Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de

advertisement
Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de Successiewet
1956
Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en
beleidsbesluiten
Besluit van 6 januari 2011, nr. DGB2010/6643M,
Staatscourant 2011, 574
De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende
besloten.
In dit besluit wordt behandeld de toepassing van artikel 10 van de
Successiewet 1956 bij gesplitste aankoop, de vergoeding bij
schuldigerkenning uit vrijgevigheid en overdracht onder
voorbehoud van huur.
1. Inleiding
Dit besluit betreft de toepassing van artikel 10 van de
Successiewet, zoals dat luidt met ingang van 1 januari 2010.
Onderdeel 2 ziet op de uitwerking bij gesplitste aankoop en
splitsing in vruchtgebruik en bloot eigendom na aankoop.
In onderdeel 3 wordt behandeld de rentevergoeding bij
schuldigerkenningen. Artikel 10 wordt niet toegepast als jaarlijks
6% rente is betaald. Inhaalbetalingen zijn tot overlijden mogelijk
als over de inhaalperiode tenminste 6% samengestelde rente
wordt betaald. Voor schuldigerkenningen van vóór 2010 tegen een
zakelijke rente mag ook voor de inhaalbetaling die zakelijke rente
worden gehanteerd.
Onderdeel 4 bevat een goedkeuring voor de situatie waarin een
onroerende zaak vóór 1 januari 2010 is overgedragen onder
voorbehoud van een huurrecht.
1.1 Gebruikte afkortingen
Successiewet
Successiewet 1956
2. Gesplitste aankoop
Tot en met 2009 gold artikel 10 van de Successiewet voor de
situatie waarin de erflater zelf de bloot eigendom overdroeg. Voor
overlijdens op 1 januari 2010 en later is artikel 10 van de
Successiewet ook van toepassing bij de zogenoemde gesplitste
aankoop en de splitsing na aankoop van de volle eigendom. Bij de
toepassing van artikel 10 van de Successiewet komt in mindering
hetgeen de verkrijger heeft opgeofferd voor zijn fictieve verkrijging
(artikel 7 van de Successiewet). Voor de gesplitste aankoop en de
splitsing na aankoop werkt dit als volgt uit.
Een voorbeeld van een gesplitste aankoop is dat tegelijkertijd de
ouders het vruchtgebruik en het kind de bloot eigendom van een
goed kopen van een derde. Bij de gesplitste aankoop is hetgeen
het kind heeft opgeofferd de koopsom voor de bloot eigendom.
3. Schuldigerkenningen uit vrijgevigheid
Bij schuldigerkenningen uit vrijgevigheid kan bij overlijden van de
schuldigerkenner sprake zijn van een fictieve verkrijging.
Artikel 10 van de Successiewet geldt bij een schuldigerkenning uit
vrijgevigheid niet als is voldaan aan de volgende voorwaarden:
- De schuldigerkenner heeft daadwerkelijk jaarlijks een zakelijke
vergoeding betaald voor het door hem schuldigerkende bedrag.
- De vergoeding is zakelijk, maar moet ten minste gelijk zijn aan
6% van het schuldigerkende (artikel 10, derde lid, van de
Successiewet).
3.1. Overgangsrecht
Artikel XII, vijfde lid, van de Wet van 17 december 2009 (Stb.
2009, 564) voorziet in overgangsrecht met betrekking tot
schuldigerkenningen uit vrijgevigheid die zijn overeengekomen
voor 1 januari 2010. In een dergelijk geval blijft toepassing van
artikel 10 van de Successiewet bij het overlijden van de
schuldenaar achterwege, als de betrokkenen in redelijkheid
mochten aannemen dat de afgesproken rente zakelijk was.
Uiteraard dient deze rente dan conform het derde lid van artikel 10
van de Successiewet daadwerkelijk en jaarlijks tot het overlijden
van de schuldigerkenner te zijn betaald. Zie hiervoor ook onder
3.2. hierna.
3.2. De rente moet op tijd zijn betaald
Als op het moment van overlijden niet alle verschuldigd geworden
rente daadwerkelijk is betaald, is artikel 10 van de Successiewet
van toepassing.
Lopende termijn
Voor de nog niet verschuldigde rente over de op het moment van
overlijden nog lopende termijn geldt het volgende. Als deze rente
na overlijden wordt betaald, kan voor de toepassing van artikel 10
van de Successiewet worden aangenomen dat deze rente is
betaald. Dit geldt echter alleen als de rentetermijn maximaal een
jaar is.
Inhaalbetalingen
Alle al verstreken rentetermijnen moeten op het moment van
overlijden zijn betaald. Bij een te late betaling vóór het overlijden
kan toepassing van artikel 10 van de Successiewet als volgt
worden voorkomen als op het moment van het overlijden:
- De rente zelf is betaald.
- Over de te laat betaalde rente een samengestelde
rentevergoeding is betaald over de periode vanaf het moment van
de verschuldigdheid van de rente tot de daadwerkelijke betaling
van de rente.
- Die samengestelde rentevergoeding is gelijk aan de
overeengekomen rente bij de schuldigerkenning. Als die rente
hoger is dan 6%, kan worden volstaan met een samengestelde
rente van 6%.
Als de rente of de samengestelde rentevergoeding dus tijdens het
leven van de schuldigerkenner niet daadwerkelijk of niet geheel is
betaald, is artikel 10 van de Successiewet van toepassing.
4. Verkoop onder voorbehoud van huur
Bij verkoop van een ouder van zijn woning aan een kind onder
voorbehoud van een huurrecht, geldt artikel 10 van de
Successiewet niet als de ouder jaarlijks aan het kind een zakelijke
huur heeft betaald die tenminste gelijk is aan 6% van de waarde
van de woning in onbezwaarde staat. Als de verkoop al vóór 1
januari 2010 heeft plaatsgevonden, moet de huur al die tijd
tenminste 6% van de waarde hebben bedragen. Het in onderdeel
3.1. vermelde wettelijke overgangsrecht is immers beperkt tot
schuldigerkenningen. Deze beperking leidt tot een
onevenwichtigheid in behandeling met huursituaties. Tijdens de
parlementaire behandeling heb ik toegezegd een voorziening te
treffen voor op 1 januari 2010 bestaande huursituaties
(Kamerstukken I, 2009/10, 31 930, nr. F, blz. 15). Ik keur met
toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen (de hardheidsclausule) het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur goed dat artikel 10, derde lid, van de Successiewet niet
geldt bij een overdracht vóór 1 januari 2010 van een woning onder
voorbehoud van een huurrecht waarvan de huur minder is dan 6%
van de waarde van de woning in onbezwaarde staat.
Voor deze goedkeuring gelden de volgende voorwaarden:
- Betrokkenen mochten in redelijkheid aannemen dat de
overeengekomen huurprijs zakelijk was.
- De huurprijs zoals die bij de overdracht is vastgesteld, is jaarlijks
regulier aangepast. Daaraan is voldaan als de huur jaarlijks is
geïndexeerd aan de algemene huuraanpassingen voor woningen.
5. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt
terug tot en met 1 januari 2010.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 6 januari 2011.
De staatssecretaris van Financiën
mr. drs. F.H.H. Weekers
Download