1.2 Differentiaalquotiënten Differentiëren is een manier om veranderingen bij te houden. Met veranderingen wordt dan bedoeld: zeer kleine veranderingen. In dit hoofdstuk gaan we hier wat dieper op in. We bekijken de functie f ( x) x 2 x f(x) 2 3 3 9 4 4 2 16 5 52 25 verandering x 4 3 1 5 4 1 verandering f(x) f (4) f (3) 16 9 7 f (5) f (4) 25 16 9 Om veranderingen te vergelijken, bekijk je de gemiddelde veranderingen per interval. Zo is de gemiddelde verandering op het interval [3,4]: f (4) f (3) 16 9 7 43 1 Hoe kleiner het interval, hoe nauwkeuriger de verandering. Met klein bedoelen we hier zo dicht mogelijk bij 0. Zo is de gemiddelde verandering van f ( x ) op het interval [3;3,01]: f (3, 01) f (3) 9, 0601 9 6, 01 3, 01 3 0, 01 en op het interval [3;3,0001]: f (3, 0001) f (3) 9, 00060001 9 6, 0001 3, 0001 3 0, 0001 Uitgaande van x = 3, zal hoe kleiner het interval is, de gemiddelde verandering meer naar 6 naderen. 1.3 Gegeven is: f ( x) x 2 Bereken de gemiddelde verandering op de volgende intervallen: a [8;8,01] c [-4;-3,999] b [6;6,001] d [-2,0001;-2] 3 De verandering van x noemen we x en de verandering f(x) noemen we f ( x ) of y . De gemiddelde verandering op een interval noemen we differentiequotiënt en schrijven we als f ( x) y of x x Hoe kleiner het interval, hoe dichter we de hellingscoëfficiënt, dus de gemiddelde verandering, van de raaklijn in een bepaald punt benaderen. Dit noemen we de y . x y Deze limiet, (de grenswaarde van ) is de hellingscoëfficiënt van de raaklijn. Die x dy limiet noteren we als . dx grenswaarde of de limiet van Samengevat: De hellingscoëfficiënt van de raaklijn kan willekeurig dicht worden benaderd door het differentiequotiënt De limiet van y x y dy wordt vaak ook genoteerd als quotiënt, nl. . x dx Dit quotiënt wordt differentiaalquotiënt genoemd. Het differentiaalquotiënt dy is de hellingscoëfficiënt van de grafiek in het punt (x,y) dx 4 Voor de functie y x 2 geldt: dy 6 dx dy 2 als x 1 , dan dx dy 4 als x 2 , dan dx als x 3 , dan Kortom dy 2x dx Als f ' de afgeleide functie is van f, dan geldt: dy f '( x) dx Dus bijvoorbeeld: dy 3x 2 dx du cos t Voor u sin t geldt dt Voor y x 3 geldt Gegeven y 0, 25 x 4 1.4 1.5 dy uit in x. dx a Druk b c Bereken de hellingscoëfficiënt van de grafiek van y 0, 25 x 4 voor x 2 . Neem x 10 en x 0,1 . Hoe groot zal y dan zijn? Het volume V van een bol met straal r kan berekend worden met de formule: V r3 . 4 3 a Bereken dV dr Een stalen bol heeft een straal van 20 cm. Door verhitting zet de bol uit, naar alle kanten met 0,1mm. b Met hoeveel cm 3 neemt het volume van de bol toe? (Bereken je antwoord op twee verschillende manieren). We geven nog een nieuwe notatie: dy 12 x 2 19 . dx d (4 x3 19 x 7) 12 x 2 19 Dit kun je als één formule schrijven: dx Je weet: als y 4 x3 19 x 7 dan is 5 Meer gebruikelijk is: d [4 x3 19 x 7] 12 x 2 19 dx d (spreek uit: dé-dé-iks) moet je lezen als: ‘voer de handeling differentiëren uit’. dx 1.6 Bereken: a b c d d 2 x cos x dx d 3 4 1 6 x 1 x dx 4 3 d 8 q q5 85 dq d 10t 2 20t 30sin t dt 6