Ongelijkheden in niet geïnstitutionaliseerde vormen van

advertisement
Ongelijkheden in niet geïnstitutionaliseerde vormen van politieke
participatie: een Multi level analyse.
Abstract
 niet geïnstitutionaliseerde vormen van participatie stijgen.
 de vraag naar gelijke participatie
 ISSP 2004 Survey
 niet geïnstitutionaliseerde vormen van participatie toe zullen patronen van
ongelijkheid doen stijgen voor de educatie, maar dalen voor gender en leeftijd.
Inleiding
 ins participatie is aan het dalen terwijl niet ginst participatie stijgt
 traditionele massa lidmaatschap van een civil society organisatie transformeert
naar professioneel gemanaged groepen
 participatie rond het electorale gebeuren dalen
 niet makkelijk een onderscheid maken tussen de verschillende vormen
 chronologisch is geen goede manier
 beter geïnstitutionaliseerd of niet. Electorale proces of niet
 direct vs indirect invloed uitoefenen
 nieuwe generatie van burgers die meer monitorend, postmaterialistisch en
kritisch zijn  everyday makers
 post-materialisme: meer geindividualiseerde manieren van participatie. Liever
geld dan tijd spenderen
 monitoring: enkel deelnemen als het nodig is en ze zullen niet deelnemen aan
traditionele pol. organisaties
 nog wel altijd steunen van het principe van de democratie, maar kritisch tov de
manier waarop men de democratie uitvoerd.
 niet geinst partipcatie is makkelijker want het vraagt minder verbintenis en men
kan er makkelijk uit stappen en het is ook meer sporadisch
 Terwijl andere odnerzoekers weer stellen dat dit ook vermoeiend kan
zijn(Norris)
 Wat nu met gelijkheid?
 Door wie ?
Het probleem van ongelijkheid
 gelijkheid is de basis van het democratisch ideaal
 de stem van elke burger zou gelijk moeten worden aanhoort.
 dit betekent niet dat elke burger evenveel te zeggen moet hebben over de output
van de regering, maar dat hun stem en interests gelijk moeten worden
beschouwd.
 door politieke particpatie kunnen burgers hun stem laten horen en druk
uitoefenen
 strategische vereiste
 One person, one vote is slecht een minimum
 voldoende middelen, iedereen moet gelijke kansen hebben om te participeren.
Vastgelegd in de wet. maar niet hoe en of ze die mogelijkheden gebruiken.
Iris In ’t Ven




mensen met een laag inkomen zullen minder deelnemen dan mensen met een
hoog inkomen omdat zij voor meer belemmeringen komen te staan
meer geprivilegieerde mensen zullen vaker participeren en op een intensievere
manier.
ongelijkheid binnen een sfeer kan geen kwaad zolang er maar niet een groep over
of onder vertegenwoordigt w
Drie verschillende scenario’s
o nt geinst vormen zijn bereikbaar voor alle groepen in de samenleving en
dit zorgt voor minder ongelijkheid. Participatie kost is lager.
o geen effect van de introducti van nieuwe vormen van participatie
o Participatie paradox: nt geinst vormen zijn net meer veeleisender. Ze
vragen meer cognitieve vaardigheden, daarom zijn ze meer toegankelijk
voor geprivileerde groepen in de samenleving. mobilisatie is vertekend.
introductie van internet probleem want niet iedereen heeft een computer.
hoger geeduceerden maken meer politiek gebruik van het internet.
Bronnen van ongelijkheid
 educatie
o hoog : meer intensieve deelname
o hoog  hoger inkomen meer gerekruteerd door Poltieke sociale
organisaties
o geldt dit ook voor niet-geinst. ?
o internet potentieel om uitgesloten groepen te mobiliseren, maar dit vergt
een minimum aan cognitieve vaardigheden en een hogere opleiding. zij
maken ook meer gebruik van het politieke internet
 Gender
o wel gereduceerd n maar is nog steeds een belangrijke determinant
o nt-geinst. is vaker meer aantrekkelijk voor vrouwen, dit is buiten de partij
politiek e is minder gedomineerd door mannen
o minder tijd nodig en verbintenis is kleiner, waardoor het makkelijker is
voor vrouwen die voor hun familie moeten zorgen.
o heeft potentieel om vrouwen te mobiliseren
 Leeftijd
o we hebben al gezien dat er een generationele kloof ontstaat en dat
jongeren vaker kritischer en post-mat. zijn
o belangrijk om jongeren te mobiliseren
o internet belangrijk
o ageing of the protest generatie? zijn deze kenmerken enkel voor 1
cohorte? Nu 35-50j
Data en Methode
 ISSP
 lage responsie
 daarom landen onder de 50% responsie niet laten deelnemen aan onderzoek
 26 landen
 lijst van 7 verschillende vormen van politieke en sociale acties die mensen
kunnen in participeren
 1 deelnemen 0 nog niet deelgenomen
Iris In ’t Ven




9 verschillende vormen van participatie
verwijderen van Zuid Afrika want internet kwestie
onafhankelijke variabelen : leeftijd, gender, educatie, politieke interesse en
politieke doeltreffendheid
Freedom house index om effect van landen zonder democratie te schatten
Presentatie van de data
 stemmen blijft nog steeds het meest gebruikte
 sociale wenselijkheid + meestal mensen die deelnemen zullen ook deelnemen
aan de survey
 Petitie tekenen, geld donderen en producten boycotten zijn de volgende drie
meest gebruikte vormen.
 hoe hoger de educatie hoe meer kans dat de die deelneemt aan verschillende
politieke acties.
 Vrouwen zijn meer actief in nt-geinst vormen van participatie. maar heel klein
verschil.
 leeftijd ook groot verschil. oude leeftijdsgroep meer deelnemen aan geinst.
vormen van participatie terwijl de jongeren meer in gesint vormen aanwezig zijn.
demonstratie en internet forum
 multi variate analyse schaal 0-5 van alle niet geinst vormen. 0= geen enkele 5=
alle
 correlatie tussen beide vormen = 0.39 die meer inst. participeren zullen ook meer
niet geinst participeren
Resultaten
 mannen participeren meer dan vrouwen
 educatie
 leeftijd
 Politieke interest
 Politieke efficacy
 participatie van inst vormen zijn nog steeds sterk ongelijk. mannen en ouderen
participeren meer en intensiever dan vrouwen en jongeren. Educatie is een
sterke determinant op het eerste zicht maar het meeste van dit effect kan
verklaard worden door hoger levels van politieke interesse en meer intensieve
discussies.
 landen verschillen meer onderling voor vormen van niet ginst. particpatie dan
voor geinst part.
 gender is omgekeerd. vrouwen nemen eer deel
 leeftijd zelfde ook jongeren nemen meer deel aan niet-geinst vormen van
particpatie
 educatie zijn de resultaten meer in lijn met het model voor geinstitutionalisserde
vormen. hoog nemen meer deel en zelfs sterker. effect blijft sterk. zelfs groter dan
in de geïnstitutionaliseerde vorm.
 GPD heef t in model twe geen invloed , de score van het freedom house index
heeft wel een sterk effect.
 Politieke interesse, discussie en efficacy hebben een positief effect
Iris In ’t Ven
Verdere analyse
 tot hiertoe een lineaire relatie: alle vormen van individuele kernmerken hebben
een gelijk effect op alle landen
 sommige landen autoritaire systemen
 interactie effect voor ng groter dan voor g. Autoritaire regimes hebben een
sterker ontmoediging effect op ng vormen participatie dan op de inst. vormen
 educatie is een sterke correlatie met niet-ginst particpatie. invgl met ginst
vormen
 in democratische systemen nt-ginst vormen komen vaker voor
 pol interesse meer invloed op inst.
Conclusie
 niet includeren van de motivatie of ideeën
 Gender verschil is signifcant
 Leeftijd ook
 versterken ongelijkheden op educatief niveau
 meer cognitieve skills? Materiele middelen ?
 inkomen effect ?
 Reden voor zorgen
 laag educatie afgestoten van de politiek en dit kan voor extreem stemmen
zorgen
 wel voor leeftijd en geslacht goed om ongelijkheden weg te werken
 maar niet geheel representatief
Iris In ’t Ven
Download