Cursus Renaissance begeleidende notities les 5.1 Les 5.1 Hoge Renaissance, historisch perspectief Begeleidende notities Hoe zag Europa eruit rond 1500 In de 16de eeuw werd Europa beheerst door 2 dynastieke machten: de Franse koningen van het Huis Valois en de Habsburgers. Tijdens het bewind van Karel V(1519-1556) slaagden de Habsburgers erin de Duitse bezittingen van de familie te verenigen met de Spaanse waardoor een supermacht ontstond. Spanje Na het huwelijk van Isabella van Castilie met prins Ferdinand van Aragon werd de vereniging van de 2 grote Spaanse koninkrijken een feit in 1479.Hun dochter Johanna de Waanzinnige zou met Filips de Schone, zoon van keizer Maximiliaan I, trouwen en zij kregen in 1500 een zoon Karel.( de Karel V) Met de slag van Toledo in 1494 werd het laatste Moorse koninkrijk in Spanje verslagen. Ook in 1494 tekende Alexander VI de Borgia paus het verdrag van Tordesillas waarin hij de onbekende nieuwe wereld verdeelde tussen de op dat moment twee zeevarende naties Spanje en Portugal. Frankrijk Toen Frans I in 1515 de troon besteeg was Frankrijk geen eenheid. De grenzen van het rijk waren onduidelijk, feodale heersers domineerden het plaatselijke bestuur. Het nationale bewustzijn kreeg vorm door consolidatie van de macht van de vorst, een groeiende welvaart en een culturele revolutie die Frankrijk in een Europese grootmacht veranderde. Frans I was een opvallende man, die van een glamoureus hofleven hield en tegelijkertijd zijn leven lang in een politieke en militaire strijd verwikkeld was. Hij was de verpersoonlijking van de Renaissancevorst, een uitmuntend mecenas, die zijn land tot een Europese supermacht omsmeedde. Duitsland Gegeven de geografische nabijheid van Zuid-Duitsland tot de Italiaanse Renaissance is het verbazingwekkend dat het bijna een eeuw heeft geduurd voor de wedergeboorte van de klassieke cultuur aansloeg aan de andere kant van de Alpen. Toen het humanisme begon aan te slaan in Duitse steden, stootte de Renaissance op een muur van verzet in de uitgebreide conglomeratie van staten. Het Heilige Roomse Rijk was een chaotisch georganiseerde confederatie van tegenstrijdige belangen, die op alle niveaus onrust stimuleerde. De politieke controle over dit uitgestrekte Duitse rijk lag in de handen van de Rooms-Duitse keizer, maar zijn macht bleef in feite beperkt tot zijn eigen feodale domein, de rest van Duitsland was een lappendeken van hertogdommen, vorstendommen en onafhankelijke stadstaten. De lappendeken van vrije steden was een rijke en dynamische broedplaats voor politieke commerciële en religieuze activiteiten. Door hun grote autonomie en bloeiende economie vormden ze een perfecte voedingsbodem voor de Duitse Renaissance en later voor de theologische revolutie die leidde tot de Reformatie. Het Osmaanse Rijk In de afgelegen bergen van Anatolie, in het huidige Turkije, groeide de Osmaanse staat uit tot een macht die een einde zou maken aan het duizend jaar oude Byzantijnse Rijk. De Osmanen Herman Leistikow mei 2007 pagina 1/4 Cursus Renaissance begeleidende notities les 5.1 veroverden Constantinopel in 1453 en bedreigden het voortbestaan van de Europese christenheid. Zij zouden in 1529 bij Wenen nipt worden verslagen. Italië Italië zelf was ook nog verre van een eenheid met zijn stadstaten, de kerkelijke staat, en het koninkrijk Napels 1494 was het eerste keerpunt in de ontwikkeling van de Renaissancecultuur in Italië In 1494 viel het Franse leger onder Karel VIII Italië binnen op weg naar Napels waardoor de langdurige vrede vastgelegd bij het verdrag van Lodi tot een einde kwam en noord Italië voor een aantal jaren door hetzij Spaanse hetzij Franse legers en later door het Duits/Spaanse leger belaagd zou worden. Hierdoor viel de machtsbasis en daarmede het mecenaat in de verschillende stadstaten en hoven weg en verplaatste de macht en het mecenaat zich naar Rome. De Renaissance kreeg ook een wat andere beleving in Italië zelf door deze aanvallen. Vooral in het bolwerk van de vroege renaissance Florence, waar men het gevoel van suprematie enigszins verloor. Ook kwam vanaf dit moment een verspreiding van de Renaissance op gang door de confrontatie van voornamelijk de Fransen met de Renaissancekunst tijdens hun veroveringen. De inval in 1494 was een enorme slag voor het zelfbewustzijn en een absolute frustratie voor de Italianen, zoals benadrukt werd door de twee grote historische schrijvers Machiavelli en Guicciardini. De frustratie werd vooral ingegeven door het gebrek aan tegenstand dat de Italianen hadden geleverd. In Florence was dit de tijd van terugkeer naar de republiek. Na de verdrijving van de Medici uit de stad werd weer een gonfaloniere, Soderini, aangesteld. Dit leidde tot culturele vernieuwing door een kleine groep ondermeer bestaande uit Machiavelli , Guicciardini, de diplomaat Vettori en de rijke handelaar Bernardo Rucellai. Door het terugkeren naar de republikeinse status kregen kunstenaars weer openbare opdrachten zoal Michelangelo de David (1501) en de geplande tweestrijd tussen Leonardo en Michelangelo op de muren van het Palazzo Vecchio. Beide begonnen te werken in 1504 maar zouden het nooit afmaken. In Venetië • Geschiedschrijving Navagero , Bembo • Schilderkunst Bellini’s , Titiaan – Geschiedkundig – Kleurstelling belangrijker dan ontwerp Rome werd in deze periode het belangrijkste culturele centrum van de Renaissance . De culturele centra, voorafgaande aan deze periode, lagen bij enkele stadstaten zoals Florence, Milaan en hoven zoals in Mantua, Ferrara en Urbino Door het binnentrekken van de Franse en later Duitse legers verloren deze “steden”hun machtspositie. Gelijkertijd ( doch vanzelfsprekend na elkaar ) kwamen in Rome 3 sterke pausen aan het bewind Alexander VI, Julius II en Leo X die allen uitwaren op machtsuitbreiding en verheerlijking van hun daden. Hiervoor hadden zij heel veel geld over. Deze twee omstandigheden hadden tot gevolg dat het culturele centrum zich in Italië volledig verplaatste naar Rome en ontstond daar een concentratie van talent Herman Leistikow mei 2007 pagina 2/4 Cursus Renaissance begeleidende notities les 5.1 Een chronologische tabel met kunstenaars en intellectuelen die in Rome hebben gewerkt tussen 1500 en 1527 ziet er als volgt uit: Schilders:michelangelo / raphael / vasari /leonardo da vinci /botticelli/perugino Beeldhouwers: michelangelo / celini Humanisten:bembo / sadoleto / castiglioni / girolamo / navagero / aretino / Architecten: bramante / raphael / michelangelo / leonardo da vinci De opdrachtsituatie in Italië verschilde wezenlijk van die in andere Europese landen. In Italië waren de opdrachtgevers de Kerk (pausen en kardinalen), de hoven maar ook de gilden en rijke patriciërs (bankiers ,handelaars etc) Buiten Italië waren de opdrachtgevers destijds nog beperkt tot de koningen en hun hofhouding en enkele kardinalen. Dit gold specifiek voor de beeldende kunst terwijl op humanistisch gebied de situatie wezenlijk anders was want hier ging de verdere ontwikkeling juist van het buitenland uit waarbij vooral Erasmus een grote rol speelde. De Hoge Renaissance in Italië kan ook gezien worden als een opgaande lijn die niet weet hoe hij verder moet; kan hij doorgetrokken worden ( nog mooier en verfijnder) of is dit het nu en gaat de ontwikkeling stilstaan en wacht op het ontstaan van iets volledig nieuws, of komt er juist een tegenbeweging die de lijn afbuigt naar beneden . Er waren op dat moment allerlei omstandigheden die de toekomst onzeker maakten vooral ten gevolge van de oorlogsvoeringen en het opkomen van de Reformatie. Maar ook ontstonden er in Italië rond 1530 allerlei tegenbewegingen die zich vooral afzetten tegen de opgelegde regels van de klassieke tijd. Uiteindelijk zou de cultuur van de Renaissance over Europa verspreid worden: Door oorlogen Door diaspora’s van kunstenaars zowel vanuit Italië als naar Italië toe Door de drukpers waarbij zowel geschriften als etsen en andere afbeeldingen verspreid werden Door reisverslagen van toeristen het jaar 1527 geldt als tweede keerpunt in de ontwikkeling van de Renaissance cultuur in Italië In 1527 viel het Duitse leger van Karel V Rome binnen en plunderde de stad. Deze schande heeft een sterke negatief effect gehad. Nu waren voor deze inval veel kunstenaars, humanisten en architecten al Rome uitgetrokken aangezien na het overlijden van Leo X het mecenaat sterk afnam en er zich tegelijkertijd een grote vraag ontwikkelde aan de andere hoven in Europa. Maar iedereen van belang, die nog in Rome was, ontvluchtte de stad in 1527. Ook het Italiaanse humanisme verloor veel van zijn invloed vanaf 1527 tengevolge van de verspreiding van de Reformatie en later gevolgd door de Contrareformatie . Deze bewegingen zouden een soort doodsteek voor de humanistische beweging worden doordat individuele vrijheidsuitingen weer werden onderdrukt. Herman Leistikow mei 2007 pagina 3/4 Cursus Renaissance Herman Leistikow begeleidende notities les 5.1 mei 2007 pagina 4/4