Aan Van Betreft Eerder behandeld in Datum : LOGA-partijen : R. Davits, A+O fonds Gemeenten : Wijziging Arbowet en introductie arbocatalogus : Begeleidingscommissie Gezond Werk A+O fonds Gemeenten 13-9-2006 : 5-10-2006 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1. Inleiding Op 21 september 2006 heeft de Tweede Kamer de nieuwe Arbowet aangenomen waarbij de arbocatalogus wordt geïntroduceerd. Deze notitie omschrijft kort wat de arbocatalogus inhoudt, wat de betekenis is voor sociale partners en gemeenten en op welke wijze een invulling aan de arbocatalogus voor de sector gemeenten kan worden geven. 2. Wijziging Arbowet en arbocatalogus 2.1. Doelstelling wijziging Arbowet Betere arbeidsomstandigheden op de werkvloer. Meer draagvlak voor het arbobeleid binnen een onderneming. Meer maatwerk en verantwoordelijkheid voor werkgevers en werknemers. Betere aansluiting bij het niveau van Europese regelgeving. Minder administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Bredere inzet van de Arbeidsinspectie, waarbij de preventieve kant van de handhaving meer in beeld komt. Minder regels en minder administratieve lasten voor het vrijwilligerswerk, terwijl de wettelijke bescherming bij ernstige risico’s blijft bestaan. 2.2. Motivatie van het kabinet voor de wetswijzigingen: Door de huidige gedetailleerde regels zien werkgevers vaak door de bomen het bos niet meer. Daarom wil het kabinet overbodige regels schrappen en ondernemingen meer ruimte geven voor maatwerk. De arboregels worden daarmee eenvoudiger en makkelijker uitvoerbaar. Meer ruimte voor eigen inbreng van werkgevers en werknemers betekent ook meer draagvlak voor het arbobeleid binnen ondernemingen. Hiermee verbetert de veiligheid en gezondheid op de werkvloer. Het kabinet wil de administratieve lasten voor bedrijven verminderen. De omslag naar minder gedetailleerde regels en meer maatwerk sluit aan bij het verzuim- en reintegratiebeleid. Werkgevers en werknemers krijgen zo samen meer verantwoordelijkheid voor veiligheid, gezondheid en reїntegratie op het werk. 2.3. Wat verandert er? Werkgevers en werknemers krijgen meer verantwoordelijkheid voor het arbobeleid. De overheid stelt daarbij het doelvoorschrift vast. Dat is het niveau van bescherming dat bedrijven moeten bieden aan de werknemers, zodat zij veilig en gezond kunnen werken. Deze doelvoorschriften worden zo concreet mogelijk beschreven in de Arbowet, het Arbobesluit en de Arboregeling. Daarna is het aan de werknemers en werkgevers om te bepalen op welke manier zij invulling geven aan de voorschriften. De werkgever voert overleg over de aangelegenheden die het arbeidsomstandighedenbeleid van de onderneming aangaan met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging. Met de wetswijziging beperkt de overheid zich in het publieke domein (Arbowet, Arbobesluit en Arboregeling) zoveel mogelijk tot het vaststellen van doelen. In het private domein zijn (organisaties van) werkgevers en werknemers verantwoordelijk voor invulling van de doelvoorschriften, de manieren waarop deze doelen kunnen worden gerealiseerd. Werkgevers- en werknemersorganisaties kunnen voor de eigen sector of branche zogenoemde arbocatalogi opstellen. Hierin staan de verschillende manieren beschreven, waarop werkgevers kunnen voldoen aan de doelvoorschriften die de overheid stelt. Dit kunnen zijn beschrijvingen van technieken en methoden, goede praktijken, normen en praktische handleidingen. De verantwoordelijkheid voor de arbocatalogi ligt volledig bij de werkgevers- en werknemersorganisaties. In geval sectoren geen arbocatalogus maken blijven beleidsregels opgenomen in arbowetgeving gelden. Zodra werkgevers en werknemers een arbocatalogus hebben opgesteld voor een sector, worden de beleidsregels voor die sector ingetrokken. 1 Om welke arbeidsrisico’s gaat het? Uitgaande van de Arbowet, het Arbobesluit en de Arboregeling gaat het naar verwachting om de volgende arbeidsrisico’s waarvoor doelvoorschriften gelden. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. geluid beeldschermwerk trillingen gevaarlijke stoffen kankerverwekkende stoffen vluchtige organische stoffen ioniserende straling aanwezigheid compressiekamer bij duik- en caissonarbeid werken in liftschachten valgevaar explosiegevaar acuut gevaarlijke stoffen brandgevaar acuut gevaarlijke stoffen biologische agentia verstikkingsgevaar vergiftiging/bedwelming acuut gevaarlijke stoffen vervoer personen in werkbakken elektromagnetische velden optische straling asbest loodwit Bij de doelvoorschriften kunnen grenswaarden worden gehanteerd. Bijvoorbeeld lawaai op het werk (geluid) mag niet meer zijn dan 85 decibel. Daarnaast worden procesnormen genoemd: dit zijn elementen (zogenaamde agendabepalingen) die deel uit moeten maken van het beleid dat de werkgever voert. Deze elementen dienen gericht te zijn op psychosociale arbeidsbelasting: agressie en geweld, werkdruk, seksuele intimidatie en pesten. Deze genoemde lijst van doelvoorschriften en procesnormen is waarschijnlijk nog niet compleet. Voorbeeld: agressie en geweld. Afspraken die sociale partners kunnen maken voor in de arbocatalogus zijn: het voeren van een protocol agressie en geweld en het inrichten van een agressieregistratiesysteem. In onderstaande tabel is een eerste inschatting gemaakt van de arbeidsrisico’s in de sector gemeenten die voor de arbocatalogus in aanmerking komen. Arbeidsrisico/doelvoorschiften 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Geluid beeldschermwerk (fysieke belasting) Trillingen Gevaarlijke stoffen Kankerverwekkende stoffen Vluchtige organische stoffen Ioniserende straling Aanwezigheid compressiekamer bij duik- en caissonarbeid Werken in liftschachten Valgevaar Explosiegevaar acuut gevaarlijke stoffen Brandgevaar acuut gevaarlijke stoffen Biologische agentia Verstikkingsgevaar Vergiftiging/bedwelming acuut gevaarlijke stoffen Vervoer personen in werkbakken Aantal medewerkers in de sector aan blootgesteld (schatting) >50% 5 - 50% <5% 0% Waar bij gemeenten x Buitendienst Kantoorfuncties x x Buitendienst x Inzameling chemisch afval x x x x x x x Rioolwerkzaamheden, brandweer x x Rioolwerkzaamheden, reiniging, GGD, kinderboerderij Rioolwerkzaamheden Rioolwerkzaamheden x Buitendienst, groenvoorziening x x 2 17 18 19 Elektromagnetische velden Optische straling Asbest 20 Loodwit Agressie en geweld Werkdruk Seksuele intimidatie Pesten x x x Laser Afvalinzamelstations/ Milieustraten x x x x x Van belang is om een helder onderscheid te maken in: - de arbocatalogus - CAO-afspraken op het terrein van arbo, verzuim en reïntegratie - kennis van preventiemaatregelen en good practices van het A+O fonds o.a. ontwikkeld met het Arboconvenant Gemeenten. 2.4. Handhaving door de Arbeidsinspectie Bij handhaving gaat de Arbeidsinspectie zich primair richten op de doelvoorschriften, grenswaarden en procesnormen. De Arbeidsinspectie zal terughoudend zijn als het gaat om de middelen om de doelvoorschriften te bereiken. Als referentiekader neemt de Arbeidsinspectie de door de sociale partners vastgestelde arbocatalogi. Daar waar uit monitoring blijkt dat de catalogi goed werken, zal de Arbeidsinspectie terughoudender zijn met actief optreden. De wijze van inspecteren wordt meer toegesneden op de mate waarin bedrijven hun verantwoordelijkheden voor goede arbeidsomstandigheden nemen. Werkgevers die werk maken van het toepassen van de arbocatalogus kunnen op een soepele opstelling van de Arbeidsinspectie rekenen. Bij degenen die niet aan de slag zijn gegaan met de arbocatalogus zal strikt gehandhaafd worden. Sancties voor de werkgever kunnen o.a. zijn een verhoogde bestuurlijke boete van € 22.500,-. Individuele bedrijven mogen afwijken van wat er in hun arbocatalogus is opgenomen indien de werkgever kan aantonen dat het alternatief eenzelfde veiligheidsniveau biedt. De bewijslast ligt in dat geval bij de werkgever. 2.5. Wat betekent de arbocatalogus voor gemeenten? Lettend op de inhoud van de wetswijziging moeten gemeenten nadrukkelijk rekening gaan houden met die arbeidsrisico’s waar doelvoorschriften en procesnormen voor gelden. De Arbeidsinspectie gaat hier in het bijzonder aandacht aan besteden. Werkgevers (gemeenten) hebben de vrijheid om af te wijken van de in de arbocatalogus voorgeschreven middelen, de maatregelen om blootstelling aan arbeidsrisico’s te verminderen, indien ze kunnen aantonen dat ze goede alternatieven hebben. De arbeidsrisico’s en preventiemaatregelen opgenomen in de arbocatalogus dienen aan de orde te komen in de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) en het plan van aanpak. In de praktijk voeren gemeenten al een RI&E uit, stellen ze een plan van aanpak op waarbij de betreffende arbeidsrisico’s praktisch altijd al aan de orde komen. Nieuw is dat bij het opstellen van het plan van aanpak en het vaststellen van maatregelen gemeenten nadrukkelijk rekening moeten gaan houden met de arbocatalogus die vastgesteld is door de sociale partners. De informatie uit de arbocatalogus is dan ook bestemd voor diegenen die direct bij het opstellen en toetsen van arbobeleid in gemeenten zijn betrokken: arbocoördinatoren, preventiemedewerkers, P&O, management en OR. Indien sociale partners geen arbocatalogus opstellen, hoeven gemeenten niet zelf een arbocatalogus op te stellen. Gemeenten dienen dan de arbeidsrisico’s aan te pakken met een RI&E en plan van aanpak, rekening houdend met regels in de arbowetgeving volgens de algemeen bekende stand van zaken van wetenschap en techniek, waarbij men meer gebruik zal moeten maken van externe deskundigheid. In feite is dat ook de huidige situatie voor gemeenten. 2.6. Eisen aan de arbocatalogi De eisen gesteld aan de arbocatalogi zijn vrij algemeen: - ze omvatten beschrijvingen van middelen en werkwijzen - zijn gericht op een sector of branche - er is geen voorgeschreven stramien - de Arbeidsinspectie toetst de catalogi marginaal - men mag ook op andere wijze aan de wet voldoen. Voorbeelden kunnen worden gevonden bij de branche Podiumkunsten met de eerste arbocatalogus over geluid en bij de sector Koek en Snoep met een oplossingenboek voor fysieke belasting. 3 2.7. Wanneer klaar? Sectoren en branches dienen z.s.m. de catalogus op te stellen. 2.8. Overige wijzigingen De herziening van de Arbowet leidt ook tot een aantal andere wijzingen: - Het arbeidsomstandighedenspreekuur als verplichte taak van de arbodienst vervalt. Het organiseren van een spreekuur is in beginsel een zaak tussen werkgever en werknemers. Zij kunnen hieraan zelf vorm geven. - Werknemers krijgen toegang tot een arbeidsdeskundige. Dit kan gaan om een deskundige van de arbodienst, zoals een bedrijfsarts of een arbeidshygiënist, maar ook om een preventiemedewerker. - Werkgevers hoeven niet meer alle arbeidsongevallen aan de Arbeidsinspectie te melden. De meldingsplicht geldt voortaan alleen nog voor dodelijke ongevallen en voor ongevallen die leiden tot blijvend letsel of ziekenhuisopname. - De Arbeidsinspectie informeert werkgevers in speciale sectorbrochures. Daarin staat op welke risico's de Arbeidsinspectie inspecteert binnen een sector en welke wettelijke regels daarbij horen. 3. Voorstel voor invulling van de arbocatalogus voor de sector gemeenten Globaal kan de invulling van de arbocatalogus voor de sector gemeenten als volgt zijn: Het A+O fonds Gemeenten en de begeleidingscommissie Gezond Werk verrichten het volgende voorbereidende werk: - vaststellen welke arbeidsrisico’s/doelvoorschriften van toepassing zijn voor de sector en in aanmerking komen voor de arbocatalogus; - vaststellen dan wel inschatten hoeveel medewerkers in de sector worden blootgesteld aan het arbeidsrisico - vaststellen per arbeidsrisico wat de gezondheidsschade kan zijn - een prioritering aanbrengen in opnemen van arbeidsrisico’s in de arbocatalogus - per arbeidsrisico een voorstel doen aan de sociale partners over maatregelen die opgenomen kunnen worden in de arbocatalogus. Per arbeidsrisico geldt dan de volgende procedure en werkwijze: 1. Sociale partners beslissen of gestart kan worden met het uitwerken van maatregelen voor de aanpak van een bepaald arbeidsrisico met als doel deze op te nemen in de arbocatalogus. 2. Het A+O fonds in afstemming met de begeleidingscommissie Gezond Werk start met het inventariseren van middelen, maatregelen, good practices etc. Hierbij maken we gebruik van verschillende al beschikbare bronnen: a. eerdere publicaties zoals werkboeken aanpak arbeidsrisico’s opgesteld tijdens het arboconvenant; b. good practices binnen en buiten de sector; c. benutten van actuele kennis stand van wetenschap en techniek aanpak arbeidsrisico’s zoals ontwikkeld met de diverse arboconvenanten van afgelopen jaren. d. de sectorspecifieke RI&E die wordt ontwikkeld. Dit RI&E-instrument wordt momenteel door het A+O fonds ontwikkeld met als doel gemeenten een instrument aan te bieden waarmee men zelf de risico-inventarisatie en –evaluatie kan uitvoeren. Het instrument bevat checklisten voor alle voorkomende bedrijfsonderdelen bij gemeenten, mogelijke maatregelen en format voor een plan van aanpak. Het instrument wordt gedigitaliseerd aangeboden. Naar verwachting is het instrument medio 2007 gereed; f. een oplossingenboek met maatregelen voor de aanpak van fysieke belasting en slijtende functies in buitendienst. Dit instrument is in het voorjaar 2007 gereed en kan gezien worden als een verdieping van het onderwerp fysieke belasting in de sectorspecifieke RI&E; 4. De maatregelen op te nemen in de arbocatalogus dienen enerzijds effectief te zijn, dat wil zeggen ze dienen een goede bescherming van medewerkers als resultaat te hebben. Anderzijds dienen de maatregelen ook haalbaar te zijn. Gemeenten moeten ze kunnen uitvoeren en de Arbeidsinspectie gaat gemeenten ook nadrukkelijk beoordelen wanneer ze de maatregelen uit de arbocatalogus niet opvolgen. 4 Voor het beoordelen van maatregelen worden daarom de volgende criteria gehanteerd: - effectiviteit (bronaanpak, het volgen van de arbeidshygiënische strategie) - technische haalbaarheid - praktische haalbaarheid - economische haalbaarheid. 5. Overleg voeren met diverse partijen: - gemeenten (good practices inventariseren) - deskundigen - andere sectoren met vergelijkbare arbeidsrisico’s - een klankbordgroep ingesteld met functionarissen van gemeenten (P&O-adviseurs, arbocoördinatoren) voor advisering over de maatregelen en beoordeling van de haalbaarheid - SZW, Arbeidsinspectie. 6. Per arbeidsrisico wordt ter besluitvorming voorgelegd aan de sociale partners: - de gekozen maatregelen en de onderbouwing hiervan (advies deskundigen, good practice binnen of buiten de sector) - beoordeling van de haalbaarheid (technisch, praktisch, economisch) - advies van de klankbordgroep - uitkomst toetsing Arbeidsinspectie - advies van de begeleidingscommissie Gezond Werk. De sociale partners stellen uiteindelijk vast welke arbeidsrisico’s, maatregelen en middelen opgenomen worden in de arbocatalogus. 7. Het A+O fonds publiceert de catalogus in de vorm van een document. Daarnaast worden in de sectorspecifieke RI&E de arbeidsrisico’s, middelen en maatregelen gemarkeerd die de status arbocatalogus hebben gekregen. 4. Uitvoering Dit najaar kan het projectteam met enige voorbereiding starten. Begin 2007 met het nieuwe beleidsprogramma Gezond Werk 2007-2010 kan daadwerkelijk worden gestart met invulling van de arbocatalogus. 5. Begeleidingscommissie Gezond Werk A+O fonds Gemeenten De begeleidingscommissie Gezond Werk heeft d.d. 13 september 2006 positief geadviseerd over de te volgen werkwijze en procedure voor het opstellen van de arbocatalogus voor de sector gemeenten. Bronnen: - Brief Staatssecretaris van Hoof aan Tweede Kamer Wijziging Arbeidsomstandighedenbesluit, 2 juni 2006 - Ontwerpbesluit tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit ter vergroting van de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers voor het arbeidsomstandighedenbesluit en ter beperking en vereenvoudiging van de regelgeving, SZW - Nota van toelichting, SZW. 5