BIJLAGE 2 Nr. Documenten mbt actieprogramma

advertisement
BIJLAGE 2
Nr.
Documenten m.b.t. actieprogramma Sociale veiligheid in het openbaar vervoer
1 Brief van 26 oktober 2016
2 Actieprogramma van 26 oktober 2016
3 E‐mail van 26 oktober 2016
4 Nota van 28 oktober 2016
5 Verslag van 31 oktober 2016
6 Brief van 28 november 2016
7 Startdocument van 30 november 2016
8 Aanvraag van 6 december 2016
9 Agenda van 15 december 2016
10 Verslag van 15 december 2016
11 Achtergrondinformatie van 19 december 2016
12 Besluit van 22 december 2016
Beoordeling
Reeds openbaar
Reeds openbaar
Deels openbaar
Deels openbaar
Deels openbaar
Reeds openbaar
Deels openbaar
Deels openbaar
Deels openbaar
Deels openbaar
Deels openbaar
Deels openbaar
10.2.e = eerbiediging persoonlijke levenssfeer
11 = persoonlijke beleidsopvattingen
nvt = niet van toepassing ivm andere (bestuurlijke) aangelegenheid
Wob Afzender
10.2.e
10.2.e, 11
10.2.e, 11
10.2.e
10.2.e
10.2.e
10.2.e, 11
11
10.2.e
VenJ
VenJ
VenJ
IenM
IenM
VenJ
SODA
Gem. Rotterdam
IenM
IenM
VenJ (intern)
VenJ
Ontvanger
Tweede Kamer
Tweede Kamer
VenJ
IenM
IenM, VenJ, vervoerders
Tweede Kamer
VenJ
IenM, VenJ, vervoerders
IenM, VenJ, vervoerders
VenJ (intern)
Gem. Rotterdam
lol
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2016—2017
28 642
Sociale veiligheid openbaar vervoer
Nr. 94
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN
MILIEU EN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 oktober 2016
Er gebeurt ontzettend veel om de veiligheid van reizigers en personeel in
het CV te vergroten. Helaas moeten wij constateren dat er nog steeds
incidenten plaats vinden, die grote impact hebben op medewerkers en
reizigers. Samen met alle partijen uit de 0V-sector hebben we daarom
gewerkt aan een integraal en landelijk actieprogramma met een duidelijke
ambitie. Dit programma is een aanvulling op maatregelen die eerder al
genomen zijn om incidenten in het openbaar vervoer tegen te gaan. Op
dinsdag 25 oktober 2016 is dit actieprogramma vastgesteld door alle
partijen uit de 0V-sector, vervoerders, vakbonden, politie, decentrale
overheden en het Rijk. Het actieprogramma is bijgevoegd bij deze brief
.
1
De aanpak is gebaseerd op de aanpak die bij high impact crimes goed
heeft gewerkt en door het Ministerie van Veiligheid en Justitie in
samenwerking met diverse publieke en private partners eerder succesvol
is ingezet bij overvaicriminaliteit, straatroof, geweld en woninginbraak.
Het betreft een dadergerichte aanpak met maatregelen gericht op
preventie van geweidsincidenten, repressie en de verbetering van de
positie van de slachtoffers. Daarnaast is het programma gericht op het
versterken van de samenwerking en het nog beter uitwisselen van kennis.
Er is de afgelopen periode door alle betrokkenen intensief en constructief
overleg gevoerd. Met dit actieprogramma zetten we gezamenlijk alles op
alles om de sociale veiligheid te vergroten. Concreet is de doelstelling dat
het aantal incidenten per vervoerder in 2018 niet hoger mag zijn dan het
laagste aantal van die vervoerder in de periode 2008—2015. Verder is het
de ambitie de veiligheidsbeleving te laten stijgen naar een 8,0 voor de
veiligheidsbeleving van de reiziger en een 7,5 voor de veiligheidsbeleving
van het personeel in het 0V. Dit wordt gemeten door middel van de
klantenbarometer en de personeelsmonitor. Hiermee hebben we ons
gericht op de objectieve en de subjectieve veiligheid. Wij zijn ervan
1
Raadpieegbaar via www.tweedekamer.nI
kst-2864294
1S5N0921-7371
s-Gravenhage 2016
Tweede Kamer, vergaderjaar 2016—2017, 28 642, nr. 94
1
overtuigd dat hiermee een ambitieuze en haalbare doelstelling is
geformuleerd.
In het actieprogramma zijn 23 maatregelen opgenomen. Zo wordt de
terugkoppeling van aangiften verbeterd en worden er onder meer pilots
uitgevoerd met bodycams, wordt de app digitaal handhaven verder
ontwikkeld en wordt een platform sociale veiligheid opgericht.
De uitvoering van de maatregelen en het behalen van de doelstellingen
zullen worden gemonitord door beide Ministeries. Alle betrokken partijen
zullen regelmatig bij elkaar blijven komen om de voortgang te bewaken.
Om de doelstellingen te halen is de medewerking van alle betrokken
partijen hard nodig. Wij zijn daarom verheugd dat iedereen zich achter de
doelstelling en de afgesproken maatregelen heeft geschaard. NU is het tijd
om met elkaar de afgesproken maatregelen uit te voeren en verder te
werken aan een veilig openbaar vervoer voor reizigers en personeel.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur
Tweede Kamer, vergaderjaar 2016—2017, 28 642, nr. 94
2
Actieprogramma
Sociale Veiligheid in het
Openbaar Vervoer
Integrale aanpak voor het 0V
J•’
r.
-
In houd
Inhoud
.2
Inleidend
3
.
Analyse
Aanpak
Definitie
Doel
4
4
4
4
Rollen en verantwoordelijkheden
6
Aard en omvang
7
Slachtofferschap
8
Daderprofielen
9
Voorgestelde maatregelen
10
Totstandkoming
10
Schematische weergave op soort
10
Monitoring
Lokaal
13
13
Randvoorwaarden
14
Communicatie
14
BIJLAGE
16
1. Uitkomst Expertrneeting
16
2. A-B-C registratiemethodiek
17
3. Staand beleid (landelijk en regionaal)
18
4. Leeslijst en geraad pleegde rapportages
20
2
Inleidend
In de afgelopen jaren zijn op dit thema al veel maatregelen ingevoerd en uitgeprobeerd om de
sociale veiligheid voor de reizigers en het openbaar vervoer (OV)-personeel te verbeteren. Dit
actieplan is met de doelgerichte en integrale aanpak een aanvulling hierop.
De uitdaging is nu om de maatregelen te combineren en in te zetten daar waar het nodig is.
Van belang is een gezamenlijke doelstelling te formuleren, waar op alle niveaus en met alle spelers
(Rijksoverheid, lokale overheden, vervoerders en vakbonden) commitment is.
De maatregelen in dit actieplan zijn geselecteerd op hun bijdrage aan dit doel. Er is met name
gekeken naar beoogd effect en de haalbaarheid. Toetsing op verantwoordelijkheden en financiën
heeft in een later stadium plaatsgevonden.
Het actieprogramma bevat eveneens een aantal randvoorwaarden. Hier moet aan voldaan worden,
maar deze zijn geen doel op zich. Veiligheid in het openbaar vervoer voor allen die zich daarin
bevinden staat voorop
3
Anayse
Ank
De HIC-aanpak is afkomstig van de bestrijding van de zogenaamde High Impact Crimes zoals
overvallen, straatroof en geweld. De aanpak betreft een integrale en structurele aanpak met de
nadruk op toepassing van maatregelen in de regio. Oftewel het gaat hier om maatregelen die in de
dagelijkse praktijk ingezet worden. Er wordt een grote meerwaarde gezien in de publiek-private
samenwerking waar ‘overheid’ en ‘bedrijfsleven’ elkaar kunnen aanvullen. Langs de lijnen van de
persoonsgerichte aanpak met aandacht voor ketensamenwerking, daderanalyse, slachtofferschap,
repressie en preventie wordt gestreefd naar landelijke uniformiteit door het stellen van
gezamenlijke doelen die op regionaal niveau, dat wil zeggen ‘in het veld’, worden bewerkstelligd.
De integrale aanpak heeft geresulteerd in dalende aantallen delicten en een verhoging van het
oplossingspercentage voor bijvoorbeeld straatroven en woninginbraken.
Samen met de betrokken partijen uit de 0V-sector hebben de ministeries van Veiligheid en Justitie
(Ven]) en Infrastructuur en Milieu (IenM) besloten tot het opstellen van een HIC-aanpak tegen
agressie en geweld in het 0V. De aanpak wordt toegepast door op eenzelfde manier integrale
oplossingen aan te dragen en te implementeren om de sociale veiligheid in het 0V te verbeteren.
Voorts wordt eveneens aansluiting gezocht bij de Veiligheid Publieke Taak (VPT). Voor eerder
beleid en bestaande initiatieven op dit terrein, zie bijlage 3.
Definitie
Voor sociale veiligheid bestaan verschillende definities. CROW-KpVV, die de jaarlijkse 0Vklantenbarometer en de tweejaarlijkse Personeelsmonitor uitvoeit, geeft aan dat “sociale veiligheid
in en rond het openbaar vervoer een breed onderwerp is. Het gaat om het veiligheidsgevoel en het
daadwerkelijk meemaken of zien gebeuren van incidenten, waaronder lastig vallen, pesten,
bedreigen, diefstal en mishandeling” (CROW-KpVV, 2012). Het feitelijke aantal incidenten wordt
daarbij aangeduid als de objectieve sociale veiligheid, het veiligheidsgevoel als subjectieve sociale
veilig held.
Eenduidige registratie volgens gelijke definities is al geruime tijd onderwerp van gesprek. Het
feitelijk aantal incidenten dient geregistreerd te worden volgens de A-B-C methodiek, waarbij A
incidenten gelden als strafbare feiten, 3-incidenten als overtredingen van de Wet personenvervoer
en C-incidenten worden gecategoriseerd als overtreding van het Besluit personenvervoer of de
geldende huisregels. Tevens dienen incidenten naar subcategorie beschikbaar te zijn, bijvoorbeeld
Al tot en met A7
. Er loopt momenteel een traject met alle vervoerders om een meer eenduidige
1
registratie te realiseren. Het streven is dat vanaf 2017 op deze eenduidige wijze wordt
geregistreerd.
Tot slot is goed om op te merken dat de registratie niet alleen een papieren exercitie dient te zijn,
maar juist ook gericht op bruikbaarheid in de operatie, ook die van de politie, waardoor een
gerichtere inzet van capaciteit en middelen gerealiseerd kan worden.
Doel
Dit actieprogramma is erop gericht maatregelen te treffen die tot merkbare effecten leiden voor’
werknemers en reizigers met betrekking tot de sociale veiligheid in het openbaar vervoer.
Doelstelling van deze integrale aanpak voor het 0V is het vergroten van de sociale veiligheid en
samen met alle betrokkenen uit het openbaar vervoer een concreet en resultaatgericht
maatregelenpakket uit te voeren. Van belang is dat alle maatregelen ook daadwerkelijk uitgevoerd
worden. Met dit pakket van maatregelen dringen samenwerkingspartners het aantal ernstige
incidenten in het openbaar vervoer terug. Dit doen we door de primaire focus te leggen op de Aincidenten. Het aantal ernstige (A) incidenten, zoals geregistreerd door vervoerders, de
klantenbarometer en de personeelsmonitor zijn de indicatoren om te bepalen of het doel bereikt is.
Om een goede indruk te krijgen van de sociale veiligheid is het nodig om het beeld van de
incidenten en de aantallen te verbeteren. Hier is voor nodig dat de melding en de registratie op
orde zijn. Een verhoging van de meldingsbereidheid, een uniforme vastlegging van de incidenten
1
Zie specificatie van de A-B-C registratiemethodiek in bijlage 2
4
en verbetering in de samenwerking tussen de vervoerders (en opdrachtgevers) en de politie zijn
hiervoor noodzakelijk.
Daarnaast blijft een goede melding van incidenten uit de 3 en C categorie van belang, aangezien
de ervaring van vervoerders leert dat deze kunnen escaleren tot een A-incident. De verwachting is
dat door het gehele ‘meldingsproces’ te verbeteren, de cijfers over de aantallen incidenten zullen
stijgen. Het is vanzelfsprekend niet wenselijk dat dit gepaard gaat met een dalende
veiligheidsbeleving, derhalve zal daar dus simultaan op geïnvesteerd moeten worden.
Er is gekozen voor normering van doelstellingen in absolute aantallen. Hierbij wordt onderscheid
gemaakt tussen het aantal incidenten als maatstaf voor de objectieve veiligheid en het oordeel van
medewerkers en reizigers voor het veiligheidsgevoel, de subjectieve veiligheid. De looptijd van dit
pakket bedraagt dus tot en met 2018, een periode van 2 jaar.
Toelichting op de ambitie met betrekking tot de objectieve veiligheid
Het streven van vervoerders is om per 1 januari 2017 volgens de verscherpte en geactualiseerde
abc-methodiek te registreren. Dit is een logisch moment om te starten met een nulmeting. Dit
betekent dat de cijfers over 2018 een ambitie dienen te bevatten. Deze ambitie is gekozen op
basis van het laagste aantal geregistreerde A-incidenten in de periode 2008-2015 (zie pagina 7;
aard en omvang). Vervoerders worden op individueel niveau bekeken, op de streekvervoerders na.
Hier kan namelijk sprake zijn van tussentijdse concessiewisseling, waardoor de omvang van de
concessie kan veranderen.
De ambitie luidt dan als volgt:
Vervoerder
Streekvervoer (bus en trein totaal)
GVB
RET
HTM
NS (trein en station totaal)
Ambitie te behalen over 2018
niet meer dan X geregistreerde A-incidenten
1412 A-incidenten op basis van 2013 (1404)
plus Sittard-Heerlen, Roermond-Maastricht
Randwyck, Zwolle-Enschede, Zwolle-Kampen,
Zwolle-Emmen in 2015 (8)2
229 A-incidenten op basis van 2009
632 A-incidenten op basis van 2013 (602) en
de hoekse lijn in 2015 (30)
550 A-incidenten op basis van 2015
541 A-incidenten op basis van 2011 (579 minus
38 incidenten door nieuwe omvang
hoofdrailnet)
Toelichting op de ambities met betrekking tot de subjectieve veiligheid
Reizigers zijn positief over de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. In 2015 wordt de
veiligheid van het openbaar vervoer door hen in het algemeen beoordeeld met een 7.7, zo blijkt
uit de klantenbarometer. Over de veiligheid van de laatste rit (8.0) en de opstaphalte (7.8) zijn de
reizigers nog beter te spreken. Die cijfers zijn overigens hetzelfde als een jaar eerder. Van belang
is dat de het veiligheidsgevoel niet daalt. De ambitie is om in 2018 de gehele veiligheidsbeleving
van de reiziger in het 0V op 8,0 te hebben.
De medewerkers geven de sociale veiligheid in het 0V een 7,0, zo blijkt uit de personeelsmonitor
over 2014. Er is sprake van verschillen in de gegeven rapportcijfers: 52% van het totale personeel
geeft een 6 of 7. 37°h waardeert de veiligheid met een 8 of hoger en 11°h geeft een onvoldoende
(5 of lager)
. Uit de cijfers blijkt dat 2014 tot op heden het jaar is met het hoogste oordeel van
5
medewerkers over hun veiligheidsgevoel. Derhalve kan geen optimale score op basis van ervaring
2
In 2018 maken deze lijnen onderdeel uit van het streekvervoer en niet langer van het hoofdrailnet.
Per april 2017 gaat de hoekse lijn over van NS naar de RET
De cijfers van de HTM in de periode 2008-20110 worden niet meegenomen in het bepalen van de ambitie,
omdat in die periode nog niet de ASC methodiek werd gehanteerd en er vanaf 2011 is gestart met een nieuw
registratiesysteem. Hierdoor is de jaren daarna het aantal meldingen zeer sterk gestegen. Er is daarom in
overleg met HTM gekozen voor een andere meer realistische doelstelling dan het jaar met het laagste cijfer.
0V personeelsmonitor 2014 p.4
5
worden vastgesteld. Wel blijkt de stijging gestaag te verlopen. De ambitie is deze stijging te
versnellen en het oordeel naar 7,5 op te trekken ih 2018. 2018 geldt hier eveneens als meetpunt,
daar de personeelsmonitor een twee jaarlijkse rapportagecyclus kent.
De cijfers van NS zijn niet opgenomen in de personeelsmonitor en de klantenbarometer. NS
rapporteert separaat en volgens een andere systematiek aan haar concessieverlener. Medewerker
s
geven een score van 3,94 op een schaal van 1 -5 (1: zeer onveiligheid, 5 zeer veilig). Van
de
reizigers bij NS geeft 8
0,l% een score van 7 of hoger in 2015. Het streven is naar een eenduidige
wijze van rapporteren voor het hele 0V (stad, streek en hoofdrailnet). Dit staat los van de
rapportages naar aanleiding van de concessie. NS zal in haar doelstelling niet onderdoen voor
de
andere vervoerders ten aanzien van het klant- en personeelsoordeel.
Rol/en en verantwoordelijkheden
De primaire verantwoordelijkheid voor de handhaving van de sociale veiligheid in het 0V ligt
bij
de vervoerders. De veiligheid van het personeel maakt integraal onderdeel uit van het
arbeidsomstandighedenbeleid. Vervoerders zijn verantwoordelijkheid voor de bedrijfsorde. Vanuit
deze verantwoordelijkheid hebben vervoerders rechtstreekse contacten met personeel,
vakbonden, politie en justitie om te komen tot een effectieve aanpak. Sociale veiligheid raakt
de
kern van de bedrijfsvoering van vervoerders door de impact van incidenten op het personeel.
Daarnaast dragen de vervoerders ook een verantwoordelijkheid voor de sociale veiligheid van
de
reizigers.
De invulling en uitvoering van het beleid voor sociale veiligheid wordt hoofdzakelijk vormgegeven
door de vervoerders in opdracht van de concessieverleners. Concessieverleners hebben een
bepalende rol bij het neerzetten van de kaders voor het sociale veilig heidsbeleid. De invulling
van
deze rol verschilt in de gedecentraliseerde praktijk van regisserend en coördinerend (en in
een
enkel geval zelfs uitvoerend) tot bescheiden (eisen stellen aan vervoerder, monitoring)
.
6
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu zorgt voor de kaders waarbinnen decentrale overheden
en vervoerders kunnen werken. Op grond van de WP2000 dienen aan de concessies voor CV
voorschriften te worden verbonden ten aanzien van het waarborgen van een verantwoorde
mate
van veiligheid.
Het ministerie van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor het beleid rondom de bestrijding
van geweldscriminaliteit.
In algemene zin is in artikel 3 van de Politiewet 2012 aangegeven hoe de handhaving van de
openbare orde door de politie is geregeld: de politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan
het
bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de
daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze
behoeven. Aansluitend ligt de strafvervolging, in bijzonder eventuele strafverzwaring, bij het
Openbaar Ministerie.
6
Bron: Taskforce veiliger 0V 2009 en Evaluatie sociale veiligheid, Transdec 2015
6
Aard en omvang
Bij het opmaken van dit hoofdstuk blijkt op diverse punten verschil te zitten in de wijze van
registreren. Onder begeleiding van MuConsult starten de vervoerders een traject om hier
verandering in te brengen. Onderstaande registratie bevat cijfers over de A-incidenten, welke
zijn:
mishandeling, bedreiging (met een wapen), diefstal, drugsoverlast, vandalisme, vernieling en
overtredingen zoals duwen/trekken en spugen
.
7
In de eindverantwoording zal rekening gehouden worden met wijzigingen in de concessies en
melding bereidheid. Cijfers zullen derhalve omkleed worden met toelichting
Tabel 1: geregistreerde A- incidenten streekvervoerders
2008
2238
1957
281
2009
2361
2126
235
2010
3114
2730
384
2011
2758
2479
279
2012
1996
1676
320
2013
1404
1101
303
2014
2O15
1469
1637
1189
1390
280
247
Tabel 2: geregistreerde A- incidenten stadsvervoerders
DY7
GVB
RET
HTM
1136
-
991
2116
-
-
711
2424
-
373
2207
256
229
1773
475
267
1263
441
323
936
967
342
672
985
315
602
943
269
631
902
333
641
617
Tabel 3: geregistreerde A- incidenten NS
NS
Trein
872
638
603
624
Station
227
196
177
1099
834
780
Totaal
526
378
362
427
422
337
152
505
194
127
201
273
350
776
699
653
579
635
777
352
774
642
305
Zie bijlage 2 voor een overzicht en definities van A-, B- en C-incidenten
7
_________
Figuur 4: weergave geregistreerde A -incidenten
3500
3000
—4-—Streekvervoer totaal
2500
—-—Streekvervoer BUS
—-Streekvervoer TREIN
2000
—4— GVB
RET
1500
—.—HTM
=NS trein
1000
—NS station
500
NS Totaal
0
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Slachtofferschap
Reizigers zijn positief over de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. In 2015 wordt de
veiligheid van het openbaar vervoer in het algemeen beoordeeld met een 7.7. Over de veiligheid
van de laatste rit (8.0) en de opstaphalte (7.8) zijn de reizigers nog beter te spreken. Die cijfers
zijn overigens hetzelfde als een jaar eerder.
Tabel 5 Oordeel reizigers over sociale veiligheid
Jjj
Veiligheid 0V
7,5
7,5
7,6
7,6
7,7
7,7
Veiligheid rit
Veiligheid halte
7,9
7,9
7,9
7,9
8,0
8,0
7,6
7,7
7,7
7,7
7,8
7,8
In 2015 heeft 17 procent van de reizigers een of meer incidenten meegemaakt, dat is iets lager
dan het jaar ervoor. Het lastigvallen van reizigers komt relatief het meest voor (12%). Bedreiging,
diefstal of mishandeling in het openbaar vervoer vinden veel minder plaats
.
8
Tabel 6: Oordeel medewerkers over sociale veiligheid
Algemeen
6,2
6,5
6,3
6,3
6,5
6,9
7,0
Het personeel geeft de sociale veiligheid in het 0V een 7,0, zo blijkt uit de personeelsmonitor over
2014. Er is sprake van verschillen in de gegeven rapportcijfers: 52% van het totale personeel
geeft een 6 of
7. 37% waardeert de veiligheid met een 8 of hoger en 11% geeft een onvoldoende
(5 of lager)
.
9
8
0
V klantenbarometer 2015 en Sociale veiligheid op het spoor, DSP-groep 2016
0V personeelsmonitor 2014 p.4
8
Daderprofielen
In opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) is door Bureau Bruinsma en Bureau
Beke onderzoek gedaan naar de profielen van geweldpiegers tegen NS-personeel, gebaseerd op
registraties door NS, politie en het CJIB over het jaar 2014’°.
Het onderzoek identificeert ook de zogenaamde hotspots voor incidenten, dit zijn met name de
Randstad en een enkel traject in Limburg en een station in Brabant. Voorts worden ook de
oorzaken van de incidenten benoemd, zoals het ontbreken van een geldig vervoersbewijs, het
aanspreken op overlastgevend gedrag of het overtreden van de huisregels.
Grofweg 90% van de daders blijkt meerderjarig te zijn, gemiddeld 28 tot 29 jaar oud en vaak
blijken er problemen te spelen in diverse levensgebieden, zoals werk, financiën, opleiding,
contacten met politie en justitie en problematisch middelengebruik. Bijna de helft van de daders
blijkt psychische problemen te hebben, een verstandelijke beperking, problemen in de
agressieregulatie of een stoornis in het autismespectrum. Een kwart van deze groep wordt betiteld
als personen met verward gedrag”.
De dadergroep laat zich onderverdelen in drie daderprofielen:
De notoire probleemveroorzakers: Deze geweidplegers kunnen bogen op een groot aantal
antecedenten, waaronder eerder geweld tegen functionarissen met een publieke taak, een
vroege start met criminele activiteiten vc5ôr hun achttiende jaar en veel problemen op het
gebied van opleiding, psychisch welbevinden en middelengebruik. Het geweld tegen NSpersoneel kan zowel fysiek als verbaal zijn, is solistisch van aard en heeft vaak te maken
met zwartrijden.
Dejongegeweidpiegers: Zij veroorzaken in groepsverband overwegend fysiek
geweiddadige incidenten. In de meeste gevallen loopt het slachtoffer hierbij letsel op. Van
problemen op de diverse leefgebieden zoals psychisch welbevinden en middelengebruik is
bij deze categorie amper sprake.
De onverwachte geweidpiegers: In deze categorie vallen de geweldpiegers die nauwelijks
antecedenten hebben en geen problemen op de eerder genoemde leefgebieden. Zij maken
zich vooral schuldig aan verbaal geweld tegen NS-personeel.
-
-
-
‘°
Kamerbrief Daderanalyse geweldplegers spoor, vergaderjaar 2015-2016, Kamerstuk 28642 nr. 84
Politie registreert onder melding E33 (definitie Aanjaagteam personen met verward gedrag)
9
__
Voorgestelde maatregelen
Totstandkoming
De voorgestelde maatregelen zijn tot stand gekomen na een expertmeeting met onder andere
(rijks)overheden en vervoerders op 30 juni 2016.
Er is gestart met een groslijst aan maatregelen. Hierop zijn in overleg met de beide ministeries,
decentrale overheden, vervoerders, politie en vakbonden enkele prioriteringsslagen gemaakt, met
de expertmeeting en het geformuleerde doel als leidraad.
De uitkomsten van de expert bijeenkomst zijn in de volgende speerpunten samen te vatten:
•
Beter Samenwerken
•
(‘leer in formatie delen
•
Trainen
•
Innovatieve maatregelen
Een uitgebreider verslag van de expertmeeting is opgenomen in de bijlage.
Schematische weergave op soort
1. Technische en preparatie maatregelen
1.1
1.la. Evaluatie pilots en
kennisdeling met gebruik
pin apparaten in stad- en
streekvervoer
1.lb. Niet langer csh in
de bus
Pilot bodycams risicolijn
per sector en
kennisdeling
(NS heeft evaluatie en
materiaal beschikbaar)
Benutten beelden
bodycams
voor jonge
geweldplegers
opsporingsdoeleinden
-trainingsdo eleinden
Doorontwikkelen app NS
digitaal handhaven,
zodat BOA’s in het
gehele openbaar vervoer
toegang hebben tot
gegevens uit het GBA en
RDW
1.2
1.3
Vervoerders
DOVA
Reeds
gefina
ncierd
Q4 2016
Preventie,
voorkomen
geweld
Ven)! HIC
NS
GVB
Veolia
RET
30.00
0
Q1 2017
Verhogen pakkans
en bevorderen
kennis
VenJ/HIC
Politie
OM
Vervoerders
Q1 2017
Preventie,
voorkomen
geweld en
verhogen pakkans
NS
IenM
Overige
vervoerders
Q4 2016
Verhogen pakkans
en registraties
Vervoerders
VenJ
-
-
1.4
2.
..
Reeds
gefina
ncierd
I&M
Repressieve maatregelen
Maatregel
2.la
2.lb
Intentie landelijk
convenant onderlinge
am en erk ngOV-BOA’s
Verkennen mogelijkheden
derden inhuur BOA’s in
het 0V-domein
Q1 2017
Behoefte flexibele
inzet
Q1 2017
Behoefte flexibele
inzet
_.
Ven]
10
2.2
Top X notoire
geweldpiegers in het DV
Vervoerders
Politie
CCV
Q2 2017
2.3
Persoonsgerichte aanpak
top X notoire
geweld pleg ers
Vervoerders
Q4 2017
2.4
0V-bedrijven stimuleren
aangifte, onder andere
door inzet eigen BOA’s en
door de werknemer
o.v.v. ‘VPT code’
’
2
Verbeteren standaard
binnen l4dgn
terugkoppeling over de
stand van zaken aangifte
Vervoerders
(RET, GVB)
Voor de
aangifte
Veilig heids
huizen
Politie/drie
hoek
CCV
Politie, voor
de juiste
code
Verbeteren en vergroten
bekendheid VPT binnen
po!itie
Evaluatie 0V verbod op
kwaliteitscriteria en
werkbaarheid.
Gesprek invoer ISD’
3
maatregel voor
stelselmatige
geweld plegers
Uitvoering taakstraf
gericht op 0V
Politie
2.5
2.6
2.7
2.8
2.9
3.
Politie
Vervoerders
voor
signalering
als het niet
gebeurt
Q4 2016
Verhogen pakkans
en verbeteren
registratie
Q1 2017
Verbeteren
afhandeling en
verbeteren
registratie en
vergroten
meld ingsbereid heid
Verbeteren
afhandeling
Q4 2016
IenM
OM
Vervoerders
VenJ/HIC
Veni/HIC
PM
Effectieve en
dadergerichte
aanpak
Effectieve en
dadergerichte
aanpak
Q4 2017
Passende sanctie
OM
Q3 2017
Passende sanctie
OM
3R0
Q4 2017
Passende sanctie
Informatiedeling
Mâatiegël
3.1
3.2
Platform Sociale Veiligheid
Openbaar Vervoer voor
kennisuitwisseling,
eigenaarschap van data en
opleiding.
OM
Informatiedeling
Schadefonds
geweldsmisdrijven
Verbinding leggen met 0V
overstijgende
maatschappelijke
ontwikkelingen
IenM
DOVA
Vervoerders
CROW
IenM
Ven]
Vervoerders
Veiligheids
regio
PM
Q4 2016
Uitwisselen kennis,
informatie en best
practices
Q3 2017
Bevorderen
ketensamenwerking
12
NB: cijfers hierover kunnen niet separaat voor de 0V sector worden gefilterd uit het politiesysteem
. Veilige
Publieke Taak is een breed kader dat ziet op geweld tegen medewerkers die een publieke functie uitoefenen,
zoals hulpverleners op een ambulance of brandweerlieden.
‘
ISD maatregel: plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
11
4.
Slachtoffer gerichte maatregelen en preparatie
;
4.1
Leren via een app on the
job (icm BOA app onder
1.4)
VenJ/HIC
en NS
4.2
Training herkennen en
omgaan met personen
onder invloed van
middelen (alcohol / drugs)
Training omgaan met
personen met verward
gedrag
VenJ/HIC
Vervoerders
Klankbordgroep BOA
0V
Vervoerders
VenJ/HIC
VenJ/HIC
4.3
4.4
Per sector pilot directe
aansprakelijkstelling
daders
5.
5.1
5.2
5.3
4.1 t/m
4.3 totaal
50.000
Q1 2017
4.1 t/m
4.3 totaal
50.000
Q3 2017
Vervoerders
4.1 t/m
4.3 totaal
50.000
Q4 2016
CCV
RET
GVB
10.000
Q2 2017
Training
verbetering
omgang met
agressie
Training
verbetering
omgang met
agressie
Training
verbetering
omgang met
agressie
Verhalen schade
overig
Uniformering van de
terminologie en
incidentregistraties
Onderzoek koppeling
gegevens incidentregistratie
vervoerders en politie
Inzicht in knelpunten bij
plaatsing van poortjes en
camera’s eventueel in
relatie tot de hotspots
—
DOVA/CROW
Vervoerders
IenM
VenJ
Politie
Vervoerders
Q1 2017
Streekvervoerders
IenM
Q2 2017
Reeds
gefinanc
ierd
Q4 2016
Inzicht in lokale
stand van zaken
en verbeterpunten
Inzicht in (lokale)
stand van zaken
en verbeterpunten
Inzicht in lokale
stand van zaken
en verbeterpunten
12
rtornj
Alle partijen zullen elk kwartaal bij elkaar komen om de voortgang van de maatregelen te
bespreken. Twee keer per jaar zal er op directeurenniveau overleg plaatsvinden. Het bestuurlijk
overleg vindt een keer per jaar plaats. De maatregelen die in dit actieprogramma opgenomen zijn,
dienen effect te sorteren op de cijfers aangaande objectieve veiligheid (aantallen incidenten) en
subjectieve veiligheid (beleving reiziger en medewerker).
De verzameling en monitoring van objectieve data over sociale veiligheid is belangrijk, maar ook
onderhevig aan maatschappelijke ontwikkelingen. Het aantal geregistreerde incidenten zal dus met
passende toelichting door vervoerders en overheden gepresenteerd moeten worden.
De personeelsmonitor en klantenbarometer geven cijfers over subjectieve sociale veiligheid, deze
geven meer inzicht in slachtofferschap en beleving.
Lokaal
Er wordt door alle vervoerders en decentrale opdrachtgevers gemonitord op de doelstelling zoals
aangegeven in de sociale veiligheidsplannen. De doelstellingen zijn geformuleerd middels een
streefcijfer van het klant-oordeel in de OV-klantenbarometer en/of de personeelsmonitor en/of
incidentregistraties. Deze cijfers worden maandelijks, jaarlijks of tweejaarlijks gemonitord.
13
Randvoorwaarden
Randvoorwaarden dienen tussen de deelnemers van de kerngroep te worden afgesproken.
Rijksoverheid, regionale overheden, vervoerders en vakbonden zijn het er over eens dat hier aan
voldaan moet worden om het actieprogramma tot een succes te maken.
Hiertoe worden twee randvoorwaarden onderscheiden:
Registratie
De vervoerders registreren incidenten niet allemaal op dezelfde manier. De kerngroep is het er
over eens dat dit niet wenselijk is. Inmiddels werken de vervoerders daarom wel samen aan een
eenduidige en actuele omschrijving van A, B en C incidenten. A incidenten betreft strafrechtfeiten
en APV overtredingen, B incidenten zijn overtredingen van de Wet personenvervoer 2000 en C
incidenten betreffen overtredingen Besluit personenvervoer en huisregels (zie bijlage 2). Tevens
richten de vervoerders zich hierbij op een actualisatie van de beschrijving van de categorieën door
het opschonen en aanvullen met nieuw soortige incidenten.
Het streven is begin 2017 volgens de nieuwe eenduidige wijze te registeren.
-
Samenwerking politie en vervoerders in de vorm van informatie uitwisseling over incidenten is van
belang om het aantal incidenten te laten dalen (en het veiligheidsgevoel te verbeteren).
Voor de noodzakelijke informatie uitwisseling met de politie over waar de capaciteitsinzet van
boa’s en politiemedewerkers het best ingezet kan worden is de informatie over incidenten uit de A
categorie het meest relevant. Voor een gezamenlijke feitenkennis is het daarom van belang dat
vervoerders en politie hun informatie delen. Dit delen van informatie kan op verschillende
manieren gebeuren. De minister van Veiligheid en Justitie zal in zijn brief aan de Kamer voor de
zomer 2017 inzicht geven in de wijze van informatiedelen van de politie met vervoerders.
Samenwerking
De uitvoering van dit actieplan dient in gezamenlijkheid te wordt opgepakt, waarbij er sprake is
van een gezamenlijk belang om het gestelde doel te behalen. Dit vraagt dus samenwerking in een
breder kader dan louter de eigen concessie.
-
Communicatie
Communicatie is ondersteunend aan dit actieprogramma en werkt maatregel overstijgend. De
communicatie moet zich richten op zowel de medewerkers als de reizigers. Van belang is dat
geboekte resultaten goed voor het voetlicht gebracht kunnen worden, zodat ook de subjectieve
veiligheid profiteert van de inspanningen. Voorts is van belang dat de gekozen boodschap met één
mond wordt uitgesproken. Vervoerders, bonden en overheden ondersteunen de boodschap en
dragen deze actief uit.
DOELGROEP 1 Wie ze zijn
Van belang is de gebruikers van het openbaar vervoer te bereiken. Deze categorie valt uiteen in
reizigers en medewerkers.
Het is niet zo zeer van belang een brede doelgroep te bereiken. Direct betrokkenen verdienen de
voorkeur.
-
•
BOODSCHAP 1 Wat gaan we hen vertellen
Van belang is dat gecommuniceerd wordt over concrete resultaten en individuele maatregelen. De
trekkers zijn hiervoor verantwoordelijk. De boodschap is dat vervoerders,overheden en vakbonden
samen staan voor medewerkers en reizigers in het openbaar vervoer. Dit doen zij door te tonen
dat werken aan vermindering van geweiddadige incidenten in het 0V resultaat oplevert.
Geboekte resultaten in de vorm van cijfers, gerealiseerde maatregelen en concrete resultaten
verkregen door gezamenlijke inspanning passen in de boodschap.
Voorts zal geïnvesteerd worden in doelgroepspecifieke communicatiestromen. Voor de reiziger
wordt gekeken of een eenduidig handelingsperspectief kan worden geboden. Voor medewerkers
zal in samenspraak met vervoerders en vakbonden een lijn worden gekozen.
Dit verdient nadere uitwerking onder begeleiding van professionals. Wellicht kan gedacht worden
aan een sessie met vervoerders, vakbonden en opdrachtgevers op initiatief van het Rijk. Deze zal
eind 2016 moeten plaatsvinden.
14
AMBASSADEUR Wie gaat het vertellen
De bestuurders van de betreffende organisaties kunnen als ambassadeur optreden.
Door hun aanwezigheid wordt het belang van het onderwerp extra benadrukt. Hun aanwezigheid
kan individuele maatregelen een boost geven.
-
PLANNING 1 Wanneer wordt het verteld
De start van de maatregelen staat ook garant voor de start van de indien nodig communicatie
erover. Op het moment dat de nieuwe cijfers over het aantal incidenten beschikbaar is, is er
meteen een communicatiemoment (dit is jaarlijks of tweejaarlijks). Het is niet opportuun een
tussenbalans te geven, daar de cijfers uit officiële publicaties worden ontleend.
-
—
-
15
I3LAGE
1 Uitkomst Expertmeeting
d.d. 30 juni 2016 te Haastrecht
Uitkomst van de groeosdiscussies
• Stel uniforme regels en aanpak voor alle 0V bedrijven op
• Start een pilot informatie-uitwisseling
• Alle vervoerders moeten elkaar informeren
• Medewerkers moeten goed worden getraind
• Eén centrale meldkamer voor alle 0V vervoerders
• Leermeesters aanstellen (die collega’s kunnen trainen/begeleiden)
• Incidenten bespreken
• Zorgen dat je een aantal keer per jaar met je partners aan tafel zit
• Ontwikkel een app voor melding van geweld
• Zorg dat er iets van een foto bekend is van de notoire lastgevers en deel deze op trajecten
• Breng de controleur weer terug op de tram
• ‘Lijntje’ OM moet korter
• Eenduidig systeem
• Maatwerk, aanpak per gebied
• Uniforme incidenten registratie; deze data ook delen!
• Meer samenwerking tussen de 0V BOA’s
• Medewerkers samen laten trainen
• Verbeter het toezicht
• Slimmer en sneller communiceren
• Eén registratie systeem
• Meer samenwerking
• BOA’s (werken langs elkaar heen)
• Oprichten Platform Sociale Veiligheid
• Eigenaarschap benoemen
• Ga bij elkaar in de keuken kijken Proactieve instelling
• Kortere lijnen maken
• Voor de chauffeurs het makkelijker maken van incidenten
• Integrale aanpak voor het delen van informatie
• Belevingsmonitor over de reizigers
Samenvatting
•
Beter Samenwerken
•
Meer informatie delen
•
Trainen
• Innovatieve maatregelen
Quotes
“Op het werkoverleg bespreekbaar maken dat werknemers zich veilig voelen om zaken
bespreekbaar te maken’
“Er gebeurd al heel veel. Laten we de dingen blijven doen waar we nu al mee bezig zijn’
“Begin klein, ga verder met hetgeen je bezig bent. Zorg wel dat er structuur komt’
“Publiciteit nè incidenten kan meer brengen dan nodig is’
16
2. A-BC registratiemethodiek
Al. Mishandeling
Mishandeling: fysiek geweld, waarbij opzettelijk pijn of letsel toegebracht werd aan
personeel/reiziger.
A2. Bedreiging met wapen
Bedreiging met fysiek geweld van personeel/reiziger, met (slag/schiet/steek-)wapen, maar
zonder dat het daadwerkelijk tot fysiek geweld komt.
A3. Bedreiging zonder wapen
Bedreiging met fysiek geweld van personeel/reiziger, zonder wapen, maar zonder dat het
daadwerkelijk tot fysiek geweld komt.
A4. Diefstal/beroving
Diefstal, beroving of zakkenrollerij, waarvan personeel/reiziger slachtoffer werd zonder gebruik
van geweld, het kan zowel betrekking hebben op werkmateriaal als op persoonlijke bezittingen.
A5. Optreden bij drugsoverlast
Repressief optreden tegen overlast door (vermoedelijke) handel in en/of gebruik van verdovende
middelen, bijvoorbeeld indien assistentie politie ingeroepen moet worden.
A6. Vandalisme, brandstichting, graffiti
Repressief optreden tegen opzettelijk vernielen, bekladden (graffiti), bekrassen of onbruikbaar
maken, brandstichting et cetera. Meldingen betreffende niet constateren schade.
A7. Overige overtredingen: duwen, trekken, spugen, et cetera
Onder andere: agressief duwen/trekken, spugen, wederrechtelijk aanraken van persoon, lijf en
goed, vechtende passagiers, geweld in het verkeer (zoals moedwillig aanrijden).
.
-4,-
Bi. Schelden
Verbale agressie tegen personeel/reiziger, inclusief schelden, beledigen, provocatie.
B2. Lastigvallen
Hinderlijk aanraken, aanspreken of aankijken van personeel/reiziger, zonder dat daarbij sprake is
van agressie, geweld of bedreiging
(NIET duwen/trekken of aanranding: zie A7)
B3. Optreden bij betalingsproblemen
Reiziger die niet wil (bij)betalen of (bij)stempelen en waarvoor assistentie moet worden
ingeroepen.
B4. Overige verstoringen: misbruik voorzieningen/noodrem, et cetera
Waaronder: misbruik voorziening, misbruik noodrem, bedelen/muzikanten, baldadigheid,
hinderlijk gedrag, onzedelijk gedrag, wildplassers, slapers, aanwijzing personeel niet opvolgen,
onenigheid.
Ci. Overtredingen huisregels: voeten op de bank, roken, et cetera
Voeten op de bank, roken, geluidsoverlast, gevaarlijk gedrag (surfen), verstoring exploitatie,
openhouden/trekken/trappen deuren.
C2. Overige overlast: verontreiniging in- en exterieur
Overtreden huisregels (voor zover niet genoemd onder Ci), verontreiniging interieur,
verontreiniging exterieur.
17
3. Staand beleid (landelijk en regionaal)
MuConsult heeft in opdracht van het ministerie van IenM een uitgebreid overzicht van bestaande
initiatieven en samenwerkingsverbanden gemaakt. Uit de overzicht blijkt dat er een diversiteit
aan
maatregelen in voorbereiding is of reeds genomen zijn. Eveneens is inzichtelijk gemaakt op welke
wijze de samenwerkingsverbanden vorm hebben gekregen.
1
Figuur2:Soci
leveiligheidp
lannenperOV-autoriteit
4
I
Groningen
-i
0V Oost
Nee (op dat moment
nog niet van
toepassing)
Eerste jaarplan
Zeeland
Eerste jaarplan
Zuid Holland
Uitvoeringsprogramma sociale
veiligheid
Sociale
Veiligheidsplan en
eerste actieplan
Sociale
Veiligheidsplan
Fryslân
Noord-Brabant
0V bureau Groningen
Drenthe
Gemeente Almere
Noord-Holland
Stadsregio
Amsterdam
Metropoolregio
Rotterdam Den Haag
Ministerie van I&M
(NS)
Provincie Utrecht
Provincie Limburg
Kader nota sociale
veiligheid 0V
Eerste Jaarplan
Sociale Veiligheid
Nota Sociale
Veiligheid 2014-2020
Meerjarenplan
Divers
Meerjarenplan
Eerste jaarplan
Concessieveiligheidsplan
-
-
—
—
Sociale
Veiligheidspian
Vervoerder
Sociale
Veilig heidsplan
Vervoerders in regio
samen met 0Vautoriteit
Vervoerder
Actieplan sociale
veiligheid
Nee
Vervoerder in overleg
met 0V autoriteit
Actieplan Sociale
Veiligheid
Vervoerder
Jaarlijks bijwerken
Sociale
veilig heidspla n
Nee
Vervoerder
Jaarplan Sociale
veiligheid
Jaarplan Sociale
veiligheid
Vervoerder
Actieplan Sociale
Veiligheid
Ja
Jaarplan sociale
Veiligheid
Jaarplannen
Jaarlijkse update
concessieveiligheids
plan
.
.
.
0V autoriteit
Nota door 0V
autoriteit, jaarplan
door vervoerder
Vervoerder
Vervoerder en 0V
autoriteit
Vervoerder
Vervoerder
Vervoerder
.
—
Tijdens het proces rond de Taskforce Sociale Veiligheid in 2009, is gesignaleerd dat concurrentie
op sociale veiligheid resulteert in een race to the bottom. De Taskforce constateerde dat er een
grote mate van diversiteit bestaat in de wijze waarop sociale veiligheid in concessies is geregeld.
In sommige concessies was het onderwerp sociale veiligheid een onderbelicht element. In het
eindrapport van de Taskforce is daarom de afspraak opgenomen dat Sociale Veiligheid bij
toekomstige aanbestedingen geen onderwerp meer is van concurrentie.
De Taskforce gaf daarbij aan het belangrijk is dat in de basisnorm sociale veiligheid is opgenomen
hoe met onvoorziene ontwikkelingen moet worden omgegaan
.
15
In 2012 is de afspraak om Sociale Veiligheid uit concurrentie te halen en een basisnorm op te
stellen verder geconcretiseerd in Het Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer. Dit
convenant is ondertekend door 0V-autoriteiten (vertegenwoordigd door IPO en toenmalig SkVV),
—
14
15
—
Factsheets Sociale Veiligheid (Muconsult2ol6)
Taskforce Veiliger Openbaar Vervoer (2009)
18
het Rijk en vervoerders. In het Convenant is afgesproken dat een zelfde basis geldt voor sociale
veiligheid voor alle inschrijvende partijen bij de aanbesteding van 0V-concessies.
Onderstaande zaken dienen minimaal te worden opgenomen in concessies en vormen samen de
basisnorm Sociale Veiligheid (voor een looptijd van vijf jaar tot 2017).
Figuur 3: Onderdelen van de basisnorm Sociale Veiligheid
16
-
Registratie
Risicoinventarisatie per
concessie
Preventie
Landelijke
basisnorm
techniek en
afspraken
Toezichthouders
Convenanten
Streefcijfers
Vervoerders registreren de incidenten conform de landelijke ABC
methodiek
Overheden stellen een risico inventarisatie op voor de concessie op
basis van objectieve criteria (uitgewerkt in de CROW
Veiligheidsscan). Vervoerders maken op basis hiervan een actieplan
socialeveiligheid.
Vervoerders werken mee aan preventieprogramma’s en geven
voorlichting over agressie en geweld tegen werknemers. Vervoerders
zorgen voor goed onderhouden en schone voertuigen.
Voertuigen worden standaard voorzien van camera’s en een
nood knop voor het personeel.
Een overheid schrijft bij een aanbesteding een ondergrens voor het
aantal toezichthouders voor of een minimum bedrag dat aan sociale
veiligheid moet worden besteed. Het aantal toezichthouders is nooit
lager dan 80% van de voorgaande concessies. Vervoerders maken
afspraken over de inzet van toezichthouders in aanpalende
concessies. BZK doet een onderzoek naar de haalbaarheid van een
norm voor het aantal toezichthouders per concessie.
Alle partijen spreken af mee te werken aan convenanten en
samenwerkingsverbanden.
Op basis van de Klantenbarometer en de Personeelsmonitor worden
afspraken gemaakt over streefcijfers binnen een concessie.
Op landelijk niveau zijn in maart 2015 afspraken gemaakt tussen het Rijk, ProRail, NS en het
personeel over een pakket met 8 maatregelen om de sociale veiligheid te verbeteren:
•
Extra ondersteuning op de trein op risicolijnen en risicomomenten
•
Meer cameratoezicht op stations en in de treinen
•
Pilot met het plaatsen van beeldschermen
• Versneld in gebruik nemen van de OV-chipkaart toegangspoortjes
•
Intensivering van de samenwerking tussen NS en politie
•
Stationsverbod versneld invoeren
•
“Lik op stuk” aanpak bij overtredingen
•
Inzet op hulpverlening en opvang overlastgevers.
Deze maatregelen zijn reeds uitgevoerd of nog in uitvoering. Het WODC heeft dit
maatregelenpakket geëvalueerd (zie hiervoor Kamerbrief...).
16
Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer, 2012.
19
4. Leesl,j.st en geradpIeegde rapportages
Daders op het spoor
Bureau Bruinsma, Bureau Beke i.o.v. het
ministerie van VenJ, 15 juni 2016
Evaluatie sociale veiligheid bus, tram, metro
Transtec i.o.v. het ministerie van IenM, zomer
2015
Factsheets Sociale Veiligheid
MuConsult, 24 mei 2016
Monitor Veilige Publieke Taak 2015
TNO, 2 november 2015
OV-klantenbarometer 2015
CROW-KpVV, april 2016
OV-personeelsmonitor 2014
CROW-KpVV, april 2015
Sociale veiligheid op het spoor
DSP-groep i.o.v. het WODC, 20 mei 2016
Naar een veiliger openbaar vervoer
voor werknemers
Taskforce Veiliger Openbaar Vervoer, 9
september 2009
20
Van:
Aan:
Onderwerp:
Datum:
Bij lagen:
JBlpm, drs. MCA. BD/DGSenB
FW: ANP App alert Ministerie van VenJ : MEDIAWATCH: Geweld in openbaar vervoer harder aangepakt
woensdag 26 oktober 2016 9:05:55
ail-loo
me-Ioo
-
Met vriendelijke groet,
1
With kind regards,
110.2.e
Woordvoerder
Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministry of Security and Justice
Directie Voorlichting 1 Information Department
Turfmarkt 147 1 2511 DP 1 Den Haag
Postbus 20301 P.O. Box 20301 1 2500 EH 1 Den Haag 1 The Netherlands
10.2.e
Sent with Good (www.good.com)
From: ANP App
Sent: woensdag 26 oktober 2016 03:14:29
BD/DV/P&B
To:I10.2.e
Subject: ANP App alert Ministerie van Veni : MEDIAWATCH: Geweld in openbaar vervoer harder
aangepakt
1-
MEDIAWATCH: Geweld in openbaar vervoer harder aangepakt
26-10-2016
1 03:14 1 WOORDEN: 166 1 ANP INFORMATIE 1 VERSIE: 11 PRIORITEIT: 3
MEDIAWATCH Het geweld door raddraaiers in het openbaar vervoer moet met twintig
procent worden teruggedrongen. Dat is dinsdag op het ministerie van Veiligheid en
Justitie afgesproken in een besloten overleg tussen NS, stads- en streekvervoerders,
vakbonden en overheden, zo schrijft De Telegraaf.
-
De partijen zijn volgens de krant allen akkoord met een actieprogramma om de sociale
veiligheid in bus en trein komende jaren drastisch te verbeteren. Mensen die zich
schuldig maken aan agressie, beroving, mishandeling, bedreiging, vandalisme en
geweld, worden opgespoord en net zo zwaar gestraft als overvallers.
De vermindering van de zwaarste incidenten met een vijfde moet in 2018 zijn
gerealiseerd. Daarvoor gaan we onderling nauwer samenwerken, maar ook met de
politie. Het mag niet meer zo zijn dat daders de dans kunnen ontspringen’, zegt
Connexxion-directeur Juul van Hout in De Telegraaf.
MediaWatch (Disclaimer)
ANP MediaWatch is alleen een signaleringsdienst. Het ANP is niet verantwoordelijk
voor de inhoud.
Tip het ANP. Bel naar 070 41 41 411 of mail naar [email protected]
-
ANP NIEUWS
Deze mail is verzonden
doorllü.2.e
104
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Staatssecretaris
Bestuurskern
Dir.Openbaar Vervoer en
Spoor
Afd. 0V en Stations
-
Plesmanweg 1-6
Den Haag
Postbus 20901
2500 Ex Den Haag
Contactpersoon
10.2.e
nota ter informatie
VAO Sociale Veiligheid
Datum
28 oktober 2016
Kenmerk
IENM/BSK-2016/243740
Inleiding
Hierbij ontvangt u informatie ter voorbereiding van het VAO Sociale Veiligheid
in het Openbaar Vervoer op woensdagavond 2 november van 19.35 tot 19.55
uur. De minister van Veiligheid en Justitie is hiervoor ook uitgenodigd. Het VAO
is aangekondigd tijdens het algemeen overleg sociale veiligheid in het
openbaar vervoer op 13 september jI. Op woensdag 26 oktober heeft u samen
met de minister van Veiligheid en Justitie het integrale actieprogramma sociale
veiligheid aan de Kamer verzonden.
Doel
IJ voor te bereiden op het VAO en uw instemming te vragen met de reacties die
u op mogelijk te verwachten moties kunt geven.
Toezeggingen AO van 13 september:
U heeft toegezegd bij de evaluatie van het reisverbod ook te kijken naar de
mogelijkheden een uniform reisverbod aan notoire zwartrijders op te leggen.
Daarnaast heeft u de vervoerders opgeroepen om zo spoedig mogelijk tot een
eenduidige registratie van incidenten te komen.
De Minister van VenJ heeft onderstaande punten toegezegd:
De Kamer voor het zomerreces 2017 te informeren over een verdere
evaluatie van de acht maatregelen uit het maatregelenpakket van maart
2015.
De Kamer voor het zomerreces 2017 over de stand van zaken van
informatie uitwisseling van politie met vervoerders (en de rol van een
database daarbij) te informeren.
De Kamer voor het zomerreces 2017 te informeren over de mogelijkheid
van een sms alert of een andere voorziening om in stilte een noodoproep
te doen in de trein.
Het plan van aanpak voor een High Impact Crime aanpak voor sociale
veiligheid in het openbaar vervoer in oktober 2016 aan de Kamer aan te
bieden.
-
-
-
-
Paraaf 0GB
Paraat DGB-OVS
Paraaf DGB-OV en Stations
Pagina 1 van 2
1
-
De Kamer voor het kerstreces 2016 over de bevoegdheden van
buitengewoon opsporingsambtenaren en eventuele verruiming daarvan te
info rm eren.
Mogelijke moties
Eerste spreker is het
11
lid
Van Helvert (CDA).
III
11
Hiervoor zijn mogelijke moties
voorbereid (zie bijlage). Voor de volledigheid zijn ook een aantal andere
mogelijke moties opgenomen.
De minister van Veiligheid en Justitie zal primair ingaan op verwachte moties
over de informatie uitwisseling tussen vervoerders en politie (brede steun) en
de realisatie van politieposten op stations (Van Helvert), ook zal hij ingaan op
mogelijke moties over een sms alert en buitengewoon opsporingsambtenaren.
1O.2.e
Directie OVS
Pagina 2 van 2
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Directoraat-Generaal
Straffen en Beschermen
Directie Beschermen,
Aanpakken en Voorkomen
HIC
Contactpersoon
1
110.2e
Adviseur
Projectnaam
SVOV
vers 1 g
Bestuurlijk overleg sociale veiligheid in het 0V
Ons kenmerk
20006314
Notulist
110.2e
Omschrijving
Vergaderdatum en -tijd
Vergaderplaats
Aanwezig
Afwezig
1
—
25 oktober 2016, 15.30 uur
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Vertegenwoordigers van:
ministerie van VenJ, ministerie van IenM, NS,
Connexxion/namens streekvervoerders, RET/namens
stadvervoerders, Provincie Utrecht en CV Bureau
Groningen Drenthe /namens provincies, FNV, VVMC, CNV,
Nationale Politie en ProRail
Metropoolregio Amsterdam/namens metropoolregio’s
(met kennisgeving)
Opening
De minister van Veiligheid en Justitie heet de aanwezigen welkom op het
departement. Na het verontschuldigen vanIlO.2.e
Inamens de metropoolregio
Amsterdam, geeft hij het woord aan de voorzitter van dit bestuurlijk overleg, de
staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.
1. Mededelingen
Naast een dankwoord voor de goede voorbereiding van het overleg, zijn er geen
mededelingen.
2. Wat is er tot nu toe gebeurd?
De voorzitter staat stil bij de totstandkoming van het actieplan. Zij geeft aan dat
gestart is met een expertgroep, waarna in verschillende bijeenkomsten van de
kerngroep is gewerkt aan het opstellen van het actieplan. Naar aanleiding van het
laatste directeurenoverleg is het actieplan aangepast met onder andere concrete
doelstellingen met betrekking tot incidentcijfers en de veiligheidsbeleving van
personeel en reizigers en een paragraaf over de communicatie.
3. Korte toelichting op het actieprogramma
IenM en Ven) geven een toelichting op het actieprogramma. De afgelopen
maanden is constructief door alle partijen gewerkt aan dit programma.I1 1
[11
Dit actieprogramma geeft een invulling aan dat laatste. Daarbij is gebruik
Pagina 1 van 3
gemaakt van inzicht in de dader (onderzoek daderprofiel NS). Op basis van de
beproefde HIC-aanpak van Ven] is een programma samengesteld met een
dadergerichte aanpak voor het 0V. Het programma is voor de duur van 2 jaar. De
registratie van incidenten wordt kort uitgelicht, daar er hard gewerkt wordt aan
uniforme registratie door vervoerders per 1 januari 2017.
Directoraat-Generaal
Straffen en Beschermen
Aanpakken en Voorkmen
HIC
Datum
31 oktober 2016
11
Ons kenmerk
20006314
Er wordt kort gesproken over enkele aandachtpunten uit het actieplan.
11
Hij verwijst naar de toegezegde brief, zoals gemeld in het algemeen
11
overleg met de Tweede Kamer op 13 septemberjl.
Concluderend kan gesteld worden dat aanwezigen elkaar complimenteren met de
samenwerking en de afspraken die hieruit voortgekomen zijn.
11
4.
Doelstelling
Er is gekozen voor drie doelstellingen: een doelstelling op het aantal
geregistreerde incidenten (de objectieve sociale veiligheid) en op de
veiligheidsbeleving van personeel en reizigers (de subjectieve sociale veiligheid)
Alle partijen onderschrijven deze doelstellingen.
Er wordt gewerkt aan een eenduidige registratie, ook in de samenwerking met de
politie. Er is een grote bereidheid tot samenwerking en informatiedeling. Er zal
geen afrekencultuur ontstaan.
5.
Maatregelenpakket
Het maatregelenpakket wordt vastgesteld.
11
11
Iii
De algemene veiligheid is een taak van de driehoeken.
11
11
Er zal een aparte afspraak worden gepland met
een vertegenwoordiging van de streekvervoerders, decentrale overheden,
vakbonden en IenM om hier over door te praten.
11
Pagina 2 van 3
Directoraat-Generaal
Straffen en Beschermen
Directie Beschermen,
Aanpakken en Voorkomen
HIC
Er wordt gevraagd naar de invloed van meldingsbereidheid onder het personeel.
Bij de evaluatie van de acht maatregelen uit maart 2015 is hier door het WODC
naar gekeken. Zij kunnen op basis van hun onderzoek niet vaststellen of de
meldingsbereidheid is toe- of afgenomen. 11
Een voorbeeld is het uitdelen van
kaartjes door de NS aan de medewerkers over hoe te melden.
Datum
31 oktober 2016
Ons kenmerk
20006314
Iii
6. Monitoring
Over de frequentie van monitoring zijn de volgende afspraken gemaakt. Elk
kwartaal komt de kerngroep bijeen om de gang van zaken op de maatregelen en
de planning te bespreken. Twee maal per jaar vindt er een directeurenoverleg
plaats. Jaarlijks zal een bestuurlijk overleg worden georganiseerd.
Het actieplan wordt als geheel, na vaststelling in dit bestuurlijk overleg, naar de
Tweede Kamer gezonden en daarmee gepubliceerd.
7.
Rondvraag
11
-
Een praktijkvoorbeeld over de aansluiting van de Kmar komt aan de orde.
De minister van Veiligheid en justitie geeft aan het betreffende voorbeeld
te bespreken met de Kmar.
Er wordt afgesloten met complimenten en commitment voor de uitvoering
van de overeengekomen maatregelen.
Pagina 3 van 3
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2016—2017
28 642
Sociale veiligheid openbaar vervoer
Nr. 98
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2016
In het Algemeen Overleg Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer d.d.
13 september 2016 heb ik toegezegd in te gaan op de taken en bevoegd
heden van de boa in het openbaar vervoer, met inbegrip van het
onderwerp domein overstijgend werken en de door het lid Van Helvert
(CDA) bij het genoemde Algemeen Overleg ingebrachte casuïstiek inzake
de medewerkers Veiligheid en Service (V&S) van NS (Kamerstuk 28 642,
nr. 87). Met deze brief geef ik uitvoering aan deze toezegging.
De boa in het openbaar vervoer
Boa’s zijn werkzaam in een zogenoemd domein. De zes onderscheiden
domeinen (Openbare ruimte, Milieu, welzijn en infrastructuur, Onderwijs,
Openbaar vervoer, Werk, inkomen en zorg en Generieke opsporing)
bieden een op de domeinen toegespitst optioneel pakket aan opsporings
bevoegdheden, politiebevoegdheden en geweldsmiddelen. De boa in het
openbaar vervoer is in bezoldigde dienst van een 0V-bedrijf of overheidsinstantie en is belast met de opsporing van strafbare feiten binnen het
domein openbaar vervoer. In een zogeheten domeinlijst zijn de wetten of
strafbare feiten opgenomen waarvoor de boa in het openbaar vervoer
opsporingsbevoegdheid heeft. Hiertoe behoren onder meer de Wet
Personenvervoer 2000 en het Besluit personenvervoer 2000. Ook een
aantal bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht is in de domeinlijst van
het domein Openbaar Vervoer opgenomen. Het gaat dan onder meer om
vernieling zoals omschreven in artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht.
De boa in het openbaar vervoer kan bij de uitoefening van deze bevoegd
heden optioneel beschikken over de politiebevoegdheden bedoeld in
artikel 7 eerste en derde lid van de Politiewet 2012. Daarbij gaat het om de
bevoegdheid gepast geweld en vrijheidsbeperkencie middelen te
gebruiken en de bevoegdheid om een veiligheidsfouillering uit te voeren.
De boa in het openbaar vervoer kan optioneel beschikken over hand
boeien en/öf een wapenstok.
kst-28642-98
ranhag2O16
Tweede Kamer, vergaderjaar 2016—2017, 28 642, nr. 98
Casuïstiek medewerkers Veiligheid en Service
In het genoemde Algemeen Overleg d.d. 13 september 2016 is door uw
Kamer casuïstiek ingebracht met daarbij de vraag of de boa in het
openbaar vervoer, in bijzonder de medewerkers V&S van NS, nog wel
voldoende toegerust is voor de taken die hen worden opgedragen. In mijn
1 in reactie op de motie van de leden Van Helvert(CDA) en De
brief
Boer(WD) waarbij de regering werd verzocht om in overleg met NS te
verkennen of de huidige bevoegdheden en geweldsmiddelen van de
medewerkers V&S van NS nog passend zijn bij de taken die van hen
worden verwacht (Kamerstuk 28 642, nr. 79), heb ik eerder dit jaar
aangegeven dat de Directie van NS mij desgevraagd heeft laten weten dat
zij geen aanleiding zag om een uitbreiding van de bevoegdheden of
geweldsmiddelen aan te vragen. Naar aanleiding van de vragen van uw
Kamer tijdens het Algemeen Overleg d.d. 13 september 2016 is opnieuw
contact gezocht met NS. Daarbij is het eerdere standpunt door NS
bevestigd. Medewerkers van V&S bewaken de veiligheid op de treinen en
de stations. Zij handhaven de wet- en regelgeving en de NS-huisregels en
spreken mensen zo nodig aan op hun gedrag. Indien noodzakelijk geven
zij een aanwijzing, een bekeuring of houden reizigers aan. Uitgangspunt is
dat NS-personeel dat doet op een de-escalerende en servicegerichte
manier. Dit kan binnen de huidige bevoegdheden en met de huidige
toegekende geweldsmiddelen.
De hier geschetste uitgangspunten komen bijvoorbeeld tot uitdrukking in
de rol die de medewerkers van V&S hebben bij constatering van zakken
rollerij of diefstal uit een winkel op het station. In dat geval heeft de
medewerker V&S tot taak de situatie indien nodig te de-escaleren. Vaak
blijkt de aanwezigheid van de medewerker V&S hiertoe voldoende. Indien
nodig kan de medewerker V&S overgaan tot een burgeraanhouding
heterdaad» en de betrokkene overdragen aan de politie. Het behoort niet
tot de taak van de medewerker V&S om de afhandeling van de diefstal op
zich te nemen, dat is een taak van de politie. Over de geschetste werkwijze
zijn goede afspraken gemaakt tussen de NS, de Nationale Politie, het
Openbaar Ministerie en de winkeliers op de stations.
Ook ten aanzien van de tijdens het Algemeen Overleg d.d. 13 september
2016 geschetste casus met betrekking tot de inzet van medewerkers V&S
inzake de Thalys geldt dat de inzet van de medewerkers V&S is gebaseerd
op bovengenoemde uitgangspunten. In dit concrete geval hebben de
medewerkers V&S schriftelijk op hun dienstkaartje een toelichting
gekregen om rond het vertrek van de Thalys aanwezig te zijn op het
perron. Op het dienstkaartje is daarbij toegelicht dat hun aanwezigheid
verband hield met de mogelijkheid dat zakkenrollers en drugsrunners zich
op de trein zouden willen begeven. Het gaat hierbij, zo blijkt uit het
gesprek met de NS, om preventieve aanwezigheid. Het uitgangspunt is
dat de aanwezigheid van de medewerkers V&S er toe leidt dat potentieel
kwaadwillenden er vanaf zien zich op de treinen te begeven. In het geval
dat de medewerkers V&S constateren dat zakkenrollers of drugsrunners
op de trein, het station of perron aanwezig zouden kunnen zijn, nemen zij
contact op met de veiligheidscentrale van NS, die dan de politie waar
schuwt. De NS heeft aangegeven dat zij na zal gaan of de toelichting op
het dienstkaartje voldoende duidelijk is en, indien nodig, deze te zullen
aanpassen.
Op basis van de met NS gevoerde gesprekken conciudeer ik dat op dit
moment geen verder onderzoek naar de bevoegdheden van de
medewerkers V&S geboden is. Ik zal, zoals ik in mijn eerdere brief naar
‘
Kamerstuk 28 642, nr. 83.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2016—2017, 28 642, nr. 98
2
aanleiding van de motie van de leden Van Helvert en De Boer heb
aangegeven, de situatie in overleg met NS blijven monitoren en ik zal uw
Kamer informeren over eventuele ontwikkelingen. Tevens is inmiddels
een aantal maatregelen in ontwikkeling waarmee wordt beoogd te komen
tot een meer flexibele inzet van de boa in het openbaar vervoer. Op deze
maatregelen ga ik hieronder in.
Flexibele inzet boa’s
Onlangs is het integraal actieprogramma sociale veiligheid voor het
openbaar vervoer vastgesteld en aan uw Kamer gezonden.
2 In de
gesprekken die hebben geleid tot dit actieprogramma bleek behoefte te
bestaan aan een meer flexibele inzet van de boa in het openbaar vervoer.
De vervoerders hebben in dat kader aangegeven dat er een tekort is aan
beschikbare boa capaciteit op zogenoemde piekmomenten. Naar
aanleiding hiervan zijn twee maatregelen in het actieprogramma
opgenomen waarmee wordt beoogd de flexibele inzet van boa’s te
vergroten. De vervoerders gaan verkennen of het mogelijk is om op basis
van de reeds bestaande mogelijkheid.tot samenwerking te komen tot een
landelijk samenwerkingsconvenant op basis waarvan de vervoerders van
elkaars boa’s gebruik zouden kunnen maken. Daarnaast ben ik zelf
voornemens om de externe inhuur van particuliere boa’s in het domein
Openbaar vervoer mogelijk te maken. Beoogd wordt om dit in de eerste
helft van 2017 te realiseren.
Een beperkt aantal decentrale overheden heeft verder aangegeven
behoefte te hebben aan de mogelijkheid dat een boa binnen twee
boa-domeinen werkzaam kan zijn. Op deze wijze zouden op piekmo
menten boa’s uit het domein Openbare ruimte ter ondersteuning van de
boa’s uit het domein Openbaar vervoer kunnen worden ingezet. Ook in
meer algemene zin zou dit een toename van de flexibiliteit rond de inzet
van de betrokken boa’s betekenen. Een boa kan nu in beginsel maar
binnen één domein werkzaam zijn, vanwege de vereiste specifieke
bekwaamheid voor een domein en met het oog op de inkadering van de
buitengewone opsporingsbevoegdheid. Ik acht dit een belangrijk
uitgangspunt, omdat de boa zich juist kenmerkt als een specialist op een
specifiek domein. Tegelijkertijd onderken ik de behoefte om de beschik
bare boa-capaciteit zo effectief mogelijk in te zetten. Ik ga met de
betrokken partijen nader in gesprek om te bezien op welke wijze aan de in
de praktijk op dit punt ondervonden knelpunten tegemoet zou kunnen
worden gekomen. Over de uitkomsten hiervan zal ik uw Kamer uiterlijk
voor het zomerreces van 2017 op de hoogte stellen.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur
Kamerstuk 28642, nr. 94.
Tweede Kamer, vergaderjaar 201 6—2017, 28 642, nr. 98
3
0
cJ
Directe aansprakelijkstelling bij gewelddadig en
agressief gedrag in het openbaar vervoer.
Startdocument voor een pilot bij U-OV/Qbuzz B.V.
30 november 2016
1O.2.e
SODA
©ov Qbuzz
PULITIE
:50
DA
__
lneiding.
Op het verzoek in het najaar van 2016 vanIlO2.e
Utrecht Stad is onderzocht of de directe aansprakelijkstelling zoals onder andere bij
winkeldiefstal, ook voor het terugdringen van intimiderend en agressief gedrag in
het openbaar vervoer kan worden toegepast. Voor het beantwoorden van deze vraag
is een werkgroep samengesteld, bestaande uit:
U-OV/Qbuzz B.V,I10.2.e
Politie,I10.2.e
Politie, 10.2.e
1’
Ie
SODA,I10.2.e
Dit startdocument geeft het antwoord, waarin de toepassing van de directe
aansprakelijkstelling in het 0V wordt toegelicht. De besprekingen binnen de
werkgroep, die aan dit document vooraf gingen, hebben de volgende inzichten
opgeleverd:
-
-
-
-
De toepassing van de directe aansprakelijkstelling binnen het openbaar
vervoer voor het terugdringen van intimiderend en agressief gedrag, is
mogelijk.
De toepassing vormt een concrete invulling van punt 4.4. van
maatregelentabel van het Actieprogramma Sociale Veiligheid in het Openbaar
Vervoer (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Ministerie van Veiligheid en
Justitie, 25 oktober 2016)
Voor het uitvoeren van een pilot is U-OV/Qbuzz B.V. beschikbaar. RET en GVB
zullen het verloop van de pilot langs de zijlijn volgen.
De invoering van deze maatregel kan op korte termijn plaatsvinden. Voor U
OV/Qbuzz B.V. geldt de wens hiervoor week 3/ 2017 te kiezen zodat de
introductie van toezichthouders op de tram hiermee samenvalt.
Wat is directe aansprakelijkstelling.
Plegers van criminaliteit kunnen op verschillende manieren aansprakelijk gesteld
worden voor de materiële en immateriële schade die zij veroorzaakt hebben. Bij
eenvoudig vast te stellen schade biedt het strafrecht slachtoffers de mogelijkheid
zich te voegen in het strafproces.
Ook in een civiel proces kan de schade op de dader verhaald worden. Een
bijzondere vorm van aansprakelijkstelling is aan de orde in situaties waarbij de
dader op heterdaad betrapt wordt. Vooral ondernemers lijden dan indirect schade
door de tijd die ze kwijt zijn aan het aanhouden en vasthouden van de verdachte
en het alarmeren en overdragen aan de politie. Op basis van de bepalingen over
onrechtmatige daad in artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek kunnen zij de
verdachte hiervoor een bedrag in rekening brengen.
De slachtoffers worden op deze wijze direct tegemoet gekomen in de indirecte
schade die ze lijden door criminaliteit.
©ov Qbuzz
P,LIT1E
50
DA
Directe aansprakelijkstelling in het 0V.
U-OV/Qbuzz B.V. lijdt schade door strafbare gedragingen van reizigers. Naast de
kostenpost die dit veroorzaakt, heeft de verstoring van de normale dienstverlening
negatieve effecten voor het kwaliteitsstreven. De directe aansprakelijkstelling
voorziet in een vergoeding voor de directe en indirecte schade. Bovendien blijkt de
aanpak een sterk preventief effect te hebben waardoor het aantal strafbare
gedragingen vermindert.
De bedoeling van het toepassen van de directe aansprakelijkstelling is het in de
ketensamenwerking, met een persoonsgerichte aanpak, merkbare positieve effecten
sorteren op het gebied van sociale veiligheid.
Voor welke gedragingen kan een aansprakelijkstelling worden opgelegd.
Verwijtbaar gedrag van een reiziger dat als onbetamelijk wordt geacht, een inbreuk is
op een wettelijke plicht of wettelijk recht, komt voor zover er vermogensschade is
ontstaan, voor schadevergoeding in aanmerking. Dit betekent dat overtredingen van
het Wetboek van Strafrecht, de Wet personenvervoer, de huisregels etc. Hieronder
vallen.
Overeenkomstig de A-B-C-methodiek uit het genoemd Actieprogramma, waarbij
A-incidenten gelden als strafbare feiten,
B-incidenten zien op overtredingen van de Wet personenvervoer en
C-incidenten als overtreding van het Besluit personenvervoer of geldende
huisregels worden gecategoriseerd,
richt deze pilot zich op het verhalen van de indirecte en eventuele directe schade bij
de volgende delictcategorieën:
Al. Mishandeling
A2. Bedreiging met een wapen
A3. Bedreiging zonder wapen
A4. Diefstal/beroving
AS. Optreden bij drugsoverlast
A6. Vandalisme, brandstichting, graffiti
A7. Overige overtredingen
Voor zover hierbij door de BOA’s een aanhouding is verricht.
Bi. Schelden
ov Qbuzz
L1T1 E
so
DA
B2. Lastigvallen
B3. Optreden bij betalingsproblemen
B4. Overige verstoringen
Cl. Overtredingen huisregels
C2. Overige overlast
Voor zover hier bij de handhaving of bekeuringssituatie uiteindelijk door de BOA’s
een aanhouding is verricht.
Uitgangspunt voor het invoeren van het direct aansprakelijk stellen van de daders is
het terugdringen van agressief en gewelddadig gedrag door de dader direct te
confronteren met de financiële schade die zijn gedrag veroorzaakt.
Om welke schade gaat het
Alle directe en indirecte schade die als gevolg van het wangedrag van de reiziger is
ontstaan kan worden verhaald op de veroorzaker. Denk hierbij aan de volgende
kosten:
De loonkosten voor het aanspreken, ophouden, aanhouden en overbrengen
van de verdachte.
De loonkosten voor het doen van aangifte van het strafbare feit.
De loonkosten voor het opstellen van het proces-verbaal door de BOA’s.
De herstelkosten van het vernielde.
De aanpak ziet op het direct in rekening brengen van een gestandaardiseerd
minimumschadebedrag.
Los van deze civiele vordering blijft het strafrechtelijk deel, de boete, onverminderd
gelden.
-
-
-
-
Hoe wordt een aansprakelijkstelling opgelegd.
Indien een reiziger zich heeft misdragen en er schade is ontstaan, zal SODA de dader
namens U-OV/Qbuzz B.V. aansprakelijk stellen. De betrokken BOA zal de dader
hiervan direct op de hoogte stellen met een folder waarin de aansprakelijkstelling
staat aangekondigd met een verwijzing naar SODA die met de afhandeling is belast.
De vervoerder deelt de persoonsgegevens van de reiziger met SODA en vermeldt
eventuele directe schade volgens de werkwijze die staat beschreven onder het
hoofdstuk ‘Gegevensuitwisseling’.
Hoe wordt het schadebedrag vastgesteld.
De omvang van het schadebedrag bestaat uit de minimale schade die gemiddeld uit
de beschreven incidentencategorie voortvloeit. De tijdsbesteding is op basis van de
ervaringsgegevens van U-OV/Qbuzz B.V. Voor het uurtarief is uitgegaan van het tarief
dat andere openbaar vervoer aanbieders voor de inzet van de BOA’s van U-OV/Qbuzz
B.V. in rekening gebracht krijgen.
«ijov Qbuzz
P,LITIE
so
DA
lncidentcategorie Al. C2. voor zover er een verdachte werd aangehouden.
Handeling
Tijd in minuten
Tarief/uur
Aantal
Bedrag in
medewerkers
euro’s
Aanhoudingen
150(2,5uur)
48
2
240
afhandeling
i.v.m. strafbaar
feit door BOA’s
BTWdeeIUOV
6%
Behandeling
SODA
BTW deel SODA
14,40
50
10,50
21%
Totaal
Afronden
314,90
313
Naast de indirecte schade volgens bovenstaande tabellen kan U-OV/Qbuzz B.V. de
directe schade die met het incident gepaard gaat op de reiziger verhalen. Voor het
verhalen van de directe schade hanteert SODA een tarief van 15% van het bedrag van
de geïnde directe schade.
Vorderen van de schade.
SODA sluit een overeenkomst met U-OV/Qbuzz B.V. voor het verhalen van schade
ten gevolge van deze incidenten. In het kader van de privacywetgeving zullen tevens
een bewerkersovereenkomst en een overeenkomst melding datalekken worden
gesloten.
U-OV/Qbuzz B.V. levert de gegevens voor de aansprakelijkstelling aan SODA. Deze
gegevens bestaan uit:
Locatie, dag, datum, tijdstip
NAW-gegevens van de dader
Bedrag aan directe en indirecte schade.
Lastgeving aan SODA in rechte te treden. (Cessie ter incasso)
SODA stelt de aansprakelijkstelling op en verzendt deze aan de dader. Voorts maant
zij zo nodig tweemaal tot betalen. Bij niet betalen zal het incassobureau de vordering
overnemen. Bij niet betalen op de gebruikelijke aanmaningen van het incassobureau,
zal een advocaat de debiteur sommeren tot betaling.
SODA hanteert incassokosten volgens het Besluit vergoeding voor
buitengerechtelijke incassokosten met een verhoging van 21% BTW voor het niet
BTW-plichtige deel van de vordering.
©ov Qbuzz
PJLITIE
so
Blijft desondanks betaling in de minnelijke fase uit, dan zal met U-OV/Qbuzz B.V.
overlegd worden over de te nemen vervolgactie.
Deze actie kan bestaan uit
het voegen in het strafproces of
de zaak voorleggen aan de civiele rechter.
de vordering als oninbaar beschouwen.
-
-
-
Indien de vordering wordt voorgelegd aan de rechter (voegen in het strafproces of in
een civiele procedure) zal uiteindelijk de schadevergoeding rechtstreeks worden
toegewezen aan de benadeelde (U-OV/Qbuzz B.V.). SODA zal haar kosten in dat geval
in rekening brengen aan U-OV/Qbuzz B.V.
Indien U-OV/Qbuzz B.V. na overleg kiest om de vordering voor te leggen aan de
civiele rechter, kan SODA desgewenst een advocaat/deurwaarder inschakelen om de
procedure aanhangig te maken en te begeleiden. De kosten die hieraan verbonden
zijn, zullen eerst ten laste komen van U-OV/Qbuzz B.V.
Zodra het schadebedrag is ontvangen zal na inhouding van de kosten voor
bemoeienis van SODA het bedrag aan U-OV/Qbuzz B.V. worden overgemaakt.
In die gevallen dat na betaling van de dader alsnog vrijspraak volgt, zal het aan SODA
betaalde bedrag aan de dader wordt terugbetaald en worden verrekend met U
OV/Qbuzz B.V.
Gegevensuitwisseling tussen de benadeelde (U-OV/Qbuzz B.V.) en SODA.
De gegevensuitwisseling van U-OV/Qbuzz B.V. naar SODA gaat per email over een
beveiligde verbinding (TLS en PKI Overheidscertificaat). Dit betekent dat de gegevens
versleuteld worden verzonden en beveiligd zijn tegen onderschepping. U-OV/Qbuzz
B.V. verzendt de gegevens in een XML-format. U-OV/Qbuzz B.V. levert GBA
geverifieerde, NAW gegevens.
Alle andere correspondentie dan het indienen van een claim, zal uitsluitend aan de
hand van het door SODA toe te wijzen administratienummer plaatsvinden.
SODA zal de gegevens volgens de daarvoor geldende normen behandelen en
bewaren. In dit kader zal een bewerkersovereenkomst in de zin van de WPG (art 14)
worden aangegaan.
Periodiek levert SODA een rapportage van de stand van zaken (totaal ingediend,
(deels) ontvangen, opgelegd, in behandeling), zowel in aantallen als bedragen aan U
OV/Qbuzz B.V.
Gegevensuitwisseling met betrokken partijen.
Op verzoek kunnen OM, politie en de betrokken advocaat, zich op de hoogte stellen
van het verloop van een bepaalde zaak. In alle andere gevallen zal de informatie van
dien aard zijn dat zij niet tot de persoon herleidbare gegevens bevatten. Informatie
aan de pers zal pas na overleg met U-OV/Qbuzz B.V. worden gegeven.
©ov Qbuzz
PuLITIE
SO
DA
Aankondigingen over de aanpak.
Om optimaal van het preventief effect van de aanpak te profiteren zal de reiziger van
meet af aan op de hoogte moeten zijn dat in het betreffend 0V-middel de aanpak
geldt. Om dit doel te bereiken neemt de afdeling communicatie van U-OV/Qbuzz B.V.
het voortouw om signing en perspubliciteit in te zetten.
Bij het opzetten van de communicatie zal zoveel mogelijk gelijke tred gehouden
worden met de communicatie uitgangspunten in het genoemd Actieprogramma.
Op de website van U-OV/Qbuzz B.V. zal de aanpak worden aangekondigd met een
link naar de website van SODA. Op www.so-da.nl zal een apart deel worden ingericht
voor deze aanpak.
De politie zorgt voor voorlichting aan de betrokken medewerkers over de toepassing
van directe aansprakelijkstelling in het CV.
Met de betreffende gemeenten wordt in vroeg stadium afgestemd.
Instructie van de BOA’s.
Bij de aanhoudingssituatie hebben de BOA’s een rol om de verdachte te informeren
over de directe aansprakelijkstelling. Daarbij is kennis noodzakelijk van de
voorwaarden die artikel 162 uit het zesde boek van het Burgerlijk Wetboek aangeeft.
Voorts zullen de toezichthouders op de hoogte moeten zijn van de bedoelingen van
de maatregel. In een compacte praktische instructie zullen de BOA’s en
toezichthouders hierover geïnformeerd worden.
Ervaringen met de aanpak.
Inmiddels zijn er ruim 10.000 winkelbedrijven die na winkeldiefstal €181,- vorderen
i.v.m. de oponthoud en overlast. Door deze aanpak daalde de winkeicriminaliteit met
meer dan 40% (politiecijfers). Deelnemers rapporteerden bovendien een halvering
van de diefstalschade.
De betaalmoraal van de winkeldieven blijkt hoog. Binnen 6 weken na de delict datum
heeft 60% betaald. Uiteindelijk is de verhaalscore 80%. Een aantal
grootwinkelbedrijven die met deze aanpak werkt, incasseert hierdoor meer dan
€100.000,- per jaar.
Een garantie op deze scores voor de aanpak binnen het 0V is niet mogelijk omdat de
omstandigheden, het delict en de hoogte van het schadebedrag verschillen.
De daderprofielen in het actieprogramma duiden in 90% op meerderjarige daders
waarbij vaak problemen zijn met o.a. werk en financiën. Tevens blijkt dat ongeveer
de helft psychische problemen heeft. Hierdoor kan de vopr schadeverhaal
noodzakelijke verwijtbaarheid van het gedrag in het geding komen. Dat betekent dat
de verhaalscore lager zal zijn.
De merkbare positieve effecten op het gebied van sociale veiligheid lijken echter niet
in het geding omdat afgezien van de verhaalkans, de dader direct geconfronteerd
wordt met de financiële schade die zijn gedrag veroorzaakt
ov Qbuzz
Pu L 1 T 1 E
so
DA
Wie is SODA.
SODA is de bedenker en ontwikkelaar van de aanpak directe aansprakelijkstelling
(voorheen OverlastDonatie). Sinds 2007 voert zij deze aanpak uit in de detailhandel
voor de delicten winkeldiefstal en huisvredebreuk. Hierdoor beschikt zij over een
ruime ervaring in het uitvoeren van de aanpak. Het netwerk dat hierbij is ontstaan,
de juridische kennis en de ervaring zet SODA in om de aanpak door te ontwikkelen
voor toepassing in het Openbaar Vervoer.
Wie is DAAD.
De onafhankelijke landelijke stichting Directe Aansprakelijkstelling Aan Daders
(DAAD) heeft als doel toe te zien op een zorgvuldige uitvoering van de aanpak directe
aansprakelijkstelling. DAAD streeft er dus naar om een eenduidige en zorgvuldige
uitvoering te bevorderen om plegers van criminaliteit civielrechtelijk aansprakelijk te
stellen voor de schade die zij veroorzaken.
DAAD waakt over de kwaliteit van de uitvoering van de aanpak en biedt de betrokken
partijen een klachtenregeling en een onafhankelijke klachtencommissie. DAAD stelt
hiervoor kwaliteitscriteria op, beheert deze en toetst de naleving in de praktijk. DAAD
houdt daarnaast zicht op juridische kaders en laat deze bewaken.
De stichting DAAD heeft een Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht houdt toezicht
op de wijze waarop de stichting DAAD haar taken uitvoert. In de Raad van Toezicht
van DAAD hebben het Ministerie van Veiligheid en Justitie, de politie, VNO/NCW,
MKB Nederland en het Verbond van Verzekeraars zitting. Daarnaast wordt de Raad
van Toezicht waar nodig bijgestaan door een financieel en een juridisch adviseur.
Kosten.
De verhaalkosten voor de indirecte schade ad €50,- excl. BTW. brengt SODA
uitsluitend in rekening na een succesvolle incasso. Voor het verhalen van de directe
schade hanteert SODA een tarief van 15% van het direct schadebedrag.
Kosten voor introductie, instructie, drukwerk, voorlichting etc. komen voor rekening
van U-OV/Qbuzz B.V.
ov Qbuzz
P
L1T1 E
so
DA
Relevante wetgeving
Wetgeving.
Artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek
1.
Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is
verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
2.
Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd
met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer
betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
3.
Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld
of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn
rekening komt.
Artikel 6:164 Burgerlijk Wetboek
Een gedraging van een kind dat de leeftijd van veertien jaren nog niet heeft bereikt, kan aan hem niet
als een onrechtmatige daad worden toegerekend
Artikel 6:166 Burgerlijk Wetboek
1.
Indien één van tot een groep behorende personen onrechtmatig schade toebrengt en de kans op het
aldus toebrengen van schade deze personen had behoren te weerhouden van hun gedragingen in
groepsverband, zijn zij hoofdelijk aansprakelijk indien deze gedragingen hun kunnen worden
toegerekend.
2.
Zij moeten onderling voor gelijke delen in de schadevergoeding bijdragen, tenzij in de
omstandigheden van het geval de billijkheid een andere verdeling vordert.
Artikel 70 Wet personenvervoer 2000
1. Het is verboden zonder hiervoor geldig vervoerbewijs gebruik te maken van het openbaar vervoer,
alsmede, voor zover de vervoerder zulks duidelijk kenbaar heeft gemaakt, van de daartoe behorende
voorzieningen.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in de bij algemene maatregel van
bestuur bepaalde gevallen.
©ov Qbuzz
PLITIE
so
Artikel 72 Wet personenvervoer 2000
Het is een ieder verboden zich in een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleidesysteem
voortbewogen voertuig dan wel in of in de onmiddellijke nabijheid van een station, halteplaats, of een
andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen,
tunnels en liften zodanig te gedragen dat orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang wordt of kan
worden verstoord.
Artikel 73 Wet personenvervoer 2000
Een ieder is verplicht de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang
op te volgen die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt.
©ov Qbuzz
PLITIE
:DA
Gemeente Rotterdam
Onderwerp:
Bijdrageverzoek pilot bodycams
Postadres: Postbus 70012
3000 KP Rotterdam
Internet: rotterdam.nh/veilig
Van:I10,2.e
Telefooni 1 0.2.e
E-maiI 1 0.2.e
Kenmerk: 2113954
Retouradres: Postbus 70012, 3000 KP Rotterdam
Datum: 6 december 2016
Ministerie van Veiligheid en Justitie,
Directoraat-Generaal Straffen en Beschermen,
Portefeuille High Impact Crimes
T.a.v.I1O.2.e
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
GeachtellO.2.e
1’
Uw ministerie heeft samen met het Ministerie van lenM het actieprogramma Sociale veiligheid
in het openbaarvervoer gelanceerd met als doel maatregelen te treffen die tot merkbare
effecten leiden voor werknemers en reizigers met betrekking tot de sociale veiligheid in het
openbaar vervoer. Een van de maatregelen uit dit plan is het gebruik van bodycams door
personeel van de vervoersmaatschappij.
Ook in Rotterdam vinden er meerdere malen paar jaar incidenten in het openbaar vervoer
plaats zoals overvallen en ander geweld tegen personeel van de vervoersmaatschappij RET.
De gemeente Rotterdam wil samen met vervoersmaatschappij RET graag de pilot bodycams
draaien.
Om deze pilot uit te voeren is de volgende begroting opgesteld:
Omschrijving
Kosten
Ontwikkelingskosten
Inrichten website en ‘visite’kaartjes
Bodycam
Borstharnas
Lederen hoesje
Multi-doc
Software
Gebruikerstraining
Onderhoud bodycam
Vervanging bodycam
Aanpassing SVS, Diver, Backoffice
Totaal
€ 750,00
50
50
50
2
€ 30.000,00
€ 3.500,00
€ 1.800,00
€ 1.200,00
€ 400,00
10%
5
€ 3.000,00
€ 40.650,00
Blad:
Datum:
2/2
7juli 2016
De totale kosten van het project bedragen € 59.150,00, het verschil tussen deze twee
bedragen komt voor rekening van het RET. De pilot start 15 december 2016 en eindigt 15
december 2017.
De gemeente Rotterdam verzoekt u in het kader van voornoemde aanpak van geweld in het
openbaar vervoer om een bijdrage van in totaal € 40.650,00,- voor de hierboven genoemde
pilot.
Bij toekenning van de gevraagde bijdrage zijn de betalingsgegevens de volgende:
NL88ABNAO6O1 110595 van de ABN AMRO bank, ten name van gemeente Rotterdam RSO
inkomende subsidies onder vermelding van RET.
Hoogachtend,
1O.2.e
Stadsmarinier High Impact Crimes
Gemeente Rotterdam
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Kerngroep sociale veiligheid
Bestuurskern
Dir.Openbaar Vervoer en
Spoor
Afd. 0V en Stations
Plesmanweg 1-6
Den Haag
Postbus 20901
2500 EX Den Haag
CpntactDersoorl
1102e
Coördinerend
beleidsmedewerker
agenda
1O.2.e
Betreft
Kerngroep sociale veiligheid
Vergaderdatum
15 december 2016
Vergadertijd
10:00
Vergaderplaats
NS trefpunt, Utrecht
1.
2.
3.
-
Datum
7 december 2016
Bijlage(n)
‘‘t
12:00 uur
Opening, mededelingen en vaststelling agenda
Actualiteiten
•
Bestuurlijk overleg 25 oktober 2016 (verslag is bijgevoegd)
•
Brief BOA’s (zie bijlage)
•
Terugblik VAO
Stand van zaken maatregelen start Q4 2016:
1.1
1.4
2.4
2.6
3.1
4.3
5.1
Maatregel
1.la Evaluatie pilots en kennisdeling met gebruik pin
apparaten in stad- en streekvervoer
1.1.b Niet langer cash in de bus
Doorontwikkeling app NS digitaal handhaven, zodat
BOA’s in het gehele openbaar vervoer toegang
hebben tot gegevens uit het GBA en RDW
0V-bedrijven stimuleren aangifte, onder andere door
inzet eigen BOA’s en door de werknemer o.v.v. ‘VPT
code’
Verbeteren en vergroten bekendheid VPT binnen
politie
Platform Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer voor
kennisuitwisseling, eigenaarschap van data en
opleiding.
Zie_bijgevoegd_voorstel
Training omgaan met personen verward gedrag.
Uniformering van de terminologie en
incidentregistraties
Trekker
Vervoerders
NS
Vervoerders
Politie
IenM
DOVA
VenJ/HIC
DOVA
Pagina 1 van 2
4.
Vooruitblik maatregelen start Q1 2017:
1.2
1.3
2.la
2.lb
2.5
4.1
5.2
5.
Maatregel
Pilot bodycams risicolijn per sector en kennisdeling
(NS heeft evaluatie en materiaal beschikbaar)
Benutten belleden bodycams
Intentie landelijk convenant onderlinge
samenwerking_OV-BOA’s
Verkennen mogelijkheden derden inhuur BOA’s in
het 0V-domein
Verbeteren standaard binnen l4dgn terugkoppeling
over de stand van zaken_aangifte
Leren via een app on the job (icm BOA app onder
1.4)
Onderzoek koppeling gegevens incidentregistratie
vervoerders en politie
Bestuurskern
Trekker
VenJ/HIC
NS
VenJ/HIC
Vervoerders
Dir.Openbaar vervoer en
Spoor
Afd. 0V en Stations
Datum
1 december 2016
Ven]
Politie
VenJ/HIC
NS
IenM
VenJ
Afspraken en rondvraag
Pagina 2 van 2
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Bestuurskern
Dir.Openbaar Vervoer en
Spoor
Afd. 0V en Stations
Plesmanweg 1-6
Den Haag
Postbus 20901
2500 Ex Den Haag
Contactpersoon
110.2e
1
Senior beleidsmedewerker
verslag
1O.2.e
Datum
23 december 2016
Betreft
Vergaderdatum en -tijd
Vergaderplaats
Deelnemers
1.
Kerng roep Integraal Actieprog ra mma Sociale
Veiligheid
15 december 2016 10:00
Bijlage(n)
1
Utrecht, NS, Laan van Puntenburg
(Arriva), 1O.2.e
I1O.2.e
I(Connexxion),
I(RET), 1O.2.e
I1O.2.e
I(HTM),
j(CCV),jl Q.2.e
[TÔ.2.e
j(VVMC),l1O.2.e f
1O.2.e
I(CNV),l1O.2.e
I(NS),____
(DOVA), Ii O.2.e
I(OV-Oost),110.2.e 1
1 O.2.e
1O.2.e 1 (politie),1102e
l(VenJ),1102e 1
1 O.2.e
1 (VenJ), O.2.e
1 (VenJ), 110.2e 1
1O.2.eI(1enM) enhlo2e
I(vz,
IenM)
Opening, mededeling en vaststelling agenda
De Tweede Kamer heeft gevraagd of er in de voortgangsrapportage ook aandacht
kan zijn voor de spuugkit. Deze maatregel staat niet in het plan van aanpak, maar
er is wel een aantal, dat er ervaring mee heeft opgedaan. Voortgang hiervan kan
meegenomen worden in de voortgangsrapportage van het integraal
Actieprogramma Sociale Veiligheid. Actie IenM. Hiermee wordt tegemoet
gekomen aan het verzoek van mw. Helder (PVV) om periodiek geïnformeerd te
worden over het integraal actieprogramma Sociale Veiligheid, zoals werd verzocht
tijdens het AO Strafrechtelijke Onderwerpen jI.
2. Actualiteiten
•
Bestuurlijk overleg van 25 oktober 2016:
Het verslag van het Bestuurlijk overleg is als bijlage bij de agenda gevoegd. Er
wordt gewerkt aan een eenduidige registratie, ook in de samenwerking met de
politie. Er is een grote bereidheid tot samenwerking en informatiedeling.
•
Brief BOA’s:
Brief BOA’s (was een toezegging aan de Kamer is als 9
biila bij de agenda
e
toegevoegd en wordt kort toegelicht doorllO.2.e
De vervoerders
hebben aangegeven dat er een tekort is aan beschikbare BOA-capaciteit op
piekmomenten. Op basis hiervan gaan de vervoerders verkennen of het mogelijk is
te komen tot een landelijk samenwerkingsconvenant om flexibele inzet van BOA’s
te vergroten. Het gaat dan om drie aspecten:
Pagina 1 van 4
1) het uitwisselen van BOA’s tussen vervoerders onderling;
2) het extern inhuren van particuliere BOA’s;
3) het inzetten van BOA’s op meerdere BOA-domeinen.
geeft aan dat alle drie deze punten momenteel wordt
1O.2.e
11
bezien.I11
Bestuurskern
Dir.Openbaar Vervoer en
Spoor
Afd. 0V en Stations
Datum
23 december 2016
11
1O.2.e
•
1.
I1O.2.e
roept ae aanwezigen op vanuit nun praKtijKervaring input te ieveren.
Terug blik Voortgezet AIemeen Overle met de Tweede kamer n.a.v. AO Sociale
Veiligheid 13 sentemberil.:
Er is een aantal moties aangenomen:
Motie van Toorenburg/ Van Helvert verzoekt de regering, zich in te spannen de
maatregel tot dubbele bemensing op risicolijnen en risicomomenten uit te voeren
voor het einde van het tweede kwartaal van 2017 en de Kamer hierover te
informeren.
NS heeft met de vakbonden afgesproken dat dit uiterlijk het tweede kwartaal van
2017 gerealiseerd is. Ook geeft NS aan dat het hier om een pilot gaat die na
verloop van tijd geëvalueerd zal worden.
2.
Motie Van Toorenburg/Van Helvert verzoekt de regering, in overleg met de
openbaarvervoersector een plan op te stellen zodat alle problemen rondom sociale
veiligheid in het openbaar vervoer veilig gemeld kunnen worden en de Kamer
hierover te informeren.
Dit is opgenomen in het integraal actieprogramma en wordt meegenomen in de
(tweede) evaluatie van het WODC over de 8 maatregelen.
3.
Motie Belhaj/Van Helvert verzoekt de regering om in aanvulling op de lopende
maatregelen en in overleg met de streekvervoerders, de stadsvervoerders, de NS
en de diensten van politie en justitie, te komen tot één landelijk werkend en
geïntegreerd data-analysesysteem waarbinnen de zogenaamde ABC-da ta gedeeld
worden (VenJ).
DOVA licht de stand van zaken van het onderzoek van MuConsult toe over de ABC
data registratie.
4.
Motie De Boer verzoekt de regering, met lokale en regionale overheden en de
openbaar vervoer sector te bespreken of en zo ja hoe het ophangen van camera’s
aan de buitenkant van bussen kan bijdragen aan preventief en repressief toezicht,
en daarbij de Wet Bescherming Persoonsgegevens in acht te nemen, en de Kamer
in het voorjaar van 2017 over de voortgang te informeren.
11
De streekvervoerders
11
hebben al proeven met camera’s aan de voorkant van de bus gedaan. Het
juridische traject kostte veel tijd. Wat betreft het privacy aspect is dus al ervaring
opgedaan. Deze kennis kan gedeeld worden. De politie zal daarom het juridisch
kader aanleveren. Actie politie
Naar aanleiding van deze motie bespreken de partijen kort met elkaar het plaatsen
van camera’s op andere plaatsen in de bus of in alle abri’s. Partijen zijn het met
elkaar eens dat het middel het doel moet dienen.
Pagina 2 van 4
5.
Er is een motie aangehouden:
Motie de Boer/Hoogland: verzoekt de regering om, in samenwerking met de
vervoerders te komen tot een gezamenlijke registratie en aanpak van zwartrijden
in het openbaar vervoer.
Deze is aangehouden in verband met evaluatie reisverbod.
Bestuurskern
Dir.Openbaar Vervoer en
Spoor
Afd, 0V en Stations
23december 2016
Toezegging:
De Minister van VenJ heeft toegezegd om de 8 maatregelen die afgesproken zijn in
maart 2015 om de sociale veiligheid te verhogen nogmaals te evalueren op hun
effect en deze voor het zomerreces 2017 aan de TK te sturen.
Actie VenJ
En er lag nog een motie bij VenJ waarbij de politie binnen 14 dagen na aangifte terug
moet koppelen over het verloop ervan. 0V Oost licht toe dat zij gebruik maken van
casemanagers, waardoor de personen die de aangifte doen, meer betrokken worden
bij de afhandeling ervan.
3. Stand van zaken maatregelen start Q4 2016
1.la. Evaluatie pilots en kennisdeling met gebruik van pinapparaten in stad- en
streekvervoer; b. Niet langer cash in de bus
Dit loopt. In sommige gevallen is het bedrag dat de chauffeurs bij zich hebben
verlaagd en er lopen een aantal pilots met cashloos betalen. Ook wordt het streven
van de vervoerders om vanaf 1 januari 2018 cashloos te betalen in de bus genoemd.
In de concessie in Almere is cashloos betalen al als verplichting opgenomen, terwijl
tegen het GVB geprocedeerd wordt omdat een reiziger vindt dat geld een wettelijk
betaalmiddel is en hij er dus een kaartje mee moet kunnen kopen in het openbaar
vervoer.
1.4 Doorontwikkelen app NS digitaal handhaven, zodat BOA’s in het gehele openbaar
vervoer toegang hebben tot gegevens uit het GBA en RDW
NS heeft al een eerste versie uitgerold, nu wil NS samen met de andere vervoerders
de doorontwikkeling verder verkennen. NS zal de andere vervoerders uitnodigen voor
een zogenaamde ‘Challenge’. Actie NS
2.4 0V-bedrijven stimuleren aangifte, onder andere door inzet eigen BOA’s en door de
werknemer o.v.v. ‘VPT code’
Dit loopt. ELA wordt meegenomen in de herhalingsopleiding en de nieuwe opleiding.
ELA is breder is VPT. RET vertelt dat zij medewerkers hebben waar slachtoffers
aangifte kunnen doen.I1 1
Iii
IHet
opnemen van een afgifte door een collega is alleen mogelijk als er geen letsel en geen
dader is en binnen 24 uur.
2.6 Verbeteren bekendheid VPT binnen politie.
De portefeuillehouder heeft bij zijn collega’s nogmaals de VPT procedure onder de
aandacht gebracht en erop geattendeerd dat hieraan aandacht gegeven moet worden
tijdens de algemene briefing.
NS vertelt naar aanleiding van dit punt dat zij een introductiefilmpje hebben gemaakt
om een en ander bespreekbaar te maken en de nut en noodzaak van het doen van
aangifte te benadrukken. Ook tijdens de week van de veiligheid is hier, op
medewerkersniveau, aandacht aan gegeven. Ii 02.e
Ikan deze informatie
delen. Actie NS. Ook wordt er aangegeven dat VenJ een proef doet genaamd_‘zicht op
situatie’. Met deze proef kan de status van de aangifte gevolgd worden.IjO.2eI
vraagt bij collega na over deze pilot en zal terugkoppelen. Actie Ven).
O.2.e
Ii
Pagina 3 van 4
3.1 Platform Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer voor kennisuitwisseling,
eiaenaarschao van data en opleiding.
Btuurskern
r)ir.openbaar Vervoer en
spoor
Jd. 0V en Stations
11
Datum
23 december 2016
11
1 IenM zal de volgende keer de verdere uitwerking
van het platform bespreken. Actie IenM
1
4.3 Training omgaan met personen verward gedrag.
Voorbereiding door VenJ is inmiddels gestart. Er is contact gezocht met NS. NS heeft
al een training m.b.t. verward gedrag gebruikt. In januari is er een afspraak tussen
Ven] en de NS gepland. Ven] stelt voor om, gezamenlijk met alle vervoerders, hier in
op te trekken. Opgemerkt wordt dat er in regio Oost ook ervaring met een training is.
neemt contact op metllO2e
1O.2.e
Actie Ven)
r:
.
5.1 Uniformering van de terminologie en incidentregistraties.
Bij dit project gaat het sec om de A-B-C-methodiek.
Vervoerders blijven zelf verantwoordelijk over hoe ze met de registratie omgaan.
4. Vooruitblik maatregelen start Q1 2017
1.2 Pilot bodycams risicolijn per sector en kennisdeling
1.3 Benutten beelden bodycams
2. la Intentie landelijk convenant onderlinge samenwerking OV-BOA ‘s
2.lb Verkennen mogelijkheden derden inhuur BOA’s in het 0V-domein
2.5 Verbeteren standaard binnen 14 dgn terugkoppeling over de stand van zaken
aangifte
4.1 Leren via een app on the job (icm BOA app onder 1.4)
5.2 Onderzoek koppeling gegevens incidentregistratie vervoerders en politie
Deze tabel wordt ter kennisgeving aangenomen. Tijdens de volgende bijeenkomst met
de kerngroep komen deze maatregelen specifiek aan de orde.
Er wordt kort iets gezegd over de pilot bodycams. RET was van plan dit in te zetten
tijdens oudjaarsnacht 2016, maar de termijn blijkt niet realistisch. Verder zegt CCV toe
documentatie rond te sturen over het benutten van de beelden bodycams. Actie CCV
5. Afspraken en rondvraag
Istipt de problematiek rondom uitgeprocedeerde asielzoekers en
1102.e
gebruik van het 0V aan. Ven] zal terugkoppelen hierover. Actie Ven)
De nationale Ombudsman heeft aangekondigd een onderzoek te gaan doen naar
aanleiding van klachten over BOA’s. NS en vervoerders zullen gezamenlijk een
reactie opstellen.
De volgende kerngroep vindt plaats op 12 maart bij CCV in Utrecht.
-
-
-
Pagina 4 van 4
Woensdag 21 december spreek je met Hellen van Dongen, directeur Openbaar Vervoer en Spoor
van lenM.
Achtergrond
Hellen van Dongen (46)15 de directeur Openbaar Vervoer en Spoor bij het ministerie van
Infrastructuur en Milieu (sinds 15 september 2014).
Drs. H.A.M. (Hellen) van Dongen is sinds 2011 directeur Telecommarkt bij het ministerie van
Economische Zaken. Daarvoor vervulde zij verschillende managementfuncties bij dit ministerie
onder andere bij de directie Handelspolitiek. Hellen van Dongen studeerde Rechtsgeleerdheid in
Leiden, richting staatkundig internationaal. Zij volgde van 2007 tot 2011 het Kandidatenprogramma
van de Algemene Bestuursdienst. Directeur-generaal Bereikbaarheid Lidewijde Ongering zegt over
de benoeming: “Hellen van Dongen heeft zich als directeur bij EZ ruimschoots bewezen door goede
resultaten te bereiken binnen een dynamisch beleidsterrein, dat net als het 0V en Spoor, burgers
direct raakt en dat continue in de aandacht staat van politiek en media.”
Samenwerking
Vanuit de portefeuille HIC werken we sinds het begin van dit jaar samen met lenM op het dossier
sociale veiligheid in het Openbaar Vervoer om het geweld tegen het personeel van de vervoerders
terug te dringen.1 1
hebben onlangs het actieprogramma Sociale
Iwe
Veiligheid in het Openbaar Vervoer (bijlage) opgeleverd. Het actieplan is tot stand gekomen in
samenwerking met alle bij het 0V betrokken partijen. Hierin staan acties voor de diverse partijenTfl
r1
Momenteel wordt gewerkt aan de uitvoering van het plan en de eerste resultaten zijn zichtbaar, zo
gaan we in Rotterdam (bij de RET) een pilot starten waarbij de conducteurs worden uitgerust met
bodycams:
Ministerie van Veiligheid en Justitie
>
Retouradrcs Postbus 20301 2S00 EH Den haag
DirectoraatGeneraaî
Straffen en Beschermen
Directie Beschermen.
Aanpakken en Voorkomen
2 DSP
Gemeente Rotterdam
T.a.v. O.2.e
Postbus 70012
3000 KP ROTTERDAM
Ii
Turfmarkt 147
2511DP Den Haag
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
www.rijksoverheid.n!venj
Datum
22 december 2016
Onderwerp Toekennen bijdrage aanpak veiligheid Openbaar Vervoer gemeente
Rotterdam
Ons kenmerk
2020479
Bij beantwoording de datrni
en ons kenmer& verme!den.
Wilt u slechts één raak 10 uw
brief behandelen.
Geachte 110.2.e
Bij brief, ontvangen op 6 december, verzoekt u namens de gemeente Rotterdam
om een financiële bijdrage ten behoeve van de aanpak van geweld in het
Openbaar Vervoer.
Beoordelen aanvraag
Positief wordt gewaardeerd dat u ook een bijdrage wilt leveren aan de aanpak van
geweld in het Openbaar Vervoer.
Op 26 oktober heb ik een plan van aanpak van geweld In het Openbaar Vervoer
naar de Kamer gestuurd. Een van de acties uit het plan van aanpak Geweld in het
Openbaar Vervoer is het uitrusten van Boa’s met bodycams. U geeft aan het op
prijs te stellen indien deze pilot kan plaats vinden bij het RET in Rotterdam. U
verzoekt hiervoor om een gedeeltelijke financiering vanuit het Rijk ten bedrage
van in totaal C 40.650,00 Inclusief BTW.
Begroting Bodycam
Omschrijving
Bedrag
Ontwikkelingskosten
Kosten RET
Inrichten website en “visite”kaartjes
€ 750,00
Bodycam
50
C 30.000,00
Borstharnas
50
€ 3.500,00
Lederen hoesje
50
C 1.800,00
2
€ 1.200,00
_Multi-doc
Software
€ 400,00
Gebruikerstraining
Kosten RET
Onderhoud bodycarn
10%
€ 3.000,00
Vervanging bodycam
5
Kosten RET
Aanpassing SVS
Totaal
,
Diver, Backoftice
Kosten RET
C 40.650,00
Pagina 1 van 3
De besteding van deze bijdrage biedt goede mogelijkheden om het geweld in het
Openbaar Vervoer structureel te reduceren. De besteding van deze bijdrage past
daarmee binnen de portefeuille Aanpak High Impact Crimes, die gemeenten,
politie en OM ondersteunt bij het terugdringen van het aantal High Impact
Crimes
Directoraat-Generaal
Straffen en Beschermen
Directie Beschermen,
Aanpakken en Voorkomen
2 DSP
Datum
22 decembor 2016
Ons kenmerk
2020479
Beslissing
Gezien het gestelde in de aanvraag wordt hierbij voor de in de aanvraag
genoemde activiteiten een maximale bijdrage van in totaal t 40.650,00 (mcl.
BTW), te besteden in de periode van 15 december 2016 tot 1 december 2017,
beschikbaar gesteld.
Voor de goede orde wordt opgemerkt dat aan de toekenning van deze bijdrage
niet het recht kan worden ontleend dat automatisch opnieuw een bijdrage wordt
toegekend na beëindiging van de bijdragetermijn. Na de bijdragetermijn wordt
opnieuw beoordeeld of toekenning van de bijdrage in het belang is van de
bijdrageverstrekker.
Het toegekende bedrag van de bijdrage zal aangewend worden in
overeenstemming met de bijgevoegde aanvraag en begroting onder de hierna te
noemen voorwaarden.
Voorwaarden
Inhoudelijk
U rapporteert over de inhoud, voortgang en bevindingen van de voorstellen op de
volgende wijze:
1. Er vindt regelmatig overleg in de vorm van een viermaandelijkse update
per e-mail met betrekking tot de stand van zaken aangaande de
(pilot)projecten- plaats tussen u en het ministerie van Veiligheid en
Justitie;
2. Een inhoudelijke eindrapportage wordt uiterlijk 1 maart 2018 en
onder vermelding van ons zaakkenmerk 2020463 aan de portefeuille
Aanpak High Impact Crimes gestuurd, waarbij wordt ingegaan op de
genoemde punten van beoordeling en de bevindingen. Voor de goede
orde wordt opgemerkt dat deze rapportages door de portefeuille Aanpak
High Impact Crimes gebruikt kunnen worden ten behoeve van de
jaarlijkse rapportage over de Aanpak High Impact Crimes aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal;
3. U zult medewerking verlenen aan evaluaties of onderzoeken die door of in
opdracht van het portefeuillebureau worden uitgevoerd.
—
Pagina 2 van 3
Financieel
1. De toegekende bijdrage wordt in de periode van 15 december 2016 tot en
met 1 december 2017 besteed;
2. Na ontvangst en beoordeling van uw inhoudelijk verslag wordt de bijdrage
vastgesteld;
3. Indien de betreffende maatregelen waarvoor deze bijdrage is verleend
niet of niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet
tijdig of niet geheel aan de verplichtingen zal worden voldaan, doet u
daarvan onverwijid melding;
4. Indien de betreffende activiteiten niet of niet volledig worden uitgevoerd,
wordt de bijdrage naar rato lager vastgesteld en wordt hetgeen teveel is
betaald door u aan het ministerie teruggestort;
S. Het ministerie van Veiligheid en Justitie houdt zich het recht voor om een
steekproefsgewijze controle uit te voeren.
Directoraat-Generaal
Straffen en Beschermen
Directie Beschermen
Aanpakken en Voorkomen
2 DSP
Datum
22 december 2016
Ons kenmerk
2020479
Verstrekking informatie
1. U verstrekt aan de Minister van Veiligheid en Justitie of aan daartoe
aangewezen natuurlijke of rechtspersonen kosteloos alle gegevens en
inlichtingen die noodzakelijk zijn in het kader van de uitvoering en het
toezicht op de verlening van deze bijdrage;
2. U verstrekt aan de Minister van Veiligheid en Justitie of aan daartoe
aangewezen natuurlijke of rechtspersonen kosteloos alle producten of
afgeleiden hiervan waarvoor deze bijdrage is bedoeld.
Betaling
Binnen vier weken wordt de financiële bijdrage zijnde C 40.650,00 (inclusief
BTW) aan u overgemaakt op rekeningnummer NL88 ABNA 0601110595, ten
name van gemeente Rotterdam RSO onder vermelding van pilot RET. Na
ontvangst van het schriftelijke verslag, wordt de definitieve bijdrage vastgesteld.
Ik wens u succes toe met de uitvoering van uw werkzaamheden.
Hoogachtend,
De Minister van Veiligheid en Justitie,
lmens deze
1O.2.e
Pagina 3 van 3
Download