Hoofdstuk 23: Het AV-AA-model

advertisement
Economie, een Inleiding
Hoofdstuk 23:
Het AV-AA-model
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
1
Het AV-AA-model
 Hoofdstuk 20:

Globale vraag naar goederen en diensten bij constante
prijzen (en zonder geldmarkt)
 Hoofdstuk 21:


Globale vraag naar goederen en diensten bij constante
prijzen + Geldmarkt: IS-LM/TR-model (korte termijn)
Relatie aggregatieve vraag en prijzen: AV-curve (lange
termijn)
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
2
Het AV-AA-model
 Hoofdstuk 22:


Aangezien prijzen en nominale lonen variabel zijn op lange
termijn: AA zal AV niet automatisch volgen
 LT-AA-curve
Middellange termijn: prijzen van goederen en diensten
relatief flexibel en nominale lonen relatief rigide
 Toename AV leidt dan tot toename AA en toename
algemeen prijspeil
 Hoofdstuk 23:



AV-AA-model
Wisselwerking tussen macro-economisch evenwicht op
middellange en lange termijn
Inzicht in prijseffecten, inflatie, aanbodschokken, …
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
3
Het AV-AA-model - Inhoudstafel
1.
2.
3.
4.
Het AV-AA-schema
Vraagschokken en aanbodschokken
Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
AV-AA, inflatie en groei
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
4
Het AV-AA-model - Inhoudstafel
1. Het AV-AA-schema
1. De aggregatieve vraagcurve
2. De aggregatieve aanbodcurve
3. Het macro-economisch evenwicht op de langere termijn
2. Vraagschokken en aanbodschokken
3. Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
4. AV-AA, inflatie en groei
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
5
1.1. De aggregatieve vraagcurve
 AV daalt als algemeen prijspeil stijgt, voorbeeld:


Bij geldaanbodbeleid: stijging van prijsniveau leidt tot
toename transactievraag naar geld
Intrestvoet stijgt (vermogensvraag naar geld daalt),
investeringen en aggregatieve vraag nemen af
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
6
Het AV-AA-model - Inhoudstafel
1. Het AV-AA-schema
1. De aggregatieve vraagcurve
2. De aggregatieve aanbodcurve
3. Het macro-economisch evenwicht op de langere termijn
2. Vraagschokken en aanbodschokken
3. Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
4. AV-AA, inflatie en groei
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
7
1.2. De aggregatieve aanbodcurve
 Aggregatieve aanbodcurve op korte termijn


Outputprijzen en inputprijzen constant
KT-AA-curve verloopt horizontaal
 Aggregatieve aanbodcurve op middellange termijn


Outputprijzen flexibel
Nominaal loon relatief rigide
 Toename AV  Hogere outputprijs maar afname reëel
loon waardoor aggregatief aanbod toeneemt
 Aggregatieve aanbodcurve op lange termijn


Outputprijzen en inputprijzen variabel
LT-AA-curve verloopt verticaal
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
8
Het AV-AA-model - Inhoudstafel
1. Het AV-AA-schema
1. De aggregatieve vraagcurve
2. De aggregatieve aanbodcurve
3. Het macro-economisch evenwicht op de langere
termijn
2. Vraagschokken en aanbodschokken
3. Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
4. AV-AA, inflatie en groei
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
9
1.3. Het macro-economisch evenwicht op de langere termijn
 Macro-economisch evenwicht op middellange termijn:

Snijpunt van AV-curve en MT-AA-curve
 Macro-economisch evenwicht op lange termijn:


Snijpunt van AV-curve en LT-AA-curve,
Waar feitelijk prijspeil = verwacht prijspeil (verankerd in
centrale loonnorm)
 Evenwicht?



Evenwicht op goederenmarkt (AV)
Evenwicht op geldmarkt (AV)
Evenwicht op arbeidsmarkt (AA)
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
10
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
11
1.3.1. Het evenwicht na een vraagschok
 Figuur 23.2.:



Permanente schok van AV0 naar AV1
 Toename in globale vraag naar goederen en diensten
Toename productie en prijs op middellange termijn
Op langere termijn verschuift ook MT-AA-curve naar boven
 Want: Vakbonden passen verwachtingen aan en stellen
hogere nominale looneisen om koopkracht te vrijwaren
 Productiekosten stijgen en MT-AA-curve verschuift
naar boven
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
12
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
13
1.3.1. Het evenwicht na een vraagschok
 Mate waarin MT-AA-curve naar boven of links
verschuift: afhankelijk van wijze waarop prijsverwachtingen worden gevormd

Verwachtingen:
 ‘Adaptief’ of ‘rationeel’ of combinatie
 Op lange termijn slagen vakbonden erin reëel loon
constant te houden

MT-AA-curve verschuift tot MT-AA waar reëel loon
w2/P2 = w0/P0
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
14
1.3.1. Het evenwicht na een vraagschok
 Wanneer is evenwicht op middellange termijn ook
evenwicht op lange termijn?

Voor Pe = P2
 Proces van hogere prijzen en hogere nominale lonen
blijft voortgaan tot hogere prijspeil vraagoverschot
heeft weggewerkt en punt wordt bereikt waar w2/P2
= w0/P0
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
15
1.3.2. Het evenwicht na een aanbodschok
 Figuur 23.3.:




Permanente positieve aanbodschok (voorbeeld lagere
productiekosten, exogeen)
Toename AA (overaanbod goederen en diensten)
Afname outputprijs en intrestvoet
Toename AV

Punt B is tevens langetermijnevenwicht
 Verwacht prijspeil (loonnorm) = feitelijk prijspeil

Reële lonen zijn finaal wel gestegen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
16
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
17
Het AV-AA-model - Inhoudstafel
1. Het AV-AA-schema
2. Vraagschokken en aanbodschokken
1. De recessie van 2009
2. Een toename in de olieprijs
3. Technologische vooruitgang
3. Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
4. AV-AA, inflatie en groei
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
18
2.1. De recessie van 2009
 Figuur 23.4.:


Groeiende vraag naar woningen tot 2006
 Versterkt door goedkoop hypothecair krediet
 Stijgende woningprijzen
 Daarom nog meer hypothecair krediet aangeboden
 ‘Zeepbel’
Zomer 2007: financiële crisis (hypothecaire kredieten)
 Reden: risico op wanbetaling door gezinnen met laag
of variabel inkomen werd te laag ingeschat
 Crisis: negatieve invloed op activiteit en prijzen in
woningsector
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
19
FIGUUR 23.4. - ACTIVITEIT EN PRIJSVERLOOP IN DE WONINGSECTOR IN DE
VERENIGDE STATEN (INDEXCIJFERS, 2000=100)
200
180
140
120
100
80
60
40
20
Woningprijzen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
Verkochte woningen
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
0
2000
indexcijfer (2000 = 100)
160
In aanbouw genomen woningen
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
20
2.1. De recessie van 2009
 Figuur 23.5.:


Illustreert negatieve economische groei in laatste twee
kwartalen 2008 en eerste twee kwartalen 2009
Volgens IMF: ruim 70% van alle landen in 2009 in recessie
 Figuur 23.6.:


Sterke daling in Amerikaanse aggregatieve vraag naar
buitenlandse goederen en diensten belangrijk transmissiekanaal voor wereldwijde crisis
Van september 2008 tot mei 2009: internationaal
verhandeld volume zowat 20% verminderd
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
21
FIGUUR 23.5. - KWARTAALPROFIEL VAN HET BBP IN DE VERENIGDE STATEN
(2006-2009)
1
0,5
0
-0,5
-1
-1,5
-2
finale binnenlandse vraag
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
netto-uitvoer
voorraadwijziging
23 – HET AV-AA-MODEL
2009 (4)
2009 (3)
2009 (2)
2009 (1)
2008 (4)
2008 (3)
2008 (2)
2008 (1)
2007 (4)
2007 (3)
2007 (2)
2007 (1)
2006 (4)
2006 (3)
2006 (2)
-2,5
2006 (1)
% verandering in volume t.o.v. voorgaande
kwartaal
1,5
BBP VS
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
22
FIGUUR 23.6. - INTERNATIONAAL GOEDERENVERKEER (GEMIDDELDE IN- EN
UITVOERVOLUMES)
130
120
110
100
90
opkomende economieën en ontwikkelingslanden
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
wereld
2009
2008
2007
2006
80
2005
indexcijfer (gemiddelde 2005 wereld = 100)
140
'geavanceerde' landen
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
23
2.1. De recessie van 2009
 Effecten van ineenstorting mondiale AV op Europese
economie?


Negatief effect op Europese uitvoer
Negatief effect op AV naar Europese goederen en
diensten (Figuur 23.7.)
 Figuur 23.7.:



AV-curve verschuift naar links
 Afname productie en prijspeil
Bij loononderhandelingen eisen ondernemingen neerwaartse aanpassing van verwacht prijspeil
Dit komt pas tot rust in punt (P2, Qn)
 Langetermijnevenwicht
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
24
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
25
2.1. De recessie van 2009
 Conclusie Europa:



Afname aggregatieve vraag
 Voornamelijk investeringen en netto-uitvoer
Afname productie op middellange termijn
Heropleving tweede kwartaal 2009
 Heropleving uitvoer (China)
 Expansief monetair beleid
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
26
Het AV-AA-model - Inhoudstafel
1. Het AV-AA-schema
2. Vraagschokken en aanbodschokken
1. De recessie van 2009
2. Een toename in de olieprijs
3. Technologische vooruitgang
3. Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
4. AV-AA, inflatie en groei
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
27
2.2. Een toename in de olieprijs
 Figuur 23.8.:



Toename olieprijs jaren 1970
Opnieuw prijsstijging tussen 2000 en midden 2008
 Vraag naar olie vanuit opkomende landen
Afname prijs ruwe aardolie in tweede helft 2008
 Wereldwijde recessie
 Appreciatie Amerikaanse dollar
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
28
100
100
80
80
60
60
40
40
20
20
0
0
In euro
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
1980
1990
120
1970
120
2000
140
1990
140
1980
reële prijs (maandgemiddelde, per vat Brent)
1970
nominale prijs (maandgemiddelde, per vat Brent)
In euro
In VS-dollar
23 – HET AV-AA-MODEL
2000
FIGUUR 23.8. – PRIJZEN VOOR RUWE AARDOLIE (1970-2008)
In VS-dollar
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
29
2.2. Een toename in de olieprijs
 Figuur 23.9.:

Invloed van stijging olieprijs op macro-economisch
evenwicht?
 Verschuiving MT-AA-curve (en LT-AA-curve) naar links
 Vraagoverschot
 Stijging outputprijs en intrestvoet
 Beweging langs AV-curve naar boven
 Evenwicht (P1,Q1) is langetermijnevenwicht
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
30
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
31
2.2. Een toename in de olieprijs
 Figuur 23.10.:

1973, na 1979-1980: stagflatie
 Stagnering of zelfs teruggang economische activiteit
en stijging algemeen prijspeil
 Stagnerende economie en inflatie
 Oorzaak: aanbodschok
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
32
2.2. Een toename in de olieprijs
 Figuur 23.10.:

Sinds 2000: sterke stijging olieprijs, leidde echter niet tot
stagnatie Amerikaanse en Europese economie
 Stijging olieprijs vooral te wijten aan sterke
economische groei van Aziatische landen
 Ook extra besteedbaar inkomen in V.S. en Europa
 Verminderde afhankelijkheid van olie
 Gedrag centrale banken: minder sterk anti-inflatoir
beleid
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
33
FIGUUR 23.10. - GROEI REËLE BBP IN DE VERENIGDE STATEN, 1961-2009
(PRIJZEN VAN 2000)
8
7
6
5
4
3
2
1
0
-1
-2
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
2009
2006
2003
2000
1997
1994
1991
1988
1985
1982
1979
1976
1973
1970
1967
1964
1961
-3
34
Het AV-AA-model - Inhoudstafel
1. Het AV-AA-schema
2. Vraagschokken en aanbodschokken
1. De recessie van 2009
2. Een toename in de olieprijs
3. Technologische vooruitgang
3. Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
4. AV-AA, inflatie en groei
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
35
2.3. Technologische vooruitgang
 Figuur 23.11.: linkerpaneel

Recessie kan ook groeipotentieel op LT beïnvloeden via
drie voornaamste determinanten:
 Effectieve beschikbare kapitaalvoorraad
 Beschikbare arbeidskrachten
 Totale factorproductiviteit
 Figuur 23.11.: rechterpaneel

TFP-groei draagt jaarlijks 0,5 tot 1 procentpunt bij aan
groei in Belgisch potentieel BBP
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
36
FIGUUR 23.11(a). - NIVEAU BBP IN VOLUME (INDEXCIJFER POTENTIEEL BBP
VOOR DE CRISIS=100 IN 2001)
feitelijk BBP
potentieel BBP (voor de crisis)
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
potentieel BBP (na de crisis)
arbeid
23 – HET AV-AA-MODEL
TFP
kapitaal
2009
2007
0,0
2005
100
2003
0,5
2001
105
1999
1,0
1997
110
2010
1,5
2008
115
2006
2,0
2004
120
2002
2,5
2000
125
1995
FIGUUR 23.11(b). - OPSPLITSING POTENTIËLE GROEI IN %
potentiële groei (jaarlijkse veranderingspercentages)
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
37
2.3. Technologische vooruitgang
 Figuur 23.12.:

Productiviteitsstijging van inputfactoren
 Verschuiving MT-AA-curve (en LT-AA-curve) naar
rechts
 Aanbodoverschot
 Beweging langs AV-curve naar beneden
 Evenwicht (P1,Q1) is langetermijnevenwicht
 Reëel loon is toegenomen
 Let wel: stijging van productiviteit kan ook AV doen
toenemen
Tijdelijk (extra) gevolg van effect op AV: van Qn1 naar Q2
Lange termijnevenwicht blijft Qn1 maar P stijgt (P1  P3)
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
38
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
39
Het AV-AA-model - Inhoudstafel
1.
2.
3.
4.
Het AV-AA-schema
Vraagschokken en aanbodschokken
Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
AV-AA, inflatie en groei
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
40
3. Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
 Hoofdstuk 21:

Vraagbeleid van overheid op korte termijn
 Vanaf hier:


Vraagbeleid op middellange en lange termijn
Aanbodbeleid
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
41
Het AV-AA-model - Inhoudstafel
1. Het AV-AA-schema
2. Vraagschokken en aanbodschokken
3. Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
1. Het aggregatieve vraagbeleid
2. Het aggregatieve aanbodbeleid
4. AV-AA, inflatie en groei
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
42
3.1. Het aggregatieve vraagbeleid
 Budgettair-fiscaal beleid

Overheidsuitgaven en belastingen
 Monetair beleid

Geldhoeveelheid of autonome intrestvoet aanpassen
 Op korte termijn leidt dergelijk beleid tot:


Verschuiving AV-curve
Wijziging in output (voor gegeven nominale output- en
inputprijzen)
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
43
3.1. Het aggregatieve vraagbeleid
 Waarom niet voortdurend fiscaal of monetair beleid?

Wijziging prijspeil op middellange termijn
 Signaalfunctie geldprijzen in gevaar
 Geld als ruil- of beleggingsmiddel in gevaar
 Beschouw Figuur 23.13.:


Overheden en centrale banken kunnen werkloosheid op
middellange doen dalen, ten koste van toename van
prijspeil (en omgekeerd)
Negatief verband tussen prijspeil en werkloosheid
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
44
3.1. Het aggregatieve vraagbeleid
 Figuur 23.13.:

Beperkte stijging AV:
 Verschuiving van AV0 tot AV1
 Inflatie bedraagt (P1-P0)/P0

Sterkere stijging AV:
 Verschuiving van AV0 tot AV2
 Inflatie bedraagt (P2-P0)/P0

Conclusie:
 Sterke stijging AV geeft relatief hogere inflatie maar
relatief lagere werkloosheidsgraad
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
45
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
46
3.1. Het aggregatieve vraagbeleid
 Phillips-curve (rechterpaneel Figuur 23.13.)

Negatief verband tussen veranderingen in prijspeil en
werkloosheidsgraad
 Beschouw Figuur 23.14.:

Empirische Phillips-curve in eurozone
 Duidelijk negatief verband
 Opmerkelijke ‘afkoeling’ economie van 2008 naar
2009: forse toename werkloosheid met ongezien laag
inflatiepercentage
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
47
FIGUUR 23.14. - DE PHILLIPS-CURVE VOOR DE EUROZONE 1999-2009
3,5
2008
3
inflatie (%)
2,5
2002
2001
2007
2
2006
2000
2004
2005
2003
1,5
1999
1
0,5
2009
0
7
7,5
8
8,5
9
9,5
10
werkloosheid (%)
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
48
3.1. Het aggregatieve vraagbeleid
 Economie wordt bijgestuurd langsheen Phillips-curve in
rechterpaneel van Figuur 23.13. (ML termijn)


Keynesiaans ‘demand management’
Macro-economisch ‘finetuning’
 Eerste aanval op keynesiaanse visie:

Monetaristen in jaren 1970
 Monetair beleid doeltreffender dan budgettair beleid
 Onduidelijkheid omtrent type schokken
 Vaak slechte timing
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
49
3.1. Het aggregatieve vraagbeleid
 Tweede aanval op keynesiaanse visie:

Nieuw-klassieken in jaren 1970 en 1980
 Rationele verwachtingen
 AA-curves verticaal
 Vraagbeleid geen invloed op output
 Toch ‘revival’ van keynesiaanse analyse tijdens recessie
2008-2009

Recessie 2009: zware negatieve vraagschok
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
50
Het AV-AA-model - Inhoudstafel
1. Het AV-AA-schema
2. Vraagschokken en aanbodschokken
3. Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
1. Het aggregatieve vraagbeleid
2. Het aggregatieve aanbodbeleid
4. AV-AA, inflatie en groei
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
51
3.2.1. Aanbodbeleid op de middellange termijn:
prijs- en inkomensbeleid
 Aanbodbeleid op middellange termijn: prijsbeleid:


Overheid bepaalt maximumprijzen of beperkt stijging van
prijzen
 Overheid werkt verschuivingen MT-AA-curve naar links
tegen (economische activiteit op peil houden)
Probleem om prijsbeleid effectief toe te passen
 Uitgebreid controleapparaat vereist
 Principiële bezwaren
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
52
3.2.1. Aanbodbeleid op de middellange termijn:
prijs- en inkomensbeleid
 Aanbodbeleid op middellange termijn: inkomens-beleid:

Overheid beheerst lonen en andere inkomens
 Overheid werkt verschuivingen MT-AA-curve naar links
tegen (economische activiteit op peil houden)

Voorbeeld: Wet 26 juli 1996:
 Gematigd loonbeleid
 Dubbel effect: kostenstijging beperken (opwaartse
verschuiving MT-AA-curve tegengaan) en daling nettouitvoer voorkomen (concurrentiepositie)
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
53
3.2.2. Aanbodbeleid op de lange termijn
 Aanbodbeleid op lange termijn:


Structurele maatregelen die productieproces beïnvloeden
 Nieuw-klassieken (Kydland en Prescott)
 ‘Real Business Cycle’ of RBC-theorie
 d.w.z. interventie overheid of centrale bank moet
gericht zijn op structurele verbeteringen productieproces
Nieuw-keynesiaanse modellen
 Rationele verwachtingen combineren met ruimte voor
vraagbeleid op korte of middellange termijn
 Recent hernieuwde interesse in ‘animal spirits’ en
gebrek aan coördinatie (Keynes)
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
54
Het AV-AA-model - Inhoudstafel
1.
2.
3.
4.
Het AV-AA-schema
Vraagschokken en aanbodschokken
Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
AV-AA, inflatie en groei
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
55
4. AV-AA, inflatie en groei
 Redenering in niveaus vertalen naar veranderingen


Trendgroei
 Waarvan feitelijke groei kan afwijken (outputkloof)
Inflatie (veranderingen algemeen prijspeil)
 Figuur 23.15.:


Prijsdalingen vroeger courant
Sinds 1950 constante toename prijspeil
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
56
FIGUUR 23.15. - PRIJSPEIL DOORHEEN DE EEUWEN
1000
100
10
België
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
Verenigd Koninkrijk
23 – HET AV-AA-MODEL
2000
1950
1900
1850
1800
1750
1700
1650
1600
1550
1
1500
logaritmische schaal (indexcijfer, 1924 = 100)
10000
Duitsland
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
57
Het AV-AA-model - Inhoudstafel
1.
2.
3.
4.
Het AV-AA-schema
Vraagschokken en aanbodschokken
Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
AV-AA, inflatie en groei
1. De oorzaken van inflatie op de lange termijn
2. Het AV-AA-schema herbekeken
3. Hyperinflatie en deflatie
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
58
4.1. De oorzaken van inflatie op de lange termijn
 Kwantiteitstheorie van geld:

Veronderstel V (omloopsnelheid geld) constant:

Verband tussen inflatie, groei in geldhoeveelheid en
economische groei
 Benadert werkelijkheid vooral op lange termijn
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
59
4.1. De oorzaken van inflatie op de lange termijn
 Inflatie op LT wordt dus verklaard doordat centrale banken
voortdurend geld creëren
 Waarom drukken centrale banken continu geld bij?


Nominale intrestvoet verhogen
 Krachtig instrument in recessie
Geldcreatie: vorm van financiering (inflatiebelasting)
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
60
4.1.1. De verstorende effecten van inflatie
 Inflatie kan verstorend effect hebben op economie



Bemoeilijkt signaalfunctie geldprijzen
Geld als ruilmiddel in gevaar (vooral bij hyperinflatie)
Bemoeilijkt gebruik van geld als beleggingsmiddel
 Inflatie veroorzaakt reële ontwaarding van belegging
 Gevolg: nominale intrestvoet i bestaat uit


Reële intrestvoet r
Inflatiepremie (op basis van verwachte inflatie)
 Reële ontwaarding vermijden
 Intrestvoetvergelijking van Fisher
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
61
4.1.1. De verstorende effecten van inflatie
 Reële intrestvoet is prijs van lening, maar uitgedrukt in
koopkracht


Werkelijke inflatie kan echter verschillen van verwachte inflatie
Reële intrestvoet ex post
 Herverdeling van schuldeisers naar schuldenaars


Indien werkelijke inflatie > geanticipeerde inflatie
Reële intrestvoet ex post kan zelfs negatief uitvallen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
62
Het AV-AA-model - Inhoudstafel
1.
2.
3.
4.
Het AV-AA-schema
Vraagschokken en aanbodschokken
Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
AV-AA, inflatie en groei
1. De oorzaken van inflatie op de lange termijn
2. Het AV-AA-schema herbekeken
3. Hyperinflatie en deflatie
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
63
4.2. Het AV-AA-schema herbekeken
 AV-AA-schema:

Getekend in (P,Q)-ruimte
 Deze paragraaf:

Hertekenen om rekening te houden met continue inflatie
en economische groei
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
64
4.2.1. De aggregatieve aanbodcurve herbekeken
 Veronderstel opnieuw:



Arbeidsmarkt waar vakbonden en werkgevers periodiek
onderhandelen over nominale lonen
Hierbij wordt rekening gehouden met economische groei
en inflatie op lange termijn
Procentuele verandering in nominaal loon:
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
65
4.2.1. De aggregatieve aanbodcurve herbekeken
 Procentuele verandering nominaal loon wordt dus
beïnvloed door:


Verwachte procentuele verandering in reëel loon
 Reflecteert reële groei op lange termijn
 Bijvoorbeeld door technologische vooruitgang
Verwachte inflatie
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
66
4.2.1. De aggregatieve aanbodcurve herbekeken
 Figuur 23.16.:



Outputgap op horizontale as, inflatie op verticale as
MT-AA-curve conditioneel op verwacht inflatieniveau (i.p.v.
verwacht prijspeil)
Langetermijnevenwicht:
 Waar verwachte inflatie = feitelijke inflatie
 Outputgap = 0, economie groeit aan trendgroei
 (Situatie van natuurlijke werkloosheid)
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
67
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
68
4.2.1. De aggregatieve aanbodcurve herbekeken
 Figuur 23.17.:

Stel: schok zodat inflatie > verwachte inflatie
 Hoger inflatiecijfer wordt opgenomen in volgende
loononderhandelingen
 MT-AA-curve verschuift naar boven
 Nieuw evenwicht waar verwachte inflatie (∏e = ∏1) =
feitelijke inflatie (∏1) is langetermijnevenwicht en komt
overeen met outputkloof = 0
 Conclusie:


Inflatie zal niet meer versnellen bij natuurlijk werkloosheidsniveau en hiermee gepaard gaande trendgroei
Vandaar: natuurlijke werkloosheidsgraad is NAIRU
 Non Accelerating Inflation Rate of Unemployment
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
69
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
70
4.2.1. De aggregatieve aanbodcurve herbekeken
 Verschuiving NAIRU


LT-AA-curve naar rechts
Hogere reële groei op lange termijn
 Figuur 23.18.:


Op eerste gezicht geen verband tussen inflatie en
werkloosheid
 Maar wel op korte termijn
Op lange termijn: verschuivingen van (in plaats van
bewegingen op) Phillips-curve
 Voorbeeld 1973-1975: opwaartse verschuiving door
hoge olieprijzen (aanbodschok)
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
71
FIGUUR 23.18. - DE VERSCHUIVING VAN DE PHILLIPS-CURVE VOOR BELGIË
1960-2009
14
13
1975
1974
12
11
10
inflatie (%)
1982
1976
9
8
1983
1981
7
1977
1973
1980
1984
6
1972
5
1964
4
1985
1978
1967
1968
3
1991
2008
1990
2000
2004
1963
2
1962
1961
1
1989
1994
1987
2002
2009
0
1993
1996
1986
-1
0
2
4
6
8
10
12
werkloosheid (%)
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
72
4.2.2. De aggregatieve vraagcurve herbekeken
 Indien centrale bank expansief monetair beleid wil
voeren dat groei boven langetermijngroei doet uitstijgen,
via geldaanbod:


Centrale bank moet geldaanbod meer dan verwacht laten
toenemen
Zodat inflatie > verwachte inflatie en outputgap > 0
 Indien centrale bank anti-cyclisch beleid wil voeren, via
Taylor-regel:

Centrale bank moet intrestvoet verhogen bij positief
outputgap
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
73
4.2.2. De aggregatieve vraagcurve herbekeken
 Aangepaste AV-curve:
 Grafische weergave, zie bijvoorbeeld Figuur 23.19.



AV-curve getekend voor:
 Gegeven niveau autonome intrestvoet
 Gegeven langetermijninflatie
 Gegeven langetermijngroei
Verband tussen inflatie en feitelijke groei is negatief
 Beleid centrale bank is anticyclisch (Taylor-regel)
Helling: mate van inflatiegevoeligheid
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
74
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
75
4.2.2. De aggregatieve vraagcurve herbekeken
 Expansief fiscaal-budgettair beleid (Figuur 23.20.):





Initieel: reductie werkloosheid
Keerzijde: inflatie > verwachte inflatie
MT-AA-curve verschuift naar boven
…
Op lange termijn verkrijgen we opnieuw verticale
LT-AA-curve
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
76
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
77
4.2.3. Het AV-AA-schema met inflatie en economische groei
 Onverwachte toename in inflatie (Figuur 23.21.):

MT-AA-curve schuift omhoog en we bewegen omhoog op
AV-curve

Maar ook LT-AA-curve schuift omhoog door dergelijke
aanbodschok
Natuurlijke werkloosheid is dus toegenomen
 Conjuncturele werkloosheid is structureel geworden
 Outputgap opnieuw = 0 in punt A



Expansief vraagbeleid brengt geen oplossing
Alternatief? Lagere trendgroei aanvaarden ofwel kostenbesparende technologieën stimuleren
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
78
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
79
4.2.3. Het AV-AA-schema met inflatie en economische groei
 Restrictief budgettair-fiscaal beleid (Figuur 23.22.):



AV-curve verschuift naar links
 Inflatie daalt en outputgap wordt negatief
Inflatie < Verwachte inflatie
 ML-AA-curves zullen naar rechts verschuiven over AVcurve
Hoe sneller ML-AA-curves naar rechts bewegen, m.a.w.
hoe sneller prijsmatiging door productiefactoren
 Hoe sneller daling inflatie
 Hoe sneller daling reële rente door centrale bank
 Hoe sneller natuurlijk outputniveau opnieuw bereikt
wordt
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
80
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
81
Het AV-AA-model - Inhoudstafel
1.
2.
3.
4.
Het AV-AA-schema
Vraagschokken en aanbodschokken
Het aggregatieve vraag- en aanbodbeleid
AV-AA, inflatie en groei
1. De oorzaken van inflatie op de lange termijn
2. Het AV-AA-schema herbekeken
3. Hyperinflatie en deflatie
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
82
4.3.1. Hyperinflatie
 Landen waarin overheid centrale bank kan dwingen om
geld te drukken


Inflatie  Inflatiebelasting
Maar ook hyperinflatie
 Gevaar: inflatie




Aggregatieve vraag stijgt: prijspeil stijgt
Koopkracht overheid daalt
Overheid laat centrale bank meer geld drukken
Enzoverder…
 Hyperinflatie leidt uiteindelijk tot bank run, gezinnen en
bedrijven willen geen geld meer aanhouden
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
83
4.3.2. Deflatie
 Deflatie: daling van prijspeil


Deflatie zal aggregatieve vraag doen dalen
Uiteindelijk komt economie tot stilstand
 Deflatoire spiraal doorbreken?

Expansief monetair beleid (als nominale intrestvoet ≠ 0)
 Nominale intrestvoet = 0: Centrale bank verliest greep op
macro-economie

Liquiditeitsval
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
23 – HET AV-AA-MODEL
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
84
Download