VFG congres 2016: Ziekte en gezondheid op de snijtafel Een ontleding van oude en nieuwe concepten LUMC Leiden, 5 november 2016 De begrippen ziekte en gezondheid lijken vanzelfsprekend en duidelijk, maar zijn dat allerminst. Hoewel artsen, paramedici, onderzoekers en beleidsmakers dagelijks met deze begrippen werken, blijkt het niet simpel om ze eenduidig te definiëren en af te bakenen. Toch is het belangrijk te weten wat we precies bedoelen met gezondheid en ziekte. Want wat willen we eigenlijk bevorderen met ‘gezondheidsbevordering’? Wat moeten we precies meten als we de effecten van gezondheidszorg(beleid) willen vaststellen? En wie heeft er wel of niet recht op een ‘ziekte-uitkering’ of ziekteverlof? Op de WHO definitie van gezondheid als “volledig lichamelijk, mentaal en sociaal welzijn” is vanaf het begin veel kritiek geweest. Filosofen zoals Boorse en Nordenfeldt hebben eigen theorieën ontwikkeld van wat gezondheid is, waarbij er een strijd bestaat tussen meer naturalistische en meer normativistische opvattingen. Recent heeft in Nederland Machteld Huber een nieuwe definitie voorgesteld (“the ability to adapt and self-manage”) die zowel toegejuicht als bekritiseerd wordt. Ook rond het begrip ‘ziekte’ zijn de nodige vragen te stellen: wanneer is iets een ziekte, welke criteria gebruiken we om dat te bepalen, en wie stelt die criteria eigenlijk vast? Is ouderdom een ziekte? Hoe benoemen we ‘vage klachten’? Zijn risicofactoren zoals hoge bloeddruk zelf ook ziekten? En wat zijn psychiatrische ziekten? Deze en vele andere vragen zullen aan bod komen op het VFG congres 2016. Voorlopige programma 9:30- 10:00 Algemene Ledenvergadering VFG 10:15 - 10:20 Opening congres 10:20 - 10:50 10:50 - 11:20 11:25 - 12:25 12:25 - 13:25 13:25 - 14:10 14:10 - 14:40 14:40 – 15:00 15:00 – 16:00 16:10 - 16:30 16:25 Filosoferen over ziekte en gezondheid: een inleiding met zevenmijlslaarzen Naar een vitale toekomst voor de psychiatrie Workshopronde 1 Lunch Een nieuw, dynamisch concept van gezondheid en de uitwerking naar ‘positieve gezondheid’ Co-referaat “A broken teacup is not a flawed example of a teacup, but a perfect example of a broken teacup” theepauze workshopronde 2 Plenaire beschouwing naar aanleiding van de dag Afsluiting en Borrel Maartje Schermer, voorzitter VFG Marianne Boenink Berend Verhoeff Machteld Huber Elselijn Kingma Jacqueline Kool Luc Bonneux 1 Plenaire sprekers Marianne Boenink: Filosoferen over ziekte en gezondheid: een inleiding met zevenmijlslaarzen Veel filosofen hebben zich gebogen over de vragen ‘wat is ziekte?’ en/of ‘wat is gezondheid?” Zij hebben verschillende antwoorden op die vragen gegeven. Sommige zien ziekte en gezondheid bijvoorbeeld vooral als fenomenen die in de ruimte van het lichaam te lokaliseren zijn, terwijl anderen de nadruk leggen op het dynamische, proceskarakter van beide. Ook over de vraag hoe je ziekte van gezondheid onderscheidt, verschillen de meningen. Daar komt nog bij dat de vragen zelf op uiteenlopende manieren worden benaderd. Sommige filosofen proberen vooral een beschrijvend begrip van ziekte of gezondheid te ontwikkelen dat recht doet aan de bestaande omgang met ziekte en gezondheid. Anderen zijn normatiever en proberen voor te schrijven hoe we deze begrippen zouden moeten gebruiken. Ondertussen verandert ons gebruik van de begrippen gezondheid en ziekte ook zonder filosofische interventie voortdurend, mede onder invloed van ontwikkelingen in biomedische wetenschap en technologie. Filosofen die zich over deze begrippen buigen moeten dus een bewegend doelwit in beeld zien te krijgen. Ik zal in mijn bijdrage een historisch en analytisch overzicht geven van de belangrijkste filosofische opvattingen en benaderingen van ziekte en gezondheid. Daarbij ga ik in grote stappen door de geschiedenis van de moderne geneeskunde heen. Ik zal duidelijk maken dat filosofische opvattingen over ziekte en gezondheid enerzijds vaak voortkomen uit specifieke historische ontwikkelingen, maar dat ze anderzijds ook kunnen helpen om recente ontwikkelingen beter te begrijpen. Dr. Marianne Boenink is gezondheidswetenschapper en filosoof, en als universitair docent verbonden aan de afdeling Wijsbegeerte van de Universiteit Twente. Zij houdt zich in haar onderzoek bezig met filosofische en ethische vragen rondom nieuwe biomedische technologie, en de rol van toekomstvisioenen in het biomedische onderzoek, zoals ‘predictive, preventive and personalized medicine’. Aandacht voor het begrip van ziekte en gezondheid dat aan zulke visioenen ten grondslag ligt, zo is haar ervaring, kan goede diensten bewijzen voor wie deze visioenen beter wil begrijpen. Berend Verhoeff: Naar een vitale toekomst voor de psychiatrie De psychiatrie bevindt zich weer eens in een crisis. Haar dominante classificatiesysteem – het DSM-systeem – blijkt weinig valide en medicalisering in de hand te werken; de dominante neurobiologische verklaringsmodellen zijn onzeker, complex en vooralsnog klinisch onbruikbaar; en de therapeutische capaciteiten – ondanks de stijging van psychofarmacagebruik – stellen teleur. In mijn presentatie ga ik op zoek naar de aard van deze crisis en ik zal suggereren dat zowel de dominante rol van de neurowetenschappe n in psychiatrisch onderzoek, als de manier waarop de psychiatrie haar onderwerp – psychiatrische 2 aandoeningen – benadert, een rol spelen bij de huidige crisis. Met behulp van een filosofische en historische analyse van het begrip autisme zal ik een voorstel doen voor een alternatieve benadering van psychiatrische ziektes. Hierbij staat niet een neurobiologische ziekte (autisme, ADHD, depressie) centraal, maar de ervaringen, gedragingen en beperkingen van het individu. Deze ‘vitalistische psychiatrie’ is zeker niet anti-neurowetenschappen, maar heeft meer oog het individu dat niet alleen gevormd wordt door de tijd en zijn (sociale) omstandigheden, maar ook in staat is om de omgeving te veranderen en zodoende in een dynamische relatie tot zijn directe leefwereld staat. Deze benadering vraagt om een actievere samenwerking tussen de medische-, sociale- en geesteswetenschappen. Dr. Berend Verhoeff is psychiater en wetenschapsfilosoof. Hij promoveerde in 2015 bij Trudi Dehue en Douwe Draaisma op een proefschrift getiteld “Autism’s anatomy”. Hij werkt bij het Dr. Leo Kannerhuis (centrum voor onderzoek en behandeling van autisme) in Amsterdam Dr. Machteld Huber: Een nieuw, dynamisch concept van gezondheid en de uitwerking naar ‘Positieve gezondheid’ Iedere arts zweert of belooft bij zijn of haar afstuderen met de eed van Hippocrates om (tevens) ‘gezondheid te bevorderen’. Maar feitelijk is het daar in de studie nauwelijks over gegaan. Wat houdt ‘gezondheid’ eigenlijk in en denkt iedereen daar hetzelfde over? Machteld Huber deed hier uitgebreid onderzoek naar en het eerste deel van haar verhaal gaat hierover. De uitkomsten van haar onderzoek doen een appel aan artsen om breder te gaan denken dan vanuit het biomedische model van de mens. Maar wat houdt dat dan in en hoe kan je daar in de praktijk mee omgaan, enerzijds bij zieke mensen, maar ook bij gezonde mensen om ze breed inzetbaar te houden. Huber vertelt over haar ‘work in progress’ op dit gebied en daagt haar gehoor uit om mee te denken en daarover van gedachten te wisselen. Machteld Huber arts/onderzoeker en oprichter Institute for Positive Health. Zij is van oorsprong huisarts. Tijdens eigen ervaring met ziekte ontdekte ze dat ze haar herstel actief en positief kon beïnvloeden. Zij besloot meer aandacht te gaan richten op ‘gezondheidsbevordering’ en ontwikkelde een nieuw, dynamisch concept van gezondheid, dat zij uitwerkte tot het brede begrip ‘Positieve gezondheid’, waar zij in 2014 op promoveerde. Recentelijk is zij uitgeroepen tot de meest invloedrijke persoon in de publieke gezondheid van 2015. Machteld Huber won de verkiezing die georganiseerd is door de NPHF Federatie voor Gezondheid en GGD GHOR Nederland. Co-referaat bij “Positieve gezondheid Prof dr Elselijn Kingma is Socrates hoogleraar Filosofie en techniek vanuit humanistisch perspectief’. Tevens is zij universitair hoofddocent filosofie aan de Universiteit van Southampton. Zij promoveerde aan de Universiteit van Cambridge op een proefschrift over concepten van ziekte en gezondheid. Haar onderzoeksinteresses liggen op het gebied van de filosofie van de geneeskunde, filosofie van de biologie, metafysica en toegepaste ethiek. 3 Momenteel leidt zij een groot onderzoeksproject getiteld ‘Better understanding the metaphysics of pregnancy’. Jacqueline Kool - “A broken teacup is not a flawed example of a teacup, but a perfect example of a broken teacup” “A broken teacup is not a flawed example of a teacup, but a perfect example of a broken teacup”. Met dit citaat van Adele B. McCollum leggen we de concepten ziek en gezond op de snijtafel van disability studies. Hoe doen we recht aan zowel persoon, lichaam als (maatschappelijke) context in ons denken over ziekte en beperkingen? Welke rol speelt onze verhouding tot begrippen als kwetsbaarheid en maakbaarheid daarbij? En hoe ziet de relatie tussen ziekte, gezondheid en zingeving eruit? Een verhaal waarin disability studies en filosofische benaderingen worden verbonden met eigen ervaringen in de wereld van zorg en van leven met beperkingen. Jacqueline Kool studeerde maatschappelijk werk en theologie. In 2009 was zij medeoprichter van Disability Studies in Nederland, waar zij nu werkzaam is als kennismanager. Door haar eigen ervaring van leven met een spierziekte, leerde zij al vroeg nadenken over haar positie in maatschappij en zorg, en een eigen wijsheid ontwikkelen over leven met beperkingen. Zij schreef o.a. Goed bedoeld. Levensbeschouwelijk kijken naar handicap en ziekte (2002) en Eros in de kreukels. Verhalen van lijven, leven en lust vanuit de kreukelzone (2010). Luc Bonneux is arts-epidemioloog en werkt momenteel als verpleeghuisarts te Roosendaal. Hij volgde de opleiding tot epidemioloog te Londen en promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op een proefschrift over het gebruik van wiskundige modellen bij verouderingsaandoeningen. Hij heeft in vier landen gewerkt als huisarts, tropenarts, ziekenhuisarts, epidemioloog, epidemiologisch demograaf. Zijn voornaamste belangstelling betreft veroudering en keuzen aan het levenseinde. 4 Workshops (deelnemers kunnen twee workshops naar keuze volgen) Workshop 1: Ziek zijn in de verzekeringsgeneeskunde – Ingeborg van den Bold “Ziek is ziek”. Als iemand dat zegt, betekent het meestal dat hij geen discussie meer wil over zijn beperkingen die een gevolg zijn van zijn ziek zijn, of juist dat hij begrip wil tonen voor het ziek zijn van de ander. Maar juist in de verzekeringsgeneeskunde is er veel discussie over de vraag wat ‘echt ziek zijn’ nu eigenlijk is. Die verzekeringsgeneeskundige context speelt niet alleen een rol bij beoordelingen voor ziekteverzuim of arbeidsongeschiktheid, maar ook bij vragen in de GGZ: Wanneer is iemand ‘ziek genoeg’ om voor te vergoeden behandeling in aanmerking te komen? In deze workshop zullen we onder andere in casuïstiek zien hoeveel verschillende ziekteconcepten een rol spelen in de theorie en praktijk van de verzekeringsgeneeskunde. Ook zullen wij zien hoe het concept ‘ziek zijn als institutioneel feit’, geïnspireerd op Searles theorie over institutionele feiten, een toegevoegde waarde kan hebben in discussies over het wel of niet vergoeden van schade of zorg. Ingeborg van den Bold is verzekeringsarts en filosoof. Zij sloot haar bachelor en master filosofie aan Tilburg University cum laude af. In 2012 introduceerde zij het ziekteconcept ‘ziek zijn als institutioneel feit’ in de verzekeringsgeneeskunde. Zij is oprichter van Bold filosofische praktijk en geeft nu cursussen en workshops gericht op persoonlijke ontwikkeling van mensen via filosofische verdieping. Workshop 2: ‘Gezondheid’, ‘ziekte’ en ‘genezing’ in transitie. Van een mechanistische naar een informationistische medische blik. - Jurn Kerkkamp De wijze waarop artsen de wereld van ‘gezondheid’ en ‘ziekte’ zien, kennen en in handelen wordt de medische blik genoemd. Foucault heeft in Geboorte van de kliniek. Een archeologie van de medische blik (1963) laten zien dat deze blik kan veranderen. Een overgang van een mechanistisch naar een informationistische blik zou verklaren waarom in deze tijd de concepten ‘gezondheid’, ‘ziekte’ en ‘genezing’ in transitie zijn. Dit wordt verduidelijkt met de volgende patiëntenvoorbeelden. 1992: een man van eind 50 meldt zich op de SEH met een astma cardiale: ECG toont een LVH, X-thorax stuwing met longoedeem, CK is normaal. De pathofysiologie verklaart het astma cardiale als diagnose aan de hand van druk-volume curve, wet van Starling, wet van Laplace en de therapiekeuze bestaat uit het corrigeren van de geconstateerde pathofysiologie (Braunwald, 1992. Heart Disease). Gezondheid en ziekte worden uitgedrukt in functioneren van orgaansystemen en van organismen in hun intern milieu dan wel hun externe omgeving. 2015: een man van eind 50 meldt zich op de SEH met een astma cardiale: ECG toont een LVH, Xthorax stuwing met longoedeem, troponine is licht verhoogd, BNP is verhoogd. De kennis van informatiebeheer aan de hand van algoritmen leidt tot de diagnose ‘astma cardiale’ en tot de therapiekeuze op grond van doelmatigheid bij anderen (Mann, 2015. Braunwald’s Heart Disease). Gezondheid en ziekte betreft hier de plasticiteit of aanpassingsvermogen van orgaansystemen en organismen in relatie met hun interne milieu en hun externe omgeving. 5 Jurn Kerkkamp studeerde geneeskunde aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam (EUR) en specialiseerde zich in cardiologie aan het VU medisch centrum (VUmc) te Amsterdam. Hij werkte als cardioloog in het Thoraxcentrum (EUR) en in het Bronovo Ziekenhuis te den Haag. Hij was tevens verbonden aan de afdeling Klinisch Fysica VUmc. Hij studeerde filosofie aan de EUR met als resultaat de masterthesis 'Dynamische en historische aspecten van medische theorie-vorming'. Momenteel is hij freelance verbonden aan de faculteit Filosofie EUR en houdt zich bezig met medische onto-epistemologie. Workshop 3: 'Een passend concept voor elke praktijk?' – Beatrijs Haverkamp In deze workshop kijken we eerst naar de theoretische en normatieve vooronderstellingen in verschillende filosofische concepten (Christopher Boorse, Lennart Nordenfelt, Sridhar Venkatapuram, Per Anders Tengland) en meer praktijkgerichte gezondheidsconcepten (WHO, Huber et al.). Door verschillende concepten naast elkaar te zetten, wordt inzichtelijk hoe ‘gezondheid’ een typisch voorbeeld is van een begrip dat zich kenmerkt door familiegelijkenissen. Bovendien blijken we te maken te hebben met een begrip dat altijd zowel beschrijft als evalueert, waarbij het ene concept het eerste meer benadrukt, en het andere het laatste. Deze vergelijkende analyse laat niet alleen niet dat het zoeken naar één enkel concept een futiele bezigheid is, ze kan ook helpen om kritisch naar verschillende gezondheidspraktijken te kijken. Want wat verstaan we (impliciet) eigenlijk onder 'gezond zijn'? Met vragen als 'Hoe belangrijk is het perspectief van de patiënt/cliënt?', 'Betekent gezond zijn voor ieder individu hetzelfde?', 'Willen we dat het wetenschappelijk aantoonbaar is of iemand gezond is?', 'Welke betekenis en rol kennen we toe aan ziek zijn?', en 'Welk verband zien we tussen gezondheid en welzijn?' zullen we gezamenlijk onderzoeken hoe bepaalde aspecten van gezondheid meer of minder centraal staan in verschillende praktijken: van de huisartsenpraktijk tot biomedisch onderzoek, van psychiatrische hulpverlening tot de chirurgie. Praktische en professionele expertise is hierbij meer dan welkom! Beatrijs Haverkamp MA, is filosoof en promovenda bij de leerstoelgroep Toegepaste Filosofie aan Wageningen Universiteit. Haar onderzoeksproject 'Socio-economic inequalities in health and quality of life' gaat over concepten van gezondheid en hun relatie tot begrippen van kwaliteit van leven en vraagstukken rond rechtvaardigheid in de zorg. Workshop 4: Van divers denken over (volks-)gezondheid naar concrete aanbevelingen voor VWS’ers - Johan Melse (NB: deze wordt alleen in de 2e ronde gegeven) Gezondheid vindt vrijwel iedereen belangrijk, maar het betekent niet voor iedereen hetzelfde. Dat is ook van belang voor beleid en politiek: geld en moeite worden immers anders besteed wanneer men bijvoorbeeld uitgaat van een medische blik dan bij een focus op eigen regie. In de VolksgezondheidToekomstVerkenning 2014 van het RIVM is die diversiteit expliciet 6 gemaakt. Via stakeholderworkshops werden 4 perspectieven op (volks)gezondheid ontwikkeld en gebruikt om de toekomst te verkennen. Als je nu die diversiteit aan perspectieven op gezondheid in de samenleving als vertrekpunt neemt, wat heeft dat dan voor gevolgen voor beleid, politiek en medische praktijk? Hoe kunnen en dienen beleidsmakers en politici concreet vorm te geven aan de diversiteit van mogelijke interventies, wetten, beleid en politiek? Aan de hand van enkele cases formuleren de deelnemers in deze workshop, met behulp van productieve werkvormen, aanbevelingen voor beleidsmakers. Wat beleidsmakers daarmee kunnen wordt onderzocht in gesprek met diverse VWS’ers vanuit verschillende beleidsterreinen van volksgezondheid en zorg. Drs. Johan Melse heeft een achtergrond in de sociale- en natuurwetenschappen (Wageningen) en filosofie (UvHumanistiek). Door zijn werkervaring bij het RIVM, PBL en Ministerie van VWS is hij goed thuis in volksgezondheid en preventie, welzijn en de transities, wetenschap en politiek. Als moderator begeleid hij events in goede banen, met humor en scherp van zin. Van (stakeholder-)workshop en focusgroep tot publieke dialoog, pittig debat en drukbezochte conferentie. “Als mee- en tegendenker en -spreker prikkel ik met plezier. Met nieuwe invalshoeken en ideeën, die vrolijk onthutsen en onthullen, de geest losmaken. En zo inspireren tot anders kijken, anders ervaren, anders doen”. Workshop 5: Stefan van Geelen: Interactieve workshop SOLK Weinig andere aandoeningen binnen de geneeskunde lenen zich meer voor kritische filosofische reflectie dan de Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK). Op dit terrein immers zorgen aloude theoretische problemen (zoals dualismen tussen lichaam & geest, en zelf & ander) keer op keer in de dagelijkse praktijk voor controverse, onbegrip en miscommunicatie. Hierbij valt te denken aan de vergaande meningsverschillen tussen hen die voor SOLK een fysieke etiologie zoeken, en zij die er een geestelijke oorzaak aan toedichten. De stigmatisering die mensen met deze klachten hierdoor vaak ervaren leidt vervolgens geregeld tot een verstoring van de dokter-patiënt interactie. In deze interactieve workshop worden verschillende perspectieven op SOLK gezamenlijk bestudeerd. Niet alleen zal de recente poging om een brug te slaan tussen de somatische geneeskunde en de psychiatrie in de overgang van DSM-IV naar DSM-5 centraal staan, ook kijken we naar alternatieve fenomenologische en narratieve benaderingen om het perspectief van de patiënt te verhelderen. Stefan van Geelen studeerde filosofie aan de Universiteit Utrecht. Daarna werkte hij bij de Divisie Kinderen van het Universitair Medisch Centrum(UMCU) en promoveerde op de belevingswereld van jongeren met het chronisch vermoeidheidssyndroom. Als gastonderzoeker werkte hij bij de sectie Fenomenologische Psychopathologie van de Universiteit van Heidelberg. Momenteel werkt hij in het UMCU aan het NWO-project “Management of the self: an interdisciplinary approach to self-management in psychiatry and psychosomatic medicine” en is hij geaffilieerd onderzoeker aan de Universiteit van Karlstad. In 2016 won hij de Elsevier/ European Association for Psychosomatic Medicine – Young Investigator Award. 7 Workhop 6: Gezondheid: eigenschap van het individu, of van individu-en-omgeving? – Elselijn Kingma (NB: deze workshop wordt alleen in de eerste ronde gegeven) Wij denken vaak over gezondheid als eigenschap van het individu. Bijvoorbeeld als een staat van voldoende of optimaal functioneren; of als het welbevinden van lichaam en geest; of - in een dynamischer formulering - als het vermogen om functioneren en/of welbevinden te behouden in verschillende mogelijke omstandigheden. Maar is dat wel juist? In de dynamische formulering is iemands vermogen om goed te functioneren niet alleen afhankelijk van de eigen capaciteiten, maar ook van de mogelijke omstandigheden die men tegenkomt. Zelfs in een niet-dynamische formulering weten we dat veel van onze eigenschappen - zoals, bijvoorbeeld, mentale veerkracht - gefaciliteerd en gestructureerd worden door onze (sociale) omgeving. Moet gezondheid gezien worden als eigenschap van het individu, of als eigenschap van de combinatie individu-en-omgeving? En als dat laatste juist, wat heeft dat voor consequenties voor de manier we nadenken over medische interventies, en voor het toekennen van verantwoordelijkheid voor gezondheid en voor onze openbare ruimte? In deze workshop wordt aan de hand van voorbeelden als obesitas en anorexia bediscussieerd hoe we kunnen nadenken over gezondheid als eigenschap van individu-en-omgeving. Daarna zal gezamenlijk een antwoord worden gezocht op bovenstaande vragen. Prof dr Elselijn Kingma is Socrates Hoogleraar 'Filosofie en Techniek vanuit Humanistisch Perspectief’ aan de Technische Universiteit Eindhoven. Tevens is zij universitair hoofddocent filosofie aan de Universiteit van Southampton. Na haar geneeskunde studie promoveerde zij aan de Universiteit van Cambridge op een proefschrift over concepten van ziekte en gezondheid. Haar onderzoeksinteresses liggen op het gebied van de filosofie van de geneeskunde, filosofie van de biologie, metafysica en toegepaste ethiek. Momenteel leidt zij een vijfjarig EU-gefinancieerd onderzoeksproject getiteld ‘Better Understanding the Metaphysics of Pregnancy’. 8