trends 15 maand na zijn intrede kan men echt niet spreken van een triomf voor de euro. Zijn neerwaartse trend op de wisselmarkten ten opzichte van de dollar baart menigeen zorgen. Ten onrechte, als we de chief economist van een grote Belgische bank mogen geloven. Lange tijd probeerden de Europese politieke leiders de daling van de euro te dedramatiseren. Nu zeggen ze echter - zonder daarbij oor te hebben voor de experts die de voordelen van een zwakke munt voor de export en de groei op het Oude Continent in de verf zetten - dat ze hun munt niet verder meer kunnen laten afglijden, op het risico af zelfs het bestaan van de Monetaire Unie in gevaar te brengen. Hoorden we de Beierse conservatieve sociaal-christelijke volksvertegenwoordiger Michael Glos (CSU) onlangs niet zeggen dat “de euro alle Duitsers een stuk armer maakt”? En dan hebben we het nog niet over de zorgen van hen die deze zomer een bezoek willen brengen aan de Verenigde Staten en die afgeschrikt worden door de stijging van het beroemde groene bankbiljet. Aangezien we niet weten of deze bewustwording zal leiden tot een substantiële stijging van de Europese munt, willen wij de verschillende oorzaken van de zwakke euro even de revue laten passeren. Met de hulp van JeanClaude Koeune, professor aan de Franstalige Katholieke Universiteit van Louvain-la-Neuve en chief economist bij een grote Belgische bank, willen we een stapje verder gaan en proberen de nabije toekomst van de euro te voorspellen. 1. verhogen en beschuldigt men hem ervan de groei in Europa in de kiem te smoren, ofwel opteert hij voor een status-quo op het vlak van de rentevoeten en dan brengen de investeringen in dollar tweemaal meer op dan die in euro. In beide gevallen moet de euro dus het onderspit delven. Bovendien is het Europese monetaire beleid nog onderworpen aan andere tegenstrijdige beperkingen. Op het niveau van de inflatie bijvoorbeeld: grondstoffen (met name petroleum) worden genoteerd in dollars. Europa is dus veel kwetsbaarder voor een daling van zijn wisselkoers dan de Verenigde Staten, een land waar 80% van de invoer uitgedrukt is in dollar. Ook op het niveau van de koopkracht zijn er beperkingen: de concurrentiekracht van de exporterende bedrijven neemt inderdaad toe, maar de loontrekkenden verliezen aan koopkracht. Het is dus allemaal niet zo eenvoudig. Deze situatie verleidde de voormalige Japanse Vice-Minister van Financiën, Eisuke Sakakibara, dan ook tot de uitspraak dat in Japan de evolutie van de euro doet denken aan het mopje over het letterwoord van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO, NATO in het Engels), dat zou staan voor “no action, talk only”. En deze Japanse minister voegde eraan toe: “Hetzelfde geldt misschien voor de euro en de ECB. Er wordt veel gepraat over de euro. Dat is natuurlijk heel IS DE EURO GEDOEMD OM HET ZWAKKE BROERTJE TE BLIJVEN? Een minder solide economie dan de Verenigde Staten Een sterke munt wordt steeds geruggensteund door een solide economie. De Verenigde Staten blijven een groei registreren die hoger is dan die in Europa. Analisten hebben immers de kloof tussen de groei in de Verenigde Staten en in Europa aangetoond. Met een groeipercentage van 7,3% in het vierde kwartaal van 1999 kende de Amerikaanse economie na tien jaar onafgebroken groei immers een stijging in de grootteorde van 4,5%. De Europese economie zou in 2000 een gemiddeld groeipercentage van slechts 3% vertonen. De 5 zonden van de euro We moeten echter ook opmerken dat de vooruitzichten zowat een jaar geleden nog veel pessimistischer waren. Sindsdien heeft de heropleving zich doorgezet in Duitsland. Ook voor Italië zijn de vooruitzichten voortaan goed, ondanks de politieke minicrisis die er heerste. Voorlopig houdt de markt daar echter nog geen rekening mee bij zijn waardering van de euro. 2. Een monetair beleid met diverse invloeden De Voorzitter van de ECB (Europese Centrale Bank) staat voor een dilemma. Ofwel blijft hij de rentevoeten 42 ACCOUNTANCY & TAX goed, maar als men in iets gelooft, moet men dit vertrouwen ook duidelijk manifesteren. De markt heeft logischerwijze de euro en de vastberadenheid van de ECB om haar munt te verdedigen getest en er kwam geen reactie”. 3. De euro is een leningsmunt en geen investeringsmunt Internationale ondernemingen gaan leningen aan in euro omdat dat hen tweemaal minder kost, maar de particuliere en openbare investeerders verkiezen investeringen in dollar. De evolutie van de wisselkoersen tussen beide munten heeft deze tendens alleen nog maar versterkt. Zo heeft de euro op de obligatiemarkten al heel snel een plaats ingenomen die equivalent is met deze van de dol- trends lar, maar de centrale banken blijven de dollar verkiezen voor hun reserves (ongeveer tweederden tegenover 20% voor de euro). De nonchalance waarmee sommige Europese politici hun munt behandelen kan hen alleen maar sterken in deze houding. 4. Een munt zonder politiek boegbeeld “Europa, welk telefoonnummer is dat?” vroeg de voormalige Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken, Henri Kissinger. Die vraag is nu meer dan ooit actueel. Er zijn altijd wel een aantal gegadigden om het woord te nemen, zoals bijvoorbeeld tijdens de laatste G7 van ministers van financiën in Washington. Daar waren maar liefst vier ministers van financiën aanwezig om het woord te nemen, namelijk die van Duitsland, Frankrijk, Italië en Portugal, de laatste als voorzitter van de Europese Unie. Eenzelfde spraakverwarring teistert de markten. En wat dacht u van deze kakofonie: na de sterke daling van de euro eind april, begin mei 2000, gaf de Franse Premier, Lionel Jospin, te kennen dat hij zich zorgen maakte om deze daling, terwijl zijn Duitse ambtsgenoot Shröder op hetzelfde moment zei helemaal niet ongerust te zijn over deze daling van de wisselkoers! En dan vergeten we nog dat de euro vaak als uitvlucht gebruikt wordt: terwijl de politieke mandatarissen zich vroeger zorgen maakten over de electorale gevolgen van een daling van hun nationale munt, zeggen ze vandaag de dag maar al te graag dat het de schuld is van de technocraten van de ECB! Kort samengevat: aangezien er geen politiek verantwoordelijke werd aangesteld, is dus niemand echt verantwoordelijk! 5. De aantrekkingskracht voor de zwakkeren Griekenland gaat binnenkort toetreden tot de eurozone en Polen wil maar wat graag dezelfde weg opgaan. Denemarken, dat zich in september eerstkomend opnieuw gaat uitspreken in een referendum, en het Verenigd Koninkrijk van hun kant zijn veel terughoudender. Of men het leuk vindt of niet, het is nu eenmaal een feit dat de eurozone veeleer landen aantrekt die streven naar erkenning dan economieën die autonomie hoog in het vaandel voeren. Resultaat: deze toetredingsdrang van de zwakke landen, gekoppeld aan de verwerping door de sterkere landen, maakt een slechte indruk op de markten. de mening van JEAN-CLAUDE KOEUNE De euro zou moeten stijgen! Sinds zijn ontstaan in januari 1999 verloor de euro op bepaalde momenten tot 30% van zijn waarde ten opzichte van de dollar. Er werden een aantal louter economische of "mediagebonden" redenen geopperd om de omvang van deze daling te verklaren. Eerst haalde men de kloof tussen de interestvoeten in de Verenigde Staten en Europa aan, maar een meer fundamentele oorzaak die men gaf was de kloof in de groei op het oude en het nieuwe continent. Ondanks deze cijfers en deze verklaringen blijft Jean-Claude Koeune, professor aan de UCL en chief economist bij een grote Belgische bank, optimistisch over het groeipotentieel van de euro. Volgens hem zou de Europese munt tussen dit en maximum een jaar opnieuw moeten stijgen. In samenwerking met het weekblad TRENDS vroegen wij hem naar de reden voor dat optimisme. I.A.B. : In tegenstelling tot wat her en der geschreven wordt, bent u blijkbaar van mening dat de daling van de euro misschien niet echt georkestreerd werd door de Europese politieke leiders, maar toch goed in hun kraam paste? Jean-Claude Koeune: In zekere zin wel, ja. Ik denk dat de zwakte van de euro tot op een bepaald punt gedeeltelijk bewust gewenst of bevorderd werd door de Europese leiders. Het volstaat de policy-mix te observeren die de landen van de eurozone in 1999 volgden. Dat was een mengeling van een restrictief budgettair beleid en een expansiepolitiek op monetair vlak. Volgens Robert Mundell, de 43 ACCOUNTANCY & TAX trends laatste Nobelprijswinnaar economie, moet een dergelijke policy-mix leiden tot een geldontwaarding die op haar beurt het stimulerende effect van de monetaire expansiepolitiek gaat versterken. Meer algemeen denk ik dat men vooral de stelling niet mag verspreiden dat het eerste doel van het economisch beleid erin zou bestaan een sterke munt te hebben. Indien men dat doet, doet men aan wat professor Paul De Grauwe van de KUL "macho economics" noemt. I.A.B. : Men heeft echter via heel wat kanalen altijd tegen de bevolking gezegd dat men absoluut een sterke munt moest hebben om mee te kunnen in de economische wedloop en dat devaluaties of ontwaardingen synoniem waren van een zwakke economie. Jean-Claude Koeune: Dat is waar. Men moet het echter eens worden over het concept van een sterke munt. Net als Wim Duisenberg, de huidige Voorzitter van de ECB (Europese Centrale Bank), denk ik dat een sterke munt in eerste instantie een munt is die haar koopkracht behoudt. Vergeet ook niet dat de Duitse Mark tussen 1980 en 1985 ongeveer 50% van zijn waarde verloor ten opzichte van de dollar! De Duitse Mark is dus veel meer ontwaard dan de euro nu, maar toch hebben de Duitsers hun vertrouwen in hun munt niet verloren. Het is natuurlijk wel waar dat deze in het verleden haar sporen al verdiend had… terwijl de euro nog geen verleden heeft. I.A.B. : Denkt u dat buiten Europa ook andere landen hun voordeel hebben gedaan bij de daling van de euro…? Jean-Claude Koeune: Ongetwijfeld. De daling van de euro komt de hele wereld goed uit, met uitzondering van de Japanse investeerders die massaal geïnvesteerd hadden in de Europese munt en die vandaag de dag alleen maar de schade kunnen opmeten. Bijgevolg doen zij hun activa in euro van de hand, waardoor ze de Europese munt nog meer laten ontwaarden. I.A.B. : Sommigen zijn van mening dat de ECB en de FED gezamenlijk moeten optreden op de wisselmarkt om de daling van de euro op een efficiënte manier tot staan te brengen. Deelt u die mening? Jean-Claude Koeune: Ideaal gezien wel, maar dat scenario is op dit ogenblik niet realistisch, om de eenvoudige reden dat de huidige stijging van de dollar de Amerikanen ook goed uitkomt. Waarom? Omdat hun economie oververhit is en ze dat niet willen verergeren. Indien de FED dollars zou verkopen en euro's zou kopen om de Europese munt te ondersteunen, zou de FED de Amerikaanse geldmassa verhogen en zou dus ook de inflatiedruk toenemen. Bovendien zou een daling van de dollar kunnen leiden tot een terugvloeien van het buitenlandse kapitaal dat geïnvesteerd is in de Verenigde Staten. De Amerikanen willen dat scenario vermijden aangezien het voor hen veel moeilijker zou zijn om het tekort op hun lopende betalingen te financieren. I.A.B. : De laatste jaren gingen de Europese bedrijven op veroveringstocht en stortten ze zich op Amerikaanse ondernemingen die ze met alle kracht opkochten. Denkt u niet dat deze beweging zich met de daling van de euro zal omkeren in de richting van de Europese ondernemingen? Jean-Claude Koeune: Waarschijnlijk wel. Naarmate de euro goedkoper wordt, kan de beweging zich omkeren, vooral omdat de Europese regeringen niet meer zo terughoudend zijn als vroeger bij overnames van hun nationale paradepaardjes. Maar nogmaals, ik denk dat de daling van de euro niet eeuwig zal blijven duren. De Amerikaanse zakenbank Merril Lynch wijdde een enquête aan de euro. Daarbij stelde men vast dat de euro na een jaar de favoriete munt is van de beheerders van internationale fondsen! I.A.B. : Wat denkt u van de verklaring van Minister Didier Reynders waarin hij eist dat een Europees politiek leider deel zou uitmaken van de Raad van Bestuur van de ECB? Jean-Claude Koeune: Dat lijkt me een goed idee, in die zin dat het een gemeenschappelijk politiek standpunt over de euro kan bevorderen, in plaats van de grote diversiteit aan opinies die de laatste tijd werd geuit, een diversiteit die de euro verzwakt. 44 ACCOUNTANCY & TAX