FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE MASTERPROEF WIJSBEGEERTE EN MORAALWETENSCHAPPEN INFORMATIEGIDS/REGLEMENT ACADEMIEJAAR 2012-2013 INHOUD 1. De plaats van de Masterproef in de opleiding 3 2. Toelatingsvoorwaarden 3 3. Het onderwerp van de masterproef 3 4. Richtlijnen 4.1. Inhoudelijke aspecten 4 4.2. Formele aspecten 5 4.3. Taal 5 5. Begeleiding 5 6. Evaluatie 6 7. Tijdschema 7 8. 0nderzoeksdomeinen 8 2 1. DE PLAATS VAN DE MASTERPROEF IN DE OPLEIDING De masterproef vormt het sluitstuk van de academische masteropleiding. Via de masterproef toont de student/e dat hij/zij de eindcompetenties van de masteropleiding Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen beheerst. Door middel van de masterproef zal de student meer bepaald bewijzen: - een wetenschappelijk onderzoek te kunnen voltooien na een kritische lectuur van wijsgerige en/of moraalwetenschappelijk relevante teksten; al dan niet in combinatie met empirisch onderzoek. - de onderzoeksattitude en de vaardigheden voor een zelfstandig en kritisch onderzoek onder de knie te hebben die nodig zijn voor het samenstellen van een omstandige en originele wetenschappelijke tekst; _ de nodige schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden te bezitten. 2. TOELATINGSVOORWAARDEN - Houders van een academisch bachelordiploma Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen, of een gelijkwaardig verklaard diploma dat toegang verleent tot de master in de Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen, of studenten geslaagd voor het schakel- of voorbereidingsprogramma, kunnen zich inschrijven voor het opleidingsonderdeel/studiedeel ‘Masterproef Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen’; - Studenten die het academisch bachelordiploma Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen nog niet hebben behaald, maar wel reeds geslaagd zijn voor de Bachelorpaper Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen, worden eveneens toegelaten tot het opleidingsonderdeel/studiedeel ‘Masterproef Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen’ (met inachtneming van vigerend examen- en onderwijsreglement, inschrijvingsvereisten) - Inschrijven voor het opleidings-onderdeel/studiedeel ‘Masterproef Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen’ onder een credit- of examencontract is niet mogelijk. 3. HET ONDERWERP VAN DE MASTERPROEF Het onderwerp van de masterproef moet betrekking hebben op een gebied dat in overeenstemming is met het te behalen diploma van Master in de Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen in het algemeen en met de afstudeerrichting in het bijzonder. De student bepaalt het onderwerp in overleg met de promotor. Deze laatste is een lid van het zelfstandig academisch personeel, doctor-assistent of onderwijsprofessor of een ander lid van het academisch personeel dat houder is van de graad van doctor. Onder punt 8 staat een indicatieve lijst met expertises, onderzoeksthema’s en/of interesses van de ZAP-leden die binnen de Vrije Universiteit Brussel in hoofdorde aan de vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen zijn verbonden. 3 4. RICHTLIJNEN 4.1. Inhoudelijke aspecten De masterproef moet een oorspronkelijke bijdrage tot het onderzoeksdomein zijn. Het werk moet persoonlijk en origineel zijn; plagiaat, onder welke vorm ook, wordt ten strengste verboden (zie ook Onderwijs- en examenreglement art. 114). De vakgroep herinnert onder andere aan de regels betreffende de wetenschappelijke deontologie en demarches, zoals uiteengezet in de opleidingsonderdelen ‘Wijsgerige en ethische vaardigheden’ en ‘Werkcollege Logica en Wetenschapsfilosofie’. De masterproef moet een oorspronkelijke bijdrage tot het onderzoeksdomein leveren. De masterproef dient volgende elementen te bevatten: 1. de thematische afbakening van het onderwerp; een beschrijving van benaderingswijze en methodologie; de probleemstelling; de precieze vragen waarop de masterproef een antwoord wil bieden; 2. een kritische status quaestionis van de geselecteerde wetenschappelijke literatuur; 3. een kritisch overzicht van de bronnen die gebruikt worden voor het onderzoek en/of een kritische bespreking van de onderzochte casus; 4. eigen positiebepaling ten aanzien van de problematiek; 5. een argumentatieve structuur; 6. bevindingen weergegeven in een besluit; 7. in geval van empirische onderzoek, een passende analyse van de resultaten; 8. een volledige lijst van de gebruikte bronnen en publicaties een uitgewerkte originele tekst; de masterproef mag een voortzetting van de Bapaper zijn. Art 119 in het Onderwijs- examenreglement stelt “De masterproef wordt zowel schriftelijk als elektronisch ingediend. In het aanvullend facultair examenreglement wordt vastgelegd of samen met de masterproef een samenvatting, in publiceerbare vorm, alsook een beknopte tekst voor opneming in de gangbare lijsten van verhandelingen in de Belgische vaktijdschriften dient te worden afgegeven.” De samenvatting (in het Nederlands en in de taal waarin de masterproef is geschreven) moet uit 500 à 1000 woorden bestaan; de beknopte tekst is een abstract in het Engels die 100 à 150 woorden omvat; daarenboven omschrijf je je masterproef in een aantal trefwoorden, zowel in het Nederlands als in het Engels. Al deze gegevens moeten samen met de masterproef worden ingebonden. 4.2. Formele aspecten * Op het titelblad moeten de volgende elementen voorkomen: - Het logo van de Vrije Universiteit Brussel - Naam student rechtsboven (Voornaam Naam) - Vrije Universiteit Brussel 4 - Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte - Studiegebied Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen - Naam promotor (Voornaam Naam) - Titel - Proeve ingediend voor het behalen van de graad van Master in de Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen, afstudeerrichting : ….. - Academiejaar rechtsonder (2012-2013) * Op het tweede blad vermeld je ook de Engelse titel van je masterproef. * De masterproef omvat ten slotte de volgende plechtige verklaring i.v.m. plagiaatregels die samen met het manuscript wordt ingebonden: Ik verklaar plechtig dat ik de masterproef, (titel), zelf heb geschreven. Ik ben op de hoogte van de regels i.v.m. plagiaat en heb erop toegezien om deze toe te passen in deze masterproef. Datum Naam + handtekening De masterproef telt minimum 30.000 en maximum 45.000 woorden, exclusief bijlagen. Gebruik een standaard lettertype, bv. Times 12 en interlinie 1,5. Van deze minimumgrens kan eventueel worden afgeweken mits akkoord van de promotor. 4.3. Taal De masterproef wordt in het Nederlands geschreven. Na schriftelijk akkoord van de promotor en instemming van de Opleidingsraad mag de masterproef eventueel ook in het Engels of Frans of Duits worden opgesteld. 5. BEGELEIDING De promotor van de masterproef is een lid van het zelfstandig academisch personeel, doctor-assistent of onderwijsprofessor of een ander lid van het academisch personeel dat houder is van de graad van doctor. (art. 115§3 van het examenreglement). De promotor begeleidt de student gedurende alle fases van het onderzoek en superviseert de rapportage van de resultaten van dit onderzoek. Hij/zij zal ondersteuning verlenen i.v.m. de inhoudelijke aspecten van de proef zoals bijvoorbeeld de vraagstelling, de methodologie en de logische en gestructureerde opbouw van de argumenten in de rapportage. Conform het Onderwijs- en Examenreglement, , is artikel 117 ook hier van toepassing: De promotor verplicht zich ertoe om de student regelmatig te begeleiden en de student verplicht zich ertoe om de promotor regelmatig in te lichten over de vorderingen van zijn onderzoek. Bij niet naleving kan de student of de promotor dit schriftelijk aan de Decaan mededelen. De Decaan neemt een beslissing die kan leiden tot verandering van promotor of verzaking van het promotorschap en deelt dit mee aan de faculteitsraad. 5 Drie verplichte begeleidingsmomenten zijn voorzien waarvan de data in overleg met de promotor worden vastgelegd. De eerste samenkomst van de student en zijn/haar gekozen promotor (zie punt 7) is gepland in het begin van het jaar (ten laatste gedurende de maand oktober) en heeft betrekking op de keuze en de afbakening van het thema, en een voorlopige literatuurlijst. Samenkomst twee vindt plaats bij het begin van het tweede semester (ten laatste gedurende de maand maart) waarop een tijdig ingeleverde ontwerptekst wordt besproken. Tijdens een laatste verplichte samenkomst kort na de lentevakantie wordt de verhandeling besproken. De student is verplicht aanwezig op deze begeleidingsmomenten. 6. EVALUATIE Studiepunten De masterproef telt voor 24 SP in de opleiding. Wanneer je een onvoldoende behaalt op je masterproef (dus minder dan 10/20) ben je niet geslaagd voor je masteropleiding. Samenstelling jury De jury wordt samengesteld door de vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen. Deze bestaat uit drie leden die houder zijn van een doctoraat op proefschrift : - De promotor van de masterproef is een lid van het zelfstandig academisch personeel, doctor-assistent of onderwijsprofessor of een ander lid van het academisch personeel dat houder is van de graad van doctor. (art. 115§3 van het examenreglement). - twee commissarissen, in principe lid van het academisch personeel van de Vrije Universiteit Brussel (één commissaris kan aangeduid worden onder deskundigen extern aan de instelling) Procedure De drie juryleden lezen en beoordelen de masterproef onafhankelijk van elkaar, schrijven elk een evaluatieverslag en geven een cijfer op 20. Vervolgens worden de evaluaties besproken tijdens een deliberatie van alle juryleden. De eindevaluatie wordt het gemiddelde van de evaluaties van de drie juryleden. Conform artikel 120 van het Onderwijs- en Examenreglement kan de student(e) op zijn/haar verzoek het eindcijfer vernemen (niet het cijfer dat door elk van de juryleden werd voorgesteld) en kan hij/zij de schriftelijke verslagen inzien of er een kopie van ontvangen en dit minimum vier werkdagen voor het einde van de examenzittijd (de studenten worden per e-mail door het vakgroepssecretariaat op de hoogte gebracht van het behaalde waardecijfer). Op die basis heeft de student het recht over te gaan tot een mondelinge openbare bespreking van zijn/haar masterproef. (zie verder art. 120 van het Onderwijs- en Examenreglement + aanvullend facultair Onderwijs- en Examenreglement, te raadplegen op de facultaire website). 6 Evaluatiecriteria Het eindcijfer zal bepaald worden door de evaluatie van de schriftelijk ingediende masterproef. De jury zal voor de evaluatie van de masterproef met de volgende criteria rekening houden: - Is er een duidelijk geformuleerde probleemstelling? - Wordt de vooropgestelde methodologie gevolgd? - Wordt de drietrapsmethode gevolgd (1. inleiding en probleemstelling; 2. uitwerking en argumentatie; 3. recapitulatie, conclusie)? - Is er een helder en consistent betoog (verwerking van het bronnenmateriaal)? - Wordt een antwoord gegeven op de opgeworpen vragen? - Is de bibliografie accuraat opgebouwd, d.w.z. zijn alle relevante publicaties opgenomen in de studie? - Werden (ook) primaire bronnen geraadpleegd? - Werd het bronnenmateriaal kritisch aangewend? - Worden bronnen altijd aangegeven? - Zijn de referenties volledig? - Is het referentiesysteem inhoudelijk accuraat opgesteld? - Is de bibliografie vormelijk correct opgesteld? - Zijn de voetnoten vormelijk correct opgesteld? - Is het taalgebruik helder, zakelijk, wetenschappelijk en grammaticaal correct? - Levert de masterproef een betekenisvolle bijdrage tot het onderzoeksdomein? - Heeft de masterproef een verzorgde lay-out? - Zijn de documenten ingebonden? 7. TIJDSCHEMA 7. TIJDSCHEMA Datum indienen onderwerp Het onderwerp en de naam van de promotor van je masterproef moet ten laatste op vrijdag 26 oktober 2012 ingediend worden op het secretariaat van de vakgroep op het daartoe voorziene formulier (formulier ter beschikking op de facultaire website http:/www.vub.ac.be/LW). Opgelet: in geval van een bisjaar ben je verplicht het onderwerp en naam van de promotor opnieuw in te dienen, ook wanneer beiden hetzelfde blijft. Bij niet naleving van het tijdschema en/of andere verplichtingen, zoals bepaald in artikel 115 van het centraal en van het aanvullend facultair Onderwijs- en Examenreglement wordt de student gesanctioneerd volgens de bepalingen van artikel 114 van het centraal Onderwijs- en examenreglement. OPGELET Wie voor eind november het onderwerp van de masterproef wil wijzigen of van promotor wil veranderen, moet dit schriftelijk aan de Decaan melden. Dit wordt met redenen omkleed (zie ook Onderwijs- en Examenreglement, art. 115 en 116) 7 Datum indienen masterproef (zie ook art. 118 Onderwijs- en Examenreglement) De masterproef wordt door de student ingediend uitsluitend op het secretariaat van de faculteit (lokaal 403, gebouw C, vijfde verdieping), ten laatste op de datum en uur vermeld op de facultaire website. Het aantal papieren exemplaren dat moet worden ingediend is gelijk aan het aantal leden van de jury + een bijkomend exemplaar bestemd voor de bibliotheek. Tegelijkertijd met de papieren exemplaren moet de student een elektronische versie indienen op een elektronische drager (usbstick of dvd) die naderhand in het bezit blijft van de faculteit. De elektronische versie van de masterproef die de student aflevert moet in MS Word gemaakt of omgezet zijn. Indien een student wegens bijzondere omstandigheden de masterproef niet persoonlijk kan indienen op het faculteitssecretariaat, mag hij/zij na goedkeuring door de decaan de nodige exemplaren per aangetekende zending of via een koerierdienst aan het faculteitssecretariaat bezorgen. De gemotiveerde aanvraag voor deze afwijking moet ten laatste 14 kalenderdagen vóór de uiterste datum van indienen van de masterproef bij de decaan toekomen. Indiendata: -uiterlijk op 17 mei 2013 (eerste zittijd) -uiterlijk op 26 juli 2013 (tweede zittijd) -uiterlijk vóór 1 december (eerste examenperiode van de eerste zittijd, zie art. 5§1 art. 101 en art. 127 van het examenreglement en aanvullend facultair examenreglement) De samenvatting in publiceerbare vorm, alsook een beknopte tekst voor opneming in de gangbare lijsten van verhandelingen in de Belgische vaktijdschriften, wordt mee ingebonden in elk exemplaar van de masterproef na het titelblad. (zie art. 119 aanvullend facultair examenreglement). Bijzondere regeling voor uitgaande Erasmusstudenten Indien de student vertrekt vóór 26 oktober 2012, moet hij vóór zijn vertrek de nodige regelingen treffen om een onderwerp af te bakenen en de promotor te ontmoeten. 8 8. ONDERZOEKSDOMEINEN Dr. Patrick Allo - Filosofie van de informatie - Formele en traditionele kennisleer - Filosofische logica - Filosofie van de logica Prof. dr. Eddy Borms - humanisme, vrijzinnigheid - verlichting - levensbeschouwelijke vakken, in het bijzonder niet-confessionele zedenleer Prof. dr. Gily Coene - ethische vraagstukken op gebied van gender, migratie en multiculturaliteit - ethiek van de (gezondheids)zorg, seksualiteit en reproductieve gezondheid - feministische ethiek/filosofie - humanisme, vrijzinnigheid, humanistiek Dr. Kathleen Coessens - interdisciplinariteit en interculturaliteit: verbanden tussen filosofie, sociologie, antropologie en psychologie, specifiek met betrekking tot - epistemologie (kennissystemen en -overdracht) - materiële cultuur - lichamelijkheid - representatie, semiotiek en epistemologie: - verbanden tussen beeldmateriaal en denken (o.m. cartografie) - metaforen en representatie in wetenschappen - ‘philosophy of education’: - metaonderzoek: analyse van onderzoek over onderwijs en pedagogie Prof. Dr. Steffen Ducheyne - Wetenschapsgeschiedenis - Isaac Newton en het Newtonianisme - Geschiedenis en filosofie van de wetenschappelijke methodologie Prof. Dr. Karen François - (externalistische) filosofie van de wiskunde (politiek, onderwijs, ethnowiskunde, epistemologie) - (mathematical and statistical) literacy - wetenschapsfilosofie (Descartes, Husserl, Latour) Prof. dr. Gustaaf Cornelis - wetenschapsfilosofie (dynamica en demarcatie) - filosofie van de kosmologie 9 - filosofie van de wiskunde - alternatieve geneeswijzen in de diergeneeskunde - popularisering van kennis en wetenschap - geschiedenis van de wetenschappen - persuasieve communicatie - onderwijskunde (leerstijlen) - concrete studie: rationaliteit Prof. dr. Francis Heylighen - complexe systemen - evolutie - cybernetica - zelforganizatie - informatiemaatschappij - cognitie Prof. dr. Sigrid Sterckx - biomedische ethiek (orgaan- en weefseltransplantatie, biobanken, commercialisering van lichaamsmateriaal, stamcellen, ethiek betreffende begin en einde van het leven, ethische aspecten van klinisch onderzoek); - ethiek van intellectuele eigendomsrechten; - 'global ethics' Prof. dr. Johan Stuy Fundamentele ethiek/moraalfilosofie: filosofische funderingen van de ethiek tegen de achtergrond van de moderne, geseculariseerde, en pluralistische maatschappij. Bijzondere thema’s: - De rechtvaardigheid: rechtvaardige sociaal-economische verhoudingen, de verhouding van religieuze, filosofische en morele doctrines tegenover elkaar in de publieke sfeer en tegenover de politieke overheid (staat); de verhouding van de naties in de internationale rechtsorde. - De autonomie in de plichtsethiek en het geluk/goede in de eudemonistische ethiek. - Het kwade: de werkelijkheid van het kwade; het kwade in de geschiedenis (H. Arendt) - Ethiek en systeemtheorie van de moderne maatschappij (J. Habermas, N. Luhmann) - Bio-ethiek: nadruk op filosofische achtergronden van de bio-ethiek (H.T. Engelhardt); genetica en ethiek: preïmplantatie genetische diagnostiek. Prof. dr. Jean Paul Van Bendegem - logica (in het bijzonder: gebruik logica voor ophelderen filosofische problemen, mogelijkheden en beperkingen van formele methoden, historiek van deze topics) - filosofie van de wiskunde (o.a. betekenis van wiskundige concepten en begrippen, het probleem van de oneindigheid, reflecties over het statuut van de wiskunde, reflectie over haar toepassing) - wetenschapsfilosofie (o.a. reflectie over wetenschappelijke theorie, methode en experiment; reflectie over gebruik van natuurkundige concepten; relatie tussen wetenschap en maatschappij) Prof. dr. Jef Van Bellingen - filosofie van de oudheid en de middeleeuwen 10 - Godsdienstgeschiedenis en moderne religiekritiek - rechtsfilosofie - politieke filosofie Prof. dr. Marc Van den Bossche - hermeneutiek en fenomenologie (Heidegger, Gadamer, Merleau-Ponty, Arendt) - pragmatisme (Rorty, Dewey, Shusterman) - levenskunst - filosofie en ethiek van de lichamelijkheid - cultuurfilosofie - interculturaliteit en identiteit Dr. Yoni Van Den Eede - filosofie van de technologie (in het bijzonder Feenberg, Ihde, Hickman, …) - ‘media-ecologie’ en mediatheorie (in het bijzonder McLuhan) - fenomenologie en existentialistische filosofie (in het bijzonder Heidegger) - cultuurfilosofie; met een nadruk op technologie- en mediagerelateerde problemen Prof. dr. Bart Van Kerkhove - wetenschapsfilosofie algemeen - geschiedenis van de wetenschap - filosofische logica - filosofie van de wiskunde - ‘science studies’ Dr. Wim Van Moer - Pragmatisme en religieuze ervaring (James) - Atheïstsiche religiositeit (Apostel) - Filosofie van het humanisme (Fromm) Prof. dr. Karl Verstrynge - auteurstudies: Kierkegaard, Levinas, Baudrillard - existentialisme: Sartre, Camus, Jaspers - media en ethiek - filosofie en ICT (digitalisering, virtualiteit, ‘virtual worlds’) - filosofie van de religie - Duits idealisme: Fichte, Jacobi, Kant - concrete wijsgerige thema’s: Demonie, Verveling, Angst, Verbeelding, Melancholie Prof. dr. Else Walravens - filosofie van de nieuwe tijd (in het bijzonder Descartes, Hume en Kant) - verlichting en humanisme - Intersubjectiviteit - postmodernisme (in het bijzonder Lyotard en Rorty) - existentialisme (in het bijzonder Kierkegaard, Sartre, Beauvoir) 11