hebben allochtonen minder goed betaalde banen. Het werkloosheidspercentage onder allochtonen ligt ook hoger. Dat zou ook de maken kunnen hebben met eventuele discriminatie, opleidingsniveau en taalachterstand. De overheid probeert dit tegen te gaan door het geven van premies aan werkgevers om die ongelijkheid op te heffen. Met betrekking tot huisvesting zie je dat veel allochtonen in minder goede stadswijken wonen. Dat heeft ermee te maken, dat de inkomens lager liggen en dat de woningen in die buurten goedkoper zijn. Discriminatie Cultuur = beschaving, door mensen vastgestelde samenleving met een eigen stelsel van normen en waarden. Waarde = wat we belangrijk vinden, waardevol Norm = gedragsregel, wat wij vinden wat normaal is Normen en waarden zijn afhankelijk waar je woont. Ze zijn dus niet in elk land hetzelfde. Overal in de wereld kunnen andere normen en waarden zijn, dan in Nederland. Alles wat je doet en hoe je over dingen denkt, zijn je meegegeven door de normen en waarden van je ouders. Die hebben ze ook weer van hun ouders meegekregen enzovoorts. Die normen en waarden komen niet zomaar uit de lucht vallen. De meeste normen en waarden die wij hebben, komen uit de bijbel. Daarin staan een aantal verhalen over wat mensen wel en niet mogen. Veel normen en waarden zijn universeel . Daarmee bedoelen we dat ze overal ter wereld gelden. Zo’n universele norm is bijvoorbeeld dat je niet mag moorden en stelen. Vaak zul je zien dat ouderen en jongeren soms verschillende normen en waarden hebben. Normen en waarden zijn tijdsgebonden. Iedere nieuwe generatie zal haar eigen normen en waarden hebben. Vroeger (bijv. 25 jaar geleden) was het in Nederland heel ongewoon als een meisje van 16 alleen uitging en na 12 ‘s nachts thuiskwam. Nu zijn veel ouders daar veel gemakkelijker in. Denk maar aan seks voor het huwelijk. 50 jaar geleden nog ondenkbaar, en nu kun je je bijna niet voorstellen dat je als meisje als maagd in het huwelijk treedt. Maar dat geldt niet voor alle groepen in de Nederlandse samenleving. Groepen in Nederland die nog religieus zijn (geloven in god, allah, jehova enz.) zal dit nog steeds geen thema zijn waar je makkelijk over kunt praten. Bij sommige godsdiensten is het niet toegestaan om seks voor het huwelijk te hebben of seks voor het iets anders dan voor de voortplanting. Als je praat over vooroordelen, dan kun je niet voorbij gaan aan discriminatie: onderscheid maken ten ongunste van iets of iemand. Discriminatie komt altijd voort uit vooroordelen. Mensen die iets ten ongunste zeggen van iemand, omdat ze geen kennis van zaken hebben. In Nederland hebben we ook te maken met discriminatie. Veel mensen zijn bang voor buitenlanders, omdat ze de taal en cultuur van anderen niet begrijpen. Je kunt er echter niet onderuit dat Nederland een multiculturele samenleving is. Dat houdt in dat er binnen de Nederlandse samenleving meerdere culturen naast elkaar leven. Niet overal in wereld kunnen mensen in vrijheid leven zoals in Nederland. Kijk maar naar gebieden als voormalig Joegoslavie of Somalie. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat deze mensen op pad gaan en een andere plaats zoeken waar minder oorlogsgeweld is. In principe heeft Nederland hier iets hoog te houden, want in het verleden heeft Nederland wel vaker vluchtelingen tot haar land toegelaten. Deze waren echter wel vaak wat rijker dan de vluchtelingen die nu aan de grens verschijnen. Maar dat is geen reden om vluchtelingen uit andere delen van de wereld te weigeren. Er zijn echter mensen in Nederland die alle vluchtelingen en buitenlandse werknemers uit Nederland willen uitwijzen. Er zijn ook partijen die zich daarvoor inspannen. De bekendste partijen in Nederland die zich met discriminatie en racisme bezighouden zijn de Centrum-Democraten, Centrum Partij ‘ 86, Nederlandse Volksunie en het Nederlands Blok. Racisme: het discrimineren van mensen op grond van huidkleur. In feite kennen we maar een ras en dat is het mensenras. Er bestaan geen onderlinge verschillen tussen mensen, alleen een verschil in uiterlijke kenmerken. In de Grondwet (wetten waaraan alle andere wetten in Nederland getoetst worden) staat in Artikel 1 Lid 1 (dus de belangrijkste grondwet) dat niemand op grond van huidkleur, afkomst, godsdienst enz. gediscrimineerd worden. Helaas vindt een partij als de Centrum Democraten (CD) dat mensen die oorspronkelijk niet uit Nederland komen hier ook niet thuishoren. Tegenstanders van de CD noemen deze partij ook wel fascistisch. Fascisme: politiek systeem waarin niet alle burgers gelijke rechten hebben, met een sterke leider. Nationaal-Socialisme: politiek systeem waarin niet alle burgers gelijk zijn, met een sterke leider en antisemitisme. antisemitisme: anti-joods. Kenmerken van Fascisme: 1. een sterke leider 2. oppositie (=tegenstanders) is verboden 3. een politiek partij die de dienst uitmaakt 4. tegenstanders worden vervolgd 5. de vrouw neemt een minderwaardige positie in Het Nationaal-Socialisme heeft als extra kenmerk dat het eigen ras het beste is. Socialisatie = het leerproces waarin een individu zich de waarden en normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep of samenleving of groep eigen maakt. Sociale controle = leden van je eigen groep zien erop toe dat je de overgedragen waarden en normen ook naleeft en je niet onmaatschappelijk gedraagt. De socialisatie bepaald hoe jij over bepaalde dingen om je heen denkt. Iedereen heeft een andere socialisatie, maar er zijn wel veel overeenkomsten, omdat veel ouders in Nederland dezelfde waarden en normen hebben. Jongens worden heel anders opgevoed dan meisjes. Een jongen zal van huis uit zelfstandiger worden opgevoed en een meisje veel afhankelijker. Zo wordt jongens meer geleerd iets te ontdekken en leren meisjes meer om iets of iemand te verzorgen. Jongens krijgen meer technisch speelgoed, meisjes krijgen meer poppen. Ook het onderwijs is een onderdeel van de socialisatie. Op school word je voorbereid op een taak in de maatschappij en leer je om met bepaalde situaties om te gaan. Je ziet dat op middelbare scholen jongens meer technische vakken kiezen dan meisjes. Dat heeft weer alles te maken met de opvoeding die jongens en meisjes krijgen. Tijdens de socialisatie maken mensen zich sommige aspecten van de cultuur zo eigen, dat zij zich automatisch gaan gedragen zoals de groep dat van hen verwacht. We noemen dit Internalisatie. Achtergronden Immigratie en emigratie is niet iets van de laatste tijd. Dat gebeurt al zolang de mens kan lopen. Al eeuwen trekken mensen naar het Nederlands grondgebied en al eeuwenlang trekken mensen hier ook weer weg. In de zeventiende eeuw vluchtten de al eerder genoemde Hugenoten vanuit Frankrijk naar Nederland. In Frankrijk werden ze om geloofsredenen vervolgd. Omdat de Hugenoten nogal wat geld meenamen, waren ze natuurlijk van harte welkom in Nederland. Dat gold ook voor de eerste gastarbeiders die naar Nederland kwamen. In Nederland heerste er toen een enorm arbeiders tekort. Er was zoveel werk door de wederopbouw in Nederland dat ze de arbeidskrachten uit andere landen hard nodig hadden. De gastarbeiders kwamen in eerste instantie naar Nederland om hier een paar jaar te werken en vervolgens weer terug te keren naar hun land van herkomst. In de jaren 70 echter bleek het voor veel gastarbeiders dat de terugkeer naar hun land van herkomst veel problematischer dan verwacht. De gouden bergen die hen waren voorgehouden bleken niet helemaal van goud. Men had niet echt de kans gekregen om in Nederland zoveel te verdienen en besloot dat het verblijf langer moest duren. Men haalde de familie naar Nederland. Vanaf 1949 komen er ook veel mensen uit de vroegere koloniën naar Nederland. In 1949 komen de eerste Molukkers en in de jaren 70 volgen de Surinamers die niet geloven in de onafhankelijkheid van Suriname. Nog steeds heeft Nederland een aantal koloniën, dit zijn de eilanden in het Caribische gebied. Vanaf de jaren 80 komen er steeds meer politieke vluchtelingen naar Nederland. Mensen die in hun eigen land vervolgd worden omdat ze er andere ideeën op nahouden dan de regering aldaar. De laatste groep zijn de mensen uit de EU landen die zich hier vrij mogen vestigen. Ze komen in de meeste gevallen naar Nederland vanwege hun werk. Nederland heeft de naam een gastvrij land te zijn, maar dat is niet helemaal correct. Alles hangt samen met de economisch omstandigheden op dat moment. Als het economisch goed gaat dat is vrijwel iedereen welkom. Als het wat minder gaat worden er veel minder mensen toegelaten. Op dit moment heeft Nederland een vrij streng toelatingsbeleid. Alleen de volgende groepen worden toegelaten: - vluchtelingen - gezinsherenigingen - mensen met een bijzonder beroep Mensen die om politieke redenen gevaar lopen in hun eigen land mogen in Nederland blijven. Dat geldt ook voor de vele vluchtelingen uit voormalig Joegoslavië. Omdat het daar vanwege de oorlog niet veilig is. De Nederlandse regering bepaald welke landen veilig dan wel onveilig zijn. Alle mensen die asiel aanvragen en uit landen komen waarvan de Nederlandse regering vindt, dat ze niet onveilig zijn, moeten weer het land verlaten. De gezinsherenigingen zijn pas na 1974 echt op gang gekomen. Toen besloot de Nederlandse regering, i.v.m. de economische crisis en het stijgende aantal werklozen in Nederland, dat met name Turken en Marokkanen vanaf dat moment een visum nodig hadden om Nederland binnen te komen. Het was alleen nog toegestaan om eventuele gescheiden gezinnen te herenigen. Daar zijn wel echter een aantal voorwaarden aan verbonden. Zo moet degene die zijn gezin naar Nederland haalt over voldoende ruimte (huisvesting) en geld beschikken om dat gezin te kunnen onderhouden. Voorts moet degene ook nog kunnen aantonen dat hij/zij al een jaar vast werk heeft en vooruitzicht op nog minimaal een jaar vast werk. Tenslotte worden nog mensen toegelaten met een bijzonder beroep waaraan Nederland behoefte heeft. Denk hierbij aan mensen met een specifiek technisch beroep of een medisch specialist of een voetballer. Burgers van lidstaten van de Europese Unie kunnen zich gewoon in Nederland vestigen en kunne hier ook studeren. Ze hebben, als ze hier komen studeren geen recht op een studiebeurs. Dat is alleen weggelegd voor Nederlandse staatsburgers. In Nederland bepalen ruwweg vier allochtone groepen het multiculturele karakter van de samenleving: - Antillianen en Arubanen - Surinamers - Marokkanen - Turken Antillianen en Arubanen: Van 1634 tot 1954 waren de Antillen een kolonie van Nederland. Nu zijn de Antillen een onderdeel van het koninkrijk der Nederlanden met een grote mate van zelfbestuur. Aruba heeft een Status Aparte, wat zelfs meer zelfbestuur inhoudt. Alle inwoners van de Antillen hebben de Nederlandse nationaliteit. De bevolking bestaat voor het grootste deel uit afstammelingen van negerslaven door de Nederlanders in de 17 e eeuw daar naartoe gebracht om op de plantages van de Hollanders te werken. De meeste Antillianen spreken Papiamento, een mengeling van verschillende talen zoals Spaans, Nederlands, Engels en Portugees. Door de economische teruggang in de jaren 70 kwamen veel Antillianen naar Nederland. De meeste Antillianen hebben zich aan de dominante Nederlandse cultuur aangepast. Dat komt met name vanwege het feit dat de meeste Antillianen katholiek of protestant zijn. Surinamers: Suriname was een Nederlandse kolonie van 1667 tot 1975. In 1975 werd Suriname onafhankelijk. In het land vind je veel bevolkingsgroepen die uit de hele wereld afkomstig zijn: Afrika, Indonesië en India. Doordat er veel verschillende bevolkingsgroepen zijn bestaan er ook veel verschillende culturen. Er worden meer dan zes talen gesproken, die hun oorsprong in de geschiedenis hebben. De meeste Surinamers zijn vlak voor de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975 naar Nederland gekomen. Ze waren bang dat het economisch en politiek niet goed zou gaan met het land. Beide zaken zijn nadien uitgekomen. Toen legerleider Bouterse in 1980 een staatsgreep pleegde hebben veel Surinamers in Nederland politiek asiel aangevraagd en gekregen. Na 1980 ging het ook economisch bergafwaarts met Suriname. Dit was voornamelijk te danken aan het stopzetten van ontwikkelingshulp vanuit Nederland. De Nederlandse overheid was het niet eens met de staatsgreep in Suriname en de moordop 15 politieke tegenstanders in december 1982. Marokkanen: De meeste Marokkanen die in Nederland wonen zijn hier sinds het begin van de jaren 70. Ze kwamen hier als gastarbeider. In hun eigen land hadden de mensen weinig toekomst in een overwegend agrarisch land. Na 1974 hebben er veel gezinsherenigingen plaatsgevonden. De band met het thuisland is voor veel Marokkanen die in Nederland wonen nog steeds erg hecht. Koning Hassan II, die ook de geestelijk leider is, heeft ook in Nederland op de hier wonende Marokkanen veel invloed. De Marokkaanse normen en waarden zijn voor deze gemeenschap erg belangrijk. Dat kan wel eens botsen met de Nederlandse normen en waarden. Turken: De meeste Turken kwamen in de jaren 60 als gastarbeider naar Nederland. De Turken die naar Nederland kwamen, waren afkomstig van het arme platteland. De Turken in Nederland komen uit verschillende bevolkingsgroepen, met name uit de Turkse en Koerdische hoek. Tussen die twee bevolkingsgroepen heersen ook politieke tegenstellingen. Daardoor is er tussen de Turken onderling ook een veel minder hechte band dan tussen de Marokkanen onderling. Voor alle groepen geldt eigenlijk allemaal dat ze zoveel mogelijk hun eigen cultuur willen behouden. De Toekomst Op dit moment vinden we het gelukkig allemaal normaal dat we met verschillende culturen in Nederland leven. Toch is er nog steeds sprake van discriminatie of racisme. Toch praten we hier maar over een aantal incidenten. Wel moeten buitenlanders die zich Nederland willen vestigen zich aan de dominante Nederlandse cultuur aanpassen. De Nederlandse overheid stimuleert deze socialisatie (overnemen van normen en waarden) door Allochtonen die na 1 januari 1996 zijn binnengekomen een inburgeringscontract te laten tekenen. Dat is een overeenkomst waarin een allochtoon zich onder andere verplicht Nederlands te leren en een beroepsoriëntatie te volgen. Hoever die aanpassing aan de Nederlandse cultuur moet gaan is echter de vraag. Daarover zijn een aantal visies (zienswijzen): 1. Uitsluiting Er is een kleine groep Nederlanders die vindt dat de multiculturele samenleving het failliet van de Nederlandse staat is. Het is vooral Nederland voor de Nederlanders. Autochtonen moeten de voorkeur krijgen boven allochtonen bij toewijzing van werk en woning. Allochtonen mogen niet stemmen en hebben ook geen recht op kinderbijslag als de kinderen niet in Nederland wonen. Ze zien de aanwezigheid van allochtonen als een bedreiging voor de Nederlandse cultuur. 2. Assimilatie Allochtonen kunnen zich helemaal aanpassen aan de Nederlandse cultuur. Dat zou dan betekenen dat de eigen cultuur sterk de achtergrond raakt. Dat zou dus betekenen dat moskeeën zouden verdwijnen en dat er geen zendtijd voor allochtonen op TV meer zou zijn. Dat wat onze samenleving speciaal maakt en anders zou ook verdwijnen. 3. Integratie Een derde visie is dat de allochtonen zich gedeeltelijk aan de Nederlandse cultuur zouden aanpassen met behoud van eigen cultuurkenmerken. Het uitgangspunt bij integratie is dat de mensen die hier wonen, zich moeten aanpassen maar tevens het recht hebben op een eigen cultuur. Waar ligt hier dan de grens? Moeten moskeeën gesubsidieerd worden, omdat we in Nederland de vrijheid van godsdienst hebben? Mag je hoofddoekjes dragen op je werk? Mag er worden uitgehuwelijkt? Een aantal zaken zijn duidelijk strijdig met de Nederlandse cultuur. Het mag dan ook duidelijk zijn dat hoe meer allochtonen de Nederlandse cultuur overnemen, hoe meer kansen ze in de Nederlandse samenleving krijgen. 4. wederzijdse aanpassing Nederlanders en allochtonen zouden zich ook aan elkaar kunnen aanpassen. Zo zouden alle culturen in Nederland kunnen samensmelten tot een kleurrijke Nederland. Wat er ook gebeurt in de toekomst: het feit blijft dat we allemaal hier in de land moeten leven. Het mooiste zou zijn als we dat met wederzijds respect kunnen doen. © Frans Opveld, 2004, revisie Toetsondersteuning multiculturele samenleving, Handel niveau II.