Geschiedeniswerkplaats – 1hv – 5.1 Leenmannen en leenheren Begrippen Achterleenman: leenman van een heer die zelf ook weer leenman is van een hogere heer. Burcht: kasteel Feodalisme: leenstelsel Geestelijke: priester, iemand in dienst van de kerk Graaf: hoge edelman, bestuurder van een graafschap Hertogdom: een gebied belangrijker dan een graafschap Leenheer: vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door een vazal Leenman: vazal, edelman die een gebied bestuurt in opdracht van een vorst of hogere edelman aan wie hij door een eed van trouw is gebonden. Leenstelsel: bestuurssysteem met leenheren, leenmannen en achterleenmannen Middeleeuwen: van 500 tot 1500 Ridder: militair te paard Ridderorde: vereniging van ridders Tijd van monniken en ridders: 500 – 1000 Vazal: leenman Wapen: versierd schild of ander teken dat een land of familie als herkenningsteken gebruikt Jaartallen: 768: Karel de Grote werd koning. 800: Karel de Grote werd gekroond tot keizer. 814: Karel de Grote gaat dood 500 – 1500: Middeleeuwen Samenvatting In het jaar 476 was de val van het Romeinse rijk. Het Frankische rijk was aan het begin van de middeleeuwen gesticht door Clovis. De periode tussen 500 en 1000 was een onveilige tijd in Europa. Karel de Grote zorgde voor orde en rust in zijn rijk Karel de grote veroverde met zijn ridders een enorm rijk. Zijn rijk was te groot om alleen te besturen. Er waren geen goede wegen en communicatie met verschillende delen was moeilijk. Karel de Grote staat bekend om zijn leenstelsel. Karel bestuurde zijn rijk met de hulp van leenmannen. De leenmannen moesten zweren Karel trouw te blijven. De leenman beloofde hem met ‘raad en daad’ bij te staan. Leenstelsel feodalisme Bestuurssysteem met leenheren en leenmannen - De edelen gingen voor Karel een deel van het rijk besturen. Ze spraken er recht en zorgde voor orde en veiligheid. Oorlog? Dan vechten in leger. - - De edelen kregen in ruil daarvoor gebied in leen. Het land bleef van Karel, maar de opbrengst van het geleende land was voor de edelen. Leenstelsel in de praktijk: De edelen splitsten vaak een gebied weer op. De kleine stukken land gaf hij dan ook ‘lagere’ edelen. De lagere edelen werden zo zelf leenheer! achterleenmannen Na de dood van Karel de Grote viel het Frankische rijk uiteen en werd het onveilig (veel oorlogen). Om zich te beschermen tegen de Vikingen bouwden de edelen burchten. Met dikke stenen muren. ook namen zij ridders in dienst om voor veiligheid te zorgen. Leenmannen gingen zich als zelfstandige heersers gedragen. Na de dood van Karel gingen steeds meer hertogen en graven de geleende grond zien als bezit. Ze gingen zich gedragen als zelfstandige heersers. Hun ambt werd erfelijk en zij gingen nu ook zelf leenmannen benoemen. Later werd ridderschap een zaak van de adel en ontstonden er erecodes voor ridderlijk gedrag. Kenmerken ridderlijkheid: - Moed - Trouw - Rechtvaardigheid Ontstaan van ridderlijke verhalen: Karel ende Elegast De kracht van de middeleeuwse legers was de cavalerie. Zwaarbewapende militairen op paarden. <- Zij droegen ter bescherming een maliënkolder, een harnas van ijzeren ringetjes.