Beleid inzameling huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel in de Binnenstad en de Spoorbuurt. (artikel 4 en 5 Afvalstoffenverordening) Met ingang van 26 november 2008 is de Wet milieubeheer gewijzigd. De “regelingvoorwaarden inzamelen huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel” is vervallen. Uitgangspunt van de Wet milieubeheer is dat er wordt ingezameld bij elk perceel. Dit is met de wetswijziging niet veranderd. Op grond van de doelmatigheid van het inzamelen kan in de Afvalstoffenverordening worden opgenomen dat er wordt ingezameld nabij elk perceel. Deze bepaling staat in de Alkmaarse Afvalstoffenverordening opgenomen. Er is reeds beleid vastgesteld omtrent de inzameling van huishoudelijk afvalstoffen nabij elk perceel voor de gehele stad. Het onderstaande beleid is een verbijzondering van dit eerder vastgestelde beleid en laat laatstgenoemd beleid onverlet voor de overige delen van de stad. Op dit moment vindt inzameling van huishoudelijke afvalstoffen in de Binnenstad en de Spoorbuurt plaats door middel van vuilniszakken. Invoering van ondergrondse containers in het Centrum en de Spoorbuurt ten behoeve van de eerdergenoemde inzameling wordt om verschillende redenen noodzakelijk geacht. Door het stuk gaan van de vuilniszakken, onder andere door het pikken van meeuwen, ontstaat er veel zwerfvuil. Dit dient voorkomen c.q. beperkt te worden. Daarnaast leidt inzameling door middel van ondergrondse containers tot een meer efficiënte inzameling, hetgeen kostenverlagend werkt. Ook om arbeidsbelasting voor inzamelaars te beperken heeft inzameling via containers de voorkeur boven de inzameling van vuilniszakken. De mogelijkheden om locaties voor ondergrondse containers in de Binnenstad en de Spoorbuurt te vinden, wordt echter door een aantal (fysieke) factoren beperkt zoals het niet toegankelijk zijn van wegen en bruggen voor de inzamelwagen, het ontbreken van ruimte voor het voertuig om de ondergrondse containers te ledigen, uitritten niet blokkeren, kabels en leidingen in de ondergrond, aanwezigheid van bomen, Dit heeft tot gevolg dat in de Binnenstad en de Spoorbuurt de loopafstanden tussen het desbetreffende perceel en de inzamelvoorziening groter zullen worden dan in de rest van de stad. Inzameling tot 75 meter wordt nog steeds als laagdrempelig gezien. Voor afstanden boven de 75 meter zullen de specifieke criteria zoals hieronder vermeld onder punt II getoetst dienen te worden naast de algemene criteria onder punt I. De punten I en II komen nagenoeg overeen met het reeds bestaande beleid. Bij punt III wordt nu het beleid voor ouderen en gehandicapten aangegeven. Dit laatstgenoemde beleid wordt thans noodzakelijk geacht omdat er in de Binnenstad en de Spoorbuurt sprake kan zijn van afstanden tot 260 meter. Daarbij is afgewogen dat de ondergrondse container 24 uur per dag te gebruiken is en het huisvuil in kleinere hoeveelheden kan worden aangeboden. I. - Bij de bepaling van de locaties wordt aan de volgende (beleids)criteria getoetst: doelmatige inrichting openbare buitenruimte, waaronder het niet blokkeren van inritten; beperking van de overlast voor de omgeving; verkeersveiligheid; aanwezigheid van parkeerplaatsen; de arbeidsbelasting voor inzamelaars; financiële en inzamellogistieke aspecten; fysieke (on)mogelijkheid. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan kabels- en leidingen in de ondergrond en de aanwezigheid van bomen ter plaatse. Tot 75 meter afstand, tussen het perceel en de aanbiedplaats voor restafval en/of gft-afval wordt de inzameling gezien als laagdrempelig. Tot die afstand geldt geen bijzondere motiveringsplicht voor de aanwijzing van een locatie in verband met de loopafstand. II. Van de loopafstand groter dan 75 meter van het perceel tot de aanbiedplaats kan in elk geval worden afgeweken indien: - de toegankelijkheid van de straat voor het inzamelvoertuig een belemmering vormt; - de verkeersveiligheid in het geding is; - de aanwezigheid van kabels/leidingen en/of bomen een belemmering vormen; - doelmatige inrichting en/of gebruik van de buitenruimte een belemmering vormen waaronder aanwezigheid van parkeerplaatsen; - de kosten leiden tot een niet-doelmatige wijze van inzamelen. Indien een inzamellocatie verder dan 75 meter van de perceelsgrens wordt aangewezen, dan zal de maximale afstand worden bepaald door de afweging van de hierboven genoemde aspecten en de belangen van de gebruikers van de locatie. III. Bij een loopafstand van méér dan 125 meter vanaf een perceel tot de inzamelvoorziening kan het college, op verzoek, besluiten om de inzameling van restafval te laten plaatsvinden door middel van een door de gemeente verstrekte gele huisvuilzak op een dichterbij gelegen locatie indien verzoeker en diens huishouden bestaat uit uitsluitend ouderen (70 jaar of ouder) en/of er sprake is een CIZ indicatie wegens fysieke beperkingen zoals bedoeld in artikel 10, zevende lid, van de Afvalstoffenverordening Alkmaar