De euro; is concurrentie met de dollar mogelijk? De laatste fase van de economische integratie van Europa is die van de monetaire unie, de EMU. Hiertoe werd besloten in 1992, bij de ondertekening van het ‘Verdrag van Maastricht’. De doelstelling van de EMU is het bevorderen van monetaire stabiliteit door een stabiel prijsklimaat, een gemeenschappelijk monetair beleid, vaste wisselkoersen en uiteindelijk een gemeenschappelijke Europese munt, de euro (Schram, Verbon en van Winden, 1997, blz 273). Over deze euro, waarmee betaald kan worden vanaf 1 januari 2002, is de laatste tijd veel te doen. Voor het Europese bedrijfsleven en de consument heeft de euro een aantal voordelen. In de eerste plaats zijn wisselkoersschommelingen tussen verschillende Europese munten dan uitgesloten. Dat bevrijdt exporteurs en importeurs van het wisselkoersrisico. Tegen dat risico kunnen zij zich wel verzekeren, maar daaraan zijn kosten verbonden. Verder hoeft het bedrijfsleven binnen de EMU geen kosten te maken bij het omwisselen van de ene muntsoort in de andere. Een voordeel waarvan overigens ook de toeristen profiteren. En in de derde plaats maakt een gemeenschappelijke munt de Europese markt doorzichtiger. Het wordt daardoor gemakkelijker voor bedrijven en consumenten prijzen met elkaar te vergelijken. Hierdoor neemt de concurrentie binnen de Europese markt toe. Het Europese bedrijfsleven krijgt dus te maken met lagere kosten en een scherpere onderlinge concurrentie, wat leidt tot lagere produktprijzen voor de consument. Naast de genoemde voordelen zijn er ook mogelijke nadelen. Bijvoorbeeld: de Nederlandse gulden wordt algemeen beschouwd als een zeer betrouwbare valuta. Buitenlandse beleggers zijn daarom maar al te graag bereid hun kapitaal te beleggen op de Nederlandse vermogensmarkt. Als we onze gulden omruilen voor de euro, zullen we moeten afwachten of de internationale reputatie van de euro net zo goed zal zijn als die van de gulden was. Als dat niet het geval is, kunnen we een stijging van de rente verwachten. Haalt de euro het wel bij de dollar? Sinds zijn ontstaan is de euro geleidelijk ten opzichte van de dollar omlaag gegaan. Van aanvankelijk zo'n 1.18 $ per euro naar een voorlopig dieptepunt van ongeveer de 1.02 $ per euro en nu rond de 1.04 $. Voor wie dollars moet kopen heel onplezierig…. Toch is het op zijn minst voorbarig om nu dan maar te concluderen dat de euro een mislukking is. Op de korte duur doet de euro momenteel precies wat hij moet doen; Hij versterkt de concurrentiepositie van de EU-landen, terwijl de sterke dollar die van de Verenigde Staten verzwakt. Maar wat nou op de langere termijn? Op de langere termijn zal de tijd uitwijzen of de munt internationaal kan uitgroeien tot net zo’n stabiele munt als de dollar. De Verenigde Staten vormen in ieder opzicht een aantrekkelijker gebied voor beleggers om hun vermogen weg te zetten dan Europa. Aandelenkoersen doen het beter in een goed draaiende economie als de Amerikaanse. Ook ligt de rente in de Verenigde Staten hoger dan die in Europa, en mensen steken hun geld immers liever in een valuta met een hoge dan met een lage rente. De zwakke euro draagt bij tot het stimuleren van de Europese economie, terwijl een sterke dollar de Amerikaanse economie afremt. Een goedkope euro is goed voor de export en hij remt de invoer af. Dat levert een bijdrage aan de groei en de creatie van werkgelegenheid in Europa. De Europese Centrale Bank zou de euro kunnen oppeppen door een renteverhoging. Maar omdat grote economieën zoals in de eerste plaats Duitsland en Italië en in mindere mate Frankrijk dicht tegen een recessie aanzitten, ligt een Europese renteverhoging niet voor de hand. Duitsland zou juist eerder gebaat zijn bij een renteverlaging. En omdat die uitblijft zou het een stimulerend begrotingsbeleid moeten kunnen voeren, maar dit is dan in strijd met het stabiliteitspact. ( sluitende begroting, tekort niet meer dan 3% van BBP, anders een boete aan ‘Brussel’; Schram, Verbon en van Winden; 1997, blz 222). Duisenberg, de president van de Europese Centrale Bank, zei dan ook; “Hoewel de economische ontwikkeling in de eurozone vertraagt, houden de risico's voor de prijsstabiliteit elkaar volgens de Europese Centrale Bank nog steeds in evenwicht. De rente blijft daarom onveranderd op 3 procent.“ (N.R.C Handelsblad, 5 maart 1999, Maarten Schinkel). Wat er in de toekomst allemaal gaat gebeuren met de euro is dus voor het grootste deel in handen van de Europese Centrale Bank, maar tevens heeft de economische situatie in de wereld (maar met name dus eigenlijk de Verenigde Staten) natuurlijk nog een vinger in de pap. Totdat de euro er echt is moeten we dus eigenlijk maar afwachten…. en hopen dat ons met bloed, zweet en tranen verdiende geld niet onder de voet wordt gelopen door de dollar…… Bronvermelding: www.nrc.nl www.perscentrum.com www.ecb.int www.nieuwsbank.nl www.dnb.nl