Welzijn op het werk in het onderwijs. F.O.D. WASO Toezicht op het Welzijn op het Werk ir. Philippe Durand [email protected] 1 Historiek & Structuur van de Belgische wetgeving inzake het Welzijn op het Werk. 2 VLAREMAANPASSING Welzijnswet VLAREM II VLAREM I regionalisering ARAB bescherming werknemers 1996 1946 2013 1999 1991 1995 1910 Uitwerking van Codex SCHOOL exploitatieveiligheid 1980 1810 EXTERN Mijlpalen in bedrijfsveiligheid 3 Welzijnswetgeving Europese verordening Belgische / Vlaamse regelgeving moet aangepast worden Europese richtlijn omzetting in Belgische regelgeving - wet - koninklijk besluit - ministeriëel besluit Normen - ISO - EN - NBN Vlaamse regelgeving - decreet - ministeriëel besluit Bedrijven en burgers 4 Economische versus Sociale richtlijnen i.v.m. arbeidsveiligheid • Economische richtlijn regelt het vrije verkeer van producten en diensten tussen de lidstaten. – Lidstaten mogen geen bijkomende eisen stellen – Verantwoordelijkheid ligt bij de producent • Sociale richtlijn regelt de bescherming van de werknemers. – Lidstaten mogen hogere eisen stellen – Verantwoordelijkheid ligt bij de lidstaat – Subsidiariteitsbeginsel 5 Economische richtlijn Sociale richtlijn Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 betreffende de algemene productveiligheid Kaderrichtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk Wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk 6 Rol van de inspectie voor het Toezicht op het Welzijn op het Werk Werkgevers en werknemers aansporen en helpen alle facetten van het welzijn op het werk continu te verbeteren en dit preventief door adviseren en controleren en indien nodig ook repressief door directe tussenkomst of het opmaken van pro - justitia. 7 De beoordelingsbevoegdheid van de sociaal inspecteurs. (SSW art. 21) 1. Inlichtingen en adviezen te verschaffen, met name met betrekking tot de meest doeltreffende middelen voor de naleving van de regelgeving. 2. Waarschuwingen geven. 3. De overtreder een termijn te verlenen om zich in regel te stellen. 4. Maatregelen opleggen zoals: – – – – – preventiemaatregelen; aanwezigheid verbieden; gebruik van installaties, machines, gevaarlijke stoffen, preparaten… verbieden; bepaalde productieprocessen verbieden; bevel van stopzetting van de arbeid indien noodzakelijk voor veiligheid of gezondheid van de werknemers; – ontruiming bij dreigend gevaar. 5. Processen-verbaal op te maken (‘pro-justitia’). 8 Wat betekent “Welzijn op het werk”? Is het resultaat van het samengaan van alle 7 factoren met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden waarin het werk op de werkvloer wordt uitgevoerd. 9 Wat betekent “Welzijn op het werk”? Dit wil zeggen om in alle omstandigheden de arbeid te kunnen verrichten: 1° op een veilige wijze; 2° met bescherming van je gezondheid; 3° zonder psychosociale belasting; 4° op een ergonomische wijze; 5° in hygiënische omstandigheden; 6° in aangepaste werkplaatsen; 7° zonder invloed v.h. milieu op ptn. 1 t/m 6. 10 1° Veiligheid Alle elementen die aanleiding kunnen geven tot een arbeidsongeval zoals machines, werktuigen, installaties, transportmiddelen… 11 2° Gezondheid Alles wat een negatieve invloed kan hebben op het lichamelijke welzijn en aanleiding kan geven tot beroepsziekten zoals blootstelling aan chemische producten, asbest, overdreven geluid, trillingen,… 12 3° Psychosociale belasting Psychosociale belasting wordt gedefinieerd als elke belasting van psychosociale aard zoals pesten, verbaal en lichamelijk geweld, ongewenst seksueel gedrag op het werk, stress, en die haar oorsprong vindt in de uitvoering van het werk en die schadelijke gevolgen heeft voor het lichamelijk of psychisch welzijn van de persoon. 13 4° Ergonomie Alle technieken die helpen om het werk comfortabeler te maken en die chronische aandoeningen of handelingsfouten helpen verminderen. Een goede werkhouding is belangrijk om lichamelijke klachten te vermijden. 14 5° Arbeidshygiëne Alles wat impact heeft op de werkomgeving en negatieve gevolgen kan hebben voor de werknemers zoals temperatuur, geluid, trillingen,….. 15 6° Aangepaste werkplaatsen Een arbeidsplaats is elke plaats waar arbeid wordt verricht, ongeacht of deze zich binnen of buiten een inrichting bevindt en ongeacht of deze zich in een besloten of in een open ruimte bevindt. ‘Aangepast’ wil zeggen dat er geen gevaren en risico’s aanwezig zijn ten gevolge van stabiliteit, afmetingen en volume van lokalen, toestand vloeren – muren – plafonds daken, ramen, deuren, doorgangen, uitganswegen,….. ( zie K.B. van 10/10/2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden) 16 7° Zonder invloed van milieugevaren. Dit betekent dat de school maatregelen moet nemen indien gevaren en risico’s van het leefmilieu een negatieve invloed hebben de punten 1° tot 6°. 17 werkomgeving Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk risicoanalyse KB’s wet 18 Op wie toepasselijk? Art. 2.- § 1. Deze wet is toepasselijk op de werkgevers en de werknemers. Voor de toepassing van deze wet worden gelijkgesteld met: 1° werknemers: de personen die een arbeidsovereenkomst (tijdelijk of van onbepaalde duur) hebben, maar ook a) de personen die, anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, arbeid verrichten onder het gezag van een ander persoon; b) de personen die een beroepsopleiding volgen waarvan het studieprogramma voorziet in een vorm van arbeid die al dan niet in de opleidingsinstelling wordt verricht; c) de personen verbonden door een leerovereenkomst; d) de stagiairs; e) de leerlingen en studenten die een studierichting volgen waarvan het opleidingsprogramma voorziet in een vorm van arbeid die in de onderwijsinstelling wordt verricht; 2° werkgevers: de personen die de onder 1° genoemde personen tewerkstellen. 19 De werkgever & zijn hiërarchische lijn. Elke werkgever moet een welzijnsbeleid voeren gesteund op algemene principes en betrekt hierbij de leden van zijn ‘hierarchische lijn’. 1° -> risico's voorkomen; 2° -> risico’s bij de bron uitschakelen of verminderen; 3° -> voorkeur aan collectieve beschermingsmiddelen boven individuele; 4° -> zorgen voor opleiding en informatie van de werknemers. Dit beleid moet worden geïntegreerd in de volledige onderneming. 20 Gevaren en risico’s Voor het opsporen van de risico's voor de werknemers moet elke werkgever beschikken over een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPB) met minstens één preventieadviseur. Voor bepaalde aspecten van deze opdracht zal de werkgever echter een beroep moeten doen op een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPB). 21 De hiërarchische lijn. Wie zijn de personeelsleden in de school die lid zijn van de ‘ hiërarchische lijn ‘ ? Dit zijn alle leidinggevenden zowel op hoog niveau als op laag niveau, voorzitter, directeur, adviseurs,……e.a. Konkreet: dit zijn allen die ‘gezag’ hebben ‘ over anderen’. 22 De interne preventieadviseur. Deze persoon is niet verantwoordelijk voor het “welzijnsbeleid” in de school. Hij is een adviseur voor werkgever en werknemers. Hij kan behoren tot de ‘hierarchische lijn “ maar in de functie van preventieadviseur is deze niet de verantwoordelijke voor de veiligheid, gezondheid, ergonomie,………….! 23 De 8 ‘inzonderlijke’ wettelijke opdrachten van de leden van de hiërarchische lijn. Art. 13 van het K.B. betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. (Codex Titel 1 – Hoofdstuk 3) Is van zeer groot belang !! 24 1ste Formuleren van voorstellen in het kader van het dynamisch risico beheersingssysteem. ( voorstellen en adviseren om de gevaren en risico’s in je afdeling, werkpost, ………. te beheersen ). 25 2de Ongevallen en incidenten die zich op je arbeidsplaats hebben voorgedaan, onderzoeken en maatregelen voorstellen om dergelijke ongevallen en/of incidenten te voorkomen. 26 3de Een effectieve controle uitoefenen op de arbeidsmiddelen, de collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen en de gebruikte stoffen en preparaten teneinde onregelmatigheden vast te stellen en maatregelen te nemen om hieraan een einde te maken. 27 4de Tijdig het advies inwinnen van de Diensten voor Preventie en Bescherming op het werk . 28 5de Controleren of de verdeling van de taken op een zodanige wijze geschiedt dat de verschillende taken worden uitgevoerd door werknemers die de daartoe vereiste bekwaamheid hebben en de vereiste opleiding en instructies hebben ontvangen . 29 6de Waken over de naleving van de instructies die in toepassing van de wetgeving inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk moeten worden verstrekt . 30 7de Zich ervan vergewissen dat de werknemers de inlichtingen die zij gekregen hebben in toepassing van de wetgeving inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, goed begrijpen en in praktijk brengen. 31 8ste Het onthaal van elke beginnende werknemer organiseren en een ervaren werknemer aanduiden die ermee belast is deze te begeleiden. 32 Het dynamisch risicobeheersysteem 33 Doel v.h. Dynamisch Risicobeheersing Systeem. Het opstellen van de preventiemaatregelen. • Maatregelen die tot doel hebben de risico’s te voorkomen. • Maatregelen die tot doel hebben de schade te voorkomen. • Maatregelen die tot doel hebben de schade te beperken. De volgorde van de maatregelen is belangrijk ! 34 Werkmiddelen. Globaal preventieplan Jaarlijks actieplan 35 Globaal Preventieplan. Dit geeft de concrete omschrijving van de resultaten van de risicoanalyse, van de prioritaire doelstellingen en de activiteiten die moeten worden verricht om deze doelstellingen te bereiken. Daarbij wordt tevens beschreven welke middelen er worden gebruikt en wat de opdrachten en verplichtingen zijn van alle betrokken personen. Dit globaal preventieplan wordt regelmatig geëvalueerd (bv. jaarlijks) en wordt ten minste om de vijf jaar volledig herbekeken. 36 Jaarlijks actieplan. Dit geeft: • De prioritaire doelstellingen van het dienstjaar. • De middelen en methodes om die doestellingen te bereiken. • De opdrachten, verplichtingen en middelen van de betrokken personen. • De aanpassingen aan te brengen aan het globaal preventieplan ingevolge gewijzigde omstandigheden, incidenten en ongevallen. 37 Leerlingen werknemers. Art. 2.- § 1 sub. 1° e) van de Welzijnswet. De leerlingen en studenten die een studierichting volgen waarvan het opleidingsprogramma voorziet in een vorm van arbeid die in de onderwijsinstelling wordt verricht worden tijdens de lesuren van die opleidingen beschouwd als een werknemer ! 38 Bescherming van stagiairs. • Elke leerling of student die in het kader van een leerprogramma georganiseerd door een onderwijsinstelling, daadwerkelijk arbeid verricht bij een werkgever, in gelijkaardige omstandigheden als de werknemers in dienst bij die werkgever, en dit met het oog op het opdoen van beroepservaring. • Dus niet observatiestages & bedrijfsbezoeken 39 Bescherming van stagiairs. Wettelijke basis. KB van 03/05/1999 betreffende jongeren op het werk (Codex Titel VIII, hfst. II) KB van 21/09/2004 betreffende de bescherming stagiairs (Codex Titel VIII, hfst III) 40 Bescherming van stagiairs. Probleem! De stagiair = een werknemer in bijzonder kwetsbare positie en behoeft daarom een speciale bescherming. Risicoanalyse bij de onderneming waar de stage gebeurd moet rekening houden met: – gebrek aan ervaring – beperkt inzicht in risico’s – jeugdige leeftijd 41 Bescherming van stagiairs. • De werkgever (WG) doet risicoanalyse (RA) en informeert de onderwijsinstelling en de stagiair over de resultaten in een document. • WG zorgt voor de uitvoering van het gezondheidtoezicht (GT) : – door wie GT? • departement of afdeling GT IDPB of EDPB van de WG • departement of afdeling GT IDPB of EDPB van de school • WG zorgt voor het onthaal en de begeleiding van de stagiairs. 42 Gezondheidstoezicht. • Enerzijds kan het gaan om een blootstelling aan risico’s waarvoor ook voor de gewone werknemers van de onderneming of instelling gezondheidstoezicht geldt. Dit wordt het “passend gezondheidstoezicht” genoemd. – – – – een veiligheidsfunctie, een functie met verhoogde waakzaamheid, een activiteit met welbepaald risico of een activiteit verbonden aan voedingswaren. • Anderzijds kan het gaan om een “specifiek gezondheidstoezicht” dat voortvloeit uit het feit dat de stagiair wordt blootgesteld aan risico’s waarvoor er normaal een verbod tot tewerkstelling geldt of dat voortvloeit uit het feit dat de stagiair jonger is dan 18 jaar zoals – nachtarbeid of – aan ernstige risico’s. 43 Wie oefent het gezondheidstoezicht uit? • Normalerwijze is dit de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de interne of externe preventiedienst van de werkgever. • In afwijking hiervan kan de werkgever voor de uitvoering van het gezondheidstoezicht een beroep doen op de preventieadviseurarbeidsgeneesheer van de bevoegde preventiedienst van de onderwijsinstelling. • Deze regeling wordt in de stageovereenkomst opgenomen. Het formulier voor de gezondheidsbeoordeling wordt overgemaakt aan de onderwijsinstelling die het dan aan de werkgever en de stagiair bezorgt. 44 Praktisch voorbeeld. • de stagiair wordt niet blootgesteld aan enig ander risico dan het risico van de leeftijd aangezien hij jonger is dan 18 jaar • de stagiair werkt enkel met een beeldscherm gezondheidstoezicht is verplicht behalve wanneer een attest van de onderwijsinstelling wordt voorgelegd waarin aangetoond wordt dat de stagiair minder dan vijf jaar geleden werd onderworpen aan medisch schooltoezicht, in het kader van de van kracht zijnde onderwijsreglementering. 45 Praktisch voorbeeld. • De stagiair wordt blootgesteld aan specifieke risico’s (hij verricht nachtarbeid of hij wordt, in toepassing van de afwijkingsbepalingen blootgesteld aan ernstige risico’s waarvoor er normaal een verbod tot tewerkstelling geldt. • De stagiair wordt blootgesteld aan risico’s waarvoor ook voor gewone werknemers gezondheidstoezicht vereist is. gezondheidstoezicht vereist 46 Infodocument betreffende de risico’s en de preventiemaatregelen voor de school en de stagiair. • • • • • De activiteit die een passend GT vereist. De activiteit die een specifiek GT vereist. De toe te passen preventiemaatregelen. De verplichtingen van de stagiair i.v.m. de risico’s. De aangepaste opleiding om de preventiemaatregelen toe te passen. 47 De onderwijsinstelling moet deze informatie ontvangen om te kunnen nagaan of de werkgever de preventiemaatregelen effectief toepast. Bij tewerkstelling op een werkpost of aan een activiteit waarvoor een type gezondheidstoezicht vereist is, moet de werkgever bovendien extra informatie geven aan zowel de onderwijsinstelling als aan de stagiair. Die informatie moet schriftelijk worden verstrekt en heeft betrekking op: • • • • • de beschrijving van de functie of activiteit die een passend gezondheidstoezicht vereist; de aard van het risico dat een specifiek gezondheidstoezicht vereist; alle toe te passen preventiemaatregelen; de aangepaste opleiding met het oog op de toepassing van de preventiemaatregelen; de verplichtingen die de stagiair moet naleven in verband met de risico’s die specifiek zijn voor de werkpost of activiteit. 48 49