Classificatie zeldzame hersenafwijkingen Met de zeef op zoek Aangeboren afwijkingen aan de hersenschors zijn zeer zeldzaam. Klinisch geneticus dr. Grazia Mancini beschrijft deze aandoeningen en speurt naar de oorzaak. 42 Dr. Grazia Mancini toont een lijst met complexe namen, zoals megalencephaly-polymicrogyriapolydactyly-hydrocephalus syndroom of microcephaly-epilepsy-diabetes syndroom. Het is een lange lijst, maar de ziektebeelden waar deze benamingen voor staan komen niet frequent voor. Mancini vergelijkt haar werk daarom met het zoeken naar zeldzame postzegels: “We kennen enorm veel verschillende aandoeningen, maar ze komen maar weinig voor, wereldwijd soms slechts bij een enkele patiënt.” Juist vanwege die grote diversiteit aan aandoeningen is er behoefte aan ordening: “Door al die ziektebeelden nauwkeurig te omschrijven, halen we als het ware de aandoeningen door een zeef en ontstaan er classificaties. Dat is belangrijk, want dan kun je patiënten beter met elkaar vergelijken en zo het genetisch onderzoek gerichter toepassen om nieuwe mutaties en ziektemechanismen op te sporen. Als je appels met peren gaat vergelijken, vind je niet dezelfde fouten in een gen”, zegt Mancini. Monitor • juni 2014 Tekst Gert-Jan van den Bemd Wat gaat er mis bij de aangeboren afwijkingen aan de hersenschors? “Tijdens de ontwikkeling van de embryo in de baarmoeder verplaatsen (migreren) de zenuwcellen zich en vormen uiteindelijk de cortex, de hersenschors. Dat is de buitenste laag van de grote hersenen. Soms verloopt die migratie niet goed en belanden de zenuwcellen op een verkeerde plaats. Dan worden de hersenen niet of niet volledig aangelegd. Het komt ook voor dat er iets mis gaat met de vorming van de gyri, de windingen van de hersenen. Een tekort of een teveel aan windingen heeft consequenties voor het functioneren van het brein. Maar ook het aantal hersencellen is van belang; zowel te grote als te kleine hersenen kunnen ernstige gevolgen hebben.” De migratie, de celdelingen en rijping van de hersenen staan allemaal onder controle van genen, maar ook externe factoren spelen een rol. Mancini: “Alcoholconsumptie door de moeder tijdens de zwangerschap is bijvoorbeeld van invloed op de hersenontwikkeling van het kind. Maar ook een virusinfectie tijdens de zwangerschap, of een intoxicatie, een vergiftiging door het gebruik van bepaalde medicijnen, kan nadelige gevolgen hebben. Overmatig gebruik van vitamine A door de zwangere kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Het is van groot belang om de erfelijke en niet-erfelijke factoren van elkaar te onderscheiden. Maar het valt niet mee om de externe factoren na de geboorte vast te stellen.” Waarom is het zo belangrijk om vast te stellen wat de genetische oorzaak is? “Als we dat weten, kunnen we ook een diagnose stellen. Veel van de genetische afwijkingen hebben niet alleen gevolgen voor de hersenen, maar ook voor andere organen, zoals de nieren of het hart. Veel van de aandoeningen zijn progressief. Dat wil zeggen dat in de tijd klachten kunnen verergeren of dat er nieuwe klachten bij kunnen komen. Als we de genetische oorzaak kennen, weten we ook vaak het verloop van de aandoening en kunnen we daarop inspelen en de behandeling daarop afstemmen. Bovendien is die informatie heel relevant voor de ouders. Zij willen weten wat hen te wachten staat, wat de gevolgen voor hun kind kunnen zijn op latere leeftijd. En als zij een tweede kind overwegen, kunnen zij rekening houden met het risico dat een volgend kind de genetische afwijking ook zou kunnen krijgen.” Zijn alle genetische fouten al in kaart gebracht? “Nee, we weten nog lang niet alles. Er valt nog heel veel werk te verzetten voordat we weten welke genetische fouten aan de afwijkingen ten grondslag liggen. Dat is precies waar wij Monitor • juni 2014 Breder belang Onderzoek naar zeldzame aandoeningen van de hersenschors dient ook een breder belang: de resultaten vergroten het inzicht in biologische processen en kunnen vertaald worden naar andere ziektebeelden. Twee voorbeelden. Antennes Mancini en haar collega’s hebben in 2012 een tot dan toe onbekende fout in een gen ontdekt. Die fout leidt tot vorming van afwijkende cilia op cellen in de hersenschors. Mancini: “Cilia zijn kleine uitstulpingen, een soort antennes, die op veel lichaamscellen voorkomen. Dat cilia voorkomen in de longen en op cellen die de darmwand bekleden, wist men wel, maar ze blijken ook aanwezig te zijn op cellen van de hersenschors. We gaan nu verder uitzoeken wat hun rol is in de hersenen. Dat kan dankzij financiële steun, onder andere van een Erasmus MC Mrace grant in samenwerking met onze functionele unit, de afdeling Celbiologie en andere afdelingen. We willen weten waarom er afwijkingen in de hersenen ontstaan als de cilia niet goed zijn ontwikkeld. Dat onderzoek levert ook algemene mechanistische informatie op: wat doen cilia precies? En hoe voeren ze hun functie uit?” Hersenbloedingen Sommige ontwikkelingsstoornissen zijn het gevolg van hersenbloedingen in de zwangerschap. Lang is gedacht dat hersenbloedingen bij het ongeboren kind incidenten waren, het gevolg van de kwetsbaarheid van de hersenen of van suikerziekte of zwangerschapsvergiftiging. Mancini: “We weten nu dat ook genetische factoren van invloed kunnen zijn op bijvoorbeeld de kwaliteit van het bindweefsel van de bloedvaten in de hersenen. Door een genetische oorzaak kunnen de vaten gevoeliger zijn voor scheuren, waardoor het kind tijdens de zwangerschap of de geboorte een hersenbloeding kan krijgen. En die kan weer leiden tot een hersenafwijking. De resultaten die we uit dit onderzoeksveld verkrijgen, mede door financiële ondersteuning van een NutsOhra subsidie, zijn ook waardevol voor de studies naar hersenbloedingen in het algemeen.” 43 ‘Als je appels met peren gaat vergelijken, vind je niet dezelfde fouten in een gen’ Poli ‘Bijzonder’ ons voor inzetten. Regelmatig werpt dat zijn vruchten af. We hebben al een aantal families met genetische aandoeningen nauwkeurig in kaart gebracht. Maar het komt ook voor dat we binnen een familie slechts één kind kunnen vinden met een genetische afwijking, terwijl de overige familieleden die afwijking niet hebben. In zo’n geval is het erg moeilijk om de ouders te adviseren over bijvoorbeeld erfelijkheid van de aandoening. De technieken om DNA te onderzoeken worden voortdurend verbeterd. We kunnen nu bijvoorbeeld de fouten in negentig genen voor hersenschorsafwijkingen gelijktijdig testen. Daarom zeg ik ook tegen ouders: ‘Kom regelmatig bij ons terug, want wellicht kunnen we door de technologische vooruitgang over een tijdje wél een oorzaak vinden.” Waaruit bestaat de behandeling van patiënten met een hersenschorsafwijking? Mancini: “Die is gericht op de symptomen. Denk aan medicatie om neurologische klachten zoals epilepsie en ADHD te onderdrukken. Denk ook aan een goede begeleiding bij autisme, het behandelen van loopstoornissen met fysiotherapie en spraakstoornissen met logopedie. In de toekomst wordt behandeling op genetisch niveau misschien ook mogelijk. Ook daarom is het vaststellen van de genetische oorzaak zo belangrijk. Als we de functie van het gen ontdekken, en de route die het in een cel aanstuurt, kunnen we de fout misschien corrigeren met een geneesmiddel dat daarop ingrijpt.” 44 Binnen ENCORE wordt binnenkort gestart met een polikliniek voor kinderen of volwassenen met een erfelijke verstandelijke beperking en complexe problematiek (ziekten van het hart, de ogen, de nieren, et cetera), waar nog geen genetische oorzaak voor gevonden is. Op deze poli ‘Bijzonder’ kijken een kinderarts, een arts voor verstandelijk gehandicapten, een kinderneuroloog, een kinderarts metabole ziekten, een kinder- en jeugdpsychiater en een klinisch geneticus gezamenlijk naar het kind. Mancini: “En ook deze patiënten zullen zorgvuldig worden geclassificeerd. Niet alleen op basis van hun hersenafwijking, maar er wordt tevens gekeken naar de andere organen die zijn aangedaan. Bovendien zullen we heel gericht of juist heel breed onderzoek gaan doen naar de oorzaak en de achterliggende mechanismen, bijvoorbeeld door whole exome sequencing. Dat is een techniek waarmee alle eiwit-coderende genen in het DNA van de patiënt gelijktijdig worden afgelezen. Deze techniek is sinds kort beschikbaar voor diagnostiek op de afdeling Klinische Genetica van het Erasmus MC. Ook patiënten met extreem zeldzame genetische aandoeningen, waarvoor nog weinig klinische informatie bestaat, kunnen op deze poli onderzocht en eventueel vervolgd worden. Dit zal van groot belang zijn als in de toekomst een therapie wordt wontwikkeld.” Monitor • juni 2014