April 2009 – Nr. 2425 – 82ste jaargang INGBulletin KWARTAALBLAD ING BELGIË NV Natuurlijke selectie op de financiële markten De financiële markten vieren het Darwinjaar op geheel eigen wijze door ons een staaltje van “natuurlijke selectie” te geven. Welke activaklassen zullen in 2009 het best tegen de crisis bestand zijn? In een goed gediversifieerde portefeuille lijken Amerikaanse aandelen, de sectoren farma, energie, telecom en informatietechnologie en ook “investment grade”-obligaties, de grootste overlevingskansen te hebben. Dit jaar is het tweehonderd jaar geleden dat op 12 februari 1809 de Engelse natuuronderzoeker Charles Darwin geboren werd, aan wie we een van de grootste werken van de moderne wetenschap te danken hebben: “The Origin of Species” (De oorsprong der soorten). Hoewel zijn theorie over de evolutie door natuurlijke selectie door enkele verlichte geesten wordt betwist, was de bijdrage ervan tot de wetenschap essentieel. Dankzij deze theorie konden de wetenschappers immers de “stamboom” van tal van soorten hertekenen, waaronder die van de mens, en bovendien de mechanismen van natuurlijke selectie en aanpassing van de soorten aan de veranderingen in hun omgeving begrijpen. Maar de draagwijdte van Darwins werk gaat veel verder dan de biologie en is in zekere mate ook van toepassing op menswetenschappen zoals economie. We kunnen namelijk stellen dat de evolutie van onze economische organisatie iets “darwinistisch” heeft, in die zin dat uit de “oorspronkelijke economische voedingsbodem” twee grote denkrichtingen zijn ontstaan – het socialisme en het kapitalisme – en dat door natuurlijke selectie alleen de laatste kon overleven. Daarna heeft het triomferende kapitalisme echter nog tal van crisissen doorstaan die telkens tot nieuwe evoluties leidden, onder meer op het gebied van regelgeving. Maar dit zonder dat het voortbestaan van het betrokken systeem ooit werd bedreigd. Ook al is de crisis die we nu meemaken vanuit economisch standpunt een van de ergste naoorlogse crisissen en vanuit financieel standpunt een van de zwaarste in de geschiedenis, toch zal de “erfelijkheidsband” die ons met het kapitalisme verbindt, daardoor waarschijnlijk niet worden verbroken. De evolutie die de crisis zal teweegbrengen, zal zonder voorgaande zijn. De mentaliteit verandert trouwens snel. Zelfs de aanhangers van een zuiver en hard liberalisme zijn vandaag van oordeel dat zware staatstussenkomsten noodzakelijk zijn om de crisis een halt toe te roepen. Grootindustriëlen die vroeger zo vlug klaarstonden om hun onafhankelijkheid te verdedigen, smeken vandaag om geld van de belastingbetaler om het voortbestaan van hun ondernemingen veilig te stellen. W WW.ING.BE We kunnen dus stellen dat er in de economische en financiële geschiedenis voortaan een «vóór» en een «na» 2008 zal zijn. Maar hoe dramatisch de veranderingen ook zullen zijn, moeten we uiteindelijk niet tevreden zijn dat ons economische systeem flexibel genoeg is om nog over een «na» te kunnen spreken? De kracht van ons systeem ligt in het feit dat het, naar het voorbeeld van het menselijk wezen, in staat is om zichzelf voortdurend heruit te vinden om het hoofd te bieden aan de veranderingen in zijn omgeving ... die het soms zelf heeft teweeggebracht. Kind niet met badwater weggooien We moeten dan ook absoluut blijven vertrouwen op de veerkracht van ons economische systeem. Zelfs als het mank loopt, moeten we er voor oppassen het kind niet met het badwater weg te gooien, zoals bepaalde zogezegd verstandige waarnemers geneigd waren te doen, om profiterend van de crisis brandhout te maken van het financiële kapitalisme. 2 Aanpassingen, onder meer op het gebied van regelgeving, mogen dan al noodzakelijk zijn, toch moeten we vermijden simplistische conclusies te trekken en een gespleten kijk te hebben, met aan de ene kant “de sympathieke, brave werknemers die als een goede huisvader sparen” en aan de andere kant “de door hebzucht gedreven boosaardige bankiers en beleggers”. En waar het vroeger in was om de banken te bekritiseren omdat ze “alleen maar aan de rijken wilden lenen”, worden ze er vandaag van beschuldigd “aan de armen te lenen” om er zelf rijk van te worden. De prestatiedrang heeft in de bankwereld zeker tot excessen geleid, maar hebben we daar niet allemaal aan meegeholpen door de beste vergoeding voor ons spaargeld of hoge dividenden op onze participaties te eisen? Lijden we niet aan een zekere vorm van schizofrenie door onszelf de kwellingen op te leggen waarover we ons beklagen? Zijn we voor het rendement van onze beleggingen of de vergoeding van ons spaargeld, niet een van de meest elementaire financiële principes uit het oog verloren: “there’s no such a thing as a free lunch”? We willen hier niet het winstbejag bekritiseren, dat is immers inherent aan de economie, want zonder winstbejag, geen projecten, geen investeringen meer ... met onvermijdelijk een algemene verarming tot gevolg. Het principe van de onzichtbare hand van Adam Smith stelt dat “handelingen die worden ingegeven door eigenbelang meer bijdragen ING Bulletin ING België nv April 2009 tot de rijkdom en het algemeen welzijn dan handelingen die als menslievend of deugdzaam worden beschouwd”. De ontwikkeling van de financiële markten wereldwijd heeft meer welzijn gecreëerd dan dat ze schade heeft berokkend. Profijt halen uit deze investeringen is niet immoreler dan profijt halen uit zijn werk. De onmisbare belegger Net zoals ondernemers, zijn beleggers economische actoren die voor het gemeenschappelijke welzijn onmisbaar zijn. Ze zijn trouwens met elkaar vervlochten want zonder ondernemers zouden er geen beleggingsopportuniteiten zijn, terwijl zonder beleggers tal van bedrijven nooit het daglicht zouden zien, bij gebrek aan financiering. Beroep doen op de beurs en de beleggers zorgt er ook voor dat ondernemingen hun ontwikkeling flexibel en goedkoop kunnen financieren, door aandelen of obligaties uit te geven. In ruil daarvoor worden beleggers met een coupon of dividend vergoed voor het risico dat ze lopen. Dat is uiteraard niet nieuw, het is het abc van de belegger. Maar in deze woelige tijden is het zinvol enkele fundamentele principes in herinnering te brengen. Aan de crisis die we nu doormaken, heeft meer dan één belegger zijn vingers verbrand. Ze hebben zich afgekeerd van activa die ze risicovol achten, ten gunste van veiliger activaklassen, zoals deposito’s en staatsobligaties. In 2008 bleek deze strategie te lonen gezien aandelenmarkten wereldwijd zowat 40% moesten prijsgeven en Europese staatsobligaties goed waren voor een prestatie van 6,6%, terwijl het gemiddelde rendement van de meeste spaarrekeningen in België op meer dan 4% uitkwam. Deposito’s en staatsobligaties mogen in 2008 dan al dankzij de vrij hoge nominale rente afgetekend gewonnen hebben, in 2009 zullen deze activaklassen waarschijnlijk veel minder aantrekkelijk zijn door de vele monetaire versoepelingen van de centrale banken. Welke strategie? Door de instorting van de vergoeding op deposito’s zullen beleggers om hun rendementsdoel te halen, verplicht zijn meer risico’s te nemen. Het is echter niet de bedoeling om de waaghals uit te hangen maar wel om zich op de economische fundamentals te concentreren zodat activa met de beste rendementsvooruitzichten worden opgespoord, rekening houdend met het reële gelopen risico. In deze fase van de economische cyclus en ondanks de recessie waarin we ons bevinden, zijn wij bij ING Investment Management van mening dat de huidige situatie paradoxaal genoeg opportuniteiten biedt voor beleggers met een beleggingshorizon van minstens 12 maanden, en dat zowel voor aandelen als voor obligaties. Omdat de gulden regel om te diversifiëren uiteraard van toepassing blijft, bevelen wij beleggers momenteel aan om in hun portefeuille een evenwicht tussen aandelen en obligaties te behouden. 2009 dreigt zowel economisch als financieel een moeilijk jaar te worden, en ook al denken we dat een remake van de depressie van 1929 weinig waarschijnlijk is, toch zijn we ervan overtuigd dat we op een “Grote Recessie” afstevenen. Dat betekent concreet dat in 2009 het merendeel van de ontwikkelde economieën waarschijnlijk met een negatieve bbp-groei zal kampen. Vermoedelijk zal de groei van de wereldeconomie positief blijven dankzij de veerkracht van de groeilanden die vandaag goed zijn voor meer dan 30% van het wereldwijde bbp en dit jaar waarschijnlijk op een groeiritme van 3% zullen uitkomen. In dit moeilijke economische klimaat is het dus beter voorzichtig te blijven en zich niet te laten afleiden door de vaak irrationele marktbewegingen maar daarentegen op de fundamentals te focussen. Ook al blijft de economische groei een goede indicator voor de gezondheid van een land, toch is het niet het enige element om de aantrekkingskracht van een land op beleggers te beoordelen, vooral ook omdat economische groei niet altijd samengaat met goed bestuur en goede beursprestaties. VS blijven aantrekkelijk In zijn laatste rapport1 over het concurrentievermogen van verschillende landen was het World Economic Forum van oordeel dat de Verenigde Staten ondanks de verwachte krimp van het bpp, nog altijd het aantrekkelijkste zaken- en beleggingsklimaat hebben, en dat op een totaal van 134 deelnemende landen. Wij delen die overtuiging aangezien we de Verenigde Staten in onze aandelenportefeuilles ten koste van Europa overwegen, terwijl we tegenover de groeilanden en Japan neutraal blijven. Dit kan tegenstrijdig lijken, omdat de crisis waarmee we momenteel te kampen hebben in de Verenigde Staten is ontstaan. Maar vanuit fundamenteel oogpunt hebben ze de beste troeven in handen om de “Grote Recessie” het hoofd te bieden. En als “kers op de taart” zullen de Europese beleggers dit jaar waarschijnlijk op een versterking van de dollar tegenover de euro kunnen rekenen. Het valt niet te ontkennen dat de Verenigde Staten een moeilijke periode doormaken en ook te lijden hebben onder een zware identiteitscrisis in een multipolair geworden wereld. Het beeld van de compleet in verval geraakte Amerikaanse maatschappij dat door sommige media wordt opgehangen, is echter karikaturaal en intellectueel oneerlijk. 2009 dreigt zowel economisch als financieel een moeilijk jaar te worden De Verenigde Staten zijn immers niet de onttroonde grootmacht die ten prooi is aan een onontkoombaar economisch en moreel verval, zoals sommigen beweren. Ondanks het toenemende belang van de groeilanden in de wereldeconomie blijven de Verenigde Staten met voorsprong de eerste economie van de wereld, met een bbp dat voor 2008 op 14.334 miljard dollar is geraamd (bron: IMF 2008) en een modeldemocratie die naties over de hele wereld inspireert. De Verenigde Staten blijven een uitgesproken toekomstgericht land dat niet op zijn vergane glorie blijft teren. Het belang van de investeringen in research, development en opvoeding is daarvan een mooi voorbeeld. Het land van Uncle Sam is in zijn eentje goed voor meer dan 40% van de researchen developmentinvesteringen wereldwijd, terwijl drie vierde van de nog levende Nobelprijswinnaars er werkt. Qua opvoeding vinden we in de Verenigde Staten zes van de tien beste universiteiten ter wereld2 en sinds 2000 hebben ze meer Nobelprijswinnaars voor wetenschappen “voortgebracht” dan alle andere landen samen. 3 En de Amerikanen staan er ook om bekend niet op hun lauweren te rusten maar productief te blijven, wat nogmaals blijkt uit het laatste rapport van de Wereldarbeidsorganisatie. Dat komt tot de slotsom dat de Verenigde Staten wereldkampioen blijven qua productiviteit van de werknemers en dat de kloof met de rest van de wereld almaar groter wordt. De Amerikaanse economie trekt ook profijt van haar efficiënte financiële markt en vooral van de ontwikkeling van NYSE Euronext, die is uitgegroeid tot de grootste en vooral meest liquide beurs ter wereld3. ING Bulletin ING België nv April 2009 Dat is zeker niet onbelangrijk omdat liquiditeit een absolute noodzaak is voor de goede werking van de financiële markten en helaas de neiging heeft om af te nemen in een crisisperiode zoals nu. De uitstekende liquiditeit van de Amerikaanse finan­ciële markten verleent hen een defensief karakter dat beleggers en ondernemers bijzonder op prijs stellen. Op NYSE Euronext zijn trouwens meer dan 3.900 vennootschappen genoteerd, goed voor een totale kapitalisatie van 30.000 miljard dollar en een transactievolume van 140 miljard dollar per dag. De kwaliteit van de Amerikaanse financiële markten wordt trouwens erkend door beleggers overal ter wereld die er niet voor terugdeinzen in deze markten te investeren, rekening houdend met het vrij beschermende juridische kader en de politieke stabiliteit van de Verenigde Staten. Voorbeeldige flexibiliteit De houding van de overheid en de economische actoren tegenover de huidige crisis bracht trouwens nog een ander essentieel kenmerk van de Amerikaanse maatschappij aan het licht: haar flexibiliteit. Die verleent de Amerikaanse markt ook een defensief karakter, want het voortbestaan van de economische actoren hangt in crisistijd vaak af van de snelheid waarmee ze zich aan wijzigingen in hun omgeving aanpassen. In dat opzicht vormt de houding van de Amerikaanse economische actoren (ondernemingen, centrale bank, regering, consumenten ...) tegenover de crisis een schoolvoorbeeld. 4 Dankzij een soepele sociale wetgeving en een flexibelere arbeidsmarkt kunnen Amerikaanse onderne- mingen hun loonmassa sneller aan de evolutie van hun activiteiten aanpassen. De link tussen werkgelegenheid en economische activiteit mag dan wel een algemeen fenomeen zijn dat vanaf de jaren zestig door Arthur Okun4 in het licht werd gesteld, de correlatie tussen beide variabelen is in de Verenigde Staten groter dan in Europa. De werkgelegenheidsdynamiek is in de Verenigde Staten en in de eurozone ietwat verschillend5 (zie grafiek 1), omdat we vaststellen dat de Amerikaanse werkgelegenheidscyclus de activiteitencyclus op de voet volgt (correlatie van 0,75) terwijl deze correlatie in de eurozone minder uitgesproken is. Dat verklaart waarom het Amerikaanse werkloosheidspercentage in één jaar al met 2,7% is gestegen, terwijl het in Europa maar met 0,7% is toegenomen. Dat is geen reden tot vreugde voor de Europeanen. De stroefheid van onze arbeidsmarkt en het frequentere beroep op tijdelijke werkloosheid stelden ons wel in staat om de sociale impact van de crisis af te remmen, maar de recessiekrachten zijn zo sterk dat het banenverlies in 2009 sneller zal gaan. En zelfs al kan de decorrelatie van onze arbeidsmarkt positief lijken bij een conjunctuurvertraging, wanneer de eerste tekenen van herstel opduiken, is dit eerder een handicap. Globaal genomen wordt het concurrentievermogen van de Amerikaanse ondernemingen, en dus hun aantrekkingskracht op potentiële beleggers, versterkt doordat ze hun kostenstructuur (loonmassa, voorraden, lasten ...) sneller aan het economische klimaat kunnen aanpassen. Grafiek 1: werkgelegenheidscyclus in de VS en Europa USA 6% 3,5% EUROZONE 3,5% 6% 3,0% 5% 2,5% 2,0% 4% 1,5% 3% 1,0% 0,5% 2% 0,0% -0,5% 1% -1,0% 0% 1997 1999 2001 2003 2005 2007 -1,5% 2009 Feb-96Feb-97Feb-98Feb-99Feb-00Feb-01Feb-02Feb-03Feb-04Feb-05Feb-06Feb-07Feb-08Feb-09 BBP (YoY - linkerschaal) Bron: Thomson Datastream – ING Investment Management ING Bulletin ING België nv April 2009 werkgelegenheid 3,0% 5% 2,5% 2,0% 4% 1,5% 1,0% 3% 0,5% 2% 0,0% -0,5% 1% -1,0% 0% 1997 1999 2001 2003 BBP (YoY - linkerschaal) 2005 2007 werkgelegenheid -1,5% 2009 Offensief monetair beleid De Amerikaanse Federal Reserve was zich in een zeer vroeg stadium bewust van de omvang van de crisis en de noodzaak om snel in te grijpen. Sinds september 2007 is de Fed haar monetaire beleid drastisch beginnen te versoepelen, terwijl de meeste andere centrale banken, naar het voorbeeld van de Europese Centrale Bank, een restrictief beleid bleven voeren om de inflatie te bestrijden. Zo is tussen de eerste interventie van de Fed en die van de ECB maar liefst een jaar verlopen (grafiek 2) terwijl in maart 2009 de gecumuleerde daling van de Amerikaanse basisrente uitkwam op 5% tegenover 2,75% in Europa. Zonder de relevantie van het monetaire beleid te willen beoordelen, moeten we toch constateren dat de Fed over een zeer grote mate van vrijheid van handelen en flexibiliteit beschikt in vergelijking met andere centrale banken. Die flexibiliteit komt trouwens niet alleen tot uiting in het “klassieke” monetaire beleid van de Fed maar ook in de invoering van niet-conventionele maatregelen, zoals de “kwantitatieve versoepelingen”. De Fed was namelijk de eerste die dit soort maatregelen doorvoerde toen ze vaststelde dat haar monetaire versoepelingen door het stilvallen van de kredietmarkten maar weinig effect hadden op de economische actoren (het fenomeen van de liquiditeitsval). Concreet begon de Amerikaanse centrale bank rechtstreeks liquiditeiten in de economie te pompen door de balans van de banken te ontlasten via de aankoop van hun illiquide geworden activa en/ of door deze laatste als borg te aanvaarden bij herfinancieringsverrichtingen. Hierdoor is het balanstotaal van de Fed in enkele weken nagenoeg verdrievoudigd (grafiek 3). Yes we can Zowel de regering Bush als de regering van de nieuw verkozen president Barack Obama gaven blijk van een grote vastberadenheid en creativiteit in hun pogingen om de crisis te overwinnen, of toch tenminste de impact ervan te verzachten. Sinds begin vorig jaar heeft de Amerikaanse regering als eerste anticrisismaatregelen getroffen, met onder meer de invoering van een fiscale incentive van 168 miljard dollar (1,17% van het bbp) in april 2008, of de lancering van programma’s ter ondersteuning van de financiële sector, zoals TALF (Term Asset-Backed Securities Loan Facility) en TARP (Troubled Asset Relief Program). Sinds Barack Obama aan de macht is gekomen, stellen we vast dat het tempo nog is versneld. Zo is hij er minder dan twee maanden na zijn ambtsaanvaarding in geslaagd om het Congres ervan te Grafiek 2: chronologie van de monetaire versoepelingen 6% 5,5% 5% 4,5% 4% 3,5% 3% 2,5% 2% 1,5% 1% 0,5% 0% 2007 2008 FED 2009 ECB Bron: Thomson Datastream – ING Investment Management Grafiek 3: balanstotaal van de Fed (in miljard dollar) 2.200 2.000 1.800 1.600 1.400 5 miljard 1.200 dollar 1.000 800 600 400 200 0 2002 2004 2006 2008 Bron: Thomson Datastream – ING Investment Management Zelfs voor de Verenigde Staten kan dit plan ambitieus genoemd worden, aangezien het maar liefst 5,5% van het Amerikaanse bpp vertegenwoordigt. overtuigen de “American Recovery and Reinvestment Act” (ARRA) goed te keuren, zijn economisch herstelplan voor een bedrag van 789 miljard dollar. Zelfs voor de Verenigde Staten kan dit plan ambitieus genoemd worden, aangezien het maar liefst 5,5% van het Amerikaanse bpp vertegenwoordigt. Vanuit Europees standpunt doet dit uiteraard dromen, want de meest ambitieuze herstelplannen die bij ons gelanceerd worden, komen amper aan 1,5% van het bbp en de Europese Commissie heeft het moeilijk om met de lidstaten tot een overeenkomst te komen over een gemeenschappelijk herstelplan van ook hier +/- 1,5% van het bbp van de eurozone. ING Bulletin ING België nv April 2009 Grafiek 4: uitsplitsing van het Obama-plan Openbare investeringen: 24% Rechtstreekse steunmaatregelen: 38% Belastingverlagingen: 38% Bron: American Senate Finance Committee – ING Investment Management Het Amerikaanse herstelplan is zeker niet perfect, aangezien het niet aan alle – weliswaar hooggespannen – verwachtingen voldoet, maar moeten we het daarom als een slecht plan beschouwen? Absoluut niet! Ook al is het zo dat een groot aantal maatregelen pas vanaf 2010 een effect zal hebben op de economie, zoals Yale-econoom Ray Fair in zijn model aantoonde, toch is en blijft de ARRA een uitstekend compromis van belastingverlagingen, rechtstreekse hulpmaatregelen en openbare investeringen (grafiek 4). 6 Bovendien zullen diverse belastingverlagingen en rechtstreekse steunmaatregelen waarschijnlijk snel een impact hebben op de consumptie en dus op de Grafiek 5: sectorstrategie van ING Investment Management ONDERWEGEN OVERWEGEN Nutsdiensten Telecom Grondstoffen Informatica economie. Er werd een budget van 116 miljard dollar uitgetrokken om de belastingdruk met 400 dollar te verlagen voor alleenstaanden die minder dan 75.000 dollar per jaar verdienen en met 800 dollar voor gehuwde koppels met een jaarlijks inkomen van minder dan 150.000 dollar. De staat was zich ervan bewust dat indien deze bedragen in één keer worden uitbetaald, ze door de begunstigden dreigden opgespaard te worden. Er werd dan ook beslist om deze belastingverlagingen door te voeren via verminderingen van de voorheffing zodat het effect ervan in de tijd wordt gespreid en de bedragen veeleer opnieuw in de economie worden geïnjecteerd dan te worden opgepot. Voor rechtstreekse steunmaatregelen werd een budget van 27 miljard dollar uitgetrokken om de periode waarin Amerikanen recht hebben op een werkloosheidsuitkering met 20 weken te verlengen (33 weken in de staten met een hoog werkloosheidscijfer). Ook hier zal het effect op de economie snel voelbaar zijn, omdat er weinig kans is dat het geld wordt opgespaard. Het marginale nut van een dollar is immers groter voor mensen met een werkloosheidsuitkering dan voor meer bemiddelde personen. Daarnaast zijn er uiteraard ook veel grootschalige projecten die pas op middellange en lange termijn een invloed zullen hebben op de economie, maar die een groot multiplicatoreffect hebben. De bouw en renovatie van infrastructuur is wellicht een van de beste voorbeelden, aangezien men ervan uitgaat dat enerzijds elke geïnvesteerde dollar de economie 1,59 dollar additionele groei oplevert en dat anderzijds elk geïnvesteerd miljard dollar +/- 35.000 rechtstreekse en onrechtstreekse jobs creëert. En het Obama-plan voorziet met name in de toekenning van 29 miljard dollar aan autowegeninfrastructuur. Dat die in slechte staat is, werd in augustus 2007 aangetoond met de instorting van een viaduct over de Mississippi in Minneapolis, die verscheidene mensen het leven heeft gekost. Bij de aankondiging van deze maatregelen hebben sommige ondernemingen, zoals Caterpillar, zelfs meegedeeld dat ze een deel van de wegens de recessie ontslagen werknemers opnieuw in dienst zouden kunnen nemen. Industrie Gezondheidszorg Financiewezen Energie Dagelijkse consumptiegoederen -4% -3% -2% -1% Bron: ING Investment Management ING Bulletin ING België nv April 2009 Duurzame consumptiegoederen 0% 1% 2% 3% 4% Afgaand op de ramingen van Ray Fair op basis van zijn econometrische model, kunnen de belastingverlagingen, rechtstreekse steunmaatregelen en openbare investeringen in het totaal bijdragen tot de creatie van zowat 3,5 miljoen banen tegen het vierde kwartaal van 2010. Maar of men al dan niet in het welslagen van het Amerikaanse herstelplan gelooft en in zijn vermogen om de economie weer te laten groeien, één ding staat vast: het zal onvermijdelijk opportuniteiten scheppen voor een aantal economische sectoren. Beleggers moeten daarom niet alleen de verdere uitwerking van het Amerikaanse herstelplan op de voet blijven volgen, maar ook de herstelplannen die in Europa en elders in de wereld worden gelanceerd, als ze hun portefeuille willen laten profiteren van de opportuniteiten die daardoor zullen ontstaan. Daarom menen we dat zelfs al blijft op korte termijn een defensieve houding aangewezen, op middellange termijn opnieuw geleidelijk belegd kan worden in meer cyclische sectoren die bij de openbare investeringen baat kunnen hebben (grafiek 5). Grafiek 6: waardering van de sector van de gezondheidszorg tegenover de markt 130% 125% 120% 115% 110% 105% 100% 95% 90% Onze sectorstrategie De farmawaarden hebben we in onze portefeuilles het sterkst overwogen. Want wanneer de volatiliteit op de financiële markten toeneemt, zijn beleggers geneigd de voorkeur te geven aan sectoren die zoals de farmasector, minder cyclusgevoelig zijn door de inelasticiteit van de vraag naar hun producten. Dankzij hun defensieve karakter kunnen de farmawaarden een vrij stabiele cashflow en dividendrendement aanhouden. En nu de winstgroeiverwachtingen globaal negatief zijn, moet men weten dat de analisten van het I/B/E/S-net voor 2009 een winstgroei van 7,6% verwachten in de farmaceutische sector. Dit door de gezamenlijke impact van de bevolkingsveroudering in onze regionen en de bevolkingsexplosie die in de groeilanden wordt waargenomen. Rekening houdend met deze verschillende elementen mag men logischerwijs verwachten dat de waardering van de farma de hoogte in schiet en toch is dat niet het geval, want de sector wordt vandaag verhandeld met een “discount” van nagenoeg 10% (grafiek 6) ten opzichte van de rest van de markt. Dat is volgens ons een afwijking waarvan men kan profiteren. Sinds het begin van dit jaar doet de energiesector het beter dan de markt terwijl de waardering er een stuk onder ligt. Men kan zich echter vragen stellen over de winstcapaciteit van de sector nu de olieprijzen zo laag staan. De recessie zal op korte termijn een neerwaartse druk blijven uitoefenen op de oliekoersen, wat de winstmarges van de oliegiganten waarschijnlijk zal ondermijnen. De analisten van I/B/E/S verwachten trouwens dat de winsten voor de hele oliesector in 2009 met zowat 36% zullen dalen. Rekening houdend met de huidige waardering van de sector (P/E ratio van 9,4) mogen we er- 85% 80% 2006 2007 2008 2009 Bron: Thomson Datastream – ING Investment Management van uitgaan dat deze winstdaling al ruimschoots in de koersen is opgenomen. Daarom is het beter om meer te focussen op de vooruitzichten van de sector op middellange en lange termijn, en die blijven tamelijk positief. 7 De energiebehoeften van onze planeet nemen immers onverbiddelijk toe (grafiek 7), wat er waarschijnlijk toe zal leiden dat de olieprijs geleidelijk naar een niveau zal klimmen dat vanuit fundamenteel standpunt logischer is, namelijk 70 dollar per vat. Grafiek 7: Chinese olie-invoer en prijs per vat $148 2.650 $128 2.150 $108 1.650 $88 $68 1.150 $48 650 $28 $8 150 1998 1999 2001 2003 2005 2007 2009 Chinese olie-invoer (in 10.000 ton - 2-jaars voortschrijdend gemiddelde) (linkerschaal) Prijs per vat (rechterschaal) Bron: Thomson Datastream – ING Investment Management ING Bulletin ING België nv April 2009 Op lange termijn kan deze stijging zelfs nog sterker worden want de toenemende vraag naar olie gaat samen met een daling van de wereldolieproductie. Deze inkrimping is te verklaren door het feit dat een aantal grote olievelden zoals het “Ghawar” in Saoedi-Arabië of het “Cantarell” in Mexico hun “ontginningspiek” achter de rug hebben en dat hun productie voortaan met 5 tot 12% per jaar vermindert zonder dat dit door de ontdekking van nieuwe gelijkaardige velden gecompenseerd wordt. Specialisten spreken trouwens steeds meer van de naderende “globale oliepiek”, wanneer de olievraag groter zal zijn dan het olieaanbod, maar ze zijn het wel niet eens over de timing. In zijn jongste verslag verwacht het Internationale Energieagentschap dat er zich rond het jaar 2012 een olietekort zal voordoen, terwijl de voorzitter van Total vorig jaar zei dat de oliepiek in 2020 bereikt zal worden. 8 Olie is misschien niet langer de oplossing voor de toekomst, maar de energiesector mag de toekomst toch nog sereen bekijken. De huidige oliereserves zouden de sector nog enkele jaren een omvangrijke opbrengst moeten waarborgen, vooral omdat de prijzen door de gulzigheid van de groeilanden zullen blijven stijgen. Deze winsten kunnen de geleidelijke reconversie van de oliegroepen naar nieuwe energieën financieren, een sector in volle expansie die waarschijnlijk ruimschoots van het Amerikaanse herstelplan zal profiteren. Ook de telecomsector is interessant voor beleggers. Nadat de telecom aan het einde van de jaren negentig werd geteisterd door allerlei excessen (schuldenlast, grillige diversifiëring ...), zit de sector Olie is misschien niet langer de oplossing voor de toekomst, maar de energiesector mag de toekomst toch nog sereen bekijken. weer in rustiger vaarwater en bevindt hij zich tussen twee fases in, namelijk een traditiegetrouw defensieve sector die veel hogere dividenden uitkeert dan het marktgemiddelde (5,8% in 2009 volgens de analisten van I/B/E/S). Sinds het uiteenspatten van de internetbubbel is de telecom bovendien weer beginnen te groeien dankzij de explosie van de mobiele telefonie die er in enkele jaren tijd in slaagde in de ontwikkelde landen tot een penetratiegraad van meer dan 80% te komen. De verruiming van het aanbod van mobiele diensten heeft dit fenomeen sterk gestimuleerd, zodanig zelfs dat vandaag naar schatting 7 tot 20% ING Bulletin ING België nv April 2009 van de omzet van de mobiele operatoren te danken is aan gegevensoverdracht zoals sms-jes, waarvan er elk jaar meer dan 200 miljard worden verstuurd. Ook de ontwikkeling van internet was belangrijk voor de groei van de sector. Dankzij de veralgemening van breedbandinternet konden de operatoren ook hier hun dienstenaanbod uitbreiden door naast de “gewone” internettoegang ook diensten als instant messaging, telefonie (Voice Over Internet Protocol), downloaden van muziek en onlangs nog televisieprogramma’s en films op verzoek aan te bieden. De waarderingen van de ondernemingen in de sector zijn momenteel aantrekkelijk, omdat ze na de pieken van eind 2001 lager dan de markt gewaardeerd worden. De sector kan ook prat gaan op mooie groeivooruitzichten. Telecom zal immers verder voordeel halen uit de diversifiëring van het dienstenaanbod in de volgroeide telecommarkten en vooral profiteren van de groei in de opkomende landen waar de penetratiegraad van mobiele telefonie nog zeer laag is, zoals in India, waar hij maar 15% bedraagt. Ten slotte hebben de Verenigde Staten – die nog maar op de 15e plaats staan in het OESO-klassement van internettoegang met hoog debiet – beslist om fors te investeren in telecom om over het hele land een glasvezelnetwerk uit te rollen. Dat zal het activiteitenvolume in de sector zeker opdrijven. De informaticasector wordt uiteraard ook niet gespaard door de huidige crisis. Enerzijds wordt hij geconfronteerd met de afnemende IT-investeringen van de ondernemingen en anderzijds met de vertragende consumptie van de particulieren. Maar toch is hij er beter tegen bestand dan de markt in haar geheel. Sinds begin dit jaar is de MSCI World IT-index met 4,5% gestegen (in euro, op 25 maart) terwijl de MSCI World-index gelijktijdig 6,7% verloor. Dit prestatieverschil heeft verschillende redenen. Fundamenteel bekeken hebben technologieaandelen een veel lagere schuldenlast dan aandelen uit andere sectoren – wat mooi meegenomen is in een klimaat van kredietcrisis – terwijl de waarderingen op hun niveau van eind de jaren negentig zijn teruggevallen. Ondanks de crisis zal de sector de komende jaren waarschijnlijk op een aanzienlijke organische groei kunnen rekenen door de evolutie van de wereldbevolking, en ook van de toenemende penetratiegraad van personal computers, die wereldwijd vermoedelijk zal stijgen van de huidige 560 pc’s per duizend inwoners naar 660 pc’s in 2011 (dat is een stijging met 18%). Ten slotte zal de sector ook baat hebben bij het Amerikaanse herstelplan dat onder meer voorziet in belangrijke IT-investeringen om de medische gegevens van alle Amerikanen te digitaliseren en om productiviteitswinsten te creëren in tal van andere sectoren. Grafiek 8: evolutie van de obligatierendementen 5% 4,5% 4% 3,5% 3% 2,5% 2% 2008 Beleggen in obligaties De ontwrichting van de financiële markten mag dan al op de aandelenmarkten bepaalde opportuniteiten scheppen, dit geldt nog veel meer voor de obligatiemarkten waarvan verschillende segmenten momenteel bijzonder aantrekkelijk blijken te zijn. In de tweede helft van 2008 kenden de rendementen van staatsobligaties aan beide kanten van de Atlantische Oceaan een duizelingwekkende terugval (grafiek 8). Zo daalde het rendement van de treasuries op 10 jaar in de Verenigde Staten van 4,15% op 23 juli 2008 naar 2,18% op 31 december 2008, terwijl het rendement van de Duitse bunds op 10 jaar in dezelfde tijdspanne van 4,7% naar 2,9% terugliep. Dat valt enerzijds te verklaren door de toenemende risicoaversie van de beleggers die, ontnuchterd door de val van de aandelenmarkten, massaal hun toevlucht zochten tot staatsobligaties, en anderzijds door de vele monetaire versoepelingen van zowel de Fed als de ECB. Sinds begin 2009 zien we echter een geleidelijke omkering van deze tendens. Staten zoals België geven tal van obligaties uit om hun diverse economische herstelplannen te financieren. Zo zullen de staten dit jaar wereldwijd naar schatting 3.000 miljard dollar ophalen, waarvan 800 miljard alleen al in Europa. Dit gezegd zijnde, blijven we ervan overtuigd dat de obligatierendementen in de eerste helft van 2009 verder onder druk zullen staan door de gezamenlijke impact van de grote risicoaversie, de voortzetting van de rentedalingen (in Europa) en de kwantitatieve versoepelingen (in de Verenigde Staten, Japan en het Verenigd Koninkrijk). De toename van het aanbod zal volgens ons opgevangen worden door de stijging van de spaarquote (grafiek 9). In die context menen wij dat het zinvol is om de duration6 van de obligatieportefeuille in het eerste halfjaar te verlengen. In de tweede helft van het jaar is echter voorzichtigheid geboden aangezien we een langzame verbe- Bunds op 10 jaar 2009 Treasuries op 10 jaar Bron: Thomson Datastream – ING Investment Management tering van het macro-economische klimaat mogen verwachten, wat ertoe zou kunnen leiden dat de rente geleidelijk naar haar huidige niveau terugkeert. Deze mogelijke rentestijging in de tweede helft van het jaar kan nog worden versterkt door de anticipatie op een stijgende inflatie terwijl de eerste effecten van de diverse economische herstelplannen merkbaar zullen worden. De duration van de portefeuille moet dan ook aangepast worden aan de nieuwe economische situatie. 9 Zelfs al verdienen staatsobligaties op korte termijn aandacht, minstens even interessant zijn bedrijfsobligaties. Ze zijn belangrijk op middellange en lange termijn. Hun waarderingen hadden enorm te lijden van de ongenuanceerde risicoaversie van de Grafiek 9: stijging van de spaarquote en vlucht naar kwaliteit in de VS 1.600 4,5% 1.400 4% 3,5% 1.200 3% 1.000 2,5% 800 2% 600 1,5% 400 1% 2008 2009 S&P 500 (linkerschaal) Rendement van treasuries op 10 jaar (rechterschaal) Spaarquote in % van het beschikbare inkomen (rechterschaal) Bron: Thomson Datastream – ING Investment Management ING Bulletin ING België nv April 2009 1Global Competitiveness Report, 2008-2009, World Economic Forum 2Times Higher Education Supplement 3De liquiditeit van een financiële markt is het vermogen om de activa die op deze markt genoteerd zijn, snel te kopen of te verkopen zonder grote impact op de prijzen. Hoe liquider een markt, hoe makkelijker, sneller of goedkoper de transacties op deze markt. 4De wet van Okun beschrijft de lineaire relatie tussen het groeiritme van het bbp en de verandering van de werkloosheidsgraad. 5Philippe Ledent, ING Fixed Income Hotline nr. 555 6Gevoeligheid voor renteschommelingen 10 meeste beleggers. Obligaties van ondernemingen met een goede credit rating, vertonen een meerrendement in vergelijking met de staatsobligaties dat zich op een historisch hoog niveau bevindt. Voor “investment grade”-obligaties komt het uit op +/- 4%, terwijl het historische gemiddelde 1% bedraagt. Het risico dat de schulden niet worden terugbetaald, is door de crisis uiteraard toegenomen maar de huidige rente-ecarts compenseren dit ruimschoots. Ernstig maar niet hopeloos Vanuit een risico/rendement-standpunt vormen de investment grade-obligaties momenteel dus een van de aantrekkelijkste activaklassen. Voorwaarde is wel dat we de emittenten strikt selecteren en bijvoorbeeld enkel ondernemingen kiezen die in defensieve sectoren actief zijn, een gezonde balans hebben en in het verleden hebben aangetoond dat ze in een periode van conjuncturele vertraging een zekere cashflow kunnen aanhouden. Ook al zijn we niet overtuigd van het scenario van een economische depressie in combinatie met een deflatiespiraal, toch bevelen wij op korte termijn een defensieve positionering aan, rekening houdend met de ernst van de recessie die we doormaken. We hebben in deze studie getracht de huidige economische context in al zijn complexiteit te beschrijven. Uiteraard hebben we de ernst van de situatie onderstreept, maar ook de redenen waarom we weer hoop mogen hebben. We hebben een nietexhaustieve lijst opgemaakt van opportuniteiten die wij benutten in het kader van onze beheersmandaten en die ons ook voor alle beleggers nuttig lijken. We zijn ervan overtuigd dat we sterker uit deze crisis zullen komen, maar we zijn ons er ook van bewust dat een fundamentele denkoefening over onze toekomstige ontwikkeling essentieel is. De huidige crisis En ook al blijven we op lange termijn positief over heeft de beperkingen van ons economische systeem de obligaties van de groeilanden, en vooral van duidelijk aan het licht gebracht en we moeten de beAzië, toch zijn we op korte grippen groei en ontwikketermijn iets voorzichtiger, We zijn ervan overtuigd dat we sterker ling absoluut grondig heromdat we denken dat deze zien als we de toekomstige uit deze crisis zullen komen te lijden kunnen krijgen economische schokken het van een zekere “deglobalihoofd willen bieden, zoals sering” van de economie. Tal van groeilanden zijn de klimaatveranderingen, de bevolkingsgroei, het immers afhankelijk van westerse kapitalen om hun einde van de oliegebonden economie ... ontwikkeling te financieren. De crisis die de financiële instellingen momenteel teistert, verplicht hen Zoals Kenneth Boulding, een Engelse econoom, ertoe om hun balansen drastisch te saneren, onterecht opmerkte: “Wie gelooft dat exponentiële der meer door hun kredietportefeuilles aanzienlijk groei in een eindige wereld eindeloos kan doorgaan, te verkleinen. Rekening houdend met de hulp die is of gek of econoom”. de financiële instellingen van hun regering hebben gekregen (op voorwaarde dat ze kredieten verlenen aan de lokale economie), mogen we er daarom van uitgaan dat ze eerst hun activiteiten zullen terugschroeven in markten die ze als minder strategisch beschouwen, zoals de groeilanden. Rekening houdend met al deze elementen en ondanks de waarderingen die we als aantrekkelijk kunnen beschouwen, raden we deze activaklasse voor het ogenblik af. ING Bulletin Vincent Juvyns ING Investment Management ING België nv Marnixlaan 24 – 1000 Brussel Tel. : (02) 547 39 99 - Fax : (02) 547 38 44 E-mail : [email protected] [email protected] ING Bulletin ING België nv April 2009 Verantwoordelijke uitgever: Marc Bihain Marnixlaan 24 – 1000 Brussel Copyright: Nadruk is toegelaten mits vermelding van de bron Foto : Corbis ING Bulletin is te raadplegen op de website van ING België : www.ing.be/about De analyses en voorspellingen zijn afkomstig van diverse afdelingen van ING België. Ze worden enkel ten informatieven titel verspreid.