Toelichtingsnota bij het model van samenwerkingsovereenkomst tussen het kringloopcentrum en de gemeente/afvalintercommunale Algemeen 1. Voorwerp van deze overeenkomst Het model van samenwerkingsovereenkomst betreft de samenwerking tussen de door de OVAM erkende kringloopcentra en de gemeenten/intercommunales verantwoordelijk voor de organisatie van de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval. Conform het Vlaams Reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) moeten gemeenten producthergebruik stimuleren door minstens een overeenkomst af te sluiten met een erkend kringloopcentrum. 2. Functie van kringloopcentra in het kader van het afvalbeleid De OVAM hanteert de Vlaamse prioriteitenladder als één van de basisprincipes in het Materialendecreet. Er wordt een duidelijke prioriteitsvolgorde vooropgesteld voor de omgang met materialen en afvalstoffen. 1. Voorkom afvalstoffen en stimuleer milieuverantwoorde productie en consumptie 2. Bevorder hergebruik 3. Recycleer afvalstoffen of zorg dat materialen in gesloten kringlopen worden ingezet 4. Pas afvalstoffen nuttig toe. In de praktijk komt dit vaak neer op energietoepassingen. 5. Verwijder afvalstoffen op een verantwoorde manier, via verbranding zonder energierecuperatie, of tenslotte via storten. De Vlaamse overheid moet maatregelen nemen in functie van deze hiërarchie. Eén van deze maatregelen is het stimuleren van producthergebruik via de erkende kringloopcentra en andere (sociale) projecten.1 Het netwerk van erkende kringloopcentra neemt de distributierol op zich om herbruikbare goederen dichter bij de consument te brengen. Het stimuleren van producthergebruik creëert niet alleen een gunstig milieueffect, het zorgt ook voor economische effecten en sociale tewerkstelling. De Vlaamse overheid wil het netwerk van erkende kringloopcentra in stand houden, versterken en verder ontwikkelen. In het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen (UMBHA) staan een aantal doelstellingen geformuleerd die de sector tegen eind 2015 moet behalen: 5 kg hergebruik per inwoner, 4 miljoen klanten en 3 000 bezoldigde VTE. Kringloopcentra rapporteren jaarlijks hun belangrijkste geattesteerde cijfergegevens (met betrekking tot inzameling, tewerkstelling, hergebruik, afvoer van afval- en recyclagefracties, infrastructuur én financiële resultaten) aan OVAM. 3. De kringloopcentra in het kort In 2013 bestaat de kringloopsector uit 31 individuele en autonome bedrijven, elk met een welomlijnd verzorgingsgebied. Elk kringloopcentrum heeft een erkenning van OVAM en voldoet aan de erkenningsvoorwaarden zoals vastgelegd in het Besluit. (Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de bijzondere regelen inzake de erkenning en de subsidiëring van de kringloopcentra – 20 mei 2005) OVAM deelt de kringloopcentra in 2 groepen nl. ruimerwerkende (19) en klassieke (12) centra. Een klassiek kringloopcentrum focust op de systematische inzameling, sortering en verkoop van goederen met het oog op hergebruik (=selectieve inzameling). Deze centra zijn erkend voor producthergebruik en vrijgesteld van de verplichtingen voor het inzamelen en vervoer van afval, zoals vermeld in VLAREMA. Basisvoorwaarde hiervoor is dat de goederen met een visuele voorselectie worden ingezameld met als doel producthergebruik. Het sorteren, controleren en herstelactiviteiten behoren eveneens tot de basiswerking. Een ruimerwerkend centrum maakt gebruik van integrale inzameling van bijvoorbeeld textiel en AEEA via huis-aan-huisinzameling en containers waarbij de goederen niet vooraf geselecteerd worden. Deze activiteiten beschouwt OVAM als afvalactiviteiten waardoor deze centra moeten voldoen aan de voorwaarden gesteld in VLAREMA en VLAREM. Sommige kringloopcentra ontwikkelen extra activiteiten i.f.v. producthergebruik, zoals bv. ROS/FOS: zamelt systematisch afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA) in via diverse kanalen (containerpark, detailhandel …), rechtstreeks of onrechtstreeks in opdracht van en erkend door Recupel. hergebruikscentrum: gespecialiseerd test- en herstelatelier voor AEEA behorend tot het netwerk Revisie. 1 Uitvoeringsplan Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen, Actieprogramma 6, B.S. 07.01.2008, p. 68 sorteercentrum textiel: inzamelen en sorteren van textiel, verkregen via o.a. straatcontainers en huisaan-huisinzamelingen. herstel/productie-atelier textiel, niet gevaarlijke stoffen: een aantal centra hebben een werkplaats voor herstel en ontwerp van producten uit hout en textiel en combinaties ervan. De sector zamelt per jaar ongeveer 60 000 ton aan herbruikbare goederen in. De inzameling omvat alle mogelijke huishoudelijke goederen (huisraad, meubelen, AEEA, vrije tijdsartikelen, textiel, speelgoed …); ongeveer de helft is opnieuw verkoopbaar als tweedehandsproduct; de andere helft bestaat grotendeels uit recyclage en een klein aandeel restafval. 4. Samenwerking tussen kringloopcentra en Recupel De kringloopcentra zamelen ook AEEA in. Dat kan zowel via eigen inzamelkanalen (klanten die AEEA afleveren of laten ophalen bij hen thuis), als via Recupel. Hiertoe heeft KOMOSIE een raamovereenkomst met Recupel afgesloten. Deze raamovereenkomst verschaft toegang voor die centra die hun AEEA volgens het Revisiekwaliteitssysteem herstellen (16 van de 31 centra hebben een Revisiehergebruikcentrum (HGC) of herstelatelier). Deze overeenkomst schetst de spelregels (zowel logistiek, cijfermatig, op kwaliteitsvlak als op financieel vlak) en omvat de toegang tot herbruikbare AEEA via zowel de afvalintercommunales (containerparken en IC regionale overslagstations – IC ROS) als via Recupeldistributiekanalen (detailhandelaars, distributiecentra en fijnmazige overslagstations (FOS)). De samenwerking met Recupel is zo opgebouwd dat het Recupelinzamelpunt (ROS, FOS, CP, handelaar …) dat samenwerkt met een HGC zijn Recupelvergoeding volledig behoudt. Elk stuk herbruikbaar AEEA dat wordt ingezameld, wordt via de site van Recupel geregistreerd. Het inzamelpunt krijgt voor zijn totale inzameling een Recupelvergoeding (dus zowel voor die toestellen die ze afvoeren naar Recupel als die toestellen die ze afvoeren naar het HGC). De HGC centraliseren zelf hun niet herbruikbare toestellen in een kringloop-ROS en krijgen voor hun afgevoerde AEEA een standaardtonnagevergoeding. Voor die toestellen die ze uit de Recupelkanalen hebben ingezameld, krijgen ze een negatieve factuur (voor de niet herbruikbare producten). Op deze wijze heeft Recupel de garantie dat enkel de herbruikbare AEEA worden ingezameld en dat ze niet 2 x voor hetzelfde toestel vergoeden. Ook de andere centra zamelen herbruikbaar AEEA in. Of ze voor deze inzameling een tonnagevergoeding ontvangen, hangt af van hun lokale context. Uiteraard is het niet de bedoeling dat de consument 2 x betaalt voor de aanvaardingsplicht. Voor hun afvoer hebben ze een aantal opties: ∙ Ofwel voeren ze rechtstreeks af naar Recupel (voor ongeveer € 1 à € 1,5 per stuk – omgerekend ongeveer € 20 per ton) ∙ Ofwel voeren ze af via een collega KLC ROS. In dat geval hangt het van de onderlinge afspraken af: soms krijgen ze (een deel) van de Recupelvergoeding, soms ook niet. ∙ Ofwel voeren ze af via hun IC ROS. Het hangt opnieuw van de lokale afspraken af of de Recupelvergoeding (tonnage) wordt doorgestort door het IC ROS. In sommige gevallen komt het voor dat het KLC geen Recupelvergoeding krijgt voor het geleverde werk (wat natuurlijk niet correct is). Doorstorten door IC ROS is aangewezen. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Juridisch kader De expliciete opdracht van kringloopcentra, zoals die vervat zit in het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen2, is het stimuleren van producthergebruik. Deze kernopdracht wordt juridisch verankerd in de overeenkomst tussen het kringloopcentrum en de gemeente/afvalintercommunale. Definities uit het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen: ∙ Producthergebruik: het opnieuw aanwenden van een product en/of onderdeel in het afvalstadium voor hetzelfde doel als waarvoor zij oorspronkelijk bestemd waren; ∙ Herbruikbare goederen: alle door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die via het kringloopcentrum geschikt gemaakt kunnen worden voor hergebruik, zoals meubelen, kledij, kleine huisraad, boeken en platen, speelgoed en dergelijke. Definities uit VLAREMA: ∙ Hergebruik: elke handeling waarbij onderdelen of vloeistoffen voor hetzelfde doel worden gebruikt als waarvoor ze initieel geconcipieerd werden; ∙ Hergebruiken: het uitvoeren van elke handeling waarbij onderdelen of vloeistoffen voor hetzelfde doel worden gebruikt als waarvoor ze initieel geconcipieerd werden; ∙ Voorbereiding voor hergebruik: elke nuttige toepassing die bestaat uit het controleren, schoonmaken of repareren, waarbij voorwerpen of componenten van voorwerpen die afvalstoffen zijn geworden, worden klaargemaakt zodat ze kunnen worden hergebruikt zonder dat verdere voorbehandeling nodig is. 2 Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen, Actieprogramma 6, B.S. 07.01.2008, p. 68 Artikel 2. Inhoud van de opdracht Dit artikel is algemeen opgevat. Het is de bedoeling dat de gemeente/afvalintercommunale § 1 verder uitschrijven conform de gemaakte afspraken. In dit artikel wordt bepaald hoe de inzameling concreet zal uitgevoerd worden. Zo kan de inzameling van deze herbruikbare goederen gebeuren door het kringloopcentrum op telefonische oproep (op afroep) of via de brengmethode rechtstreeks door de inwoners bij het kringloopcentrum. De gemeente/afvalintercommunale kan hergebruik stimuleren door op het recyclagepark een gesloten container of opslagplaats voor herbruikbare goederen ter beschikking te stellen. Het kringloopcentrum kan, in samenspraak met de gemeente /afvalintercommunale, aan de parkwachters de nodige opleiding geven met betrekking tot de selectiecriteria voor het aanvaarden van herbruikbare goederen. Artikel 3. Wederzijdse doorverwijzing en sensibilisering Het kringloopcentrum en de gemeente/afvalintercommunale maken duidelijke afspraken over de wederzijdse doorverwijzing, afhankelijk van de opdracht zoals die in artikel 2 omschreven werd. In het kader van de minimale en maximale tarieven voor de inzameling van grofvuil3 moet er over gewaakt worden dat de inzameling van herbruikbare goederen geen vervanging wordt van de betalende inzameling van grofvuil. Zo is het belangrijk om bij het aanbieden van niet-herbruikbare goederen (op afroep of in het kringloopcentrum) de inwoners door te verwijzen naar het recyclagepark. Niet-herbruikbare goederen die bij de inzameling aan huis samen worden aangeboden met de herbruikbare goederen worden dan ook best aangerekend aan de inwoners aan het geldende tarief van de gemeente voor de inzameling van grofvuil aan huis. Hierover worden het best duidelijke afspraken gemaakt, die ook aan de klant worden gecommuniceerd. (Of de klant betaalt een vergoeding voor de niet meer herbruikbare goederen of de klant brengt zijn niet herbruikbare goederen zelf naar het recyclagepark, waar de goederen tegen betaling worden aanvaard) Artikel 4. Restfractie van het kringloopcentrum De restfractie van het kringloopcentrum zijn de goederen die niet worden verkocht voor hergebruik. Dit omvat zowel recycleerbare fracties als restafval. Als principe wordt in de modelovereenkomst naar voor geschoven dat het kringloopcentrum instaat voor de opslag en afvoer van de restfractie. Tussen gemeente/afvalintercommunale en kringloopcentrum wordt afgesproken wat er met de restfractie moet gebeuren. Zo kan de restfractie integraal worden afgevoerd naar de gemeente/afvalintercommunale of kan het kringloopcentrum instaan voor de afzet van recycleerbare fracties en het restafval. Ook de financiële verantwoordelijkheid voor de restfractie moet worden toegewezen. Deze financiële verantwoordelijkheid wordt ook meegenomen in de afspraken over de vergoeding voor het kringloopcentrum. Artikel 5. Vergoeding en facturatie voor geleverde prestaties 1) Het kringloopcentrum ontvangt van de gemeente/afvalintercommunale een vergoeding op basis van de hoeveelheid hergebruik. Bij een vergoeding op basis van de verkochte hoeveelheid goederen voor hergebruik wordt het kringloopcentrum gestimuleerd om het producthergebruik te vergroten. Kringloopcentra zijn georganiseerd in verzorgingsgebieden. De inzamelcijfers worden geregistreerd per gemeente, de hergebruikcijfers worden berekend voor het volledig verzorgingsgebied. Deze gebieden vallen zelden samen met het werkingsgebied van een afvalintercommunale. Een hergebruikcijfer per gemeente of afvalintercommunale kan in dat geval niet worden aangeleverd. Wel kan voor het verzorgingsgebied van het kringloopcentrum het globale hergebruikspercentage worden gehanteerd. Wanneer een gemeente of afvalintercommunale er voor kiest om het kringloopcentrum te vergoeden o.b.v. de hoeveelheid hergebruik zal hiervoor dus een raming moeten worden gemaakt. 2) 3 Het kringloopcentrum ontvangt van de gemeente/afvalintercommunale een vergoeding per ingezamelde kg. VLAREMA, bijlage 5.1.4 Bij een vergoeding op basis van de totale ingezamelde hoeveelheid worden die inzamelkanalen die rechtstreeks kunnen worden toegekend aan een gemeente bij die gemeente gefactureerd. Wanneer de inzameling gebeurt vanop een locatie die niet rechtstreeks is te relateren aan de gebruiker/inwoner, kan de vergoeding per kg evenredig verdeeld worden over de omliggende gemeenten. Deze vergoeding dekt de inspanningen van de centra op vlak van inzameling. Bij de keuze voor een vergoeding op basis van de totale ingezamelde hoeveelheid is het aan te raden een stimulans in te bouwen om de hoeveelheid producthergebruik te vergroten. De activiteiten van een kringloopcentrum zijn, conform hun erkenning door OVAM, vooral gericht op het inzamelen van herbruikbare goederen. Inzamelinspanningen via aanvullende opdrachten (vb. inzameling textiel huis aan huis, inzameling grof vuil) behoren niet tot deze standaardactiviteiten. Hiervoor worden aparte tarieven en modaliteiten afgesproken. 3) Het kringloopcentrum ontvangt van de gemeente/afvalintercommunale een vergoeding gebaseerd op het aantal inwoners. De keuze voor een vergoeding op basis van het aantal inwoners garandeert stabiliteit in de vergoeding van de gemeente/afvalintercommunale en het kringloopcentrum. 4) Het kringloopcentrum ontvangt van de gemeente/afvalintercommunale een vergoeding gebaseerd op het aantal inwoners in combinatie met een vergoeding op basis van de hoeveelheid hergebruik Een combinatie van een vergoeding op basis van het aantal inwoners met een vergoeding op basis van de hoeveelheid hergebruik kan verkozen worden boven de andere vormen van financiering. Deze vorm heeft immers als voordeel dat er een deels forfaitaire (en dus stabiele) vergoeding wordt gecombineerd met een vergoeding om de hoeveelheid hergebruik te vergroten. Hier geldt dezelfde opmerking m.b.t. haalbaarheid van de hergebruikcijfers per gemeente/afvalintercommunale: een hergebruikcijfer per gemeente of afvalintercommunale kan niet worden aangeleverd, tenzij de verzorgingsgebieden van het kringloopcentrum en de afvalintercommunale samenvallen. Voor het verzorgingsgebied van het kringloopcentrum kan het globale hergebruikspercentage worden gehanteerd als parameter. Artikel 6. Toezicht Beide partners streven transparantie en openheid na, maar trachten eveneens overbodige rapporteringen te voorkomen. Artikel 7. Duur De overeenkomst wordt voor onbepaalde duur afgesloten maar kan door beide partijen jaarlijks opgezegd worden mits inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden. Het valt evenwel aan te raden om de overeenkomst jaarlijks opnieuw te bevestigen door beide partijen. Dit moment kan aangewend worden om de onderlinge samenwerking te optimaliseren. --- einde ---