3.3 Het feodale stelsel

advertisement
3.3 Het feodale stelsel
Het thema van deze paragraaf is:
* de organisatie van het bestuur in West-Europa na het vertrek van de Romeinen.
(het bestuur wordt dan geregeld door het “uitlenen” van landbezit)
5e eeuw nC
Romeinen trekken zich terug uit West-Europa.
Hierdoor “verdwijnt” ook het Romeinse bestuur.
8e eeuw nC
nieuw bestuurssysteem: →
feodalisme
↔
Kenmerken van het
Romeinse bestuurssysteem:
↓
- bestuurseenheid vanuit één
centraal punt
- goede verbindingen
- orde en veiligheid
- geschreven wetten en regels
↔
Kenmerken van het
nieuwe bestuurssysteem
(= feodalisme):
↓
- versnippering van bestuur
- slechte verbindingen
- grote(re) wanorde / onveiligheid
- lees- en schrijfvaardigheid
verdwijnt bijna helemaal
↔
- de bestuursverhoudingen waren
vastgelegd in onpersoonlijke
regelgeving
- beloning bestuurders in geld
- de bestuursverhoudingen
worden vooral bepaald door:
 persoonlijke relaties
 beloftes van trouw
 beloning bestuurders door
“uitlenen” van landbezit
* Vazallentrouw
keizer / koning
(= leenheer)
leent zijn land uit aan trouwe “helpers”
in ruil voor
bijstand met “raad en daad”
=↓
=↓
bestuur en krijgsdienst
↓
↓
↓
leenman
leent land uit
aan
↓
achter
leenman
↓
achterachterleen
man
vazal
feodum
↓
achter
leenman
↓
↓
achterachterleen
man
leenman
leent land uit
aan
achterachterleen
man
↓
achterachterleen
man
↓
↓
achter
leenman
↓
achterachterleen
man
leenman
leent land uit
aan
↓
achterachterleen
man
↓
↓
achterachterleen
man
↓
achter
leenman
achter
leenman
↓
achterachterleen
man
↓
achterachterleen
man
achter
leenman
↓
achterachterleen
man
↓
↓
achterachterleen
man
achterachterleen
man
= trouwe “helper / knecht’ = degene die land in leen krijgt
= het in leen gegeven gebied
(moet officieel na overlijden van de vazal worden teruggegeven, maar …)
De (achter)leenmannen rekenen op allerlei voordelen in ruil voor de steunverlening aan de
(hogere) leenheer.
* Karolingers
±800 Karel de Grote wordt keizer van het “Franken”rijk.
De Franken zijn een Germaans volk dat zich heeft gevestigd in het
voormalige Romeinse Gallië.
Karel de Grote breidt het Frankenrijk uit over een groot deel van Europa.
Koning Karel de Grote van de Franken
wordt in Rome door de paus tot Keizer
gekroond.
Gebrandschilderd raam in de Dom van
Keulen met een afbeelding van Karel
de Grote.
Ruiterlegers
De oorlogvoering van Karel de Grote is succesvol door een leger van
ridders te paard.
Problemen
Oplossing
- ridderuitrusting is duur
- training te paard vergt veel tijd
- Karel de Grote deelt zijn land op
in districten
↓
leent deze “gouwen” uit aan zijn
vazallen met inbegrip van”
↓
* huisvesting (kasteel)
* adellijke titel (graaf / hertog)
* inkomstenbronnen door:
- toestaan belastingheffing
- recht op herendiensten
maar Karel de Grote heeft
geen geld om dit te betalen
taken voor de vazallen
- orde handhaven
- recht spreken
- bestuur regelen
- militaire training en
“dienstplicht” regelen
* Versnippering
Na keizer Karel de Grote versnippert het bestuur door het uitlenen
van grondbezit. De eenheid in het bestuur valt uiteen.
Feodalisme als uitgangspunt
↓
De leenmannen krijgen
grondgebied en bevoegdheden in
leen als beloning voor trouwe
diensten EN verplichtingen
↔
Bij het overlijden van een leenman
krijgt de vorst het gebied “terug”
(om het vervolgens aan iemand
anders te kunnen uitlenen)
↔
↔
Feodalisme in de praktijk
↓
De leenmannen beschouwen
het verkregen gebied als hun
persoonlijk eigendom dat in
erfelijk bezit van hun familie blijft
De opvolgers van Karel de Grote
slagen er niet in om uitgeleende
gebieden “terug” te krijgen
De leenmannen worden in feite zelf
onafhankelijke vorsten
De leenheer kan niet meer rekenen
op de steun van zijn leenmannen
e
Ruiterstandbeeld (24 cm hoog) uit de 9 eeuw
Het zou gaan om Karel de Grote
museum te Parijs
Karel de Grote
190 x 89 cm
geschilderd door Albrecht Dürer in 1512
museum te Neurenberg
Download