1 EEN VOORBEELD VAN EEN ONDERZOEKSOPDRACHT In de pool moderne talen dienen de leerlingen van de derde graad als voorbereiding op hogere studies te werken aan een onderzoeksopdracht. Op de volgende bladzijden volgt een uitgewerkt model van een onderzoeksdossier i.v.m. het thema ‘Anders zijn’. Wij hebben ervoor gekozen om het toe te spitsen op de jongerencultuur. De opbouw: 1. Onderzoeksdossier (p. 1- 26). 2. Handleiding (p. 28-30). 3. Evaluatiemap voor de leerkracht (p. 31-38) 4. Bijlage: Enkele tekstfragmenten (p. 39 e.v.) Pedagogische begeleidingsdienst 1 van 39 2 Naam: .................................................... Klas: ........................................................ Schooljaar: .............................................. ANDERS ZIJN: ONDERZOEKSDOSSIER 1. ORIËNTATIE Opdracht 1 Mondelinge bespreking. Opdracht 2 Hierna volgen enkele mogelijke onderzoeksopdrachten die je in groep moet uitvoeren. Ze hebben allemaal te maken met de volgende stelling of nulhypothese: in de kunst en media wordt de cultuur van jongeren anders voorgesteld dan die van volwassenen. Klopt dit? Onderscheiden jongeren zich inderdaad van volwassenen of is er geen generatiekloof? Om tot een ernstige conclusie te komen, dien je de volgende vragen eerst te beantwoorden: 1. Onderzoek een richting in de muziek die populair is of was bij jongeren: - Uit welke tijd dateert de muziek? Wanneer was ze vooral populair? - Hoe staan de zangers en hun fans tegenover de maatschappij? - Hoe blijkt dit uit de muziek? Wat is kenmerkend voor de inhoud en de vorm? - Kunnen we spreken van een echte richting in de jongerencultuur? Welke zaken zijn nog typisch: bv. kleding, taalgebruik, omgang met elkaar ... ? - Vind je de muziek leuk? Zou jij aan deze richting deelgenomen hebben of willen deelnemen? - Is deze richting typerend voor een bepaalde periode? Volgden veel jongeren ze? Of gedroeg de meerderheid zich traditioneel, zoals haar ouders? .... 2. Situeer deze muziekrichting sociaal-historisch. - In welke zin hangt ze samen met bepaalde maatschappelijke en artistieke ontwikkelingen uit die tijd (bv. de jaren ’60)? Welke? Wat is het verband? Leg uit. - Behoort de behandelde muziekrichting tot de zgn. mainstream of zet ze er zich scherp tegen af? Kun je spreken van een subcultuur, die afwijkt van de algemene volwassencultuur? 3. Bespreek een literair fragment, een roman of enkele literaire werken (gedichten, romans) die aanleunen bij deze populaire muziekrichting. - Is de auteur de spreekbuis van een generatie jongeren of geeft hij/zij meer een beeld van een bepaalde tijd? - Welk krijg je van jongeren en volwassenen? Vertonen de jongeren bijzondere kenmerken? Welke? Is er sprake van een jongerencultuur? In welke zin? - Hoe is de algemene levensvisie? Leidt dit ook tot een aparte literaire vormgeving? - In welke mate past dit alles bij wat je genoteerd hebt bij vraag 1 en 2? - Formuleer ook je persoonlijk oordeel over het werk of de werken. 4. Bespreek een film die aanleunt bij deze muziekrichting. - Is de regisseur de spreekbuis van een generatie jongeren of geeft hij/zij Pedagogische begeleidingsdienst 2 van 39 3 meer een beeld van een bepaalde tijd? - Welk beeld krijg je van jongeren en volwassenen? Vertonen de jongeren aparte kenmerken? Welke? Is er sprake van een jongerencultuur? In welke zin? - Hoe is de levensvisie? Leidt dit ook tot een aparte vormgeving? - In welke mate past dit alles bij wat je genoteerd hebt bij de vorige vragen? Geeft de film een goed beeld van de jongerencultuur of geeft ze meer de tijdsgeest weer? Leg uit. - Formuleer ook je persoonlijk oordeel over de film. 5. Kies ook een van de volgende taken: - Schrijf een gedicht of liedjestekst (evt. met muziek) in de typische stijl van de behandelde periode. - Schrijf een korte tekst in de typische taal van de behandelde jongerencultuur. - Interview een beroemde persoon van toen. - Maak een kunstwerk zoals toen. - Verkleed je zoals toen en breng een ‘modeshow’. - Zing een lied uit die tijd na (karaoke) gekleed zoals jongeren toen. - Bespreek een of meer strips of cartoons die aansluiten bij de behandelde jongerencultuur. - Maak een korte strip in de stijl van toen over de typische thema’s van toen. - Maak een collage die een mooi beeld geeft van de behandelde jongerencultuur. - Maak een reclamespot voor een behandelde muziekgroep, muzikant, boek of film, of voor een boek of film over de behandelde jongerencultuur. ... Verderop volgt een raster met keuzemogelijkheden m.b.t. muziek, literatuur en film van na de Tweede Wereldoorlog. Het is de bedoeling dat elke groep de resultaten van de onderzoeksopdracht voor de klas presenteert. Daarbij moet gebruikgemaakt worden van: - illustratiemateriaal: bv. muziek- of filmfragmenten; - transparanten of Powerpoint: bv. de structuur, sommige illustraties. Indien mogelijk kun je computers inschakelen, bv. om een interessante website te bekijken. Je dient bovendien een documentatiemap aan te leggen met al het verzamelde materiaal en de kladversies. Deze wordt samen met dit onderzoeksdossier beoordeeld want niet alleen het eindresultaat maar ook de vorderingen worden in de evaluatie betrokken. Meer details over de evaluatie vind je verderop. Over de documentatiemap verneem je meer in opdracht 3. Beantwoord nu de volgende vragen: Oriëntatiekaart 1. Wat is de opgave? Noteer het nummer van je precieze onderzoeksopdracht. _________________________________________________________________ 2. Met wie werk je samen? _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 3 van 39 4 _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 3. Wat is je hoofddoel: informeren, overtuigen, activeren, ontroeren, amuseren ...? _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 4. Wat weet je over je doelpubliek? _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 5. Welk medium of welke media gebruik je? _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 6. Hoe lang moet de presentatie duren? _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 7. Welke taal of stijl dien je te gebruiken? Hoe is de toon van de presentatie? _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 8. Hoe is de timing? a. Wanneer is de eerste bespreking van de vorderingen (opdracht 7)? _______________________________________________________________ b. Wanneer moet de eerste versie klaar zijn (opdracht 10)? _______________________________________________________________ c. Wanneer moet je alles presenteren voor de klas (opdracht 14)? _______________________________________________________________ 9. Hoe gebeurt de evaluatie? Wat zijn de beoordelingscriteria? _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 10. Hoe pak je de taak het best aan? Maak een ruw werkplan. - Hoeveel tijd heb je waarschijnlijk nodig? Is er bv. veel opzoekwerk nodig? Pedagogische begeleidingsdienst 4 van 39 5 - Verdeel je de taken? Zo ja, wie doet wat? - Wanneer werk je eraan? - Wanneer overleg je met elkaar? ... _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 5 van 39 6 PERIODE MUZIEK LITERATUUR FILM Jaren ’50 BEAT GENERATION OF BEATNIKS … Angelsaksische wereld: Rock-‘n-roll: Bill Haley, Elvis Presley, Fats Domino, Little Richard, Chuck Berry, Bo Diddley … Angelsaksische wereld: J. Kerouac: On the road Dharma Bums C.MacInnes: Absolute beginners (1959) (mods, rockers, teddyboys) W.S. Burroughs A. Ginsberg Tijdssfeer: J. D Salinger: The Catcher in the Rye Angry young men: bv. J. Osborne: Look back in anger J. Updike: Rabbit, Run (1960) A.Burgess: A clockwork orange (grens 50’s en 60’s: gebaseerd op teddyboys, mods en rockers) Angelsaksische wereld: N. Ray: Rebel without a cause (1955). L. Benedek: The wild one (1953) F.F. Coppola: Rumble Fish (1983) + The outsiders (1983) (R. Thorpe: Jailhouse Rock (1956)) (S. Rash: The Buddy Holly Story (1978)) (J. Temple: Absolute beginners (1986)) (R. Kleiser: Grease (1978)) (Tv-serie: Happy days) Tijdssfeer P. Weir: Dead poets society (1989) B. Levinson: Diner (1982) (R. Brooks: Blackboard jungle (1955)) Franstalige wereld: J. Halliday, S. Vartan, B. Vian, J. Gréco, S. Reggiani, E. Piaf, Line Renaud, Patachou, Dick Rivers Franstalige wereld: Tijdssfeer B. Vian: L’Herbe rouge (1950); L’arrache-coeur (1953) R. Queneau: Zazie dans le métro (1959) S. De Beauvoir: Mémoire d’une fille rangée (1958) F. Sagan: Bonjour tristesse (1954), Un certain sourire (1959) S. Beckett: En attendant Godot (1962) Duitstalige wereld: Tijdssfeer G. Grass: Die Blechtrommel Pedagogische begeleidingsdienst 6 van 39 Franstalige wereld: Tijdssfeer L. Malle: Zazie dans le métro (1960) V. Belmont: Rouge baiser (1985) J.P. Mocky: Les dragueurs (1959) F. Truffaut: Les Quatre Cents Coups (1959), L’argent de poche (1976) (J. Tati: Mon oncle (1958)) 7 (1959), Katz und Maus (1961), Hundejahre (1963), Mein Jahrhundert (2001) Jaren ’60 HIPPIES, FLOWER POWER, NOZEMS, PROVO … Mei 1968 Popart (neodadaïsme) + geëngageerde kunst ... Pedagogische begeleidingsdienst Angelsaksische wereld: Beatles, Beach Boys, Dylan en protestlied, Mamas and the Papas, The Hollies, The Doors, The Byrds; Crosby, Stills, Nash & Young; Neil Young, Rolling Stones, The Who, J. Hendrix, Velvet Underground, Pink Floyd … -> surf music, beat music, blues, folkrock, protest song, psychedelische muziek, R&B, experimentele muziek … Angelsaksische wereld: K. Kesey: One flew over the cuckoo’s nest T. Wolfe: The electric kool-aid acid test (1968) C. Bukowski D. Lodge: Changing places R. Brautigan: In watermelon sugar (1968), (Trout fishing in America (1967)) K. Vonnegut P.S. Beagle: The last unicorn (1968) R. Heinlein: Stranger in a strange Cf. popart: L. Reed, Velvet Unplace (1961) derground, Roxy Music, D. Bowie D. Barthelme Franstalige wereld: J. Heller: Catch 22 S. Gainsbourg (taboes: Je t’ R. Pirsig: Zen and the art of aime, moi, non plus), Cabrel (pro- motorcycle maintenance (1974) test), S. Reggiani, Y. Montand, L. T.C. Boyle: Drop City Ferré, G. Brassens, B. Vian, E. Non-fiction Macias, C. Nougaro, S. Distel, F. M. Kurlansky: 1968. The year Gall, M. Polnareff, Brel, Bécaud, that rocked the world (2004) Aznavour, J. Dassin, Les Chaus- Tijdssfeer settes Noires D. Lodge: Changing places. A tale of two campuses. (1975) Duitstalige wereld J. Updike: Rabbit Redux (1971) Wolf Biermann J. Irving: The world according to Garp (1976) Erg populair toen: - Tolkien: Lord of the rings. - H. Hesse: Siddharta en Der 7 van 39 Angelsaksische wereld: R. Lester: A hard day’s night (1964), (Help (1965)) D. Hopper: Easy Rider (1969) R. Corman: The wild angels (1966) M. Forman: Hair (1979), One flew over the cuckoo’s nest O. Stone: The Doors (1991) M. Wadleigh: Woodstock. Three days Peace & Music (1970) Absurde humor en satire Monty Python’s Flying Circus R. Altman: MASH (1969) Vietnam: F. F. Coppola: Apocalypse Now (1979) B. Levinson: Good Morning Vietnam (1987) B. Couturie: Dear America. Letters Home From Vietnam (1987) Franstalige wereld: Tijdsgeest: L. Malle: Milou en mai (1989) J.L. Godard: Tout va bien (1972) + Masculin féminin (1966) + La Chinoise (1967) B. Blier: Les valseuses (1974) E. Rohmer: Le genou de Claire (1970) (A. Varda: Cléo de 5 à 7 (1962)) 8 Steppenwolf Franstalige wereld: Tijdssfeer M. Houellebecq: Les particules élémentaires (1998) J.L. Le Clézio: Procès-verbal (1963) A.P. de Mandriargues: La motocyclette (1963); La marge (1967) V. Leduc: Thérèse et Isabelle (1966) M. Tournier: Vendredi ou les limbes du Pacifique (1967) C. Etcherelli: Elise ou la vraie vie (1967) J. Prévert: Paroles (1960); Choses et autres (1968) J. Chessex: L’Ogre (1973) Strips en cartoons: Wolinski, Brétécher, Faizant … (J. Tati: Playtime (1967)) (L. Buñuel: Le charme discret de la bourgeoisie (1972)) (M. Karmitz: Coup pour coup (1972)) Duitstalige wereld G. Henschel: Kindheitsroman Eind jaren ’70-begin jaren ’80 PUNK + antecedenten: Dada + zwarte romantiek + graffitikunst (Keith Haring …) Angelsaksische wereld: The Sex Pistols, The Clash, The Jam, The Stranglers, The Buzzcocks ... + New Wave: Joy Division, Talking Heads, Gothic (zie verder) … Franstalige wereld: Métal Urbain, Plastic Bertrand, Bijou Duitstalige wereld Nina Hagen, Die Toten Hosen, Pedagogische begeleidingsdienst Angelsaksische wereld: B.E. Ellis: Less than zero (1985) <-> Yuppies: T. Wolfe: The bonfire of the vanities. Tijdssfeer J. Coe: The Rotters’ Club (2001) (jaren ’70) + What a carve up! (1994) (jaren ’80) J. Updike: Rabbit is Rich (1981) Non-fiction: J. Savage: England’s dreaming 8 van 39 Angelsaksische wereld: Muziek D. Letts: The Punk Rock Movie (1977) J. Demme: Stop making sense (1984) A. Cox: Sid and Nancy (1986) Tv-serie The young ones of Bottom. <-> Yuppies: - B. De Palma: The bonfire of the vanities (1990) 9 Nena, Fink, Herbert Grönemeyer, Peter Baumann Franstalige wereld: F. Cavanna: Les Ritals (1978), L’écho des savannes Strips en cartoons: Hara-Kiri, Charlie Hebdo. (Een exponent van de punk in Vlaanderen is Kamagurka!) Duitstalige wereld S. Regener: Herr Lehmann, Neue Vahr Süd H. Kynast: Ana & Paul? Eind jaren ’60 -> nu HARDROCK + METAL Angelsaksische wereld Deep Purple, Led Zeppelin, Black Sabbath, AC/DC, Judas Priest, Motörhead, Iron Maiden, Def Leppard … Metal + punk: Nirvana Franstalige wereld: Angelsaksische wereld H.S. Thompson: Hell’s angels (1966) Voetbal en hooligans/skinheads N. Hornby: Fever Pitch (1992) Franstalige wereld: - O. Stone: Wall Street (1987) - J. Demme: Something wild (1987) Tijdssfeer Mad Max 2 + Mad Max beyond thunderdome Franstalige wereld: M. Pialat: Passe ton bac d’abord (1978) Angelsaksische wereld P. Spheeris: The decline of Western Civilisation Part II: The metal years (1988) (met Ozzy Osbourne) Voetbal (D. Evans: Fever Pitch (1996)??) Franstalige wereld: Duitstalige wereld: Rammstein, 1000 Augen, Niederschlag, Blut und Eisen, Fenriswolf, Drecksau Begin jaren ’90 METAL + PUNK Grungelook Angelsaksische wereld Nirvana (Kurt Cobain), Pearl Jam … Franstalige wereld: Noir Désir, Indochine, Lofofora, Matmatah Duitstalige wereld Aus 98, Absolut, Abstürzende Pedagogische begeleidingsdienst Angelsaksische wereld Dagboek van Kurt Cobain D. Coupland: Generation X. Tales for an Accelerated Culture (1991) + Microserfs (1995) Evt.: A. Niffenegger: The time traveller’s wife (2003) Franstalige wereld: 9 van 39 Angelsaksische wereld R. Linklater: School of rock Franstalige wereld: 10 Brieftauben, Kafkas Vanaf de jaren ’80 GOTHIC Angelsaksische wereld Bauhaus, The Cure, Siouxsee and the Banshees, The Sisters of Mercy, Virgin Prunes, Anne Clark … + Joy Division, Nick Cave (zwarte romantiek) Franstalige wereld: Evt. Renaud (jaren ’90) Duitstalige wereld Dein Schatten, Dissolute Paradise Angelsaksische wereld Griezelroman: A. Rice (Interview with the vampire e.a.), S. King Zwarte romantiek Antecedenten: E.A. Poe, Graveyard School ... N. Cave: King Ink (gedichten), And the ass saw the angel B.E. Ellis: The informers (1994) Columbine High School D. Coupland: Hey Nostradamus! (2003) Franstalige wereld: Angelsaksische wereld Griezelfilms J. Carpenter: Halloween (1978) A. Proyas: The crow (1994) F.F. Coppola: Bram Stoker’s Dracula (1992) N. Jordan: Interview with the vampire (1994) D. Myrick: The Blair Witch Project (1999) X-files?? Tv-reeks: Buffy, the vampire slayer Columbine High School M. Moore: Bowling for Columbine (2002) G. Van Sant: Elephant (2003) Franstalige wereld: Jaren ’50 SOUL -> Civil Rights Movement, M. L. King, Black Power ... Angelsaksische wereld Soul: Diana Ross and the Supremes, Martha and the Vandellas, Smokey Robinson and the Miracles, Junior Walker & All Stars, The Temptations, Four Tops, Marvin Gaye, The Jackson Five … Duitstalige wereld J-Luv Pedagogische begeleidingsdienst Angelsaksische wereld Soul G. Pelecanos: Hard revolution (2004) Irish soul: R. Doyle: The commitments Racisme R. Ellison: Invisible man (1952) J. Baldwin: Going to meet the man (1965) 10 van 39 Angelsaksische wereld Soul F. Oz: Little shop of horrors (1986) P. Justman: Standing in the shadows of motown (2002) Irish soul: A. Parker: The commitments (1991) 11 Jaren ’70-80 DISCO EN HIPHOP + RAP Disco: Donna Summer, Kool and the Gang, KC & The Sunshine Band, Earth Wind and Fire, Vil-lage People … Hiphop en rap: Public Enemy, Grandmaster Flash, Beastie Boys, Niggaz With Attitude, Ice-T, Snoop Doggy Dogg, Eminem, Tupac, Dr. Dre; Michael Franti (scherpe teksten), Puff Daddy … Malcolm X: The autobiography of Malcolm X (1965) G. Jackson: Soledad brother (1970) A. Moody: Coming of age in Mississippi (1968) T. Morrison: Beloved (1987) A. Walker: The color purple (1982) … Franstalige wereld: Zie migrantencultuur. Franstalige wereld: Disco Karen Cheryll, Ottawan, Cerrone, Patrick Juvet, C. François et Les Claudettes Fresh Prince of Bel Air Rap C. Hanson: 8 Mile (2002) (over leven van Eminem) Racisme A. Parker: Mississippi Burning (1988) M. Mann: Ali (2001) Spike Lee: Malcolm X (1992) … Franstalige wereld: Soul en rap K. Saleh: Comme un aimant (2000) Hiphop en rap MC Solaar, Alliance Ethnik, Suprême NTM, Assassin, De Puta Madre, Starflam, IAM, Boona Arsene; AMER; Chiens de Paille Disco C. Pinoteau: La Boum (1980) Funk FFF, La Malka Family, Juan Rozoff ou Sinclair Duitstalige wereld Kraftwerk, Die Phantastische Vier, Pur, Die Ärzte, Zentrifugal, Eko Fresh, Glashaus Pedagogische begeleidingsdienst Disco - A. Parker: Fame (1980) - J. Badham: Saturday Night Fever (1977) Hiphop S. Lathan: Beat Street (1984) 11 van 39 12 Vanaf de jaren ’80 HOUSE EN TECHNO (love parades, raves, gabbers ...) Antecedent house = disco Angelsaksische wereld Moby, The Orb, The Prodigy, Underworld, Faithless, Joey Beltram … Franstalige wereld: Daft Punk, La Funk Mob, Superdiscount, Motorbass, Cassius, St Germain, Cyril K … Duitstalige wereld: Beschleuniger, Kraftwerk, Wolfsheim (lied ‘Wir sind Wir van Techno-DJ Paul van Dyk & Peter Heppner) Angelsaksische wereld I. Welsh: Trainspotting (1995) (techno, rave, drugs …) Evt.: A. Garland: The beach Franstalige wereld: Tijdssfeer G. Coulonges: Pause Café (1981), Joëlle Mozart (1982), Pause Tendresse (1989) Stéphanie: Des cornichons au chocolat (1983) C. Aventin: Le coeur en poche (1989) Angelsaksische wereld G. Harrison: Groove (2000) D. Boyle: Trainspotting (1996) + The beach? (2000) Drugcultuur D. Liman: Go (1999) D. Aronofsky: Requiem for a dream (2000) Franstalige wereld: Tijdssfeer C. Berri: Tchao Pantin (1983) B. Blier: Les Valseuses (1974) B. Tavernier: L’Appât (1995) Duitstalige wereld: T. Tykwer: Lola Rennt (1998) (ook punk) U. Edel: Christiane F. Wir Kinder vom Bahnhof Zoo (1981) Vanaf eind jaren ’60 REGGAE + rasta … Angelsaksische wereld Bob Marley and the Wailers, Desmond Dekker, Jimmy Cliff, Peter Tosh Angelsaksische wereld C. Phillips: Crossing the river (1997) Angelsaksische wereld P. Henzel: The harder they come (1973) Franstalige wereld: Ouled El Riddim, Soleil Vert Duitstalige wereld Riddim Revolution MIGRANTEN Pedagogische begeleidingsdienst Angelsaksische wereld: Franstalige wereld: Angelsaksische wereld: Algemeen beeld + racisme H. Kureishi: The Buddha of suburbia 12 van 39 Angelsaksische wereld: 13 Franstalige wereld: Rai: Cheikh Hamada, Khaled, Cheb Mami, Faudel, Rachid Taha (1990) M. Ali: Brick Lane Franstalige wereld: Algemeen beeld + racisme E. Ajar (of: R. Gary): La vie devant soi (1992) T. Ben Jelloun: Les yeux baissés (1992); L’Enfant de sable (1993); L’Islam expliqué aux enfants M. Féraud: Anne ici, Sélima làbas (1985) A. Begag: Le gone de Chaâba; Béni ou le paradis privé A. Benaïssa: Née en France, histoire d’une jeune beur M. Mokkedem: Des rêves et des assassins Franstalige wereld: M. Allouache: Salut cousin (1996) P. Faucon: Samia (2000) M. Kassovitz: La haine (1995) A. Kechiche: La faute à Voltaire (2000) B. Lamy & N. Mweze: La vie est belle (1987) G. Morel: Les chemins de l’Oued (2002) A. Téchiné: Loin (2001) Duitstalige wereld G. Walraff: Ich (Ali) Noten: 1. Een uitstekend boek over moderne muziek is Pop! Een halve eeuw beweging van Gert Keunen (Tielt: Uitgeverij Lannoo & Gert Keunen, 2003 (2de verbeterde druk)). 2. Een roman waarin een heel stuk popgeschiedenis is verwerkt, isThe ground beneath her feet (1999) van S. Rushdie. 3. Enkele recente Duitse films die een goed tijdsbeeld geven: Crazy van H-C. Schmid (2000), Im Juli van F. Akin (2000), Herz im Kopf van M. Gutmann (2002) en Verschwende deine Jugend van B. Quabeck (2003). Pedagogische begeleidingsdienst 13 van 39 14 2. VOORBEREIDING, EVALUATIE EN REFLECTIE Opdracht 3 Houd een gedetailleerd logboek bij van je activiteiten: - Wanneer heb je gewerkt en hoelang? - Wat heb je precies gedaan? - Welke problemen deden zich eventueel voor? Hoe heb je ze opgelost? - Wanneer heb je overleg gepleegd? Hoe verliep dit? ... Noteer alles op een apart blad dat je bij dit onderzoeksdossier voegt. Opdracht 4 Verzamel en selecteer het nodige materiaal. Leg daartoe een aparte documentatiemap aan. Hoe doe je dit? Bepaal eerst of je alles in een enkele map steekt dan wel of je werkt met vier mappen volgens de vier onderdelen (de muziekcultuur, de periode, literatuur en film). Kies dan een geschikte klasseermap. Noteer erop het onderwerp en de namen van alle groepsleden (één enkele map) of de naam van de verantwoordelijke (vier mappen). Wat komt er allemaal in? a. De inhoudstafel b. Bronnenmateriaal en tekstschema’s - Steek al het verzamelde materiaal op een ordelijke manier in je map. Vermeld de bron: bv. - Keunen, Gert: Pop! Een halve eeuw beweging. Z.pl.: Uitgeverij Lannoo en Gert Keunen, 2003 (2de druk). - OOR: OOR Interactieve Pop-Encyclopedie. Z.pl.: Softmachine Publishing B.V., 1999. - www.youthculture.net. - Noteer bij elke tekst de kerngedachten op een A4-blad. Je kunt ook beperkte passages met een kleurstift markeren in de tekst. Websites die nogal uitgebreid zijn, hoef je niet helemaal te downloaden. Maak gewoon een schema van de bruikbare zaken. c. Eerste versie(s) (cf. opdracht 8) Enkele tips Steek het interessantste materiaal vooraan. Veelal is dit een overzichtsartikel, bv. uit een encyclopedie of tijdschrift. Tracht het meer specifieke materiaal ook te groeperen per aspect of thema, volgens de bruikbaarheid ... Zoek gericht. Voor je begint te noteren, moet je goed nagaan of het gevonden materiaal wel echt bruikbaar is. Dit doe je door globaal of zoekend te lezen of luisteren/kijken. Omdat jouw tekst een persoonlijke toon moet hebben, is het aangewezen bij het maken van aantekeningen ° meteen al zoveel mogelijk in eigen woorden te formuleren; ° verbanden te leggen met wat je al weet of met eigen ervaringen; ° de gegevens uit de teksten tegenover elkaar af te wegen: bv. - Welke tekst is het betrouwbaarst? Pedagogische begeleidingsdienst 14 van 39 15 - Ken je tegenvoorbeelden? Let wel, als je verwijst naar een tekst of er iets uit citeert, moet je objectief zijn. Daarom is het goed persoonlijke bedenkingen apart te noteren of in een andere kleur. Maak een duidelijk onderscheid in je notities tussen de samenvatting van een tekst en je eigen bedenkingen. Als je besluit iets te citeren, doe dit dan volgens de regels van de kunst. In principe haal je alleen iets aan als de formulering bijzonder is of als het een opvallende uitspraak is van een bekend persoon. Houd bij de uitwerking altijd je ruw bouwplan ernaast. Pas het aan als dit nodig blijkt. Houd bij je keuze voor een bepaalde structuur altijd rekening met je doel en publiek. Opdracht 5 Om een goede presentatie te houden, is het belangrijk dat de gegevens goed gestructureerd zijn. Maak een ruw schema van je antwoord voor elke vraag die je hoort te beantwoorden (de muziekcultuur, de periode, literatuur en film). Houd daarbij goed rekening met je einddoel. Schemakaart Vraag 1: ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Vraag 2: ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 15 van 39 16 ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Vraag 3: ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Vraag 4: ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Vraag 5: ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 16 van 39 17 Opdracht 6 Zijn jullie tevreden over de voorlopige resultaten? Vul de volgende evaluatiekaart in. Evaluatiekaart 1. Inhoud a. Is er voldoende materiaal? Correspondeert het met wat gevraagd is? Komen alle aspecten aan bod? _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ b. Zit er een duidelijke lijn in het materiaal? Is er een degelijke structuur? Werd er rekening gehouden met het spreekdoel en het doelpubliek? _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ 2. Groepswerk Hoe is de samenwerking totnogtoe verlopen? Hebben jullie efficiënt samengewerkt? Heeft iedereen zich aan de afspraken gehouden en zijn deel gedaan? Is het materiaal samen besproken? ... _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 17 van 39 18 _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 3. Bijsturingen Welke bijsturingen zijn nodig? Moet je je opnieuw oriënteren? Moet je nieuw materiaal zoeken? Moet je beter selecteren of schaven aan de structuur? Moet er efficiënter worden samengewerkt of moet de planning aangepast worden? Wat moet je zeker doen? a. Verzamelen en selecteren van materiaal: _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ b. De structuur of samenhang: _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ c. De onderlinge samenwerking: _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ d. De planning: _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 18 van 39 19 _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ Opdracht 7 Bespreek alle resultaten met jullie leerkracht. Noteer de bedenkingen in een andere kleur in de evaluatiekaart uit opdracht 6. Opdracht 8 Vervolg de groepswerkzaamheden: maak een eerste versie van je taak zoals je die wilt presenteren. Het mag om een schema gaan. Als je alles uitschrijft, bestaat het risico dat je in schrijftaal praat. Bewaar alles in je documentatiemap. Beslis ook welk hulpmateriaal je wenst te gebruiken bij de presentatie. Opdracht 9 Evalueer de resultaten van het groepswerk aan de hand van de volgende evaluatiekaart. Eventueel werk je in rondes: 1. Je kijkt alleen naar de inhoud, ook van het bronnenmateriaal in de documentatiemap. 2. Je kijkt naar het taalgebruik, de vormgeving van de documentatiemap en het hulpmateriaal dat je wenst te gebruiken. Evaluatiekaart 1. Inhoud a. Is de tekst overtuigend? Degelijke informatie? Betrouwbare feiten? Volledig? Altijd terzake? Niet te oppervlakkig of te eenzijdig? Geen leemtes? … _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ b. Is alles duidelijk voor het doelpubliek? Begrijpelijk? Logisch opgebouwd? Voldoende lijn? Genoeg uitleg? … _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 19 van 39 20 _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ c. Is de tekst boeiend? Zit er voldoende vaart in? Voldoende interessant? Niet te veel herhaling? Geen onnodige uitweidingen? Voldoende persoonlijk? … _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ d. Andere zaken Volgens de opgave? Lang genoeg? … _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ 2. Taalgebruik a. Is het taalgebruik helder voor het doelpubliek? Begrijpelijk geformuleerd? Niet vaag of dubbelzinnig? Voldoende verbindende woorden of uitdrukkingen? Gebruik van verklarende woordenschatlijsten? … _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ b. Is het taalgebruik aantrekkelijk? Geen boekentaal? Aangenaam? Vlot? Niet te omslachtig? Niet te veel herhaling? Voldoende persoonlijk? ... _______________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 20 van 39 21 _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ c. Is het taalgebruik correct? Fouten i.v.m. woordkeus, zinsbouw, verbindende woorden, spelling, leestekens? _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ 3. De kwaliteit van de documentatiemap en het onderzoeksdossier _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 4. De kwaliteit van het hulpmateriaal _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 21 van 39 22 _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ Opdracht 10 Bespreek de eerste versie met jullie leerkracht. Noteer alle belangrijke opmerkingen in een andere kleur op de evaluatiekaart in opdracht 9. Opdracht 11 Analyseer samen alle opmerkingen en bedenkingen. Formuleer dan wat je concreet te doen staat. In essentie zijn er vier zaken die bij een revisie moeten gebeuren: a. Toevoegen Moeten er zaken bij: feiten, toelichtingen, verbindende woorden of uitdrukkingen, illustraties …? b. Weglaten Kunnen bepaalde gegevens, uitweidingen, illustraties, zinnen … weg? c. Vervangen Is er een betere structuur? Zijn er betere voorbeelden, duidelijker en minder formele formuleringen, interessantere illustraties …? d. Verplaatsen Is het beter bepaalde gegevens elders te plaatsen, bepaalde gegevens te verwisselen? Vul nu de volgende kaart in: Herschrijfkaart 1. Ga voor elk van de volgende aspecten na wat er precies moet gebeuren: a. Inhoud _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ b. Taalgebruik _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 22 van 39 23 _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ c.Hulpmateriaal _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ 2. Hoe pak je de herwerking aan? Schets kort je werkplan. bv. - Moet je de oriëntatie nog eens grondig bekijken? - Moet je bepaalde zaken opzoeken? Wanneer doe je dat? - Werk je in rondes: bv. eerst de inhoud, daarna pas het taalgebruik? - Laat je tijd tussen de verschillende rondes? - Wanneer werk je eraan? ________________________________________________________________ ________________________________________________________________ ________________________________________________________________ ________________________________________________________________ ________________________________________________________________ ________________________________________________________________ ________________________________________________________________ Opdracht 12 Maak nu de eindversie. Houd daarbij rekening met je notities uit opdracht 11. Opdracht 13 Als je klaar bent met opdracht 12, kun je beginnen aan de voorbereiding van de presentatie. Maak de nodige afspraken: - Wie presenteert wat en in welke taal? - Wanneer oefen je samen? - Wie hanteert de nodige apparatuur of zorgt voor het illustratiemateriaal? ... Let wel, het is de bedoeling dat iedereen ongeveer even lang praat. Hoe je spreektaken efficiënt voorbereidt en uitvoert, vind je in je cursus. Pedagogische begeleidingsdienst 23 van 39 24 3. UITVOERING, EVALUATIE EN REFLECTIE Opdracht 14 Presenteer de resultaten van het groepswerk voor de klas. Opdracht 15 Gebruik het hulpschema op de volgende bladzijde om de presentatie van je klasgenoten te beoordelen. Let wel, jullie spelen allemaal rollen en kennen elkaar niet. Noteer naast de vragen voor elke presentatie ++, +, +/-, - of --. Schrijf hier eerst de leden van elke groep (G1 ...) op en de individuele leerling (L1 ...) die je speciaal in het oog houdt: G1: _______________________________________________________________ L1: _______________________________________________________________ G2: _______________________________________________________________ L2: _______________________________________________________________ G3: _______________________________________________________________ L3: _______________________________________________________________ G4: _______________________________________________________________ L4: _______________________________________________________________ G5: _______________________________________________________________ L5: _______________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 24 van 39 25 G1 L1 G2 L2 G3 L3 G4 L4 G5 L5 1. Inhoud a. Goed te begrijpen? b. Degelijke informatie? c. Volledige informatie? d. Logische opbouw? e. Samenhangend? f. Boeiend? g. Conform de opgave? h. Andere zaken? Score: ................ 2. Presentatie a. Vlotte uitleg? b. Goed verstaanbaar? c. Zakelijk én levendig? d. Goede lichaamshouding? e. Goed contact met het publiek? f. Controle over zenuwen? g. Goed gebruik van hulpmateriaal? h. Andere zaken? Score: ................ 3. Taalgebruik a. Niet te ingewikkeld? b. Levendige spreektaal? c. Correct? d. Andere zaken? Score: ................. Eindcijfer: ...................... Pedagogische begeleidingsdienst 25 van 39 26 Opdracht 16 a. Luister aandachtig naar het commentaar op de presentatie. Noteer eerst je cijfer voor elk aspect. Schrijf daaronder wat de goede en minder goede kanten zijn. _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ b. Hoe komt dit? Kijk ook naar de manier van werken. Overloop het onderzoeksdossier en de documentatiemap. Hoe is de samenwerking verlopen? ... _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ c. Wat kun je eventueel verbeteren? Hoe? _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 26 van 39 27 _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 27 van 39 28 HANDLEIDING LEERDOELEN EN -INHOUDEN De leerlingen kunnen zich oriënteren op een onderzoeksprobleem. Ze kunnen gericht informatie verzamelen, ze ordenen en bewerken. Ze kunnen een onderzoeksopdracht voorbereiden, uitvoeren en evalueren over een literair vraagstuk. Ze kunnen verslag uitbrengen over de onderzoeksresultaten en de concusies. Ze kunnen deze confronteren met andere standpunten. WERKWIJZE 1. Vooraf Er moeten duidelijke afspraken gemaakt worden tussen de collega’s vreemde talen: - Wie legt de opdracht uit? (Bij voorkeur door alle betrokken leerkrachten samen.) - Hoe vrij zijn de leerlingen bij de keuze van de onderwerpen? (Bij voorkeur laat u hen kiezen uit de hele lijst in opdracht 2 en laat u ruimte voor eigen, goed gemotiveerde suggesties.) - Waar en wanneer werken de leerlingen? Bepaal hoeveel lesuren ze in de klas aan hun taak kunnen werken en wat ze thuis moeten doen. - In welke taal gebeuren de activiteiten? Enkele mogelijkheden: twee van de vier onderdelen (cf. opdracht 2) in het Engels, twee in het Frans. Een voorbeeld: ° Muziek en achtergronden: in het Engels. ° Literatuur en film: in het Frans. - Wie evalueert wat en hoe? ... 2. Opdracht 1 en 2 Opdracht 1 is een oriëntatie op het thema, 2 op de onderzoeksopdracht. Enkele mogelijke vragen voor opdracht 1: a. Rondvraag - Is er zoiets als een jongerencultuur? - Wat is er kenmerkend voor? - Geldt dat ook voor jezelf? - Waarom een jongerencultuur? ... b. Reeks foto’s: bv. vetkuif, hippie, skinhead, goth, rapper, hiphopper … - Wat valt je op in deze foto’s? - Vanwaar de verschillen? - Waar zou je jezelf situeren? - Kun je spreken van een jongerencultuur? - Wat is er kenmerkend voor? - Geldt dat ook voor jezelf? - Waarom een jongerencultuur? ... c. Montage van muziekfragmenten - Ken je het lied? Wie zingt het en wat is de titel? (evt. matching ex.) - Uit welke tijd dateert het? (idem) Pedagogische begeleidingsdienst 28 van 39 29 - Tot welke stijl hoort het? - Welke stijl verkies je? - Hou je ook van de levensstijl die ermee samenhangt? - Kun je spreken van een jongerencultuur? - Wat is er kenmerkend voor? - Geldt dat ook voor jezelf? - Waarom een jongerencultuur? ... Enkele opmerkingen bij opdracht 2: a. De eigenlijke opdracht: ° Vraag 1: bv. rock-‘n-roll, punk, hiphop. ° Vraag 2: bv. punk en de maatschappelijke ontwikkelingen aan het eind van de jaren ’70 en in het begin van de jaren ’80 (o.m. de economische crisis, de opflakkerende koude oorlog). ° Vraag 3: als bijlage zijn een paar voorbeeldfragmenten opgenomen. ° Vraag 4: sommige films sluiten nauw aan bij de jongerencultuur, andere geven meer de tijdsgeest weer (bv. Milos Formans One flew over the cuckoo’s nest). ° Vraag 5: deze creatieve opdrachten laat u liefst niet weg want ze kunnen heel leuk en motiverend zijn. Een interessante en zinvolle vraag is ook of de leerlingen verschillen zien tussen bv. de Angelsaksische en Franstalige wereld wat de aanwezigheid van een jongerencultuur betreft. Hebben ze er eventueel ook een verklaring voor? Als de opdracht wat zwaar uitvalt voor uw leerlingen, dan kunt u de taak altijd wat afzwakken. U kunt ook een alternatieve taak geven, bv. de volgende: 1. Vergelijk twee literaire teksten uit verschillende periodes. Bespreek en situeer ze op sociaal-historisch vlak. Bv. Jack Kerouacs On the road versus Brett Easton Ellis’ Less than zero. 2. Vergelijk twee muziekgenres, films, albums (cd’s) of kunstrichtingen: bv. gelijkenissen tussen hippies en house/techno. b. De leerlingen leggen elk individueel een documentatie- en onderzoeksmap aan. Eventueel laat u één map per groep aanleggen. De individuele bijdragen moeten dan wel duidelijk zijn. c. De oriëntatiekaart: ° Vraag 2: de leerlingen werken in groepjes van drie of vier. ° Vraag 4: de klasgenoten en de leerkracht spelen een onbekend publiek dat meer wenst te weten over jongerencultuur. ° Vraag 6: dit kan een halve of hele les zijn. ° Vraag 8. Leg de precieze data vast: 1. Voor het verzamelen, selecteren en ordenen van het materiaal krijgen de leerlingen 3 weken. 2. Voor de voorbereiding van de eerste versie: 2 weken. 3. Voor de presentatie: 1 week. ° Dicteer een en ander. Een mogelijkheid: 1. Inhoud: /10. 2. Presentatie: /10. 3. Taalgebruik: /10. 4. Voorbereiding: /20. Er wordt telkens zowel een groeps- als individueel cijfer gegeven om Pedagogische begeleidingsdienst 29 van 39 30 de leerlingen te stimuleren tot daadwerkelijke samenwerking. Het eindcijfer van elke leerling is het gemiddelde van beide cijfers. 3. Opdracht 3-7 Leg eerst opdracht 3 uit. Dan voeren de leerlingen opdracht 4, 5 en 6 zelfstandig uit, thuis en in de klas. Daarna volgt op het afgesproken moment een bespreking met de leerkracht Engels of Frans. Nadien voeren de leerlingen opdracht 7 uit. 4. Opdracht 8-11 De leerlingen gaan weer aan de slag (opdracht 8-9), thuis en in de klas. Na de bespreking met de leerkracht (opdracht 10) voeren ze opdracht 11 uit. 5. Opdracht 12-13 De leerlingen maken hun eindversie en bereiden zich voor op de presentatie ervan. 6. Opdracht 14-16 Elke groep presenteert zijn onderzoeksopdracht. De toeschouwers voeren intussen opdracht 15 uit. Het cijfer dat ze voor elk onderdeel van de presentatie geven, hoort te corresponderen met de criteria afgesproken in opdracht 2 (oriëntatiekaart, vraag 9). Na elke presentatie volgt een klassikale bespreking, waarna de sprekers opdracht 16 uitvoeren. Als iedereen geweest is, kan nog een algemene nabespreking volgen. Pedagogische begeleidingsdienst 30 van 39 31 EVALUATIEMAP PER GROEP Opdracht 2 THEMA GROEPSLEDEN Opdracht 6 en 7 Opgelet, zowel de groep als de leden afzonderlijk beoordelen! Evaluatiekaart 1. Inhoud a. Is er voldoende materiaal? Correspondeert het met wat gevraagd is? Komen alle aspecten aan bod? _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ b. Zit er een duidelijke lijn in het materiaal? Is er een degelijke structuur? Werd er rekening gehouden met het spreekdoel? _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 31 van 39 32 2. Groepswerk Hoe is de samenwerking totnogtoe verlopen? Hebben jullie efficiënt samengewerkt? Heeft iedereen zich aan de afspraken gehouden en zijn deel gedaan? Is het materiaal samen besproken? ... _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ 3. Bijsturingen Welke bijsturingen zijn nodig? Moet je je opnieuw oriënteren? Moet je nieuw materiaal zoeken? Moet je beter selecteren of schaven aan de structuur? Moet er efficiënter worden samengewerkt of moet de planning aangepast worden? Wat moet je zeker doen? a. Verzamelen en selecteren van materiaal: _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ b. De structuur of samenhang: _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ c. De onderlinge samenwerking: _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 32 van 39 33 _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ d. De planning: _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ CIJFER PER ONDERDEEL: LEERLINGEN: 1.Inhoud 1. 2.Groepswerk 2. 3.Nodige bijsturingen Opdracht 9 en 10 Opgelet, zowel de groep als de leden afzonderlijk beoordelen! Evaluatiekaart 1. Inhoud a. Is de tekst overtuigend? Degelijke informatie? Betrouwbare feiten? Volledig? Altijd terzake? Niet te oppervlakkig of te eenzijdig? Geen leemtes? … _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 33 van 39 34 _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ b. Is alles duidelijk voor het doelpubliek? Begrijpelijk? Logisch opgebouwd? Voldoende lijn? Genoeg uitleg? … _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ c. Is de tekst boeiend? Zit er voldoende vaart in? Voldoende interessant? Niet te veel herhaling? Geen onnodige uitweidingen? Voldoende persoonlijk? … _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ d. Andere zaken Volgens de opgave? Lang genoeg? … _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ 2. Taalgebruik a. Is het taalgebruik helder voor het doelpubliek? Begrijpelijk geformuleerd? Niet vaag of dubbelzinnig? Voldoende verbindende woorden of uitdrukkingen? … _______________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 34 van 39 35 _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ b. Is het taalgebruik aantrekkelijk? Geen boekentaal? Aangenaam? Vlot? Niet te omslachtig? Niet te veel herhaling? Voldoende persoonlijk? ... _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ c. Is het taalgebruik correct? Fouten i.v.m. woordkeus, zinsbouw, verbindende woorden, spelling, leestekens? _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ 3. De kwaliteit van de documentatiemap en het onderzoeksdossier _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ Pedagogische begeleidingsdienst 35 van 39 36 _________________________________________________________________ 4. De kwaliteit van het hulpmateriaal _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ _________________________________________________________________ CIJFER PER ONDERDEEL: LEERLINGEN: 1.Inhoud 3. 2.Taalgebruik 4. 3.Kwaliteit van het dossier en de documentatiemap 4.Hulpmateriaal Pedagogische begeleidingsdienst 36 van 39 37 Opdracht 14-16 G1 L1 G2 L2 G3 L3 G4 L4 G5 L5 1. Inhoud a. Goed te begrijpen? b. Degelijke informatie? c. Volledige informatie? d. Logische opbouw? e. Samenhangend? f. Boeiend? g. Conform de opgave? h. Andere zaken? Score: ................ 2. Presentatie a. Vlotte uitleg? b. Goed verstaanbaar? c. Zakelijk én levendig? d. Goede lichaamshouding? e. Goed contact met het publiek? f. Controle over zenuwen? g. Goed gebruik van hulpmateriaal? h. Andere zaken? Score: ................ 3. Taalgebruik a. Niet te ingewikkeld? b. Levendige spreektaal? c. Correct? d. Andere zaken? Score: ................. Eindcijfer: ...................... Pedagogische begeleidingsdienst 37 van 39 38 Eindcijfer LEERLINGEN: 1. Inhoud 2. Presentatie 3. Taalgebruik 4. Voorbereiding Pedagogische begeleidingsdienst 38 van 39 39 BIJLAGE: ENKELE TEKSTFRAGMENTEN Pedagogische begeleidingsdienst 39 van 39