examenvragen_biofysica_16_jan

advertisement
Examenvragen Biofysica 16-01-2012
Grote theorievragen: diffusiespanning (+ oplossingsspanning) en atoommodel van Bohr
Kleine theorievragen
- Dopplereffect: formule geven voor een waarnemer die naar een stilstaande bron
beweegt + uitleggen
- T1- relaxatie van MRI uitleggen
Oefeningen: de exacte opgaves weet ik niet meer, maar dit zal het wel ongeveer geweest
zijn. De eerste 4 stonden op 1 punt, de rest op een half punt.
1. Toepassing van de kathodestraalbuis: uitwijking van een deeltje in elektrisch veld
berekenen
2. Elektrische schakeling met 2 bronnen, een condensator en 4 (denk ik) weerstanden,
stationair regime. Je moest het potentiaalverschil tussen twee gegeven punten en de
lading op de condensator berekenen.
3. Vraag over optica: voorwerpsafstand en brandpuntsafstand van een lens gegeven.
Bereken de beeldafstand en de grootte van het beeld (oorspronkelijke grootte was
0.5 cm) + tekenen
4. Vraag met momenten. Staaf met lengte 2 meter en gegeven gewicht is horizontaal
vastgeklemd in een muur, en is met de muur verbonden met een touw dat een hoek
maakt van 30° (tekening is gegeven). Maximale spankracht in het touw voor het
breekt is 2000N. Tot op welke afstand van de muur mogen we een bepaald (gegeven)
gewicht hangen zonder dat het touw breekt?
5. Kracht van de zitbank op een passagier berekenen in de laagste positie bij een
pretparkattractie die een cirkelbeweging maakt (massa passagier, frequentie, straal
cirkelbeweging gegeven)
6. Tekening gegeven van een magnetisch veld en de snelheid van een proton. Je moest
de kracht op het proton tekenen, en de grootte van het magnetisch veld berekenen
(straal van de cirkelbaan die het proton uitvoert gegeven)
7. 0,8 liter van een ideaal gas wordt isotherm samengdrukt tot 1/4e van het
oorspronkelijke volume. De begindruk is 25000 Pa. Bereken de arbeid uitgeoefend
door het gas.
8. De spanning over de condensator is nul op t=0. Bereken het tijdstip waarop de
spanning over de condensator 99% van zijn maximale waarde bereikt heeft.
9. Een man duwt een blok op een helling (massa, grootte van de kracht, hellingshoek en
wrijvingscoëfficiënt gegeven). bereken de versnelling van het blok.
10. Een skiër skiet van punt A naar punt B (tekening gegeven, het is geen gewone helling
maar een soort schans). Wat is het energieverlies door wrijving tussen A en B?
(snelheid in A en B en hoogteverschil gegeven).
11. Condensator met oppervlakte A en afstand tussen de platen is d. Er wordt een
spanning V0 over de condensator, de lading op de condensator is dan Q0. Dan wordt
de spanning weggenomen en worden de platen op een afstand 2d van elkaar
geplaatst. Wat zijn nu Q en V? Er waren 5 opties gegeven (bv. lading is Q0 en
spanning is 2V0, telkens zo'n combinaties). Je moest de juiste optie kiezen en
uitleggen.
12. Een bal met een massa van 200 gram botst volkomen elastisch met een bal met
massa 600 gram. De snelheid van beide ballen voor de botsing is 2 m/s. Bereken de
snelheid van de ballen na de botsing.
Zo lijken de vragen waarschijnlijk heel vaag, maar op het examen zelf is het allemaal wel veel
duidelijker :)
Download