Lezing - Dick de Ruijter

advertisement
Lezing
Beeld
Cultural Duets
Fontys Hogeschool, Tilburg
28 november 2008
Titel
Cultural Duets
Ofwel het salonfahig maken van het begrip
cultuur voor de kunst.
Ik ga in 10 stappen, 3000 woorden en iets meer
dan 20 minuten door het thema kunst en
diversiteit heen, het achterliggende onderwerp
van Cultural Duets.
Wat mij opvalt in de discussie kunst en
diversiteit, is dat al jarenlang dezelfde
argumenten tegenover elkaar staan. Die
onbeweeglijkheid stoort mij. Ik ga vanmorgen
proberen met u de gebruikte argumenten te
duiden en de begrippen opnieuw te ordenen.
Verder ga ik aangeven waarom cultuur een
belangrijke inspiratiebron voor de kunst is en
kom daarbij tot de definitie van een post-cultureel
diverse programmering, waarin cultuur weer
salonfahig is voor de kunst.
Beeld 1.
Cultural Duets
Dick de Ruijter
Introductie komt
zo
De stappen die ik ga zetten bouwen op elkaar
voort. Steeds rakel ik een nieuw argument op.
Niet afhaken, want wij voeren ook samen een
duet. Ook niet als je je aan de redenering stoort,
want dat kan zomaar gebeuren. Er is geen tijd om
iedereen bij te praten. Discussie kan later altijd
nog. Mijn tekst komt ook later. Mijn introductie
trouwens ook.
Beeld 2.
Stap 1.
Obama sneaker
Met de verkiezing van Barack Obama als eerste
zwarte president van de Verenigde Staten hebben
we iets bijzonders meegemaakt. Mij viel een
nieuw woord op: post-raciaal.
Post raciaal wil zeggen dat je in vrijheid een
identiteit of maatschappelijke positie kunt
aanmeten, los van je culturele achtergrond. Dit
standpunt overstijgt cultuur. Het maakt niet uit,
waar je vandaan komt. Cultuur is niet langer een
verwijt.
Obama toonde de moderne omgang met verschil
in cultuur. In zijn termen: ras heeft betekenis,
maar is ondergeschikt aan de rasneutrale
presentatie. Verschillen bestaan nog wel, maar we
gaan verder.
Daarmee schept hij de ruimte om onbelast over
cultuur te spreken en de betekenis van het
verschil te doorgronden. Dat is pure cultuurwinst.
Stap 2.
In 2001 ben bij de Rotterdam Culturele Hoofdstad
gaan werken. Ik gaf leiding aan het Erasmus 2001
project, dat een Europees netwerk behelsde van
voorbeelden rond kunst en culturele diversiteit.
Terwijl Rotterdam als Culturele Hoofdstad in het
teken stond van ‘Celebreting the Diversity’,
boekte Pim Fortuyn de grootste verkiezingszege
ooit in de lokale politiek. De tegenstelling was
ongekend en het verschil in perceptie op de stad
enorm. Dat raakte mij. Ook op het kantoor van de
culturele hoofdstad werd heel anders over
diversiteit gesproken, dan dat ik op straat en in de
stad tegenkwam. Het sloot niet op elkaar aan, die
kunst en de culturele diversiteit. Dat werd dus
mijn thema: hoe dat contrast, die spanning, dat
verschil te begrijpen en mogelijk tot object van
kunst te maken. Sindsdien heb ik geen baan meer,
ga ik op zoek naar mijn eigen werk en creëer
opdrachten op het snijvlak van wetenschap, kunst
en cultuur.
Beeld 3.
Dick de Ruijter
Cv
Openstaande
projecten
Zo ben ik projectleider van De Afrikaander Tapes www.detapes.nl
en De Transvaal Tapes en komt binnenkort het
achterliggende bronnenboek uit met een inleiding
over de werking van cultuur.
Ga ik tezamen met Gabriel van den Brink voor de
Universiteit van Tilburg ‘best persons’ scouten in
de migrantengemeenschappen van de grote
steden;
Maak ik met Roy Dames voor de NPS in 2009 een
documentaire serie over etnische winkelstraten in
vier Europese steden.
Werk ik met Dick Douwes en Paul van der Laar
en de Erasmus Universiteit Rotterdam aan het
programma ‘Cultuur Actueel’, een inhoudelijk
projectennetwerk rond wetenschap, kunst en
cultuur.
Wil ik met John Wooter de dansproductie
Hombre realiseren
en ben ik coach bij K&C van kunstenaars met een
migratieachtergrond.
In al deze werkzaamheden staat cultuur en
culturele achtergrond centraal. Niet ter
beoordeling, maar als vraag en inspiratie.
Vanuit die ervaring ga ik met u mijn bevindingen
delen.
Stap 3.
Ik ben ongelukkig met het integratiedebat in
Nederland. Ik vind het te beperkt en
teleurstellend. Het feitelijke debat verbergt zich
achter schuiltermen.
De politiek is moraliserend. Nooit is er enige
afstand. Men gaat blind voor de economische
emancipatie. Heeft geen oog voor achterliggende
culturele vragen en thema’s. Het debat wringt.
Het is repressief zonder enige reflectie op
achtergrond of afkomst.
Beeld 4.
Politiek
Wetenschap
Kunst
Schuiltermen
De wetenschap als academie van kennis is
afwezig in dit debat. Als er al standpunten
worden ingenomen dan volgen die enkel de
uitersten. Of vanuit de idee van economie als
achterstand of vanuit de idee van cultuur als
achterstelling. Men is niet in staat beide posities te
verbinden en te duiden.
Kunst staat verdeeld in de discussie: een deel
reageert strikt afhoudend en beschouwen
integratie en cultuur niet als hun ‘cup of tea’; een
ander deel heeft zich vastgebeten in het bestoken
van de toegang tot de kunst, terwijl juist het veld
van de culturele diversiteit inhoudelijk gesproken
goud in de handen heeft.
Stap 4.
Nu ik steeds meer de woorden ‘cultuur, kunst en
diversiteit’ gebruik en zelfs refereer aan een
kunstdebat, waarover we beslist niet hetzelfde
denken, heb ik behoefte mijn begrippenkader te
verhelderen. U voelt die behoefte wellicht ook.
We moeten per slot van rekening samen blijven
dansen.
Beeld 5.
Etniciteit
Cultuur
Kunst
In de discussie over diversiteit en kunst zijn drie
woorden belangrijk: etniciteit, cultuur en kunst. Ik
geef die de volgende betekenis.
Beeld 6.
Etniciteit refereert aan de biologie. Dat is wat je
Etniciteit
van lichaam bent. Dat is genetisch bepaald.
Etniciteit is buitengewoon divers verdeeld. 100%
etnisch zuivere volkeren bestaan bijna niet meer.
In zijn algemeenheid is het een moeilijke term.
Zeker waar het verward wordt met afkomst,
geboortegrond en cultuur. Dan krijgt het begrip
iets versteends, alsof cultuur je in de genen zit. De
zonet gebruikte term ‘etnische winkelstraten’ is
dus eigenlijk kletskoek. Die zal ik vanaf nu niet
meer hanteren.
Cultuur is wat mensen mensen maakt. Wij zijn
allemaal into cultuur. Ook de moderne
samenleving is cultuur. Post-raciaal ook. Cultuur
laat zich niet zo makkelijk beschrijven. Cultuur is
als water voor de vis. Vraag een vis wat water is
en hij zal een ignorant antwoord geven. Maar zo
gauw die op het droge ligt, herinnert die zich niet
alleen de vraag, maar ook het antwoord.
Beeld 7.
Culturele
factoren
Cultuur
Cultuur uit zich in verschillende factoren. Ik som
de bekendste via de PowerPoint op.
Belangrijker dan wat cultuur is, is de vraag hoe
cultuur ‘werkt’.
Cultuur vraagt afstand. Dat is een.
Als je iets van cultuur belicht, laat je tegelijkertijd
iets anders onderbelicht. Het is net een bal. Je
kunt maar een deel van de bal belichten.
Cultuur moet rollen. In beweging zijn. Dat proces
is het best vervat in het begrip modernisering.
Alles ontwikkelt zich tegelijkertijd: van
progressief naar conservatief, van en naar de
macht, modern en traditioneel. Kris kras door
elkaar en toch gaat het een bepaalde kant op.
Metafoor: zwerm vogels.
Cultuur tot slot is altijd minstens twee dingen. We
zagen dat al bij het uitlichten ervan. Cultuur is
wederkerig. Het is perceptie en reflexie ineen. Op
het moment dat we een opvatting over de andere
cultuur hebben, zeggen we in feite iets over ons
zelf. Om een negatief voorbeeld te geven: als we
de ander tot iets verplichten, hoe werkt die plicht
dan bij onszelf. Dat is cultuur.
Kunst. Kunst is de verbeelding van alles wat
Beeld 8.
menselijk is en een reflexie op de cultuur. Kunst
Kunst
drukt zich uit in vorm, beeld, klank en taal. Kunst
is een gave, een talent, die oneindig is in zijn
inspiratiebronnen. Sommigen prijzen om die
reden de westerse kunst, omdat die steeds in staat
is gebleken nieuwe invloeden van buiten de
cultuur op te nemen en om te zetten in nieuwe
kunst. Belangrijk voor ons is, dat kunst
klaarblijkelijk uit talloze bronnen moet putten.
Dat toont zijn vitaliteit.
Beeld 9.
Stap 5.
Ik onderscheid kunst weer van cultuur. Kunst is Kunst en cultuur
vanaf de jaren ’60 gaan samenvallen met de
cultuur. De emancipatie van de middenklasse en
de Nederlandse gewoonte om sociale verschillen
te egaliseren, verkleinde de afstand tussen de elite
en de burger. Kunst werd democratisch en dus
van iedereen. Omdat kunst toch uit die bron van
iedereen putte, konden kunst en cultuur net zo
goed samenvallen en werd er weer een schuilterm
aan het lijstje toegevoegd.
Migratie heeft cultuur weer onder ons gebracht.
Voor Nederlanders een pijnlijk weerzien, want
Nederland dacht door de maatschappelijke
emancipatie de cultuur nu net ontstegen te zijn.
Van de weeromstuit ervaren Nederlanders
daarom de migrantenculturen als achterlijk,
louter vanwege het feit dat migranten hun
cultuur nog uitdragen. Er is maar een remedie om
aan die verdwazing te ontsnappen en dat is door
het culturele in de samenleving weer te
accepteren, te beginnen bij de kunst.
Beeld 10.
Stap 6.
Kwaliteit en
In de kunstsector spelen twee krachten een
belangrijke rol: kwaliteit en autonomie aan de ene Toegang
kant en toegang en publieksbereik aan de andere
kant. Deze twee krachten staan soms letterlijk en
figuurlijk haaks op elkaar.
De kunstsector tracht met de begrippen kwaliteit Beeld 11.
Kwaliteit
en autonomie de toegang tot de kunsten te
reguleren en de kwaliteit ervan te bewaken. Laten
we zeggen dat in principe de idee van kwaliteit
richting geeft aan de kunst. Het fungeert als een
intern kompas. Als dat zo is, dan moet kwaliteit
de ambitie van de kunsten definiëren, artistieke
argumenten en afwegingen formuleren en inhoud
en ordening bieden.
Sinds de eerder genoemde jaren 60 is de toegang Beeld 12.
Toegang
tot de kunsten in onrustig vaarwater geraakt.
Kunstenaars beschouwden het toen als hun taak
aanbod en vraag in de kunsten te verbreden. Men
wilde vernieuwing, doorbrak het establishment
en presenteerde kunst in wijken en buurtcentra.
Vanaf dat moment speelt vernieuwing in de
kunst. Een strijd die zich vaak ontspint tussen de
generaties, tussen jonge en oude makers over
artistieke conventies en nieuwe ontwikkelingen.
Vanaf dat moment staat de verbreding van de
kunst op stapel. Het begrip ‘creativiteit’ wordt in
die tijd uitgevonden en er ontstaat een glijdende
schaal tussen amateur en professional. Daarin is
iedereen kunstenaar, zoals Joseph Beuss dat in de
jaren 70 declameerde. Uit deze verbreding
ontstaat de kunsteducatie en later de community
art.
Tot slot wordt mede door de opkomst van de
massacultuur de subsidiering van de kunsten een
twistpunt. Sindsdien bestaat er een financiële en
kunstinhoudelijke frictie tussen zoiets als High
Brow, Low Brow of helemaal geen brow: No
Brow.
Nog steeds zijn deze aspecten inzet van
kunstintern en politiek debat. Het is nooit meer
rustig geworden. Steeds zien we bij de opstelling
van het Kunstenplan en het verdelen van de
subsidies elementen van deze discussie terug.
Altijd in delen, nooit als een geheel te overzien.
Beeld 13.
De verkleuring van makers, spelers en publiek
Diversiteit
komt pas daarna. Het spel van kwaliteit en
toegang staat dan allang op de wagen. De
diversiteit heeft de discussie wel een extra lading
gegeven en de urgentie voor de kunstsector om te
veranderen, verhoogd.
Beeld 14.
Stap 7.
Toegang
Laat duidelijk zijn dat waar het om de toegang
van de kunsten gaat, het debat mij niet scherp
genoeg gevoerd kan worden. Het is inmiddels
een burgerplicht om ruim baan te maken voor
maatschappelijke ontwikkelingen. In plaats van te
verkrampen en inert te reageren, moet de kunst
overtuigt zijn van de eigen onafhankelijkheid en
kwaliteit.
De straatcultuur bijvoorbeeld kan een geweldige
impuls geven aan de opleiding en de dans. Er ligt
een arsenaal aan bewegingen en lichaamstaal
voor het oprapen. Dus academies en
gezelschappen: Open die poort. Als we deugen
als dansdocent en choreograaf en dat doen we en
als we vertrouwen hebben in de eigen kwaliteit
en dat hebben we, dan moeten we die
vitaliteitimpuls met beide handen aangrijpen.
Beeld 15.
Stap 8.
Toegang ≠
Maar toegang is geen kwaliteit. Toegang is
Kwaliteit
onderwerp van politieke afweging, kwaliteit is
een kunstinhoudelijk debat. Ze staan ook haaks
op elkaar. Dat is eigen aan de kunst. Kwaliteit
kun je niet democratiseren. Het opbreken of in de
breedte bijstellen van de kwaliteitseisen kon de
kunst weleens in het hart raken. Als dat de druk
is, die de kunstsector voelt, dan kan die inertie
kopschuwheid betekenen en de gesloten houding
op verdediging wijzen. Niet dat ik daarmee de
sector vrij pleit, want enige moed in het debat
heeft men tot nu toe niet getoond. Het verklaart
wel de impasse in het debat waar we al decennia
in verkeren.
Aan de andere kant: hoe onverteerbaar zijn die
begrippen kwaliteit en autonomie eigenlijk. De
evolutie van het begrip kwaliteit komt overeen
met de cultuurgeschiedenis van de samenleving.
Dat de kunstenaar autonoom is, spoort geheel
met de idee van zelfbeschikking en zelfregulering,
waarin we zijn opgevoed. Ook HipHop
functioneert autonoom. ‘Doe je ding’ is gewoon
straat voor autonoom. En zo zijn er meer
voorbeelden: Alida Dors, een choreografe die
straat en theater met elkaar verbindt heeft als
stelregel ‘nergens bij te willen horen. Volstrekt
autonoom. Of Marjorie Bosten, theatermaakster,
die de kritiek van Annette Embrechts op het
multicultureel theater afweert met de woorden
‘het is mijn multiculturele samenleving’. Idem
dito.
Ook het in stelling brengen van een
paradigmawisseling in de kunst, gaat uit van een
leidend beginsel. Alleen een beginsel met een
ander paradigma, leidend vanuit een andere
context. Maar naar idee hetzelfde. De vraag is dus
of het principiële mechanisme van toegang en
kwaliteit niet gerespecteerd moet worden.
Stap 9.
Maar goed, hoe uit deze impasse te geraken.
Daarvoor ga ik weer even terug naar de culturele
agenda van Nederland.
Nederland leek af. De verzorgingsstaat geslaagd.
In 1996 stond de hymne “15 miljoen mensen”
nummer 1 in de nationale hitparade. De tekst
Beeld 16.
Culturele
diversiteit
“Land van 1000 meningen (…) Die schrijf je niet
de wetten voor”, galmde door de huiskamers.
10 jaar later is de euforie volledig omgeslagen in
twijfel over de grenzen van de open samenleving.
Opeens vraagt Nederland zich af of de ‘vrije’
opvoeding wel deugt, of de vrije sexuele keuze
niet tot een te losse moraal leidt, of alle meningen
ongeremd mogen worden geuit. Of je nu wel of
niet in God moet geloven. Vandaag de dag wordt
zelfs getwijfeld aan de waarde van het geld. Alle
vragen liggen open. Elke richting ontbreekt. Er
wordt geroepen om leiderschap, maar van wie en
hoe. Nederland zoekt zelfs weer naar identiteit en
volksaard.
Ook zonder migratie was Nederland op zijn
grenzen van de open samenleving gestuit. Maar
het integratievraagstuk werkte als een wake-up
call voor de moderne cultuur. Want waar gaat dat
debat over integratie in Nederland eigenlijk over.
Dat iedereen gelijke kansen heeft op school, werk
en huisvesting. Natuurlijk. Dat moet ook geregeld
worden. Maar ondanks die investeringen neemt
de verdeeldheid en de segregatie toe. Het
bijsturen van de open samenleving gaat niet meer
alleen via de weg van sociaal economische
vooruitgang. Moraal, identiteit, geloof,
individuele overtuiging spelen daarin een
belangrijke rol. Allemaal culturele kwesties.
Er heerst een sterke behoefte aan de
hergroepering van de moderne cultuur en de
ordening daarvan is volop gaande.
Op de keper beschouwt leven we juist nu in een
spannende tijd, want welke richting gaat die
ordening op. Neigt die naar de betutteling van de
jaren vijftig of blijft die bij de moderne moraal van
‘het zal wel meevallen’ en van ‘iedereen mag zelf
15 miljoen
mensen
weten’. Ik voel mij bij geen van beide thuis, maar
heb wel behoefte aan een antwoord. Nu worden
de nieuwe contouren getrokken van de actuele
moderne cultuur en de ruimte gemaakt voor het
insluiten van onder andere Nederlanders met een
andere culturele achtergrond.
Wat dat met kunst heeft te maken? Alles. Als er al
iets wezenlijks in de samenleving verandert, dan
is dat niet het fenomeen culturele diversiteit. Dat
de wereld verandert, de stad verkleurt, dat is een
onuitwisbaar element van het hedendaagse leven.
Wat wezenlijk verandert, is dat cultuur een factor
van betekenis wordt, die opnieuw moet worden
ingedacht in het moderne leven, van
de cultuur diverse, van de emanciperende, van de
zich zelf verheffende, vrije beslissende, autonome
burger.
Als Bart Top in zijn essay ‘Het geheim van de
Diversiteit’ beweert dat de samenleving complex
is geworden en dus een bron van culturele
productie, ben ik het daar zeer mee eens.
Beeld 17.
Stap 10.
Daarmee kom ik tot het laatste punt. In het begin Post cultureel
van mijn verhaal wees ik op de betekenis van het diverse kunst.
woord post raciale verhoudingen. Het overstijgen
van het verschil in cultuur en daarmee ruimte
creëren om over culturele achtergrond na te
denken. Vertalen we post-raciaal in Nederlandse
termen, dan wordt dat zoiets als post-culturele
diversiteit.
Omarmen we dat begrip, dan kunnen we ook
spreken over post-cultureel diverse kunst of een
post-cultureel diverse kunstproductie.
Ja, roep ik dan. Doen. Kijk eens naar het
Nederlandse kunstaanbod. Afgezien van de
vormdiscussie gaat het alleen maar over cultuur,
over eigentijdse cultuur, over de impact van het
moderne leven. Over liefde en dood, haat en
wrok, oorlog en vrede. De grote thema’s van het
menselijk tekort. Waarom kunnen we wel
nadenken over de fricties van de vrije
partnerkeuze en niet over liefde in een
gearrangeerd huwelijk. Nederlandse
Hindoestanen doen daar onderzoek naar.
Waarom kunnen we wel reflecteren over
vrouwelijkheid en feminisering en hebben we
geen enkel dragend perspectief voor
mannelijkheid. De dansvoorstelling Hombre, die
ik met John Wooter ga maken plaatst
mannelijkheid terug in een culturele context.
Waarom bezingen we wel de crime passionele en
wenden we ons hoofd af van de droefenis van de
erewraak. De Turkse productie Dilek van Theater
Rast gaat daarover. Wellicht gebrekkig, maar een
begin.
Zo zijn er talloze thema’s, die klinken als het
theater van de 21e eeuw: superioriteit,
ondergeschiktheid, kolonisatie, slavernij, zwarte
Piet, geloof en bijgeloof, bloedwraak, skin, colour,
hair, cars, bitches, tienermoeders, straatcultuur en
hiphop ballet.
Thema’s die studie en inzet vragen. Die uitgaan
van wederkerigheid en daarmee verder zullen
reiken dan ontmoeting en culturele dialoog,
verder dan de saudade van de diaspora en een
waardevolle aanvulling zullen zijn op een te
eenkennige reflexie van de bi-culturaliteit.
Allemaal thema’s die gevoelig liggen, die schuren
langs het verschil in culturele en historische
interpretatie. Ze zijn onderwerp van publieke
discussie. Maar dat moet de kracht van kunst zijn:
bevragen, bespiegelen en verbeelden. Laat het
onbenoembare horen, maak het heimelijke
zichtbaar.
Van alle maatschappelijke domeinen is kunst
cultuur het meest eigen. Ligt cultuur kunst het
meest na aan het hart. Hier kan kunst het
voortouw nemen in de nieuwe vragen van de
actuele cultuur. Dat is voor mij post-culturele
diverse kunst: het verkleuren van het hart van de
kunst door de thema’s van de actuele cultuur.
Laten we het hart van de kunst verkleuren en de
kunst via de kunst veranderen.
Dank u voor uw aandacht.
Beeld 18.
Dank
Download