Monniken en ridders

advertisement
Geschiedeniswerkplaats – 1KGT – 3.1
Hoofdstuk 3: Monniken en ridders
Paragraaf 1: Leenheren en leenmannen
Begrippen
Adel: rijke en belangrijke mensen zoals graven en hertogen
Burcht: eerst een versterkt huis, later een stenen kasteel
Leenheer: vorst die een gebied laat besturen door een leenman
Leenman: edelman die trouw heeft gezworen aan de leenheer en voor hem een
gebied bestuurt.
Leenstelsel: bestuurssysteem met leenheren en leenmannen
Middeleeuwen: tijd van 500 tot 1500
Ridder: adellijke soldaat te paard
Tijd van monniken en ridders: van tot 500 tot 1000
Jaartallen:
768: Karel de Grote werd koning.
800: Karel de Grote werd gekroond tot keizer.
814: Karel de Grote gaat dood
Samenvatting
In het jaar 476 was de val van het Romeinse rijk.
De periode tussen 500 en 1000 was een onveilige tijd in Europa.  Karel de Grote
zorgde voor orde en rust in zijn rijk
 Karel de grote veroverde met zijn ridders een enorm rijk.
 Zijn rijk was te groot om alleen te besturen.
Karel de Grote staat bekend om zijn leenstelsel.
Karel bestuurde zijn rijk met de hulp van leenmannen. De leenmannen moesten
zweren Karel trouw te blijven. De leenman beloofde hem met ‘raad en daad’ bij te
staan.
Leenstelsel:
www.maaikezijm.com
Bestuurssysteem met leenheren en leenmannen
-
De edelen gingen voor Karel een deel van het rijk besturen. Ze spraken er
recht en zorgde voor orde en veiligheid.  Oorlog? Dan vechten in leger.
De edelen kregen in ruil daarvoor kregen de edelen gebied in leen.
Het land bleef van Karel, maar de opbrengst van het geleende land was voor
de edelen.
Leenstelsel in de praktijk:
-
De edelen splitsten vaak een gebied weer op.
De kleine stukken land gaf hij dan ook ‘lagere’ edelen.
De lagere edelen werden zo zelf leenheer!
Na de dood van Karel de Grote viel het Frankische rijk uiteen. Om zich te
beschermen tegen de Vikingen bouwden de edelen burchten.  Met dikke stenen
muren.
www.maaikezijm.com
Download