Financiëleactualiteit(op28/02/2017) Fin a Dewereldeconomieblijfteenbescheiden,stabielegroeivertonen.Demeesteeconomische indicators blijven gunstig en de vooruitzichten op een versnelling van de activiteit zijn in hoofdzaakgebaseerdopdesterkestijgingvandevertrouwensindicatorsvandegezinnenen ondernemingen.Destijgingvandeaardolieprijzen,desterkedollarendeverminderingvan de overheidssteunmaatregelen in China zouden in de loop van het jaar eerder tot een progressievevertragingvandeeconomischegroeiopwereldvlakmoetenleiden. In januari steeg de inflatie in de Verenigde Staten van 2,1% naar 2,5%. Indien energie en voeding buiten beschouwing worden gelaten, dan is die van 2,2% naar 2,3% gegaan. De deflatorvandeconsumptievebestedingenmetuitzonderingvanenergieenvoeding,diede voorkeurindicator van de Federale Reserve vormt, is ongewijzigd op 1,7% gebleven. In de eurozoneishetinflatiepercentagegestegenvan1,8%naar2%infebruari:ditishethoogste niveau sinds september 2013. Op korte termijn blijft de Europese inflatie hoger dan 2% wegens de sterke stijging van de aardolieprijzen gedurende een jaar. Zonder energie en voedinginbeschouwinggenomen,ishetinflatiepercentageongewijzigdop0,9%gebleven. Rekening houdend met de recente commentaren van de Amerikaanse monetaire verantwoordelijken, is een stijging van het rentetarief van de Federale Reserve bij een volgendebijeenkomstvanhetmonetairecomitéinmaartzeerwaarschijnlijk.InEuropazet deECBhaarbeleidvannegatieverentevoetenverder,ondanksdestijgingvandeinflatie.In China hebben de overheden de monetaire condities lichtjes verstrakt, teneinde de ontwikkelingvandekredietenietwattevertragen. In februari zijn de obligatieopbrengsten weinig geëvolueerd. In de Verenigde Staten is de opbrengstvandestaatsbonop10jaargedaaldvan2,45%naar2,39%.Indeeurozoneisde opbrengstvandeleningop10jaarovergegaanvan0,44%naar0,21%inDuitsland,van1,04% naar0,89%inFrankrijk,van2,26%naar2,09%inItaliëenvan1,60%naar1,66%inSpanje. In februari hebben de beurzen hun gunstige trend, die was ingezet na de Amerikaanse verkiezingen in november 2016, verder doorgetrokken. Tijdens de maand februari zijn de S&P 500 in de Verenigde Staten, de Stoxx 600 in Europa, de Topix in Japan en de MSCI Emerging Markets-index respectievelijk met 3,7%, 2,8%, 0,9% en 3% vooruitgegaan. In tegenstellingtotdelaatstetweemaandenvan2016,droegendezogenaamde"defensieve" waarden(zoalsdievandeverbruikssectorendegezondheidssector)bijtotdestijgingvande indexen, waardoor de financiële en energiewaarden extra hoog scoorden. Sinds de Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn de beursmarkten sterk gestegen. De MSCI Worldindexgingineuromet12%vooruit. Naeenlichteterugvaltijdensdelaatstemaandvanhetjaar,isdedollarinfebruariopnieuw inwaardegestegentenoverstaanvandeeuro:dewisselkoerseuro/dollargingvan1,08naar 1,06. De vooruitzichten van hogere rentevoeten in de Verenigde Staten, een eventuele wijziging van het Amerikaanse fiscale regime (die zou leiden tot een vermindering van het deficitvandehuidigebalans)enhetonzekerelotvandepresidentsverkiezingeninFrankrijk ondersteunen het groene bankbriefje. Op lange termijn lijkt de Europese munt evenwel ondergewaardeerd ten overstaan van de dollar, wat het groeiende handelsoverschot in DuitslandooksuggereertinvergelijkingmetdeVerenigdeStaten.