Phoenicisch Alfabet Het Phoenicische alfabet is het alfabet dat gebruikt werd door de Phoeniciers. Het is minstens 3500 jaar oud, en men veronderstelt dat het Griekse alfabet van dit Phoenicische alfabet is afgeleid, alsmede het Aramese/Hebreeuwse, Arabische en tal van andere alfabetten. Fenicisch Het Fenicisch behoorde via de Kanaänitische talen tot de Noordwest-Semitische talen, Centraal Semitische talen en Semitische talen en werd door de Feniciërs gesproken in Fenicië. Een dialect van het Fenicisch was het Punisch, dat in de Tyreense kolonie Carthago gesproken werd. Inscripties in het Punisch zijn onder meer in het huidige Tunesië terug te vinden op oude archeologische sites en in musea wereldwijd. Het Fenicisch was ook een van de eerste talen die een eigen alfabet ontwikkelde: het Fenicisch alfabet. Men veronderstelt dat zeer veel alfabetten direct of indirect van dit Fenicische alfabet zijn afgeleid. Fenicisch alfabet Het Fenicische alfabet is het alfabet dat gebruikt werd door de Feniciërs om hun taal mee weer te geven. Het is minstens 3500 jaar oud en men veronderstelt dat het Griekse alfabet van dit Fenicische alfabet is afgeleid, alsmede het Aramese/Hebreeuwse, Arabische en tal van andere alfabetten. Doordat de tekens oorspronkelijk in steen werden gebeiteld, zijn de meeste tekens uit dit alfabet – zoals de runentekens – hoekig en recht. Het schrift werd van rechts naar links geschreven. Om en om van rechts naar links en van links naar rechts (zogenaamd boustrophedon, "zoals een os ploegt") wordt het ook wel aangetroffen. Van diverse tekens zijn verschillende varianten, zo wordt de tav wel meer als '+' geschreven dan als 'x', de chet met twee dwarsstreepjes, enzovoorts. Het Paleo-Hebreeuwse alfabet komt sterk overeen met het Fenicische. Ook bijvoorbeeld het Moabitisch werd met een soortgelijk alfabet geschreven. Pas na vele eeuwen werd voor het Hebreeuws het Aramese alfabet gebruikt, ook wel kwadraatschrift genoemd vanwege de vierkante vorm van diverse letters. Voor beide alfabetten geldt, dat ze volledig uit medeklinkers bestaan. De Hebreeuwse namen van de tekens suggereren, dat de Fenicische tekens oorspronkelijk pictogrammen waren. Enkele voorbeelden: De eerste letter, aleph, betekent iets als 'rund'. In het teken kan men het hoofd en de hoorns van een rund nog herkennen, als men de hoofdletter A uit ons Latijnse alfabet omdraait, geldt dit ook. Het woord samekh betekent vis. In de Fenicische letter samekh is dan ook een vissengraat te herkennen. Men wijst wel het ProtoSinaïtische alfabet aan als voorloper van het Fenicische alfabet. Fenicische inscripties zijn op diverse archeologische sites rond de Middellandse Zee waar Fenicische kolonies zijn gevonden, zoals Biblos (Libanon) en Carthago (Tunesië). Het Fenicisch alfabet vergeleken met diverse andere alfabetten Letter Naam Betekenis Transliteratie Corresponderende letter in het Hebreeuws Arabisch Grieks Latijn ʾāleph os ʾ א ﺍ Αα Aa bēth huis b ב ﺏ Ββ Bb gīmel kameel g ג ﺝ Γγ Cc, Gg dāleth deur d ד ﺩ Δδ Dd hē venster h ה ﻩ Εε Ee wāw haak w ו ﻭ (Ϝ ϝ), Υυ Ff, Uu, Vv, Ww, Yy zayin wapen z ז ﺯ Ζζ Zz ḥēth hek ḥ ח ﺡ Ηη Hh ṭēth wiel ṭ ט ﻁ Θθ yōdh arm y י ﻱ Ιι Ii, Jj kaph palm k כ ﻙ Κκ Kk lāmedh prikkel l ל ﻝ Λλ Ll mēm water m מ ﻡ Μμ Mm nun vis n נ ﻥ Νν Nn sāmekh vis s ס Ξξ, Χχ Xx ʿayin oog ʿ ע ﻉ Οο Oo pē mond p פ ﻑ Ππ Pp ṣādē papyrusplant ṣ צ ﺹ (Ϻϻ) qōph aap q ק ﻕ (Ϙϙ) Qq rēš hoofd r ר ﺭ Ρρ Rr šin tand š ש ﺱ Σσ Ss tāw teken t ת ﺕ Ττ Tt Alternatieve weergave van het Fenicische alfabet Aleph - 1 Beth - 2 Gimel - 3 Daleth - 4 He - 5 Waw - 6 Zajin - 7 Chet - 8 Tet - 9 Jod - 10 Kaph - 20 Lamed - 30 Mem - 40 Nun - 50 Samech - 60 'Ajin - 70 Pe - 80 Zade - 90 Qoph - 100 Resch - 200 Schin - 300 Tav - 400 Lineair A Het Lineair A is een schrift dat ontwikkeld is door de Kretenzische beschaving (3000 - 1400 v. Chr.). Het is het eerste Europese schrift. Het is nog steeds onontcijferd. Aanvankelijk bestond het schrift uit ideogrammen. Hierbij stelt elk teken een voorwerp, handeling of persoon voor; het doet denken aan Egyptische hiërogliefen. De tekens werden in klei gedrukt met stempels. In de loop der tijd werden deze tekens vereenvoudigd en uiteindelijk blijven er alleen lijnen over: zogenoemd lineair schrift. Niet enkel werden de tekens vereenvoudigd tot lijnen, ze stellen ook geen begrippen meer voor maar lettergrepen van een woord (syllabisch schrift). Het lineair lettergrepenschrift van de Kretenzers heet "Lineair A" om het te onderscheiden van dat van de Myceners of Achaeërs, dat behalve op Kreta ook op het Griekse vasteland werd gebruikt, "Lineair B". Het Lineair B ontwikkelde zich, na de vestiging van de Myceners op Kreta, uit het Lineair A. De taal van het Lineair B is Grieks. De Kretenzers maakten gebruik van het Lineair A om de administratie van het paleis bij te houden. Van veel van de ca. 90 schrifttekens is wel de uitspraak bekend, omdat de vorm van die tekens bijna hetzelfde is als in het latere Lineair B, maar de taal is geen Grieks en nog steeds een raadsel. Een van de meer serieuze mogelijkheden is dat de taal van het Lineair A tot de (West)semitische taalgroep behoort. Deze stelling is vooral door Cyrus H. Gordon verdedigd, in een reeks publicaties sinds 1956. Een feit is dat een aantal woorden waarvan we zowel de uitspraak, als uit de context de betekenis kennen, overeen lijken te komen met gebruikelijke woorden in talen als het Hebreeuws of Fenicisch. Gordon claimde voor zo'n twee dozijn woorden semitische parallellen te kunnen aanwijzen. Een voorbeeld is het woord "ku-lo" waarmee totalen van inventarisaties worden aangeduid: dit correspondeert met Semitisch "kull" ("kul", "kol") = "totaliteit, geheel". Maar zoals ons woord "totaal" ontleend is aan het latijn, zo zou ook in het Lineair A het woord "ku-lo" een leenwoord kunnen zijn. Het gebruik van het woord "ku-lo" bewijst dus niet dat de taal van het Lineair A semitisch is, en de meeste deskundigen staan sceptisch tegenover Gordons hypothese. De Feniciers http://phoenicia.startpagina.nl/ Geschiedenis Transport van Libanees Cederhout naar Mesopotamië (uit het paleis van Sargon II, eind 8e eeuw v. Chr.). Herodotos beweert dat hier rond 2750 v. Chr de eerste nederzettingen werden gesticht. De Semitische taal van de Feniciërs en aanwijzingen van een invasie op de site van Byblos doen een mogelijke oorsprong in de Semietische migratiegolf vermoeden waar de vruchtbare sikkel tussen ca. 2300 en 2100 v. Chr. aan onderworpen was. Onderzoekers als Sabatino Moscati zijn echter van mening dat de Fenicische ethnogenese aanvankelijk niet-Semietische volken betrof die de regio als autochtonen bewoonden, maar die met de oprukkende stammen zijn gemengd geraakt. Er zouden dus in feite twee populaties meespelen. Sumerische en Akkadische legers waren bij de aanvang van de geschreven geschiedenis al tot de Middellandse Zee doorgedrongen in dit gebied. Maar er is slechts weinig geweten over Fenicië van voor de verovering door Tutmoses III van Egypte rond 1500 v. Chr.. Rond die tijd ontstonden de poleis in de zeesteden Sidon, Tyros, Byblos, die op hun beurt handelskolonies in het Middellandse Zeegebied stichtten. De belangrijkste nederzetting was Carthago in het huidige Tunesië. Feniciërs stonden als zeevaarders bekend en werden bijvoorbeeld ook door Egyptische farao's in dienst genomen. De Amarna brieven (ca. 1411-1358 v. Chr.) onthullen dat Amorieten en Hittieten de Fenicische steden aanvielen, die vazalstaten van het Oude Egypte waren (vooral Rib-Addi van Byblos en Abimelech van Tyrus). Maar tussen 1350 en 1300 v. Chr. werd Fenicië door Egypte bevrijd. De eeuw daarop bloeide Ugarit. Het werd definitief verwoest rond 1200 v. Chr. Na de val van de Myceners kon Fenicië vrij het handelsverkeer via de zee beheren en uitbouwen, waardoor het zijn autonomie tegenover de omringende machten kon in stand houden. Vanaf ongeveer 875 v. Chr. werd het gebied door de Assyriërs onder militaire druk tot het betalen van tribuut gedwongen. In 573 v. Chr. werd Tyros na een 13-jarige belegering door de Babylonische koning Nebukadnezar II veroverd. Vanaf 539 v. Chr. behoorde Fenicië toe aan het Perzische Rijk. Na de deelname aan de Egyptische opstand tegen Artaxerxes III werd Sidon 343 v. Chr. verwoest. Tyros werd in 332 v. Chr. door Alexander de Grote verwoest, nadat ze als enige Fenicische stad tegen zijn leger weerstand had geboden. Dit was het definitieve einde van Fenicië. Na de dood van Alexander de Grote verloor het gebied verder aan belang. Fenicië en de Bijbel In de Bijbel wordt gesproken over een partnerschap tussen koning Salomo van Israël en koning Hiram van Tyrus. Samen met Salomo had Hiram schepen uitgerust voor de vaart op Tharsish (Grieks Tartessos) in het huidige Andalusië in zuid-Spanje en in de Rode Zee naar het land Ophir dat waarschijnlijk in Jemen of Somalië lag. Ook leverde Hiram veel van het bouwmateriaal en de arbeiders voor de grote Tempel van Salomo in Jeruzalem en voor veel van zijn andere bouwwerken. Fenicische steden Fenicië heeft nooit een eenheidsstaat gevormd. Zij waren verdeeld in een aantal poleis. Tot de belangrijkste van deze poleis behoorden Sidon, Tyrus, Byblos, Aradus en Beiroet. Lange tijd waren deze poleis onderhorig aan de grote rijken in de regio, zoals het Assyrische Rijk of het Perzische Rijk van de Achaemeniden, waarbij zij echter wel een grote mate van autonomie behielden. De Fenicische steden leverden bovendien het grootste deel van de oorlogsvloot van het Perzische Rijk. In de klassieke oudheid waren de Feniciërs in de zeehandel de grootste concurrenten van de Grieken. Cultuur Op grond van haar geografische ligging en latere handelsbetrekkingen was de cultuur van Fenicië beïnvloed door Egypte, de culturen van het Oude Nabije Oosten en het Middellandse Zeegebied. Het Fenicisch alfabet, dat in de 12e eeuw v. Chr. ontstond, zou de basis worden van zowel de Europese alfabetten (Grieks, Latijn, Cyrillisch) alsook het Hebreeuwse en Arabische alfabet. Het was het eerste echte letteralfabet. Religie Belangrijkste godheden die door de Feniciërs werden vereerd waren: Adonis - Anat - Astarte Jam - Jamm - Jemshid - Kotar - Leviathan - Mot - Reshef - Shachar Shalim - Yam. Naam Alhoewel het volk van deze regio zichzelf bani kan'an "Kinderren van Kanaän," noemden werd de naam 'Fenicië', die zelfs voor andere volkeren de naam voor dit gebied was, waarschijnlijk algemeen omdat de Grieken dit volk met phoiniki (cf. Grieks Φοινίκη "Phoiníkē'") aanduidden. Deze naam gaat terug op het vroege Lineair B ponikijo, een term uiteindelijk van de Oude Egyptenaren overgenomen die Fnkhw gebruikten voor de "Syriërs". Vanwege fonetische gelijkluidendheid werd het Griekse woord φοῖνιξ (phoînix) synoniem, door de betrokkenheid van dit volk met de bekende purperkleurstof (Tyrisch purper) (vgl. Feniks) omwille van de vangst en verwerking van purperslakken. De Feniciërs stonden voor hun vele schakeringen in lichtere purperverven bekend. Vandaar de Griekse naam purperland. Tot op de dag van vandaag bevinden zich op het strand van de zuidhaven van Sidon metershoge schelpenresten. Zie verder onder Mythologie!