ACHTERGROND ARBOCATALOGUS KINDEROPVANG

advertisement
ACHTERGROND
ARBOCATALOGUS KINDEROPVANG
FCB, april 2009
Inhoud
1. Wat is een Arbocatalogus?
2. De Arbocatalogus en de Arbowet
3. De Arbocatalogus en de RI&E
4. Verantwoordelijkheden van de werkgever, de werknemer en de OR
5. Waaraan moet uw organisatie voldoen volgens de Arbowet?
6. Werkingssfeer Arbocatalogus Kinderopvang
7. Onderdelen uit de CAO Kinderopvang
1. Wat is een Arbocatalogus?
Een Arbocatalogus is een document waarin organisaties van werkgevers en werknemers op brancheniveau
vastleggen welke maatregelen moeten worden getroffen om te kunnen voldoen aan de doelvoorschriften
van de Arbowet.
Het wordt ook wel omschreven als:
•
een verzameling oplossingen;
•
voor bepaalde arbeidsrisico’s in de branche;
•
die bruikbaar en effectief zijn en
•
waarmee de organisaties kunnen voldoen aan de overheidsvoorschriften.
De werkgevers- en werknemersorganisaties stellen gezamenlijk op brancheniveau de Arbocatalogus
op. Zodra de Arbocatalogus is opgesteld voor een branche wordt deze voor toetsing voorgelegd aan de
Arbeidsinspectie. De Arbeidsinspectie zal na goedkeuring de Arbocatalogus gebruiken als referentie bij
inspecties.
De digitale Arbocatalogi voor de branches W(elzijn & Maatschappelijke Dienstverlening), J(eugdzorg) en
K(inderopvang) zijn goedgekeurd door de Arbeidsinspectie.
Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht
tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 • [email protected]
1
2. De Arbocatalogus en de Arbowet
U voldoet aan de (Arbo)wet- en –regelgeving als u koerst op de Arbocatalogus. De Arbocatalogus is een
tamelijk nieuw middel. Waar komt het vandaan? En welke regelingen vervangt het? Dat leest u hieronder.
Arbocatalogus
De overheid stelt doelen vast voor de veiligheid en gezondheid in bedrijven. Die doelen geven aan welke
mate van bescherming bedrijven moeten bieden aan werknemers, zodat zij veilig en gezond kunnen
werken. Deze doelvoorschriften zijn opgenomen in de Arbowet, het Arbobesluit en de Arboregeling.
Organisaties van werknemers (vakbonden) en van werkgevers maken samen afspraken over hoe die doelen
bereikt worden. Die afspraken staan in de Arbocatalogus. De Arbocatalogus van uw branche is goedgekeurd
door de overheid. Daarmee vervallen de Arbobeleidsregels voor uw branche. Ze zijn namelijk vervangen
door de afspraken in de Arbocatalogus. Die afspraken zijn dan ook bindend voor elke organisatie.
De arboregelgeving
De arboregelgeving bestaat uit:
• Arbeidsomstandighedenwet 1998; algemene bepalingen
• Arbeidsomstandighedenbesluit; uitwerking van de Arbowet
• Arbeidsomstandighedenregeling; uitwerking van onderdelen Arbobesluit
• Beleidsregels arbeidsomstandighedenbeleid; vervallen bij goedkeuring Arbocatalogus
Arbowet
Volgens de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet ‘98) zijn werkgevers verplicht om een
arbeidsomstandighedenbeleid te voeren en zodoende ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en
beroepsziekten te voorkomen.
In de wet komen onder meer aan de orde:
•
uitgangspunten van het arbobeleid;
•
risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E);
•
organisatie van de arbeidsomstandigheden;
•
ondersteuning door arbodeskundigen;
•
handhaving van de wet door de Arbeidsinspectie.
Arbobesluit
Het Arbobesluit is een gedetaileerdere uitwerking van de Arbowet. In het Besluit staan regels om
arbeidsrisico’s tegen te gaan. Alle verboden, voorschriften en uitzonderingen die met een bepaald
onderwerp te maken hebben staan in één hoofdstuk bij elkaar. Ieder hoofdstuk geldt in principe voor alle
maatschappelijke sectoren (bedrijven en overheid) en voor alle categorieën werknemers. Er staan ook
afwijkende en aanvullende regels in voor een aantal sectoren en categorieën werknemers. Zoals voor
de sector justitiële rijksinrichtingen en de categorieën jongeren (tot 18 jaar), zwangere werknemers en
thuiswerkers. Waar mogelijk wordt het gewenste resultaat voorgeschreven, maar niet hoe dat resultaat
bereikt moet worden. Bedrijven krijgen de ruimte om zelf te kiezen voor een oplossing die past bij hun
specifieke productie- en arbeidsorganisatie.
Arboregeling
De Arboregeling bevat een uitwerking van onderdelen uit het Arbobesluit. Het gaat dan om specifieke
bepalingen, bijvoorbeeld over de taken van arbodiensten. Inhoud, structuur en opbouw van de
Arboregeling sluiten volledig aan op die van het Arbobesluit. Dus als iets in hoofdstuk 5 van het Arbobesluit
staat, staat de uitwerking in de Arboregeling ook in hoofdstuk 5.
Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving
De arbocatalogus voor uw branche vervangt de beleidsregels uit de Arbowet. Voor de volledigheid treft u
de (vervallen!) beleidsregels hieronder.
De beleidsregels gaven aan hoe het vereiste beschermingsniveau te bereiken was, het waren geen
bindende voorschriften. De beleidsregels boden houvast bij het toepassen van de wettelijke voorschriften
uit de Arbowet ‘98, het Arbobesluit en de Arboregeling. Het stond werkgevers vrij om op een andere manier
Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht
tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 • [email protected]
2
invulling te geven aan de voorschriften, zolang het gestelde minimumbeschermingsniveau maar werd
bereikt.
Gelden de arboregels ook voor vrijwilligers?
De Arbowet geldt over het algemeen niet meer voor vrijwilligers. De Arbowet geldt wel wanneer het gaat
om ernstige risico’s, zoals valgevaar of het werken met gevaarlijke stoffen. De regels hierover uit de Arbowet,
het Arbobesluit en de Arboregeling gelden dan ook voor vrijwilligers. Ook de regels voor de algemene
zorgplicht en de verplichting tot voorlichting en onderricht aan vrijwilligers blijven gelden.
Jeugdige vrijwilligers en zwangere vrijwilligers
De arboregels die bedoeld zijn om jongeren onder de achttien jaar en vrouwen die zwanger zijn of
borstvoeding geven te beschermen gelden ook voor vrijwilligers. Zo mogen jeugdige vrijwilligers alleen
onder deskundig toezicht werkzaamheden met specifieke gevaren doen.
3. De Arbocatalogus en de RI&E
Met de invoering van de Arbocatalogus blijft de kern van de Arbowet, waarin de verplichting is verankerd
om op ondernemingsniveau beleid te ontwikkelen door middel van een Risico inventarisatie en evaluatie
(RI&E) en plan van aanpak (PvA), ongewijzigd. Dat geldt ook voor de centrale rol die iedere werkgever heeft
om dit beleid op ondernemingsniveau tot stand te brengen, toe te zien op een goede implementatie en dit
te doen in nauwe samenspraak met de werknemersvertegenwoordiging op ondernemingsniveau: de OR, de
pvt of de belanghebbende werknemers.
Hieronder staan de verschillen tussen de RI&E en de Arbocatalogus:
Arbocatalogus
RI&E/PvA
Werkingsfeer
primair op sectorniveau
per bedrijf
Partijen
werkgevers- en
werknemersorganisaties
werkgever en or/pvt of
belanghebbende werknemers
Inhoud
• oplossingen voor prioritaire
risico’s (naar keuze)
• keuze uit erkende
maatregelen
• alle risico’s plus maatregelen
• implementatie van
• genoemde maatregelen
Status
• referentiekader voor
handhaving
• mogelijkheid voor sociale
partners
• verplichting voor werkgever
• beleidsinstrument
Bron: Wat is een Arbocatalogus? uitgave Stichting van de Arbeid, juni 2007
Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht
tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 • [email protected]
3
4. Verantwoordelijkheden van de werkgever,
de werknemer en de OR
De werkgever is verantwoordelijk voor het arbeidsomstandighedenbeleid; daarbij zijn overleg en
samenwerking met de werknemers verplicht. Voor de verbetering van de arbeidsomstandigheden in het
bedrijf dragen werknemers en werkgevers samen verantwoordelijkheid.
De verantwoordelijkheden van de ondernemingsraad en de personeelsvertegenwoordiging voor het
arbobeleid zijn beschreven in de Wet op de ondernemingsraden (WOR) en in de Arbowet 2007.
In de WOR is geregeld:
• De OR en de personeelsvertegenwoordiging zijn instemmingsbevoegd op elk voorgenomen besluit tot
vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling op het gebied van arbeidsomstandigheden, het
ziekteverzuim of het re-integratiebeleid op bedrijfsniveau (art. 27.d, resp. 35c lid 3).
• Het staat de ondernemingsraad vrij om initiatieven te nemen, informatie te vragen en overleg te voeren
over alle onderwerpen die de onderneming betreffen. Het zogenoemde ‘initiatief’- en ‘informatierecht’.
In de Arbowet 2007 is geregeld:
• Werkgever en werknemers werken bij de uitvoering van het arbeidsomstandighedenbeleid samen (art.
12.1).
• De werkgever voert overleg met de OR of personeelsvertegenwoordiging over alles wat het
arbeidsomstandighedenbeleid betreft én over de uitvoering van dit beleid. Daarbij wordt actief
informatie uitgewisseld (art. 12.2).
De werknemer heeft naast de verplichting tot samenwerking een eigen verantwoordelijkheid voor zijn of
haar arbeidsomstandigheden. De werknemer is verplicht om: “in zijn doen en laten op de arbeidsplaats,
overeenkomstig zijn opleiding en de door de werkgever gegeven instructies, naar vermogen zorg te dragen
voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van andere betrokken personen” (art. 11 Arbowet).
Elke organisatie moet een of meerdere werknemers aanwijzen voor preventietaken, ook
preventiemedewerker genoemd . Deze houdt zich bezig met de dagelijkse veiligheid en gezondheid op de
werkvloer. Bij een organisatie van niet meer dan 25 werknemers kan de werkgever deze taak op zich nemen.
Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht
tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 • [email protected]
4
5. Waaraan moet uw organisatie voldoen
volgens de Arbowet?
De overheid stelt doelen vast voor de veiligheid en gezondheid in bedrijven. Hierin staat beschreven welke
mate van bescherming bedrijven moeten bieden aan werknemers, zodat zij veilig en gezond kunnen
werken. De doelvoorschriften zijn opgenomen in de Arbowet, het Arbobesluit en de Arboregeling. De
Arbocatalogus beschrijft manieren om aan de doelvoorschriften te voldoen.
Er zijn concrete doelvoorschriften. Hierbij moet u denken aan gezondheidkundige grenswaarden. Deze
grenswaarden geven altijd een minimaal beschermingsniveau aan. Bijvoorbeeld voor het risico geluid staat
in de wet dat vanaf een geluidsniveau van 80 dBA gehoorbescherming verplicht is.
Er zijn ook arbeidsrisico’s, waarvoor procesnormen gelden. In de Arbowet worden procesnormen
voorgeschreven voor psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Daaronder vallen agressie, seksuele intimidatie,
pesten en werkdruk. Een procesnorm kan bestaan uit een verplichting voor de werkgever om jaarlijks aan
de OR te rapporteren of zich rond een bepaald risico problemen hebben voorgedaan en wat hij daaraan
heeft gedaan. In een procesnorm kan ook worden vastgelegd dat de arbodienst met enige regelmaat
rapporteert over een dergelijk risico. De procesnorm leidt tot agendabepalingen. Dit bepaalt dat het
arbeidsrisico in ieder geval punt van overleg moet zijn.
In de Arbocatalogus staat per onderwerp aangegeven wat de doelvoorschriften vanuit de Arbowet zijn. U
treft ze hieronder bij elkaar.
Psychosociale
arbeidsbelasting
Omschrijving
Definitie PSA
Psychosociale arbeidsbelasting: de factoren seksuele
Arbowet ‘98
intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk in de Art. 1.3 e
arbeidssituatie die stress teweeg brengen
Definitie stress
Stress: een toestand die als negatief ervaren lichamelijke, Arbowet ‘98
psychische of sociale gevolgen heeft
Art. 1.3 f
Voorschrift
De inrichting van de arbeidsplaatsen, de werkmethoden Arbowet ‘98
en de bij de arbeid gebruikte arbeidsmiddelen alsmede
Art 3.1 c
de arbeidsinhoud worden zoveel als redelijkerwijs kan
worden gevergd aan de persoonlijke eigenschappen van
werknemers aangepast
Voorschrift
Monotone en tempogebonden arbeid wordt, zoveel als
redelijkerwijs kan worden gevergd, vermeden dan wel,
indien dat niet mogelijk is, beperkt
Voorschrift
De werkgever voert, binnen het algemeen
Arbowet ‘98
arbeidsomstandighedenbeleid, een beleid gericht op
Art. 3.2
voorkoming en indien dat niet mogelijk is beperking van
psychosociale arbeidsbelasting.
Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht
tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 • [email protected]
Uit:
Arbowet ‘98
Art 3.1 d
5
Voorschrift
Indien werknemers worden of kunnen worden
Arbobesluit
blootgesteld aan psychosociale arbeidsbelasting worden Afdeling 4 PSA
in het kader van de risico-inventarisatie en -evaluatie,
Art. 2.15 1
bedoeld in artikel 5 van de wet, de risico’s ten aanzien van
psychosociale arbeidsbelasting beoordeeld en worden
in het plan van aanpak, bedoeld in artikel 5 van de wet,
met inachtneming van de stand van de wetenschap
maatregelen vastgesteld en uitgevoerd om psychosociale
arbeidsbelasting te voorkomen of indien dat niet mogelijk
is te beperken.
Voorschrift
Aan werknemers die arbeid verrichten waarbij gevaar
Arbobesluit
bestaat voor blootstelling aan psychosociale belasting
Afdeling 4 PSA
wordt voorlichting en onderricht gegeven over de risico’s Art. 2.15 2
voor psychosociale arbeidsbelasting alsmede over
de maatregelen die er op zijn gericht die belasting te
voorkomen of te beperken.
Verzuim en re-integratie
Omschrijving
Omschrijving
De werkgever laat zich bij de volgende taken bijstaan door Arbowet ‘98
een of meer deskundige personen:
Art. 14 1.b
de bijstand bij de begeleiding van werknemers die
door ziekte niet in staat zijn hun arbeid te verrichten,
met inbegrip van de bijstand bij de uitvoering van bij
of krachtens artikel 25, eerste, tweede, derde, vierde
en zevende lid van de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen, dan wel bij of krachtens artikel 71a,
eerste, tweede, derde, vierde en zevende lid, van de Wet
op de arbeidsongeschiktheidsverzekering gestelde regels;
Uit:
Lees artikel 14 van de Arbowet
Maatwerkregeling
aanvullende
deskundige bijstand bij
specifieke taken op het
gebied van preventie en
bescherming
Arbowet ‘98
Art. 14
Vangnetregeling
Lees artikel 14 a.
aanvullende deskundige
bijstand op het gebied
van preventie en
bescherming
Arbowet ‘98
Art. 14a
Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht
tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 • [email protected]
6
Deskundigheidseisen
arbodienst
1. Binnen een arbodienst zijn deskundigen werkzaam op Arbobesluit
het terrein van de arbeids- en bedrijfsgeneeskunde, de
Art. 2.7.
arbeidshygiëne, de veiligheidskunde en de arbeids- en
organisatiekunde.
2. Een deskundige beschikt over voldoende
deskundigheid en ervaring op een vakgebied als bedoeld
in het eerste lid, met uitzondering van het terrein van de
arbeid- en bedrijfsgeneeskunde, indien hij in het bezit is
van een certificaat van vakbekwaamheid arbeidshygiëne,
veiligheidskunde dan wel arbeids- en organisatiekunde,
dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende
instelling.
3. Een deskundige op het terrein van de arbeid- en
bedrijfsgeneeskunde beschikt over voldoende
deskundigheid en ervaring indien hij als arts arbeid en
gezondheid, bedrijfarts, is ingeschreven in het register van
erkende sociaal geneeskundigen, dat wordt bijgehouden
door de Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie
van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot
Bevordering der Geneeskunst. Een registratie als bedoeld
in de eerste zin wordt aangemerkt als een certificaat van
vakbekwaamheid arbeids- en bedrijfsgeneeskunde.
Gerelateerde wetten
Wet verbetering poortwachter
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
www.wetten.nl
Beeldschermwerk
Omschrijving
Definities
In deze afdeling wordt verstaan onder:
Arbobesluit
a. beeldscherm: een alfanumeriek of grafisch scherm,
Art. 5.7
ongeacht het gebruikte afbeeldingsprocédé;
b. beeldschermwerkplek: het geheel dat bestaat uit
beeldschermapparatuur, in voorkomend geval voorzien
van toetsenbord of voorziening voor gegevensinvoer
en of de interface mens/machine bepalende software,
facultatieve accessoires, nevenapparatuur, telefoon,
modem, printer, documenthouder, stoel, werktafel of
werkvlak alsmede de onmiddellijke werkomgeving.
Voorschrift
1. In de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in
Arbobesluit
artikel 5 van de wet, wordt specifiek aandacht besteed Art. 5.9
aan de gevaren voor het gezichtsvermogen en die van
de fysieke en psychische belasting als gevolg van arbeid
aan een beeldscherm.
2. Op basis van de uitkomsten van de in het eerste
lid bedoelde risico-inventarisatie en -evaluatie
worden doeltreffende maatregelen genomen om de
desbetreffende gevaren te ondervangen, rekening
houdend met de gevolgen van die gevaren en de
onderlinge samenhang daartussen.
Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht
tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 • [email protected]
Uit:
7
Voorschrift Dagindeling
van de arbeid
De arbeid aan een beeldscherm is zodanig
georganiseerd dat deze arbeid telkens na ten hoogste
twee achtereenvolgende uren wordt afgewisseld door
andersoortige arbeid of door een rusttijd, zodanig dat
de belasting van het verrichten van de arbeid aan een
beeldscherm wordt verlicht.
Arbobesluit
Art. 5.10
6. Werkingssfeer Arbocatalogus Kinderopvang
De arbocatalogus Kinderopvang is van toepassing op ondernemingen die tegen vergoeding kinderopvang
verzorgen voor kinderen vanaf 0 jaar tot en met het einde van de basisschoolleeftijd en is daarmee van
toepassing op organisaties en werknemers vallend onder de CAO Kinderopvang en organisaties en
werknemers vallend onder de CAO Branche Kinderopvang Nederland.
7. Onderdelen uit de CAO Kinderopvang
Arboplusconvenant
In artikel 7.2 van de CAO Kinderopvang is geregeld dat het arbeidsomstandighedenbeleid in de
kinderopvangorganisaties uitgevoerd wordt met behulp van de maatregelen en instrumenten uit het
Arboplusconvenant Kinderopvang, tenzij andere maatregelen en instrumenten even effectief zijn.
Zowel de CAO als de arbocatalogus baseert zich dus op de resultaten van het arboplusconvenant. Aan
de arbocatalogus zijn bovendien de maatregelen en instrumenten van het eerdere arboconvenant
toegevoegd.
RI&E
Werkgevers met in de regel ten hoogste 25 werknemers hoeven hun risico-inventarisatie en – evaluatie
(RI&E) niet te laten toetsen door een arbodienst of deskundige indien zij voor het opstellen van hun
RI&E (te vinden op www.fcbwjk.nl) gebruik maken van het Risico-inventarisatie en –evaluatie instrument
Kinderopvang (artikel 7.2, lid 2 CAO Kinderopvang)
OR
In afwijking van de WOR is in de CAO Kinderopvang in artikel 9.2 geregeld dat de werkgever die een
onderneming in stand houdt waarin in de regel ten minste 35 werknemers werkzaam zijn verplicht is een
OR in te stellen.
CAO Branche Kinderopvang Nederland
In de CAO Branche Kinderopvang Nederland is geregeld dat een werknemer bij ziekte of
arbeidsongeschiktheid aanvulling op de wettelijke loondoorbetaling ontvangt. De werknemers ontvangt
dit echter niet als hij heeft geweigerd gebruik te maken van voorhanden zijnde veiligheidsmiddelen dan
wel de voorschriften met betrekking tot veiligheid en gezondheid heeft overtreden en als gevolg daarvan
arbeidsongeschikt is geworden (Hoofdstuk 8, 5.2 onderdeel c).
Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht • Postbus 2103 3500 GC Utrecht
tel. 030 2985 350 • fax 030 2985 333 • [email protected]
8
Download