academiejaar 2014-2015

advertisement
FACULTEIT DER LETTEREN
EN WIJSBEGEERTE
MASTERPROEF WIJSBEGEERTE EN
MORAALWETENSCHAPPEN
REGLEMENT
ACADEMIEJAAR 2014-2015
INHOUD
1. De plaats van de Masterproef in de opleiding
3
2. Toelatingsvoorwaarden
3
3. Het onderwerp van de masterproef
3
4. Richtlijnen
4.1. Inhoudelijke aspecten
4
4.2. Formele aspecten
5
4.3. Taal
5
5. Begeleiding
5
6. Evaluatie
6
7. Tijdschema
7
8. 0nderzoeksdomeinen
8
2
1. DE PLAATS VAN DE MASTERPROEF IN DE OPLEIDING
De masterproef vormt het sluitstuk van de academische masteropleiding. Via de masterproef
toont de student/e dat hij/zij de eindcompetenties van de masteropleiding Wijsbegeerte en
Moraalwetenschappen beheerst. Door middel van de masterproef zal de student meer bepaald
bewijzen:
- een wetenschappelijk onderzoek te kunnen voltooien na een kritische lectuur van wijsgerige
en/of moraalwetenschappelijk relevante teksten; al dan niet in combinatie met empirisch
onderzoek.
- de onderzoeksattitude en de vaardigheden voor een zelfstandig en kritisch onderzoek onder de
knie te hebben die nodig zijn voor het samenstellen van een omstandige en originele
wetenschappelijke tekst.
- de nodige schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden te bezitten.
2. TOELATINGSVOORWAARDEN
- Houders van een academisch bachelordiploma Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen, of een
gelijkwaardig verklaard diploma dat toegang verleent tot de master in de Wijsbegeerte en
Moraalwetenschappen, of studenten geslaagd voor het schakel- of voorbereidingsprogramma,
kunnen zich inschrijven voor het opleidingsonderdeel/studiedeel ‘Masterproef Wijsbegeerte en
Moraalwetenschappen’;
- Studenten die het academisch bachelordiploma Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen nog niet
hebben behaald, maar wel reeds geslaagd zijn voor de Bachelorpaper Wijsbegeerte en
Moraalwetenschappen, worden eveneens toegelaten tot het opleidings-onderdeel/studiedeel
‘Masterproef Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen’ (met inachtneming van vigerend examenen onderwijsreglement, inschrijvingsvereisten)
- Inschrijven voor het opleidings-onderdeel/studiedeel ‘Masterproef Wijsbegeerte en
Moraalwetenschappen’ onder een credit- of examencontract is niet mogelijk.
3. HET ONDERWERP VAN DE MASTERPROEF
Het onderwerp van de masterproef moet betrekking hebben op een gebied dat in
overeenstemming is met het te behalen diploma van Master in de Wijsbegeerte en
Moraalwetenschappen in het algemeen en met de afstudeerrichting in het bijzonder.
De student bepaalt het onderwerp in overleg met de promotor. Deze laatste is een lid van het
zelfstandig academisch personeel, doctor-assistent of onderwijsprofessor of een ander lid van het
academisch personeel dat houder is van de graad van doctor. Onder punt 8 staat een indicatieve
lijst met expertises, onderzoeksthema’s en/of interesses van de ZAP-leden die binnen de Vrije
Universiteit Brussel in hoofdorde aan de vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen zijn
verbonden.
4. RICHTLIJNEN
3
4.1. Inhoudelijke aspecten
De masterproef moet een oorspronkelijke bijdrage tot het onderzoeksdomein zijn. Het werk moet
persoonlijk en origineel zijn; plagiaat, onder welke vorm ook, is ten strengste verboden (zie ook
Onderwijs- en examenreglement art. 118). De vakgroep herinnert onder andere aan de regels
betreffende de wetenschappelijke deontologie en demarches, zoals uiteengezet in de
opleidingsonderdelen ‘Wijsgerige en ethische vaardigheden’ en ‘Werkcollege Logica en
Wetenschapsfilosofie’.
De masterproef moet een oorspronkelijke bijdrage tot het onderzoeksdomein leveren. De
masterproef dient volgende elementen te bevatten:
1. de thematische afbakening van het onderwerp; een beschrijving van benaderingswijze
en methodologie; de probleemstelling; de precieze vragen waarop de masterproef een antwoord
wil bieden;
2. een kritische status quaestionis van de geselecteerde wetenschappelijke literatuur;
3. een kritisch overzicht van de bronnen die gebruikt worden voor het onderzoek en/of
een kritische bespreking van de onderzochte casus;
4. eigen positiebepaling ten aanzien van de problematiek;
5. een argumentatieve structuur;
6. bevindingen weergegeven in een besluit;
7. in geval van empirische onderzoek, een passende analyse van de resultaten;
8. een volledige lijst van de gebruikte bronnen en publicaties
een uitgewerkte originele tekst; de masterproef mag een voortzetting van de Ba-paper zijn.
Art. 122 in het Onderwijs- examenreglement stelt “De masterproef wordt zowel schriftelijk als
elektronisch ingediend. In het aanvullend facultair examenreglement wordt vastgelegd of samen
met de masterproef een samenvatting, in publiceerbare vorm, alsook een beknopte tekst voor
opneming in de gangbare lijsten van verhandelingen in de Belgische vaktijdschriften dient te
worden afgegeven.”
De samenvatting (in het Nederlands en in de taal waarin de masterproef is geschreven) moet uit
500 à 1000 woorden bestaan; de beknopte tekst is een abstract in het Engels die 100 à 150
woorden omvat; daarenboven omschrijf je je masterproef in een aantal trefwoorden, zowel in het
Nederlands als in het Engels. Al deze gegevens moeten samen met de masterproef worden
ingebonden.
4.2. Formele aspecten
* Op het titelblad moeten de volgende elementen voorkomen:
- Het logo van de Vrije Universiteit Brussel
- Naam student rechtsboven (Voornaam Naam)
- Vrije Universiteit Brussel
- Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte
- Studiegebied Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen
- Naam promotor (Voornaam Naam)
4
- Titel
- Proeve ingediend voor het behalen van de graad van Master in de Wijsbegeerte en
Moraalwetenschappen, afstudeerrichting : …..
- Academiejaar rechtsonder (2014-2015)
* Op het tweede blad vermeld je ook de Engelse titel van je masterproef.
* De masterproef omvat ten slotte de volgende plechtige verklaring i.v.m. plagiaatregels
die samen met het manuscript wordt ingebonden:
Ik verklaar plechtig dat ik de masterproef, (titel), zelf heb geschreven.
Ik ben op de hoogte van de regels i.v.m. plagiaat en heb erop toegezien om deze toe te
passen in deze masterproef.
Datum
Naam + handtekening
De masterproef telt minimum 30.000 en maximum 45.000 woorden, exclusief bijlagen. Gebruik
een standaard lettertype, bv. Times 12 en interlinie 1,5. Van deze minimumgrens kan eventueel
worden afgeweken mits akkoord van de promotor.
4.3. Taal
De masterproef wordt in het Nederlands geschreven. Na schriftelijk akkoord van de promotor en
instemming van de Opleidingsraad mag de masterproef eventueel ook in het Engels of Frans of
Duits worden opgesteld.
5. BEGELEIDING
De promotor van de masterproef is een lid van het zelfstandig academisch personeel, doctorassistent of onderwijsprofessor of een ander lid van het academisch personeel dat houder is van
de graad van doctor. (art. 120§3 van het examenreglement). De promotor begeleidt de student
gedurende alle fases van het onderzoek en superviseert de rapportage van de resultaten van dit
onderzoek. Hij/zij zal ondersteuning verlenen i.v.m. de inhoudelijke aspecten van de proef zoals
bijvoorbeeld de vraagstelling, de methodologie en de logische en gestructureerde opbouw van de
argumenten in de rapportage.
Conform het Onderwijs- en Examenreglement, is artikel 122 ook hier van toepassing:
De promotor verplicht zich ertoe om de student regelmatig te begeleiden en de student verplicht
zich ertoe om de promotor regelmatig in te lichten over de vorderingen van zijn onderzoek. Bij
niet naleving kan de student of de promotor dit schriftelijk aan de Decaan mededelen. De
Decaan neemt een beslissing die kan leiden tot verandering van promotor of verzaking van het
promotorschap en deelt dit mee aan de faculteitsraad.
Drie verplichte begeleidingsmomenten zijn voorzien waarvan de data in overleg met de promotor
worden vastgelegd. De eerste samenkomst van de student en zijn/haar gekozen promotor (zie
5
punt 7) is gepland in het begin van het jaar (ten laatste gedurende de maand oktober) en heeft
betrekking op de keuze en de afbakening van het thema, en een voorlopige literatuurlijst.
Samenkomst twee vindt plaats bij het begin van het tweede semester (ten laatste gedurende de
maand maart) waarop een tijdig ingeleverde ontwerptekst wordt besproken. Tijdens een laatste
verplichte samenkomst kort na de lentevakantie wordt de verhandeling besproken. De student is
verplicht aanwezig op deze begeleidingsmomenten.
6. EVALUATIE
Studiepunten
De masterproef telt voor 24 ECTS in de opleiding. Wanneer je een onvoldoende behaalt op je
masterproef (dus minder dan 10/20) ben je niet geslaagd voor je masteropleiding.
Samenstelling jury
De jury wordt samengesteld door de vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen. Deze
bestaat uit drie leden die houder zijn van een doctoraat op proefschrift :
- De promotor van de masterproef is een lid van het ZAP, doctor-assistent of
onderwijsprofessor of een ander lid van het academisch personeel dat houder is van de graad van
doctor. (art. 120§3 van het examenreglement).
- twee commissarissen, in principe lid van het academisch personeel van de Vrije
Universiteit Brussel (één commissaris kan aangeduid worden onder deskundigen extern aan de
instelling).
Procedure
De drie juryleden lezen en beoordelen de masterproef onafhankelijk van elkaar, schrijven elk een
evaluatieverslag en geven een cijfer op 20. Vervolgens worden de evaluaties besproken tijdens
een deliberatie van alle juryleden. De eindevaluatie wordt het gemiddelde van de evaluaties van
de drie juryleden.
Conform artikel 125 van het Onderwijs- en Examenreglement kan de student(e) op zijn/haar
verzoek het eindcijfer vernemen (niet het cijfer dat door elk van de juryleden werd voorgesteld)
en kan hij/zij de schriftelijke verslagen inzien of er een kopie van ontvangen en dit minimum vier
werkdagen voor het einde van de examenzittijd (de studenten worden per e-mail door het
vakgroepssecretariaat op de hoogte gebracht van het behaalde waardecijfer).
Op die basis heeft de student het recht over te gaan tot een mondelinge openbare bespreking van
zijn/haar masterproef. (zie verder art. 125 van het Onderwijs- en Examenreglement + aanvullend
facultair Onderwijs- en Examenreglement, te raadplegen op de facultaire website).
Evaluatiecriteria
Het eindcijfer zal bepaald worden door de evaluatie van de schriftelijk ingediende masterproef.
De jury zal voor de evaluatie van de masterproef met de volgende criteria rekening houden:
6
- Is er een duidelijk geformuleerde probleemstelling?
- Wordt de vooropgestelde methodologie gevolgd?
- Wordt de drietrapsmethode gevolgd (1. inleiding en probleemstelling; 2. uitwerking en
argumentatie; 3. recapitulatie, conclusie)?
- Is er een helder en consistent betoog (verwerking van het bronnenmateriaal)?
- Wordt een antwoord gegeven op de opgeworpen vragen?
- Is de bibliografie accuraat opgebouwd, d.w.z. zijn alle relevante publicaties opgenomen in de
studie?
- Werden (ook) primaire bronnen geraadpleegd?
- Werd het bronnenmateriaal kritisch aangewend?
- Worden bronnen altijd aangegeven?
- Zijn de referenties volledig?
- Is het referentiesysteem inhoudelijk accuraat opgesteld?
- Is de bibliografie vormelijk correct opgesteld?
- Zijn de voetnoten vormelijk correct opgesteld?
- Is het taalgebruik helder, zakelijk, wetenschappelijk en grammaticaal correct?
- Levert de masterproef een betekenisvolle bijdrage tot het onderzoeksdomein?
- Heeft de masterproef een verzorgde lay-out?
- Zijn de documenten ingebonden?
7. TIJDSCHEMA
Datum indienen onderwerp
Het onderwerp en de naam van de promotor van je masterproef moet ten laatste 31/10/2014
ingediend worden op het secretariaat van de vakgroep op het daartoe voorziene formulier
(formulier ter beschikking op de facultaire website http:/www.vub.ac.be/LW).
Opgelet: in geval van een bisjaar ben je verplicht het onderwerp en naam van de promotor
opnieuw in te dienen, ook wanneer beiden hetzelfde blijft.
Bij niet naleving van het tijdschema en/of andere verplichtingen, zoals bepaald in artikel 120 van
het centraal en van het aanvullend facultair Onderwijs- en Examenreglement wordt de student
gesanctioneerd volgens de bepalingen van artikel 118 van het centraal Onderwijs- en
examenreglement.
OPGELET
Wie voor eind november het onderwerp van de masterproef wil wijzigen of van promotor wil
veranderen, moet dit schriftelijk aan de Decaan melden. Dit wordt met redenen omkleed (zie ook
Onderwijs- en Examenreglement, art. 120 en 121)
Datum indienen masterproef (zie ook art. 120 Onderwijs- en Examenreglement)
De masterproef wordt door de student ingediend uitsluitend op het secretariaat van de vakgroep
(lokaal 404, gebouw B, vijfde verdieping), ten laatste op de datum en uur vermeld op de
facultaire website.
Het aantal papieren exemplaren dat moet worden ingediend is gelijk aan het aantal leden van de
jury + een bijkomend exemplaar bestemd voor de bibliotheek. Tegelijkertijd met de papieren
7
exemplaren moet de student een elektronische versie indienen op een elektronische drager (usbstick of dvd) die naderhand in het bezit blijft van de faculteit. De elektronische versie van de
masterproef die de student aflevert moet in MS Word gemaakt of omgezet zijn.
Indien een student wegens bijzondere omstandigheden de masterproef niet persoonlijk kan
indienen op het vakgroepsecretariaat, mag hij/zij na goedkeuring door de decaan de nodige
exemplaren per aangetekende zending of via een koerierdienst aan het vakgroepsecretariaat
bezorgen.
De gemotiveerde aanvraag voor deze afwijking moet ten laatste 14 kalenderdagen vóór de
uiterste datum van indienen van de masterproef bij de decaan toekomen.
Indiendata:
- ten laatste op 28/11/2014 (eerste zittijd, eerste periode)
- ten laatste op 08/05/2015 (eerste zittijd, tweede periode)
- ten laatste op 22/07/2015 (tweede zittijd)
De samenvatting in publiceerbare vorm, alsook een beknopte tekst voor opneming in de
gangbare lijsten van verhandelingen in de Belgische vaktijdschriften, wordt mee ingebonden in
elk exemplaar van de masterproef na het titelblad. (zie art. 124 aanvullend facultair
examenreglement).
Bijzondere regeling voor uitgaande Erasmusstudenten
Indien de student vertrekt vóór 01 november 2014, moet hij vóór zijn vertrek de nodige
regelingen treffen om een onderwerp af te bakenen en de promotor te ontmoeten.
8
8. ONDERZOEKSDOMEINEN
Prof. dr. Emiliano Acosta
- Verlichting
- uitsluitingsmechanismen in kosmopolitische theorieën
- logica van identiteit en van differentie (of dissensus) in theorieën over erkenning
- Kants transcendentale filosofie
- Duits idealisme (Schiller, Fichte, Schelling en Hegel)
- staats- en rechtstheorieën in de filosofie van de Nieuwe Tijd (van Spinoza tot Hegel)
- hedendaagse politieke filosofie (Balibar, Negri, Agamben, Laclau)
- filosofie van de geschiedenis
Dr. Patrick Allo
- filosofie van de informatie
- formele en traditionele kennisleer
- filosofische logica
- filosofie van de logica
Prof. dr. Eddy Borms
- humanisme, vrijzinnigheid
- Verlichting
- levensbeschouwelijke vakken, in het bijzonder niet-confessionele zedenleer
Prof. dr. Gily Coene
feministische filosofie, gender en diversiteit, vrouwelijke denkers (bijv. H. Arendt, M.
Nussbaum, J. Butler, S. De Beauvoir, S. Harding, C. Gilligan, S. Benhabib)
- filosofie en ethiek van de seksualiteit, zorgethiek
- praktische filosofie mbt. zingeving, het goede leven, levensbeschouwing en humanisme
- normatieve en empirische ethiek, ethische vraagstukken en theorievorming mbt
globalisering, migratie, burgerschap, diversiteit, sociale rechtvaardigheid, mensenrechten
en secularisme
-
Dr. Kathleen Coessens
- interdisciplinariteit en interculturaliteit: verbanden tussen filosofie, sociologie,
antropologie en psychologie, specifiek met betrekking tot
- epistemologie (kennissystemen en -overdracht)
- materiële cultuur
- lichamelijkheid
- representatie, semiotiek en epistemologie:
- verbanden tussen beeldmateriaal en denken (o.m. cartografie)
- metaforen en representatie in wetenschappen
- ‘philosophy of education’:
- metaonderzoek: analyse van onderzoek over onderwijs en pedagogie
Prof. dr. Gustaaf Cornelis
- wetenschapsfilosofie (dynamica en demarcatie)
9
- wetenschapsethiek
- filosofie van de kosmologie
- geschiedenis van de wetenschappen, in het bijzonder astronomie
- alternatieve geneeswijzen in de diergeneeskunde (skeptische studie)
- wetenschapscommunicatie
- popularisering van kennis en wetenschap
- onderwijskunde (leerstijlen)
Prof. dr. Steffen Ducheyne
- wetenschapsgeschiedenis
- Isaac Newton en het Newtonianisme
- geschiedenis en filosofie van de wetenschappelijke methodologie
- wetenschappelijke modellen en representatie
Prof. dr. Karen François
- (externalistische) filosofie van de wiskunde (politiek, onderwijs, ethnowiskunde,
epistemologie)
- (mathematical and statistical) literacy
- wetenschap en maatschappij
- wetenschap en gender
- wetenschapsfilosofie (Descartes, Husserl, Latour)
- fenomenologie
Prof. dr. Francis Heylighen
- complexe systemen
- evolutie
- cybernetica
- zelforganizatie
- informatiemaatschappij
- cognitie
Prof. dr. Sonja Lavaert
- moderne politieke filosofie – thema’s: vrijheid/verschil en gelijkheid/menselijke natuur;
politieke ehtiek en ontologie; conflict en schijn/verbeelding; veelheid/menigte en volk;
democratie en religie/atheïsme; taalpraktijk, Radicale Verlichting, democratie en revolutie
(Machiavelli, van den Enden, Koerbagh, Spinoza, Kant); Dialektik der Aufklärung en
Verlichting
- actuele politieke filosofie – thema’s: idem + biopolitiek; uitsluiting/insluiting; operaismo;
postfordisme (Arendt, Althusser, Foucault, Castoriadis, Negri, Agamben, Virno)
- (politieke) filosofie in literatuur (Dante, Pasolini, Primo Levi)
- filosofie van kunst – thema’s: perspectief; tijd (idem + Merleau-Ponty, Adorno)
10
- filosofie van taal – thema’s: taalpraktijk en macht; transindividualiteit; vertalen en
alteriteit (idem + van Arnauld tot Chomsky)
Prof. dr. Sigrid Sterckx
- biomedische ethiek (orgaan- en weefseltransplantatie, biobanken, commercialisering van
lichaamsmateriaal, stamcellen, ethiek betreffende begin en einde van het leven, ethische
aspecten van klinisch onderzoek);
- ethiek van intellectuele eigendomsrechten;
- 'global ethics'
Prof. dr. Johan Stuy
Fundamentele ethiek/moraalfilosofie: filosofische funderingen van de ethiek tegen de
achtergrond van de moderne, geseculariseerde, en pluralistische maatschappij.
Voorbeelden bijzondere thema’s:
- de rechtvaardigheid: rechtvaardige sociaal-economische verhoudingen, de verhouding van
religieuze, filosofische en morele doctrines tegenover elkaar in de publieke sfeer en
tegenover de politieke overheid (staat).
- de autonomie in de plichtsethiek en het geluk/goede in de eudemonistische ethiek.
- het kwade: de werkelijkheid van het kwade; het kwade in de geschiedenis (H. Arendt)
- ethiek en systeemtheorie van de moderne maatschappij (J. Habermas, N. Luhmann)
- bio-ethiek: nadruk op filosofische achtergronden van de bio-ethiek (H.T. Engelhardt, H.
Jonas); genetica en ethiek: preïmplantatie genetische diagnostiek.
Prof. dr. Jean Paul Van Bendegem
- logica (in het bijzonder: gebruik logica voor ophelderen filosofische problemen,
mogelijkheden en beperkingen van formele methoden, historiek van deze topics)
- filosofie van de wiskunde (o.a. betekenis van wiskundige concepten en begrippen, het
probleem van de oneindigheid, reflecties over het statuut van de wiskunde, reflectie over
haar toepassing)
- wetenschapsfilosofie (o.a. reflectie over wetenschappelijke theorie, methode en
experiment;
reflectie over gebruik van natuurkundige concepten; relatie tussen wetenschap en
maatschappij)
Prof. dr. Jef Van Bellingen
- filosofie van de oudheid en de middeleeuwen
- godsdienstgeschiedenis en moderne religiekritiek
- rechtsfilosofie
- politieke filosofie
Prof. dr. Marc Van den Bossche
- hermeneutiek en fenomenologie (Heidegger, Gadamer, Merleau-Ponty, Arendt)
- pragmatisme (Rorty, Dewey, Shusterman)
- levenskunst
- filosofie en ethiek van de lichamelijkheid
- cultuurfilosofie
11
- interculturaliteit en identiteit
Dr. Yoni Van Den Eede
- filosofie van de technologie (in het bijzonder Feenberg, Ihde, Hickman, …)
- ‘media-ecologie’ en mediatheorie (in het bijzonder McLuhan)
- fenomenologie en existentialistische filosofie (in het bijzonder Heidegger)
- cultuurfilosofie; met een nadruk op technologie- en mediagerelateerde problemen
Prof. dr. Bart Van Kerkhove
- wetenschapsfilosofie algemeen
- geschiedenis van de wetenschap
- filosofische logica
- filosofie van de wiskunde
- ‘science studies’
Dr. Wim Van Moer
- filosofie en kritiek van de religie: in het bijzonder atheïstische religiositeit,
- geschiedenis en filosofie van het atheïsme: de radicale denkers van de Verlichting
(Meslier, Maréchal...) en hedendaagse denkers (Dawkins, Dennett, Harris, Hitchens...),
- klassiek pragmatisme: in het bijzonder William James en diens denken over religie,
humanisme en anarchisme.
Prof. dr. Karl Verstrynge
- auteurstudies: Kierkegaard, Levinas, Baudrillard
- existentialisme: Sartre, Camus, Jaspers
- media en ethiek
- filosofie en ICT (digitalisering, virtualiteit, ‘virtual worlds’)
- filosofie van de religie
- Duits idealisme: Fichte, Jacobi, Kant
- concrete wijsgerige thema’s: Demonie, Verveling, Angst, Verbeelding, Melancholie
12
Download