BIJLAGE 2 Nr. Documenten m.b.t. actieprogramma Sociale veiligheid in het openbaar vervoer 1 Brief van 26 oktober 2016 2 Actieprogramma van 26 oktober 2016 3 E‐mail van 26 oktober 2016 4 Nota van 28 oktober 2016 5 Verslag van 31 oktober 2016 6 Brief van 28 november 2016 7 Startdocument van 30 november 2016 8 Aanvraag van 6 december 2016 9 Agenda van 15 december 2016 10 Verslag van 15 december 2016 11 Achtergrondinformatie van 19 december 2016 12 Besluit van 22 december 2016 Beoordeling Reeds openbaar Reeds openbaar Deels openbaar Deels openbaar Deels openbaar Reeds openbaar Deels openbaar Deels openbaar Deels openbaar Deels openbaar Deels openbaar Deels openbaar 10.2.e = eerbiediging persoonlijke levenssfeer 11 = persoonlijke beleidsopvattingen nvt = niet van toepassing ivm andere (bestuurlijke) aangelegenheid Wob Afzender 10.2.e 10.2.e, 11 10.2.e, 11 10.2.e 10.2.e 10.2.e 10.2.e, 11 11 10.2.e VenJ VenJ VenJ IenM IenM VenJ SODA Gem. Rotterdam IenM IenM VenJ (intern) VenJ Ontvanger Tweede Kamer Tweede Kamer VenJ IenM IenM, VenJ, vervoerders Tweede Kamer VenJ IenM, VenJ, vervoerders IenM, VenJ, vervoerders VenJ (intern) Gem. Rotterdam lol Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2016—2017 28 642 Sociale veiligheid openbaar vervoer Nr. 94 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU EN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 oktober 2016 Er gebeurt ontzettend veel om de veiligheid van reizigers en personeel in het CV te vergroten. Helaas moeten wij constateren dat er nog steeds incidenten plaats vinden, die grote impact hebben op medewerkers en reizigers. Samen met alle partijen uit de 0V-sector hebben we daarom gewerkt aan een integraal en landelijk actieprogramma met een duidelijke ambitie. Dit programma is een aanvulling op maatregelen die eerder al genomen zijn om incidenten in het openbaar vervoer tegen te gaan. Op dinsdag 25 oktober 2016 is dit actieprogramma vastgesteld door alle partijen uit de 0V-sector, vervoerders, vakbonden, politie, decentrale overheden en het Rijk. Het actieprogramma is bijgevoegd bij deze brief . 1 De aanpak is gebaseerd op de aanpak die bij high impact crimes goed heeft gewerkt en door het Ministerie van Veiligheid en Justitie in samenwerking met diverse publieke en private partners eerder succesvol is ingezet bij overvaicriminaliteit, straatroof, geweld en woninginbraak. Het betreft een dadergerichte aanpak met maatregelen gericht op preventie van geweidsincidenten, repressie en de verbetering van de positie van de slachtoffers. Daarnaast is het programma gericht op het versterken van de samenwerking en het nog beter uitwisselen van kennis. Er is de afgelopen periode door alle betrokkenen intensief en constructief overleg gevoerd. Met dit actieprogramma zetten we gezamenlijk alles op alles om de sociale veiligheid te vergroten. Concreet is de doelstelling dat het aantal incidenten per vervoerder in 2018 niet hoger mag zijn dan het laagste aantal van die vervoerder in de periode 2008—2015. Verder is het de ambitie de veiligheidsbeleving te laten stijgen naar een 8,0 voor de veiligheidsbeleving van de reiziger en een 7,5 voor de veiligheidsbeleving van het personeel in het 0V. Dit wordt gemeten door middel van de klantenbarometer en de personeelsmonitor. Hiermee hebben we ons gericht op de objectieve en de subjectieve veiligheid. Wij zijn ervan 1 Raadpieegbaar via www.tweedekamer.nI kst-2864294 1S5N0921-7371 s-Gravenhage 2016 Tweede Kamer, vergaderjaar 2016—2017, 28 642, nr. 94 1 overtuigd dat hiermee een ambitieuze en haalbare doelstelling is geformuleerd. In het actieprogramma zijn 23 maatregelen opgenomen. Zo wordt de terugkoppeling van aangiften verbeterd en worden er onder meer pilots uitgevoerd met bodycams, wordt de app digitaal handhaven verder ontwikkeld en wordt een platform sociale veiligheid opgericht. De uitvoering van de maatregelen en het behalen van de doelstellingen zullen worden gemonitord door beide Ministeries. Alle betrokken partijen zullen regelmatig bij elkaar blijven komen om de voortgang te bewaken. Om de doelstellingen te halen is de medewerking van alle betrokken partijen hard nodig. Wij zijn daarom verheugd dat iedereen zich achter de doelstelling en de afgesproken maatregelen heeft geschaard. NU is het tijd om met elkaar de afgesproken maatregelen uit te voeren en verder te werken aan een veilig openbaar vervoer voor reizigers en personeel. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur Tweede Kamer, vergaderjaar 2016—2017, 28 642, nr. 94 2 Actieprogramma Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer Integrale aanpak voor het 0V J•’ r. - In houd Inhoud .2 Inleidend 3 . Analyse Aanpak Definitie Doel 4 4 4 4 Rollen en verantwoordelijkheden 6 Aard en omvang 7 Slachtofferschap 8 Daderprofielen 9 Voorgestelde maatregelen 10 Totstandkoming 10 Schematische weergave op soort 10 Monitoring Lokaal 13 13 Randvoorwaarden 14 Communicatie 14 BIJLAGE 16 1. Uitkomst Expertrneeting 16 2. A-B-C registratiemethodiek 17 3. Staand beleid (landelijk en regionaal) 18 4. Leeslijst en geraad pleegde rapportages 20 2 Inleidend In de afgelopen jaren zijn op dit thema al veel maatregelen ingevoerd en uitgeprobeerd om de sociale veiligheid voor de reizigers en het openbaar vervoer (OV)-personeel te verbeteren. Dit actieplan is met de doelgerichte en integrale aanpak een aanvulling hierop. De uitdaging is nu om de maatregelen te combineren en in te zetten daar waar het nodig is. Van belang is een gezamenlijke doelstelling te formuleren, waar op alle niveaus en met alle spelers (Rijksoverheid, lokale overheden, vervoerders en vakbonden) commitment is. De maatregelen in dit actieplan zijn geselecteerd op hun bijdrage aan dit doel. Er is met name gekeken naar beoogd effect en de haalbaarheid. Toetsing op verantwoordelijkheden en financiën heeft in een later stadium plaatsgevonden. Het actieprogramma bevat eveneens een aantal randvoorwaarden. Hier moet aan voldaan worden, maar deze zijn geen doel op zich. Veiligheid in het openbaar vervoer voor allen die zich daarin bevinden staat voorop 3 Anayse Ank De HIC-aanpak is afkomstig van de bestrijding van de zogenaamde High Impact Crimes zoals overvallen, straatroof en geweld. De aanpak betreft een integrale en structurele aanpak met de nadruk op toepassing van maatregelen in de regio. Oftewel het gaat hier om maatregelen die in de dagelijkse praktijk ingezet worden. Er wordt een grote meerwaarde gezien in de publiek-private samenwerking waar ‘overheid’ en ‘bedrijfsleven’ elkaar kunnen aanvullen. Langs de lijnen van de persoonsgerichte aanpak met aandacht voor ketensamenwerking, daderanalyse, slachtofferschap, repressie en preventie wordt gestreefd naar landelijke uniformiteit door het stellen van gezamenlijke doelen die op regionaal niveau, dat wil zeggen ‘in het veld’, worden bewerkstelligd. De integrale aanpak heeft geresulteerd in dalende aantallen delicten en een verhoging van het oplossingspercentage voor bijvoorbeeld straatroven en woninginbraken. Samen met de betrokken partijen uit de 0V-sector hebben de ministeries van Veiligheid en Justitie (Ven]) en Infrastructuur en Milieu (IenM) besloten tot het opstellen van een HIC-aanpak tegen agressie en geweld in het 0V. De aanpak wordt toegepast door op eenzelfde manier integrale oplossingen aan te dragen en te implementeren om de sociale veiligheid in het 0V te verbeteren. Voorts wordt eveneens aansluiting gezocht bij de Veiligheid Publieke Taak (VPT). Voor eerder beleid en bestaande initiatieven op dit terrein, zie bijlage 3. Definitie Voor sociale veiligheid bestaan verschillende definities. CROW-KpVV, die de jaarlijkse 0Vklantenbarometer en de tweejaarlijkse Personeelsmonitor uitvoeit, geeft aan dat “sociale veiligheid in en rond het openbaar vervoer een breed onderwerp is. Het gaat om het veiligheidsgevoel en het daadwerkelijk meemaken of zien gebeuren van incidenten, waaronder lastig vallen, pesten, bedreigen, diefstal en mishandeling” (CROW-KpVV, 2012). Het feitelijke aantal incidenten wordt daarbij aangeduid als de objectieve sociale veiligheid, het veiligheidsgevoel als subjectieve sociale veilig held. Eenduidige registratie volgens gelijke definities is al geruime tijd onderwerp van gesprek. Het feitelijk aantal incidenten dient geregistreerd te worden volgens de A-B-C methodiek, waarbij A incidenten gelden als strafbare feiten, 3-incidenten als overtredingen van de Wet personenvervoer en C-incidenten worden gecategoriseerd als overtreding van het Besluit personenvervoer of de geldende huisregels. Tevens dienen incidenten naar subcategorie beschikbaar te zijn, bijvoorbeeld Al tot en met A7 . Er loopt momenteel een traject met alle vervoerders om een meer eenduidige 1 registratie te realiseren. Het streven is dat vanaf 2017 op deze eenduidige wijze wordt geregistreerd. Tot slot is goed om op te merken dat de registratie niet alleen een papieren exercitie dient te zijn, maar juist ook gericht op bruikbaarheid in de operatie, ook die van de politie, waardoor een gerichtere inzet van capaciteit en middelen gerealiseerd kan worden. Doel Dit actieprogramma is erop gericht maatregelen te treffen die tot merkbare effecten leiden voor’ werknemers en reizigers met betrekking tot de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Doelstelling van deze integrale aanpak voor het 0V is het vergroten van de sociale veiligheid en samen met alle betrokkenen uit het openbaar vervoer een concreet en resultaatgericht maatregelenpakket uit te voeren. Van belang is dat alle maatregelen ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. Met dit pakket van maatregelen dringen samenwerkingspartners het aantal ernstige incidenten in het openbaar vervoer terug. Dit doen we door de primaire focus te leggen op de Aincidenten. Het aantal ernstige (A) incidenten, zoals geregistreerd door vervoerders, de klantenbarometer en de personeelsmonitor zijn de indicatoren om te bepalen of het doel bereikt is. Om een goede indruk te krijgen van de sociale veiligheid is het nodig om het beeld van de incidenten en de aantallen te verbeteren. Hier is voor nodig dat de melding en de registratie op orde zijn. Een verhoging van de meldingsbereidheid, een uniforme vastlegging van de incidenten 1 Zie specificatie van de A-B-C registratiemethodiek in bijlage 2 4 en verbetering in de samenwerking tussen de vervoerders (en opdrachtgevers) en de politie zijn hiervoor noodzakelijk. Daarnaast blijft een goede melding van incidenten uit de 3 en C categorie van belang, aangezien de ervaring van vervoerders leert dat deze kunnen escaleren tot een A-incident. De verwachting is dat door het gehele ‘meldingsproces’ te verbeteren, de cijfers over de aantallen incidenten zullen stijgen. Het is vanzelfsprekend niet wenselijk dat dit gepaard gaat met een dalende veiligheidsbeleving, derhalve zal daar dus simultaan op geïnvesteerd moeten worden. Er is gekozen voor normering van doelstellingen in absolute aantallen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het aantal incidenten als maatstaf voor de objectieve veiligheid en het oordeel van medewerkers en reizigers voor het veiligheidsgevoel, de subjectieve veiligheid. De looptijd van dit pakket bedraagt dus tot en met 2018, een periode van 2 jaar. Toelichting op de ambitie met betrekking tot de objectieve veiligheid Het streven van vervoerders is om per 1 januari 2017 volgens de verscherpte en geactualiseerde abc-methodiek te registreren. Dit is een logisch moment om te starten met een nulmeting. Dit betekent dat de cijfers over 2018 een ambitie dienen te bevatten. Deze ambitie is gekozen op basis van het laagste aantal geregistreerde A-incidenten in de periode 2008-2015 (zie pagina 7; aard en omvang). Vervoerders worden op individueel niveau bekeken, op de streekvervoerders na. Hier kan namelijk sprake zijn van tussentijdse concessiewisseling, waardoor de omvang van de concessie kan veranderen. De ambitie luidt dan als volgt: Vervoerder Streekvervoer (bus en trein totaal) GVB RET HTM NS (trein en station totaal) Ambitie te behalen over 2018 niet meer dan X geregistreerde A-incidenten 1412 A-incidenten op basis van 2013 (1404) plus Sittard-Heerlen, Roermond-Maastricht Randwyck, Zwolle-Enschede, Zwolle-Kampen, Zwolle-Emmen in 2015 (8)2 229 A-incidenten op basis van 2009 632 A-incidenten op basis van 2013 (602) en de hoekse lijn in 2015 (30) 550 A-incidenten op basis van 2015 541 A-incidenten op basis van 2011 (579 minus 38 incidenten door nieuwe omvang hoofdrailnet) Toelichting op de ambities met betrekking tot de subjectieve veiligheid Reizigers zijn positief over de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. In 2015 wordt de veiligheid van het openbaar vervoer door hen in het algemeen beoordeeld met een 7.7, zo blijkt uit de klantenbarometer. Over de veiligheid van de laatste rit (8.0) en de opstaphalte (7.8) zijn de reizigers nog beter te spreken. Die cijfers zijn overigens hetzelfde als een jaar eerder. Van belang is dat de het veiligheidsgevoel niet daalt. De ambitie is om in 2018 de gehele veiligheidsbeleving van de reiziger in het 0V op 8,0 te hebben. De medewerkers geven de sociale veiligheid in het 0V een 7,0, zo blijkt uit de personeelsmonitor over 2014. Er is sprake van verschillen in de gegeven rapportcijfers: 52% van het totale personeel geeft een 6 of 7. 37°h waardeert de veiligheid met een 8 of hoger en 11°h geeft een onvoldoende (5 of lager) . Uit de cijfers blijkt dat 2014 tot op heden het jaar is met het hoogste oordeel van 5 medewerkers over hun veiligheidsgevoel. Derhalve kan geen optimale score op basis van ervaring 2 In 2018 maken deze lijnen onderdeel uit van het streekvervoer en niet langer van het hoofdrailnet. Per april 2017 gaat de hoekse lijn over van NS naar de RET De cijfers van de HTM in de periode 2008-20110 worden niet meegenomen in het bepalen van de ambitie, omdat in die periode nog niet de ASC methodiek werd gehanteerd en er vanaf 2011 is gestart met een nieuw registratiesysteem. Hierdoor is de jaren daarna het aantal meldingen zeer sterk gestegen. Er is daarom in overleg met HTM gekozen voor een andere meer realistische doelstelling dan het jaar met het laagste cijfer. 0V personeelsmonitor 2014 p.4 5 worden vastgesteld. Wel blijkt de stijging gestaag te verlopen. De ambitie is deze stijging te versnellen en het oordeel naar 7,5 op te trekken ih 2018. 2018 geldt hier eveneens als meetpunt, daar de personeelsmonitor een twee jaarlijkse rapportagecyclus kent. De cijfers van NS zijn niet opgenomen in de personeelsmonitor en de klantenbarometer. NS rapporteert separaat en volgens een andere systematiek aan haar concessieverlener. Medewerker s geven een score van 3,94 op een schaal van 1 -5 (1: zeer onveiligheid, 5 zeer veilig). Van de reizigers bij NS geeft 8 0,l% een score van 7 of hoger in 2015. Het streven is naar een eenduidige wijze van rapporteren voor het hele 0V (stad, streek en hoofdrailnet). Dit staat los van de rapportages naar aanleiding van de concessie. NS zal in haar doelstelling niet onderdoen voor de andere vervoerders ten aanzien van het klant- en personeelsoordeel. Rol/en en verantwoordelijkheden De primaire verantwoordelijkheid voor de handhaving van de sociale veiligheid in het 0V ligt bij de vervoerders. De veiligheid van het personeel maakt integraal onderdeel uit van het arbeidsomstandighedenbeleid. Vervoerders zijn verantwoordelijkheid voor de bedrijfsorde. Vanuit deze verantwoordelijkheid hebben vervoerders rechtstreekse contacten met personeel, vakbonden, politie en justitie om te komen tot een effectieve aanpak. Sociale veiligheid raakt de kern van de bedrijfsvoering van vervoerders door de impact van incidenten op het personeel. Daarnaast dragen de vervoerders ook een verantwoordelijkheid voor de sociale veiligheid van de reizigers. De invulling en uitvoering van het beleid voor sociale veiligheid wordt hoofdzakelijk vormgegeven door de vervoerders in opdracht van de concessieverleners. Concessieverleners hebben een bepalende rol bij het neerzetten van de kaders voor het sociale veilig heidsbeleid. De invulling van deze rol verschilt in de gedecentraliseerde praktijk van regisserend en coördinerend (en in een enkel geval zelfs uitvoerend) tot bescheiden (eisen stellen aan vervoerder, monitoring) . 6 Het ministerie van Infrastructuur en Milieu zorgt voor de kaders waarbinnen decentrale overheden en vervoerders kunnen werken. Op grond van de WP2000 dienen aan de concessies voor CV voorschriften te worden verbonden ten aanzien van het waarborgen van een verantwoorde mate van veiligheid. Het ministerie van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor het beleid rondom de bestrijding van geweldscriminaliteit. In algemene zin is in artikel 3 van de Politiewet 2012 aangegeven hoe de handhaving van de openbare orde door de politie is geregeld: de politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. Aansluitend ligt de strafvervolging, in bijzonder eventuele strafverzwaring, bij het Openbaar Ministerie. 6 Bron: Taskforce veiliger 0V 2009 en Evaluatie sociale veiligheid, Transdec 2015 6 Aard en omvang Bij het opmaken van dit hoofdstuk blijkt op diverse punten verschil te zitten in de wijze van registreren. Onder begeleiding van MuConsult starten de vervoerders een traject om hier verandering in te brengen. Onderstaande registratie bevat cijfers over de A-incidenten, welke zijn: mishandeling, bedreiging (met een wapen), diefstal, drugsoverlast, vandalisme, vernieling en overtredingen zoals duwen/trekken en spugen . 7 In de eindverantwoording zal rekening gehouden worden met wijzigingen in de concessies en melding bereidheid. Cijfers zullen derhalve omkleed worden met toelichting Tabel 1: geregistreerde A- incidenten streekvervoerders 2008 2238 1957 281 2009 2361 2126 235 2010 3114 2730 384 2011 2758 2479 279 2012 1996 1676 320 2013 1404 1101 303 2014 2O15 1469 1637 1189 1390 280 247 Tabel 2: geregistreerde A- incidenten stadsvervoerders DY7 GVB RET HTM 1136 - 991 2116 - - 711 2424 - 373 2207 256 229 1773 475 267 1263 441 323 936 967 342 672 985 315 602 943 269 631 902 333 641 617 Tabel 3: geregistreerde A- incidenten NS NS Trein 872 638 603 624 Station 227 196 177 1099 834 780 Totaal 526 378 362 427 422 337 152 505 194 127 201 273 350 776 699 653 579 635 777 352 774 642 305 Zie bijlage 2 voor een overzicht en definities van A-, B- en C-incidenten 7 _________ Figuur 4: weergave geregistreerde A -incidenten 3500 3000 —4-—Streekvervoer totaal 2500 —-—Streekvervoer BUS —-Streekvervoer TREIN 2000 —4— GVB RET 1500 —.—HTM =NS trein 1000 —NS station 500 NS Totaal 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Slachtofferschap Reizigers zijn positief over de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. In 2015 wordt de veiligheid van het openbaar vervoer in het algemeen beoordeeld met een 7.7. Over de veiligheid van de laatste rit (8.0) en de opstaphalte (7.8) zijn de reizigers nog beter te spreken. Die cijfers zijn overigens hetzelfde als een jaar eerder. Tabel 5 Oordeel reizigers over sociale veiligheid Jjj Veiligheid 0V 7,5 7,5 7,6 7,6 7,7 7,7 Veiligheid rit Veiligheid halte 7,9 7,9 7,9 7,9 8,0 8,0 7,6 7,7 7,7 7,7 7,8 7,8 In 2015 heeft 17 procent van de reizigers een of meer incidenten meegemaakt, dat is iets lager dan het jaar ervoor. Het lastigvallen van reizigers komt relatief het meest voor (12%). Bedreiging, diefstal of mishandeling in het openbaar vervoer vinden veel minder plaats . 8 Tabel 6: Oordeel medewerkers over sociale veiligheid Algemeen 6,2 6,5 6,3 6,3 6,5 6,9 7,0 Het personeel geeft de sociale veiligheid in het 0V een 7,0, zo blijkt uit de personeelsmonitor over 2014. Er is sprake van verschillen in de gegeven rapportcijfers: 52% van het totale personeel geeft een 6 of 7. 37% waardeert de veiligheid met een 8 of hoger en 11% geeft een onvoldoende (5 of lager) . 9 8 0 V klantenbarometer 2015 en Sociale veiligheid op het spoor, DSP-groep 2016 0V personeelsmonitor 2014 p.4 8 Daderprofielen In opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) is door Bureau Bruinsma en Bureau Beke onderzoek gedaan naar de profielen van geweldpiegers tegen NS-personeel, gebaseerd op registraties door NS, politie en het CJIB over het jaar 2014’°. Het onderzoek identificeert ook de zogenaamde hotspots voor incidenten, dit zijn met name de Randstad en een enkel traject in Limburg en een station in Brabant. Voorts worden ook de oorzaken van de incidenten benoemd, zoals het ontbreken van een geldig vervoersbewijs, het aanspreken op overlastgevend gedrag of het overtreden van de huisregels. Grofweg 90% van de daders blijkt meerderjarig te zijn, gemiddeld 28 tot 29 jaar oud en vaak blijken er problemen te spelen in diverse levensgebieden, zoals werk, financiën, opleiding, contacten met politie en justitie en problematisch middelengebruik. Bijna de helft van de daders blijkt psychische problemen te hebben, een verstandelijke beperking, problemen in de agressieregulatie of een stoornis in het autismespectrum. Een kwart van deze groep wordt betiteld als personen met verward gedrag”. De dadergroep laat zich onderverdelen in drie daderprofielen: De notoire probleemveroorzakers: Deze geweidplegers kunnen bogen op een groot aantal antecedenten, waaronder eerder geweld tegen functionarissen met een publieke taak, een vroege start met criminele activiteiten vc5ôr hun achttiende jaar en veel problemen op het gebied van opleiding, psychisch welbevinden en middelengebruik. Het geweld tegen NSpersoneel kan zowel fysiek als verbaal zijn, is solistisch van aard en heeft vaak te maken met zwartrijden. Dejongegeweidpiegers: Zij veroorzaken in groepsverband overwegend fysiek geweiddadige incidenten. In de meeste gevallen loopt het slachtoffer hierbij letsel op. Van problemen op de diverse leefgebieden zoals psychisch welbevinden en middelengebruik is bij deze categorie amper sprake. De onverwachte geweidpiegers: In deze categorie vallen de geweldpiegers die nauwelijks antecedenten hebben en geen problemen op de eerder genoemde leefgebieden. Zij maken zich vooral schuldig aan verbaal geweld tegen NS-personeel. - - - ‘° Kamerbrief Daderanalyse geweldplegers spoor, vergaderjaar 2015-2016, Kamerstuk 28642 nr. 84 Politie registreert onder melding E33 (definitie Aanjaagteam personen met verward gedrag) 9 __ Voorgestelde maatregelen Totstandkoming De voorgestelde maatregelen zijn tot stand gekomen na een expertmeeting met onder andere (rijks)overheden en vervoerders op 30 juni 2016. Er is gestart met een groslijst aan maatregelen. Hierop zijn in overleg met de beide ministeries, decentrale overheden, vervoerders, politie en vakbonden enkele prioriteringsslagen gemaakt, met de expertmeeting en het geformuleerde doel als leidraad. De uitkomsten van de expert bijeenkomst zijn in de volgende speerpunten samen te vatten: • Beter Samenwerken • (‘leer in formatie delen • Trainen • Innovatieve maatregelen Een uitgebreider verslag van de expertmeeting is opgenomen in de bijlage. Schematische weergave op soort 1. Technische en preparatie maatregelen 1.1 1.la. Evaluatie pilots en kennisdeling met gebruik pin apparaten in stad- en streekvervoer 1.lb. Niet langer csh in de bus Pilot bodycams risicolijn per sector en kennisdeling (NS heeft evaluatie en materiaal beschikbaar) Benutten beelden bodycams voor jonge geweldplegers opsporingsdoeleinden -trainingsdo eleinden Doorontwikkelen app NS digitaal handhaven, zodat BOA’s in het gehele openbaar vervoer toegang hebben tot gegevens uit het GBA en RDW 1.2 1.3 Vervoerders DOVA Reeds gefina ncierd Q4 2016 Preventie, voorkomen geweld Ven)! HIC NS GVB Veolia RET 30.00 0 Q1 2017 Verhogen pakkans en bevorderen kennis VenJ/HIC Politie OM Vervoerders Q1 2017 Preventie, voorkomen geweld en verhogen pakkans NS IenM Overige vervoerders Q4 2016 Verhogen pakkans en registraties Vervoerders VenJ - - 1.4 2. .. Reeds gefina ncierd I&M Repressieve maatregelen Maatregel 2.la 2.lb Intentie landelijk convenant onderlinge am en erk ngOV-BOA’s Verkennen mogelijkheden derden inhuur BOA’s in het 0V-domein Q1 2017 Behoefte flexibele inzet Q1 2017 Behoefte flexibele inzet _. Ven] 10 2.2 Top X notoire geweldpiegers in het DV Vervoerders Politie CCV Q2 2017 2.3 Persoonsgerichte aanpak top X notoire geweld pleg ers Vervoerders Q4 2017 2.4 0V-bedrijven stimuleren aangifte, onder andere door inzet eigen BOA’s en door de werknemer o.v.v. ‘VPT code’ ’ 2 Verbeteren standaard binnen l4dgn terugkoppeling over de stand van zaken aangifte Vervoerders (RET, GVB) Voor de aangifte Veilig heids huizen Politie/drie hoek CCV Politie, voor de juiste code Verbeteren en vergroten bekendheid VPT binnen po!itie Evaluatie 0V verbod op kwaliteitscriteria en werkbaarheid. Gesprek invoer ISD’ 3 maatregel voor stelselmatige geweld plegers Uitvoering taakstraf gericht op 0V Politie 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 3. Politie Vervoerders voor signalering als het niet gebeurt Q4 2016 Verhogen pakkans en verbeteren registratie Q1 2017 Verbeteren afhandeling en verbeteren registratie en vergroten meld ingsbereid heid Verbeteren afhandeling Q4 2016 IenM OM Vervoerders VenJ/HIC Veni/HIC PM Effectieve en dadergerichte aanpak Effectieve en dadergerichte aanpak Q4 2017 Passende sanctie OM Q3 2017 Passende sanctie OM 3R0 Q4 2017 Passende sanctie Informatiedeling Mâatiegël 3.1 3.2 Platform Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer voor kennisuitwisseling, eigenaarschap van data en opleiding. OM Informatiedeling Schadefonds geweldsmisdrijven Verbinding leggen met 0V overstijgende maatschappelijke ontwikkelingen IenM DOVA Vervoerders CROW IenM Ven] Vervoerders Veiligheids regio PM Q4 2016 Uitwisselen kennis, informatie en best practices Q3 2017 Bevorderen ketensamenwerking 12 NB: cijfers hierover kunnen niet separaat voor de 0V sector worden gefilterd uit het politiesysteem . Veilige Publieke Taak is een breed kader dat ziet op geweld tegen medewerkers die een publieke functie uitoefenen, zoals hulpverleners op een ambulance of brandweerlieden. ‘ ISD maatregel: plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders 11 4. Slachtoffer gerichte maatregelen en preparatie ; 4.1 Leren via een app on the job (icm BOA app onder 1.4) VenJ/HIC en NS 4.2 Training herkennen en omgaan met personen onder invloed van middelen (alcohol / drugs) Training omgaan met personen met verward gedrag VenJ/HIC Vervoerders Klankbordgroep BOA 0V Vervoerders VenJ/HIC VenJ/HIC 4.3 4.4 Per sector pilot directe aansprakelijkstelling daders 5. 5.1 5.2 5.3 4.1 t/m 4.3 totaal 50.000 Q1 2017 4.1 t/m 4.3 totaal 50.000 Q3 2017 Vervoerders 4.1 t/m 4.3 totaal 50.000 Q4 2016 CCV RET GVB 10.000 Q2 2017 Training verbetering omgang met agressie Training verbetering omgang met agressie Training verbetering omgang met agressie Verhalen schade overig Uniformering van de terminologie en incidentregistraties Onderzoek koppeling gegevens incidentregistratie vervoerders en politie Inzicht in knelpunten bij plaatsing van poortjes en camera’s eventueel in relatie tot de hotspots — DOVA/CROW Vervoerders IenM VenJ Politie Vervoerders Q1 2017 Streekvervoerders IenM Q2 2017 Reeds gefinanc ierd Q4 2016 Inzicht in lokale stand van zaken en verbeterpunten Inzicht in (lokale) stand van zaken en verbeterpunten Inzicht in lokale stand van zaken en verbeterpunten 12 rtornj Alle partijen zullen elk kwartaal bij elkaar komen om de voortgang van de maatregelen te bespreken. Twee keer per jaar zal er op directeurenniveau overleg plaatsvinden. Het bestuurlijk overleg vindt een keer per jaar plaats. De maatregelen die in dit actieprogramma opgenomen zijn, dienen effect te sorteren op de cijfers aangaande objectieve veiligheid (aantallen incidenten) en subjectieve veiligheid (beleving reiziger en medewerker). De verzameling en monitoring van objectieve data over sociale veiligheid is belangrijk, maar ook onderhevig aan maatschappelijke ontwikkelingen. Het aantal geregistreerde incidenten zal dus met passende toelichting door vervoerders en overheden gepresenteerd moeten worden. De personeelsmonitor en klantenbarometer geven cijfers over subjectieve sociale veiligheid, deze geven meer inzicht in slachtofferschap en beleving. Lokaal Er wordt door alle vervoerders en decentrale opdrachtgevers gemonitord op de doelstelling zoals aangegeven in de sociale veiligheidsplannen. De doelstellingen zijn geformuleerd middels een streefcijfer van het klant-oordeel in de OV-klantenbarometer en/of de personeelsmonitor en/of incidentregistraties. Deze cijfers worden maandelijks, jaarlijks of tweejaarlijks gemonitord. 13 Randvoorwaarden Randvoorwaarden dienen tussen de deelnemers van de kerngroep te worden afgesproken. Rijksoverheid, regionale overheden, vervoerders en vakbonden zijn het er over eens dat hier aan voldaan moet worden om het actieprogramma tot een succes te maken. Hiertoe worden twee randvoorwaarden onderscheiden: Registratie De vervoerders registreren incidenten niet allemaal op dezelfde manier. De kerngroep is het er over eens dat dit niet wenselijk is. Inmiddels werken de vervoerders daarom wel samen aan een eenduidige en actuele omschrijving van A, B en C incidenten. A incidenten betreft strafrechtfeiten en APV overtredingen, B incidenten zijn overtredingen van de Wet personenvervoer 2000 en C incidenten betreffen overtredingen Besluit personenvervoer en huisregels (zie bijlage 2). Tevens richten de vervoerders zich hierbij op een actualisatie van de beschrijving van de categorieën door het opschonen en aanvullen met nieuw soortige incidenten. Het streven is begin 2017 volgens de nieuwe eenduidige wijze te registeren. - Samenwerking politie en vervoerders in de vorm van informatie uitwisseling over incidenten is van belang om het aantal incidenten te laten dalen (en het veiligheidsgevoel te verbeteren). Voor de noodzakelijke informatie uitwisseling met de politie over waar de capaciteitsinzet van boa’s en politiemedewerkers het best ingezet kan worden is de informatie over incidenten uit de A categorie het meest relevant. Voor een gezamenlijke feitenkennis is het daarom van belang dat vervoerders en politie hun informatie delen. Dit delen van informatie kan op verschillende manieren gebeuren. De minister van Veiligheid en Justitie zal in zijn brief aan de Kamer voor de zomer 2017 inzicht geven in de wijze van informatiedelen van de politie met vervoerders. Samenwerking De uitvoering van dit actieplan dient in gezamenlijkheid te wordt opgepakt, waarbij er sprake is van een gezamenlijk belang om het gestelde doel te behalen. Dit vraagt dus samenwerking in een breder kader dan louter de eigen concessie. - Communicatie Communicatie is ondersteunend aan dit actieprogramma en werkt maatregel overstijgend. De communicatie moet zich richten op zowel de medewerkers als de reizigers. Van belang is dat geboekte resultaten goed voor het voetlicht gebracht kunnen worden, zodat ook de subjectieve veiligheid profiteert van de inspanningen. Voorts is van belang dat de gekozen boodschap met één mond wordt uitgesproken. Vervoerders, bonden en overheden ondersteunen de boodschap en dragen deze actief uit. DOELGROEP 1 Wie ze zijn Van belang is de gebruikers van het openbaar vervoer te bereiken. Deze categorie valt uiteen in reizigers en medewerkers. Het is niet zo zeer van belang een brede doelgroep te bereiken. Direct betrokkenen verdienen de voorkeur. - • BOODSCHAP 1 Wat gaan we hen vertellen Van belang is dat gecommuniceerd wordt over concrete resultaten en individuele maatregelen. De trekkers zijn hiervoor verantwoordelijk. De boodschap is dat vervoerders,overheden en vakbonden samen staan voor medewerkers en reizigers in het openbaar vervoer. Dit doen zij door te tonen dat werken aan vermindering van geweiddadige incidenten in het 0V resultaat oplevert. Geboekte resultaten in de vorm van cijfers, gerealiseerde maatregelen en concrete resultaten verkregen door gezamenlijke inspanning passen in de boodschap. Voorts zal geïnvesteerd worden in doelgroepspecifieke communicatiestromen. Voor de reiziger wordt gekeken of een eenduidig handelingsperspectief kan worden geboden. Voor medewerkers zal in samenspraak met vervoerders en vakbonden een lijn worden gekozen. Dit verdient nadere uitwerking onder begeleiding van professionals. Wellicht kan gedacht worden aan een sessie met vervoerders, vakbonden en opdrachtgevers op initiatief van het Rijk. Deze zal eind 2016 moeten plaatsvinden. 14 AMBASSADEUR Wie gaat het vertellen De bestuurders van de betreffende organisaties kunnen als ambassadeur optreden. Door hun aanwezigheid wordt het belang van het onderwerp extra benadrukt. Hun aanwezigheid kan individuele maatregelen een boost geven. - PLANNING 1 Wanneer wordt het verteld De start van de maatregelen staat ook garant voor de start van de indien nodig communicatie erover. Op het moment dat de nieuwe cijfers over het aantal incidenten beschikbaar is, is er meteen een communicatiemoment (dit is jaarlijks of tweejaarlijks). Het is niet opportuun een tussenbalans te geven, daar de cijfers uit officiële publicaties worden ontleend. - — - 15 I3LAGE 1 Uitkomst Expertmeeting d.d. 30 juni 2016 te Haastrecht Uitkomst van de groeosdiscussies • Stel uniforme regels en aanpak voor alle 0V bedrijven op • Start een pilot informatie-uitwisseling • Alle vervoerders moeten elkaar informeren • Medewerkers moeten goed worden getraind • Eén centrale meldkamer voor alle 0V vervoerders • Leermeesters aanstellen (die collega’s kunnen trainen/begeleiden) • Incidenten bespreken • Zorgen dat je een aantal keer per jaar met je partners aan tafel zit • Ontwikkel een app voor melding van geweld • Zorg dat er iets van een foto bekend is van de notoire lastgevers en deel deze op trajecten • Breng de controleur weer terug op de tram • ‘Lijntje’ OM moet korter • Eenduidig systeem • Maatwerk, aanpak per gebied • Uniforme incidenten registratie; deze data ook delen! • Meer samenwerking tussen de 0V BOA’s • Medewerkers samen laten trainen • Verbeter het toezicht • Slimmer en sneller communiceren • Eén registratie systeem • Meer samenwerking • BOA’s (werken langs elkaar heen) • Oprichten Platform Sociale Veiligheid • Eigenaarschap benoemen • Ga bij elkaar in de keuken kijken Proactieve instelling • Kortere lijnen maken • Voor de chauffeurs het makkelijker maken van incidenten • Integrale aanpak voor het delen van informatie • Belevingsmonitor over de reizigers Samenvatting • Beter Samenwerken • Meer informatie delen • Trainen • Innovatieve maatregelen Quotes “Op het werkoverleg bespreekbaar maken dat werknemers zich veilig voelen om zaken bespreekbaar te maken’ “Er gebeurd al heel veel. Laten we de dingen blijven doen waar we nu al mee bezig zijn’ “Begin klein, ga verder met hetgeen je bezig bent. Zorg wel dat er structuur komt’ “Publiciteit nè incidenten kan meer brengen dan nodig is’ 16 2. A-BC registratiemethodiek Al. Mishandeling Mishandeling: fysiek geweld, waarbij opzettelijk pijn of letsel toegebracht werd aan personeel/reiziger. A2. Bedreiging met wapen Bedreiging met fysiek geweld van personeel/reiziger, met (slag/schiet/steek-)wapen, maar zonder dat het daadwerkelijk tot fysiek geweld komt. A3. Bedreiging zonder wapen Bedreiging met fysiek geweld van personeel/reiziger, zonder wapen, maar zonder dat het daadwerkelijk tot fysiek geweld komt. A4. Diefstal/beroving Diefstal, beroving of zakkenrollerij, waarvan personeel/reiziger slachtoffer werd zonder gebruik van geweld, het kan zowel betrekking hebben op werkmateriaal als op persoonlijke bezittingen. A5. Optreden bij drugsoverlast Repressief optreden tegen overlast door (vermoedelijke) handel in en/of gebruik van verdovende middelen, bijvoorbeeld indien assistentie politie ingeroepen moet worden. A6. Vandalisme, brandstichting, graffiti Repressief optreden tegen opzettelijk vernielen, bekladden (graffiti), bekrassen of onbruikbaar maken, brandstichting et cetera. Meldingen betreffende niet constateren schade. A7. Overige overtredingen: duwen, trekken, spugen, et cetera Onder andere: agressief duwen/trekken, spugen, wederrechtelijk aanraken van persoon, lijf en goed, vechtende passagiers, geweld in het verkeer (zoals moedwillig aanrijden). . -4,- Bi. Schelden Verbale agressie tegen personeel/reiziger, inclusief schelden, beledigen, provocatie. B2. Lastigvallen Hinderlijk aanraken, aanspreken of aankijken van personeel/reiziger, zonder dat daarbij sprake is van agressie, geweld of bedreiging (NIET duwen/trekken of aanranding: zie A7) B3. Optreden bij betalingsproblemen Reiziger die niet wil (bij)betalen of (bij)stempelen en waarvoor assistentie moet worden ingeroepen. B4. Overige verstoringen: misbruik voorzieningen/noodrem, et cetera Waaronder: misbruik voorziening, misbruik noodrem, bedelen/muzikanten, baldadigheid, hinderlijk gedrag, onzedelijk gedrag, wildplassers, slapers, aanwijzing personeel niet opvolgen, onenigheid. Ci. Overtredingen huisregels: voeten op de bank, roken, et cetera Voeten op de bank, roken, geluidsoverlast, gevaarlijk gedrag (surfen), verstoring exploitatie, openhouden/trekken/trappen deuren. C2. Overige overlast: verontreiniging in- en exterieur Overtreden huisregels (voor zover niet genoemd onder Ci), verontreiniging interieur, verontreiniging exterieur. 17 3. Staand beleid (landelijk en regionaal) MuConsult heeft in opdracht van het ministerie van IenM een uitgebreid overzicht van bestaande initiatieven en samenwerkingsverbanden gemaakt. Uit de overzicht blijkt dat er een diversiteit aan maatregelen in voorbereiding is of reeds genomen zijn. Eveneens is inzichtelijk gemaakt op welke wijze de samenwerkingsverbanden vorm hebben gekregen. 1 Figuur2:Soci leveiligheidp lannenperOV-autoriteit 4 I Groningen -i 0V Oost Nee (op dat moment nog niet van toepassing) Eerste jaarplan Zeeland Eerste jaarplan Zuid Holland Uitvoeringsprogramma sociale veiligheid Sociale Veiligheidsplan en eerste actieplan Sociale Veiligheidsplan Fryslân Noord-Brabant 0V bureau Groningen Drenthe Gemeente Almere Noord-Holland Stadsregio Amsterdam Metropoolregio Rotterdam Den Haag Ministerie van I&M (NS) Provincie Utrecht Provincie Limburg Kader nota sociale veiligheid 0V Eerste Jaarplan Sociale Veiligheid Nota Sociale Veiligheid 2014-2020 Meerjarenplan Divers Meerjarenplan Eerste jaarplan Concessieveiligheidsplan - - — — Sociale Veiligheidspian Vervoerder Sociale Veilig heidsplan Vervoerders in regio samen met 0Vautoriteit Vervoerder Actieplan sociale veiligheid Nee Vervoerder in overleg met 0V autoriteit Actieplan Sociale Veiligheid Vervoerder Jaarlijks bijwerken Sociale veilig heidspla n Nee Vervoerder Jaarplan Sociale veiligheid Jaarplan Sociale veiligheid Vervoerder Actieplan Sociale Veiligheid Ja Jaarplan sociale Veiligheid Jaarplannen Jaarlijkse update concessieveiligheids plan . . . 0V autoriteit Nota door 0V autoriteit, jaarplan door vervoerder Vervoerder Vervoerder en 0V autoriteit Vervoerder Vervoerder Vervoerder . — Tijdens het proces rond de Taskforce Sociale Veiligheid in 2009, is gesignaleerd dat concurrentie op sociale veiligheid resulteert in een race to the bottom. De Taskforce constateerde dat er een grote mate van diversiteit bestaat in de wijze waarop sociale veiligheid in concessies is geregeld. In sommige concessies was het onderwerp sociale veiligheid een onderbelicht element. In het eindrapport van de Taskforce is daarom de afspraak opgenomen dat Sociale Veiligheid bij toekomstige aanbestedingen geen onderwerp meer is van concurrentie. De Taskforce gaf daarbij aan het belangrijk is dat in de basisnorm sociale veiligheid is opgenomen hoe met onvoorziene ontwikkelingen moet worden omgegaan . 15 In 2012 is de afspraak om Sociale Veiligheid uit concurrentie te halen en een basisnorm op te stellen verder geconcretiseerd in Het Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer. Dit convenant is ondertekend door 0V-autoriteiten (vertegenwoordigd door IPO en toenmalig SkVV), — 14 15 — Factsheets Sociale Veiligheid (Muconsult2ol6) Taskforce Veiliger Openbaar Vervoer (2009) 18 het Rijk en vervoerders. In het Convenant is afgesproken dat een zelfde basis geldt voor sociale veiligheid voor alle inschrijvende partijen bij de aanbesteding van 0V-concessies. Onderstaande zaken dienen minimaal te worden opgenomen in concessies en vormen samen de basisnorm Sociale Veiligheid (voor een looptijd van vijf jaar tot 2017). Figuur 3: Onderdelen van de basisnorm Sociale Veiligheid 16 - Registratie Risicoinventarisatie per concessie Preventie Landelijke basisnorm techniek en afspraken Toezichthouders Convenanten Streefcijfers Vervoerders registreren de incidenten conform de landelijke ABC methodiek Overheden stellen een risico inventarisatie op voor de concessie op basis van objectieve criteria (uitgewerkt in de CROW Veiligheidsscan). Vervoerders maken op basis hiervan een actieplan socialeveiligheid. Vervoerders werken mee aan preventieprogramma’s en geven voorlichting over agressie en geweld tegen werknemers. Vervoerders zorgen voor goed onderhouden en schone voertuigen. Voertuigen worden standaard voorzien van camera’s en een nood knop voor het personeel. Een overheid schrijft bij een aanbesteding een ondergrens voor het aantal toezichthouders voor of een minimum bedrag dat aan sociale veiligheid moet worden besteed. Het aantal toezichthouders is nooit lager dan 80% van de voorgaande concessies. Vervoerders maken afspraken over de inzet van toezichthouders in aanpalende concessies. BZK doet een onderzoek naar de haalbaarheid van een norm voor het aantal toezichthouders per concessie. Alle partijen spreken af mee te werken aan convenanten en samenwerkingsverbanden. Op basis van de Klantenbarometer en de Personeelsmonitor worden afspraken gemaakt over streefcijfers binnen een concessie. Op landelijk niveau zijn in maart 2015 afspraken gemaakt tussen het Rijk, ProRail, NS en het personeel over een pakket met 8 maatregelen om de sociale veiligheid te verbeteren: • Extra ondersteuning op de trein op risicolijnen en risicomomenten • Meer cameratoezicht op stations en in de treinen • Pilot met het plaatsen van beeldschermen • Versneld in gebruik nemen van de OV-chipkaart toegangspoortjes • Intensivering van de samenwerking tussen NS en politie • Stationsverbod versneld invoeren • “Lik op stuk” aanpak bij overtredingen • Inzet op hulpverlening en opvang overlastgevers. Deze maatregelen zijn reeds uitgevoerd of nog in uitvoering. Het WODC heeft dit maatregelenpakket geëvalueerd (zie hiervoor Kamerbrief...). 16 Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer, 2012. 19 4. Leesl,j.st en geradpIeegde rapportages Daders op het spoor Bureau Bruinsma, Bureau Beke i.o.v. het ministerie van VenJ, 15 juni 2016 Evaluatie sociale veiligheid bus, tram, metro Transtec i.o.v. het ministerie van IenM, zomer 2015 Factsheets Sociale Veiligheid MuConsult, 24 mei 2016 Monitor Veilige Publieke Taak 2015 TNO, 2 november 2015 OV-klantenbarometer 2015 CROW-KpVV, april 2016 OV-personeelsmonitor 2014 CROW-KpVV, april 2015 Sociale veiligheid op het spoor DSP-groep i.o.v. het WODC, 20 mei 2016 Naar een veiliger openbaar vervoer voor werknemers Taskforce Veiliger Openbaar Vervoer, 9 september 2009 20 Van: Aan: Onderwerp: Datum: Bij lagen: JBlpm, drs. MCA. BD/DGSenB FW: ANP App alert Ministerie van VenJ : MEDIAWATCH: Geweld in openbaar vervoer harder aangepakt woensdag 26 oktober 2016 9:05:55 ail-loo me-Ioo - Met vriendelijke groet, 1 With kind regards, 110.2.e Woordvoerder Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministry of Security and Justice Directie Voorlichting 1 Information Department Turfmarkt 147 1 2511 DP 1 Den Haag Postbus 20301 P.O. Box 20301 1 2500 EH 1 Den Haag 1 The Netherlands 10.2.e Sent with Good (www.good.com) From: ANP App Sent: woensdag 26 oktober 2016 03:14:29 BD/DV/P&B To:I10.2.e Subject: ANP App alert Ministerie van Veni : MEDIAWATCH: Geweld in openbaar vervoer harder aangepakt 1- MEDIAWATCH: Geweld in openbaar vervoer harder aangepakt 26-10-2016 1 03:14 1 WOORDEN: 166 1 ANP INFORMATIE 1 VERSIE: 11 PRIORITEIT: 3 MEDIAWATCH Het geweld door raddraaiers in het openbaar vervoer moet met twintig procent worden teruggedrongen. Dat is dinsdag op het ministerie van Veiligheid en Justitie afgesproken in een besloten overleg tussen NS, stads- en streekvervoerders, vakbonden en overheden, zo schrijft De Telegraaf. - De partijen zijn volgens de krant allen akkoord met een actieprogramma om de sociale veiligheid in bus en trein komende jaren drastisch te verbeteren. Mensen die zich schuldig maken aan agressie, beroving, mishandeling, bedreiging, vandalisme en geweld, worden opgespoord en net zo zwaar gestraft als overvallers. De vermindering van de zwaarste incidenten met een vijfde moet in 2018 zijn gerealiseerd. Daarvoor gaan we onderling nauwer samenwerken, maar ook met de politie. Het mag niet meer zo zijn dat daders de dans kunnen ontspringen’, zegt Connexxion-directeur Juul van Hout in De Telegraaf. MediaWatch (Disclaimer) ANP MediaWatch is alleen een signaleringsdienst. Het ANP is niet verantwoordelijk voor de inhoud. Tip het ANP. Bel naar 070 41 41 411 of mail naar [email protected] - ANP NIEUWS Deze mail is verzonden doorllü.2.e 104 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Staatssecretaris Bestuurskern Dir.Openbaar Vervoer en Spoor Afd. 0V en Stations - Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 2500 Ex Den Haag Contactpersoon 10.2.e nota ter informatie VAO Sociale Veiligheid Datum 28 oktober 2016 Kenmerk IENM/BSK-2016/243740 Inleiding Hierbij ontvangt u informatie ter voorbereiding van het VAO Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer op woensdagavond 2 november van 19.35 tot 19.55 uur. De minister van Veiligheid en Justitie is hiervoor ook uitgenodigd. Het VAO is aangekondigd tijdens het algemeen overleg sociale veiligheid in het openbaar vervoer op 13 september jI. Op woensdag 26 oktober heeft u samen met de minister van Veiligheid en Justitie het integrale actieprogramma sociale veiligheid aan de Kamer verzonden. Doel IJ voor te bereiden op het VAO en uw instemming te vragen met de reacties die u op mogelijk te verwachten moties kunt geven. Toezeggingen AO van 13 september: U heeft toegezegd bij de evaluatie van het reisverbod ook te kijken naar de mogelijkheden een uniform reisverbod aan notoire zwartrijders op te leggen. Daarnaast heeft u de vervoerders opgeroepen om zo spoedig mogelijk tot een eenduidige registratie van incidenten te komen. De Minister van VenJ heeft onderstaande punten toegezegd: De Kamer voor het zomerreces 2017 te informeren over een verdere evaluatie van de acht maatregelen uit het maatregelenpakket van maart 2015. De Kamer voor het zomerreces 2017 over de stand van zaken van informatie uitwisseling van politie met vervoerders (en de rol van een database daarbij) te informeren. De Kamer voor het zomerreces 2017 te informeren over de mogelijkheid van een sms alert of een andere voorziening om in stilte een noodoproep te doen in de trein. Het plan van aanpak voor een High Impact Crime aanpak voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer in oktober 2016 aan de Kamer aan te bieden. - - - - Paraaf 0GB Paraat DGB-OVS Paraaf DGB-OV en Stations Pagina 1 van 2 1 - De Kamer voor het kerstreces 2016 over de bevoegdheden van buitengewoon opsporingsambtenaren en eventuele verruiming daarvan te info rm eren. Mogelijke moties Eerste spreker is het 11 lid Van Helvert (CDA). III 11 Hiervoor zijn mogelijke moties voorbereid (zie bijlage). Voor de volledigheid zijn ook een aantal andere mogelijke moties opgenomen. De minister van Veiligheid en Justitie zal primair ingaan op verwachte moties over de informatie uitwisseling tussen vervoerders en politie (brede steun) en de realisatie van politieposten op stations (Van Helvert), ook zal hij ingaan op mogelijke moties over een sms alert en buitengewoon opsporingsambtenaren. 1O.2.e Directie OVS Pagina 2 van 2 Ministerie van Veiligheid en Justitie Directoraat-Generaal Straffen en Beschermen Directie Beschermen, Aanpakken en Voorkomen HIC Contactpersoon 1 110.2e Adviseur Projectnaam SVOV vers 1 g Bestuurlijk overleg sociale veiligheid in het 0V Ons kenmerk 20006314 Notulist 110.2e Omschrijving Vergaderdatum en -tijd Vergaderplaats Aanwezig Afwezig 1 — 25 oktober 2016, 15.30 uur Ministerie van Veiligheid en Justitie Vertegenwoordigers van: ministerie van VenJ, ministerie van IenM, NS, Connexxion/namens streekvervoerders, RET/namens stadvervoerders, Provincie Utrecht en CV Bureau Groningen Drenthe /namens provincies, FNV, VVMC, CNV, Nationale Politie en ProRail Metropoolregio Amsterdam/namens metropoolregio’s (met kennisgeving) Opening De minister van Veiligheid en Justitie heet de aanwezigen welkom op het departement. Na het verontschuldigen vanIlO.2.e Inamens de metropoolregio Amsterdam, geeft hij het woord aan de voorzitter van dit bestuurlijk overleg, de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. 1. Mededelingen Naast een dankwoord voor de goede voorbereiding van het overleg, zijn er geen mededelingen. 2. Wat is er tot nu toe gebeurd? De voorzitter staat stil bij de totstandkoming van het actieplan. Zij geeft aan dat gestart is met een expertgroep, waarna in verschillende bijeenkomsten van de kerngroep is gewerkt aan het opstellen van het actieplan. Naar aanleiding van het laatste directeurenoverleg is het actieplan aangepast met onder andere concrete doelstellingen met betrekking tot incidentcijfers en de veiligheidsbeleving van personeel en reizigers en een paragraaf over de communicatie. 3. Korte toelichting op het actieprogramma IenM en Ven) geven een toelichting op het actieprogramma. De afgelopen maanden is constructief door alle partijen gewerkt aan dit programma.I1 1 [11 Dit actieprogramma geeft een invulling aan dat laatste. Daarbij is gebruik Pagina 1 van 3 gemaakt van inzicht in de dader (onderzoek daderprofiel NS). Op basis van de beproefde HIC-aanpak van Ven] is een programma samengesteld met een dadergerichte aanpak voor het 0V. Het programma is voor de duur van 2 jaar. De registratie van incidenten wordt kort uitgelicht, daar er hard gewerkt wordt aan uniforme registratie door vervoerders per 1 januari 2017. Directoraat-Generaal Straffen en Beschermen Aanpakken en Voorkmen HIC Datum 31 oktober 2016 11 Ons kenmerk 20006314 Er wordt kort gesproken over enkele aandachtpunten uit het actieplan. 11 Hij verwijst naar de toegezegde brief, zoals gemeld in het algemeen 11 overleg met de Tweede Kamer op 13 septemberjl. Concluderend kan gesteld worden dat aanwezigen elkaar complimenteren met de samenwerking en de afspraken die hieruit voortgekomen zijn. 11 4. Doelstelling Er is gekozen voor drie doelstellingen: een doelstelling op het aantal geregistreerde incidenten (de objectieve sociale veiligheid) en op de veiligheidsbeleving van personeel en reizigers (de subjectieve sociale veiligheid) Alle partijen onderschrijven deze doelstellingen. Er wordt gewerkt aan een eenduidige registratie, ook in de samenwerking met de politie. Er is een grote bereidheid tot samenwerking en informatiedeling. Er zal geen afrekencultuur ontstaan. 5. Maatregelenpakket Het maatregelenpakket wordt vastgesteld. 11 11 Iii De algemene veiligheid is een taak van de driehoeken. 11 11 Er zal een aparte afspraak worden gepland met een vertegenwoordiging van de streekvervoerders, decentrale overheden, vakbonden en IenM om hier over door te praten. 11 Pagina 2 van 3 Directoraat-Generaal Straffen en Beschermen Directie Beschermen, Aanpakken en Voorkomen HIC Er wordt gevraagd naar de invloed van meldingsbereidheid onder het personeel. Bij de evaluatie van de acht maatregelen uit maart 2015 is hier door het WODC naar gekeken. Zij kunnen op basis van hun onderzoek niet vaststellen of de meldingsbereidheid is toe- of afgenomen. 11 Een voorbeeld is het uitdelen van kaartjes door de NS aan de medewerkers over hoe te melden. Datum 31 oktober 2016 Ons kenmerk 20006314 Iii 6. Monitoring Over de frequentie van monitoring zijn de volgende afspraken gemaakt. Elk kwartaal komt de kerngroep bijeen om de gang van zaken op de maatregelen en de planning te bespreken. Twee maal per jaar vindt er een directeurenoverleg plaats. Jaarlijks zal een bestuurlijk overleg worden georganiseerd. Het actieplan wordt als geheel, na vaststelling in dit bestuurlijk overleg, naar de Tweede Kamer gezonden en daarmee gepubliceerd. 7. Rondvraag 11 - Een praktijkvoorbeeld over de aansluiting van de Kmar komt aan de orde. De minister van Veiligheid en justitie geeft aan het betreffende voorbeeld te bespreken met de Kmar. Er wordt afgesloten met complimenten en commitment voor de uitvoering van de overeengekomen maatregelen. Pagina 3 van 3 Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2016—2017 28 642 Sociale veiligheid openbaar vervoer Nr. 98 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 28 november 2016 In het Algemeen Overleg Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer d.d. 13 september 2016 heb ik toegezegd in te gaan op de taken en bevoegd heden van de boa in het openbaar vervoer, met inbegrip van het onderwerp domein overstijgend werken en de door het lid Van Helvert (CDA) bij het genoemde Algemeen Overleg ingebrachte casuïstiek inzake de medewerkers Veiligheid en Service (V&S) van NS (Kamerstuk 28 642, nr. 87). Met deze brief geef ik uitvoering aan deze toezegging. De boa in het openbaar vervoer Boa’s zijn werkzaam in een zogenoemd domein. De zes onderscheiden domeinen (Openbare ruimte, Milieu, welzijn en infrastructuur, Onderwijs, Openbaar vervoer, Werk, inkomen en zorg en Generieke opsporing) bieden een op de domeinen toegespitst optioneel pakket aan opsporings bevoegdheden, politiebevoegdheden en geweldsmiddelen. De boa in het openbaar vervoer is in bezoldigde dienst van een 0V-bedrijf of overheidsinstantie en is belast met de opsporing van strafbare feiten binnen het domein openbaar vervoer. In een zogeheten domeinlijst zijn de wetten of strafbare feiten opgenomen waarvoor de boa in het openbaar vervoer opsporingsbevoegdheid heeft. Hiertoe behoren onder meer de Wet Personenvervoer 2000 en het Besluit personenvervoer 2000. Ook een aantal bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht is in de domeinlijst van het domein Openbaar Vervoer opgenomen. Het gaat dan onder meer om vernieling zoals omschreven in artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht. De boa in het openbaar vervoer kan bij de uitoefening van deze bevoegd heden optioneel beschikken over de politiebevoegdheden bedoeld in artikel 7 eerste en derde lid van de Politiewet 2012. Daarbij gaat het om de bevoegdheid gepast geweld en vrijheidsbeperkencie middelen te gebruiken en de bevoegdheid om een veiligheidsfouillering uit te voeren. De boa in het openbaar vervoer kan optioneel beschikken over hand boeien en/öf een wapenstok. kst-28642-98 ranhag2O16 Tweede Kamer, vergaderjaar 2016—2017, 28 642, nr. 98 Casuïstiek medewerkers Veiligheid en Service In het genoemde Algemeen Overleg d.d. 13 september 2016 is door uw Kamer casuïstiek ingebracht met daarbij de vraag of de boa in het openbaar vervoer, in bijzonder de medewerkers V&S van NS, nog wel voldoende toegerust is voor de taken die hen worden opgedragen. In mijn 1 in reactie op de motie van de leden Van Helvert(CDA) en De brief Boer(WD) waarbij de regering werd verzocht om in overleg met NS te verkennen of de huidige bevoegdheden en geweldsmiddelen van de medewerkers V&S van NS nog passend zijn bij de taken die van hen worden verwacht (Kamerstuk 28 642, nr. 79), heb ik eerder dit jaar aangegeven dat de Directie van NS mij desgevraagd heeft laten weten dat zij geen aanleiding zag om een uitbreiding van de bevoegdheden of geweldsmiddelen aan te vragen. Naar aanleiding van de vragen van uw Kamer tijdens het Algemeen Overleg d.d. 13 september 2016 is opnieuw contact gezocht met NS. Daarbij is het eerdere standpunt door NS bevestigd. Medewerkers van V&S bewaken de veiligheid op de treinen en de stations. Zij handhaven de wet- en regelgeving en de NS-huisregels en spreken mensen zo nodig aan op hun gedrag. Indien noodzakelijk geven zij een aanwijzing, een bekeuring of houden reizigers aan. Uitgangspunt is dat NS-personeel dat doet op een de-escalerende en servicegerichte manier. Dit kan binnen de huidige bevoegdheden en met de huidige toegekende geweldsmiddelen. De hier geschetste uitgangspunten komen bijvoorbeeld tot uitdrukking in de rol die de medewerkers van V&S hebben bij constatering van zakken rollerij of diefstal uit een winkel op het station. In dat geval heeft de medewerker V&S tot taak de situatie indien nodig te de-escaleren. Vaak blijkt de aanwezigheid van de medewerker V&S hiertoe voldoende. Indien nodig kan de medewerker V&S overgaan tot een burgeraanhouding heterdaad» en de betrokkene overdragen aan de politie. Het behoort niet tot de taak van de medewerker V&S om de afhandeling van de diefstal op zich te nemen, dat is een taak van de politie. Over de geschetste werkwijze zijn goede afspraken gemaakt tussen de NS, de Nationale Politie, het Openbaar Ministerie en de winkeliers op de stations. Ook ten aanzien van de tijdens het Algemeen Overleg d.d. 13 september 2016 geschetste casus met betrekking tot de inzet van medewerkers V&S inzake de Thalys geldt dat de inzet van de medewerkers V&S is gebaseerd op bovengenoemde uitgangspunten. In dit concrete geval hebben de medewerkers V&S schriftelijk op hun dienstkaartje een toelichting gekregen om rond het vertrek van de Thalys aanwezig te zijn op het perron. Op het dienstkaartje is daarbij toegelicht dat hun aanwezigheid verband hield met de mogelijkheid dat zakkenrollers en drugsrunners zich op de trein zouden willen begeven. Het gaat hierbij, zo blijkt uit het gesprek met de NS, om preventieve aanwezigheid. Het uitgangspunt is dat de aanwezigheid van de medewerkers V&S er toe leidt dat potentieel kwaadwillenden er vanaf zien zich op de treinen te begeven. In het geval dat de medewerkers V&S constateren dat zakkenrollers of drugsrunners op de trein, het station of perron aanwezig zouden kunnen zijn, nemen zij contact op met de veiligheidscentrale van NS, die dan de politie waar schuwt. De NS heeft aangegeven dat zij na zal gaan of de toelichting op het dienstkaartje voldoende duidelijk is en, indien nodig, deze te zullen aanpassen. Op basis van de met NS gevoerde gesprekken conciudeer ik dat op dit moment geen verder onderzoek naar de bevoegdheden van de medewerkers V&S geboden is. Ik zal, zoals ik in mijn eerdere brief naar ‘ Kamerstuk 28 642, nr. 83. Tweede Kamer, vergaderjaar 2016—2017, 28 642, nr. 98 2 aanleiding van de motie van de leden Van Helvert en De Boer heb aangegeven, de situatie in overleg met NS blijven monitoren en ik zal uw Kamer informeren over eventuele ontwikkelingen. Tevens is inmiddels een aantal maatregelen in ontwikkeling waarmee wordt beoogd te komen tot een meer flexibele inzet van de boa in het openbaar vervoer. Op deze maatregelen ga ik hieronder in. Flexibele inzet boa’s Onlangs is het integraal actieprogramma sociale veiligheid voor het openbaar vervoer vastgesteld en aan uw Kamer gezonden. 2 In de gesprekken die hebben geleid tot dit actieprogramma bleek behoefte te bestaan aan een meer flexibele inzet van de boa in het openbaar vervoer. De vervoerders hebben in dat kader aangegeven dat er een tekort is aan beschikbare boa capaciteit op zogenoemde piekmomenten. Naar aanleiding hiervan zijn twee maatregelen in het actieprogramma opgenomen waarmee wordt beoogd de flexibele inzet van boa’s te vergroten. De vervoerders gaan verkennen of het mogelijk is om op basis van de reeds bestaande mogelijkheid.tot samenwerking te komen tot een landelijk samenwerkingsconvenant op basis waarvan de vervoerders van elkaars boa’s gebruik zouden kunnen maken. Daarnaast ben ik zelf voornemens om de externe inhuur van particuliere boa’s in het domein Openbaar vervoer mogelijk te maken. Beoogd wordt om dit in de eerste helft van 2017 te realiseren. Een beperkt aantal decentrale overheden heeft verder aangegeven behoefte te hebben aan de mogelijkheid dat een boa binnen twee boa-domeinen werkzaam kan zijn. Op deze wijze zouden op piekmo menten boa’s uit het domein Openbare ruimte ter ondersteuning van de boa’s uit het domein Openbaar vervoer kunnen worden ingezet. Ook in meer algemene zin zou dit een toename van de flexibiliteit rond de inzet van de betrokken boa’s betekenen. Een boa kan nu in beginsel maar binnen één domein werkzaam zijn, vanwege de vereiste specifieke bekwaamheid voor een domein en met het oog op de inkadering van de buitengewone opsporingsbevoegdheid. Ik acht dit een belangrijk uitgangspunt, omdat de boa zich juist kenmerkt als een specialist op een specifiek domein. Tegelijkertijd onderken ik de behoefte om de beschik bare boa-capaciteit zo effectief mogelijk in te zetten. Ik ga met de betrokken partijen nader in gesprek om te bezien op welke wijze aan de in de praktijk op dit punt ondervonden knelpunten tegemoet zou kunnen worden gekomen. Over de uitkomsten hiervan zal ik uw Kamer uiterlijk voor het zomerreces van 2017 op de hoogte stellen. De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur Kamerstuk 28642, nr. 94. Tweede Kamer, vergaderjaar 201 6—2017, 28 642, nr. 98 3 0 cJ Directe aansprakelijkstelling bij gewelddadig en agressief gedrag in het openbaar vervoer. Startdocument voor een pilot bij U-OV/Qbuzz B.V. 30 november 2016 1O.2.e SODA ©ov Qbuzz PULITIE :50 DA __ lneiding. Op het verzoek in het najaar van 2016 vanIlO2.e Utrecht Stad is onderzocht of de directe aansprakelijkstelling zoals onder andere bij winkeldiefstal, ook voor het terugdringen van intimiderend en agressief gedrag in het openbaar vervoer kan worden toegepast. Voor het beantwoorden van deze vraag is een werkgroep samengesteld, bestaande uit: U-OV/Qbuzz B.V,I10.2.e Politie,I10.2.e Politie, 10.2.e 1’ Ie SODA,I10.2.e Dit startdocument geeft het antwoord, waarin de toepassing van de directe aansprakelijkstelling in het 0V wordt toegelicht. De besprekingen binnen de werkgroep, die aan dit document vooraf gingen, hebben de volgende inzichten opgeleverd: - - - - De toepassing van de directe aansprakelijkstelling binnen het openbaar vervoer voor het terugdringen van intimiderend en agressief gedrag, is mogelijk. De toepassing vormt een concrete invulling van punt 4.4. van maatregelentabel van het Actieprogramma Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Ministerie van Veiligheid en Justitie, 25 oktober 2016) Voor het uitvoeren van een pilot is U-OV/Qbuzz B.V. beschikbaar. RET en GVB zullen het verloop van de pilot langs de zijlijn volgen. De invoering van deze maatregel kan op korte termijn plaatsvinden. Voor U OV/Qbuzz B.V. geldt de wens hiervoor week 3/ 2017 te kiezen zodat de introductie van toezichthouders op de tram hiermee samenvalt. Wat is directe aansprakelijkstelling. Plegers van criminaliteit kunnen op verschillende manieren aansprakelijk gesteld worden voor de materiële en immateriële schade die zij veroorzaakt hebben. Bij eenvoudig vast te stellen schade biedt het strafrecht slachtoffers de mogelijkheid zich te voegen in het strafproces. Ook in een civiel proces kan de schade op de dader verhaald worden. Een bijzondere vorm van aansprakelijkstelling is aan de orde in situaties waarbij de dader op heterdaad betrapt wordt. Vooral ondernemers lijden dan indirect schade door de tijd die ze kwijt zijn aan het aanhouden en vasthouden van de verdachte en het alarmeren en overdragen aan de politie. Op basis van de bepalingen over onrechtmatige daad in artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek kunnen zij de verdachte hiervoor een bedrag in rekening brengen. De slachtoffers worden op deze wijze direct tegemoet gekomen in de indirecte schade die ze lijden door criminaliteit. ©ov Qbuzz P,LIT1E 50 DA Directe aansprakelijkstelling in het 0V. U-OV/Qbuzz B.V. lijdt schade door strafbare gedragingen van reizigers. Naast de kostenpost die dit veroorzaakt, heeft de verstoring van de normale dienstverlening negatieve effecten voor het kwaliteitsstreven. De directe aansprakelijkstelling voorziet in een vergoeding voor de directe en indirecte schade. Bovendien blijkt de aanpak een sterk preventief effect te hebben waardoor het aantal strafbare gedragingen vermindert. De bedoeling van het toepassen van de directe aansprakelijkstelling is het in de ketensamenwerking, met een persoonsgerichte aanpak, merkbare positieve effecten sorteren op het gebied van sociale veiligheid. Voor welke gedragingen kan een aansprakelijkstelling worden opgelegd. Verwijtbaar gedrag van een reiziger dat als onbetamelijk wordt geacht, een inbreuk is op een wettelijke plicht of wettelijk recht, komt voor zover er vermogensschade is ontstaan, voor schadevergoeding in aanmerking. Dit betekent dat overtredingen van het Wetboek van Strafrecht, de Wet personenvervoer, de huisregels etc. Hieronder vallen. Overeenkomstig de A-B-C-methodiek uit het genoemd Actieprogramma, waarbij A-incidenten gelden als strafbare feiten, B-incidenten zien op overtredingen van de Wet personenvervoer en C-incidenten als overtreding van het Besluit personenvervoer of geldende huisregels worden gecategoriseerd, richt deze pilot zich op het verhalen van de indirecte en eventuele directe schade bij de volgende delictcategorieën: Al. Mishandeling A2. Bedreiging met een wapen A3. Bedreiging zonder wapen A4. Diefstal/beroving AS. Optreden bij drugsoverlast A6. Vandalisme, brandstichting, graffiti A7. Overige overtredingen Voor zover hierbij door de BOA’s een aanhouding is verricht. Bi. Schelden ov Qbuzz L1T1 E so DA B2. Lastigvallen B3. Optreden bij betalingsproblemen B4. Overige verstoringen Cl. Overtredingen huisregels C2. Overige overlast Voor zover hier bij de handhaving of bekeuringssituatie uiteindelijk door de BOA’s een aanhouding is verricht. Uitgangspunt voor het invoeren van het direct aansprakelijk stellen van de daders is het terugdringen van agressief en gewelddadig gedrag door de dader direct te confronteren met de financiële schade die zijn gedrag veroorzaakt. Om welke schade gaat het Alle directe en indirecte schade die als gevolg van het wangedrag van de reiziger is ontstaan kan worden verhaald op de veroorzaker. Denk hierbij aan de volgende kosten: De loonkosten voor het aanspreken, ophouden, aanhouden en overbrengen van de verdachte. De loonkosten voor het doen van aangifte van het strafbare feit. De loonkosten voor het opstellen van het proces-verbaal door de BOA’s. De herstelkosten van het vernielde. De aanpak ziet op het direct in rekening brengen van een gestandaardiseerd minimumschadebedrag. Los van deze civiele vordering blijft het strafrechtelijk deel, de boete, onverminderd gelden. - - - - Hoe wordt een aansprakelijkstelling opgelegd. Indien een reiziger zich heeft misdragen en er schade is ontstaan, zal SODA de dader namens U-OV/Qbuzz B.V. aansprakelijk stellen. De betrokken BOA zal de dader hiervan direct op de hoogte stellen met een folder waarin de aansprakelijkstelling staat aangekondigd met een verwijzing naar SODA die met de afhandeling is belast. De vervoerder deelt de persoonsgegevens van de reiziger met SODA en vermeldt eventuele directe schade volgens de werkwijze die staat beschreven onder het hoofdstuk ‘Gegevensuitwisseling’. Hoe wordt het schadebedrag vastgesteld. De omvang van het schadebedrag bestaat uit de minimale schade die gemiddeld uit de beschreven incidentencategorie voortvloeit. De tijdsbesteding is op basis van de ervaringsgegevens van U-OV/Qbuzz B.V. Voor het uurtarief is uitgegaan van het tarief dat andere openbaar vervoer aanbieders voor de inzet van de BOA’s van U-OV/Qbuzz B.V. in rekening gebracht krijgen. «ijov Qbuzz P,LITIE so DA lncidentcategorie Al. C2. voor zover er een verdachte werd aangehouden. Handeling Tijd in minuten Tarief/uur Aantal Bedrag in medewerkers euro’s Aanhoudingen 150(2,5uur) 48 2 240 afhandeling i.v.m. strafbaar feit door BOA’s BTWdeeIUOV 6% Behandeling SODA BTW deel SODA 14,40 50 10,50 21% Totaal Afronden 314,90 313 Naast de indirecte schade volgens bovenstaande tabellen kan U-OV/Qbuzz B.V. de directe schade die met het incident gepaard gaat op de reiziger verhalen. Voor het verhalen van de directe schade hanteert SODA een tarief van 15% van het bedrag van de geïnde directe schade. Vorderen van de schade. SODA sluit een overeenkomst met U-OV/Qbuzz B.V. voor het verhalen van schade ten gevolge van deze incidenten. In het kader van de privacywetgeving zullen tevens een bewerkersovereenkomst en een overeenkomst melding datalekken worden gesloten. U-OV/Qbuzz B.V. levert de gegevens voor de aansprakelijkstelling aan SODA. Deze gegevens bestaan uit: Locatie, dag, datum, tijdstip NAW-gegevens van de dader Bedrag aan directe en indirecte schade. Lastgeving aan SODA in rechte te treden. (Cessie ter incasso) SODA stelt de aansprakelijkstelling op en verzendt deze aan de dader. Voorts maant zij zo nodig tweemaal tot betalen. Bij niet betalen zal het incassobureau de vordering overnemen. Bij niet betalen op de gebruikelijke aanmaningen van het incassobureau, zal een advocaat de debiteur sommeren tot betaling. SODA hanteert incassokosten volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten met een verhoging van 21% BTW voor het niet BTW-plichtige deel van de vordering. ©ov Qbuzz PJLITIE so Blijft desondanks betaling in de minnelijke fase uit, dan zal met U-OV/Qbuzz B.V. overlegd worden over de te nemen vervolgactie. Deze actie kan bestaan uit het voegen in het strafproces of de zaak voorleggen aan de civiele rechter. de vordering als oninbaar beschouwen. - - - Indien de vordering wordt voorgelegd aan de rechter (voegen in het strafproces of in een civiele procedure) zal uiteindelijk de schadevergoeding rechtstreeks worden toegewezen aan de benadeelde (U-OV/Qbuzz B.V.). SODA zal haar kosten in dat geval in rekening brengen aan U-OV/Qbuzz B.V. Indien U-OV/Qbuzz B.V. na overleg kiest om de vordering voor te leggen aan de civiele rechter, kan SODA desgewenst een advocaat/deurwaarder inschakelen om de procedure aanhangig te maken en te begeleiden. De kosten die hieraan verbonden zijn, zullen eerst ten laste komen van U-OV/Qbuzz B.V. Zodra het schadebedrag is ontvangen zal na inhouding van de kosten voor bemoeienis van SODA het bedrag aan U-OV/Qbuzz B.V. worden overgemaakt. In die gevallen dat na betaling van de dader alsnog vrijspraak volgt, zal het aan SODA betaalde bedrag aan de dader wordt terugbetaald en worden verrekend met U OV/Qbuzz B.V. Gegevensuitwisseling tussen de benadeelde (U-OV/Qbuzz B.V.) en SODA. De gegevensuitwisseling van U-OV/Qbuzz B.V. naar SODA gaat per email over een beveiligde verbinding (TLS en PKI Overheidscertificaat). Dit betekent dat de gegevens versleuteld worden verzonden en beveiligd zijn tegen onderschepping. U-OV/Qbuzz B.V. verzendt de gegevens in een XML-format. U-OV/Qbuzz B.V. levert GBA geverifieerde, NAW gegevens. Alle andere correspondentie dan het indienen van een claim, zal uitsluitend aan de hand van het door SODA toe te wijzen administratienummer plaatsvinden. SODA zal de gegevens volgens de daarvoor geldende normen behandelen en bewaren. In dit kader zal een bewerkersovereenkomst in de zin van de WPG (art 14) worden aangegaan. Periodiek levert SODA een rapportage van de stand van zaken (totaal ingediend, (deels) ontvangen, opgelegd, in behandeling), zowel in aantallen als bedragen aan U OV/Qbuzz B.V. Gegevensuitwisseling met betrokken partijen. Op verzoek kunnen OM, politie en de betrokken advocaat, zich op de hoogte stellen van het verloop van een bepaalde zaak. In alle andere gevallen zal de informatie van dien aard zijn dat zij niet tot de persoon herleidbare gegevens bevatten. Informatie aan de pers zal pas na overleg met U-OV/Qbuzz B.V. worden gegeven. ©ov Qbuzz PuLITIE SO DA Aankondigingen over de aanpak. Om optimaal van het preventief effect van de aanpak te profiteren zal de reiziger van meet af aan op de hoogte moeten zijn dat in het betreffend 0V-middel de aanpak geldt. Om dit doel te bereiken neemt de afdeling communicatie van U-OV/Qbuzz B.V. het voortouw om signing en perspubliciteit in te zetten. Bij het opzetten van de communicatie zal zoveel mogelijk gelijke tred gehouden worden met de communicatie uitgangspunten in het genoemd Actieprogramma. Op de website van U-OV/Qbuzz B.V. zal de aanpak worden aangekondigd met een link naar de website van SODA. Op www.so-da.nl zal een apart deel worden ingericht voor deze aanpak. De politie zorgt voor voorlichting aan de betrokken medewerkers over de toepassing van directe aansprakelijkstelling in het CV. Met de betreffende gemeenten wordt in vroeg stadium afgestemd. Instructie van de BOA’s. Bij de aanhoudingssituatie hebben de BOA’s een rol om de verdachte te informeren over de directe aansprakelijkstelling. Daarbij is kennis noodzakelijk van de voorwaarden die artikel 162 uit het zesde boek van het Burgerlijk Wetboek aangeeft. Voorts zullen de toezichthouders op de hoogte moeten zijn van de bedoelingen van de maatregel. In een compacte praktische instructie zullen de BOA’s en toezichthouders hierover geïnformeerd worden. Ervaringen met de aanpak. Inmiddels zijn er ruim 10.000 winkelbedrijven die na winkeldiefstal €181,- vorderen i.v.m. de oponthoud en overlast. Door deze aanpak daalde de winkeicriminaliteit met meer dan 40% (politiecijfers). Deelnemers rapporteerden bovendien een halvering van de diefstalschade. De betaalmoraal van de winkeldieven blijkt hoog. Binnen 6 weken na de delict datum heeft 60% betaald. Uiteindelijk is de verhaalscore 80%. Een aantal grootwinkelbedrijven die met deze aanpak werkt, incasseert hierdoor meer dan €100.000,- per jaar. Een garantie op deze scores voor de aanpak binnen het 0V is niet mogelijk omdat de omstandigheden, het delict en de hoogte van het schadebedrag verschillen. De daderprofielen in het actieprogramma duiden in 90% op meerderjarige daders waarbij vaak problemen zijn met o.a. werk en financiën. Tevens blijkt dat ongeveer de helft psychische problemen heeft. Hierdoor kan de vopr schadeverhaal noodzakelijke verwijtbaarheid van het gedrag in het geding komen. Dat betekent dat de verhaalscore lager zal zijn. De merkbare positieve effecten op het gebied van sociale veiligheid lijken echter niet in het geding omdat afgezien van de verhaalkans, de dader direct geconfronteerd wordt met de financiële schade die zijn gedrag veroorzaakt ov Qbuzz Pu L 1 T 1 E so DA Wie is SODA. SODA is de bedenker en ontwikkelaar van de aanpak directe aansprakelijkstelling (voorheen OverlastDonatie). Sinds 2007 voert zij deze aanpak uit in de detailhandel voor de delicten winkeldiefstal en huisvredebreuk. Hierdoor beschikt zij over een ruime ervaring in het uitvoeren van de aanpak. Het netwerk dat hierbij is ontstaan, de juridische kennis en de ervaring zet SODA in om de aanpak door te ontwikkelen voor toepassing in het Openbaar Vervoer. Wie is DAAD. De onafhankelijke landelijke stichting Directe Aansprakelijkstelling Aan Daders (DAAD) heeft als doel toe te zien op een zorgvuldige uitvoering van de aanpak directe aansprakelijkstelling. DAAD streeft er dus naar om een eenduidige en zorgvuldige uitvoering te bevorderen om plegers van criminaliteit civielrechtelijk aansprakelijk te stellen voor de schade die zij veroorzaken. DAAD waakt over de kwaliteit van de uitvoering van de aanpak en biedt de betrokken partijen een klachtenregeling en een onafhankelijke klachtencommissie. DAAD stelt hiervoor kwaliteitscriteria op, beheert deze en toetst de naleving in de praktijk. DAAD houdt daarnaast zicht op juridische kaders en laat deze bewaken. De stichting DAAD heeft een Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de wijze waarop de stichting DAAD haar taken uitvoert. In de Raad van Toezicht van DAAD hebben het Ministerie van Veiligheid en Justitie, de politie, VNO/NCW, MKB Nederland en het Verbond van Verzekeraars zitting. Daarnaast wordt de Raad van Toezicht waar nodig bijgestaan door een financieel en een juridisch adviseur. Kosten. De verhaalkosten voor de indirecte schade ad €50,- excl. BTW. brengt SODA uitsluitend in rekening na een succesvolle incasso. Voor het verhalen van de directe schade hanteert SODA een tarief van 15% van het direct schadebedrag. Kosten voor introductie, instructie, drukwerk, voorlichting etc. komen voor rekening van U-OV/Qbuzz B.V. ov Qbuzz P L1T1 E so DA Relevante wetgeving Wetgeving. Artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek 1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden. 2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond. 3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. Artikel 6:164 Burgerlijk Wetboek Een gedraging van een kind dat de leeftijd van veertien jaren nog niet heeft bereikt, kan aan hem niet als een onrechtmatige daad worden toegerekend Artikel 6:166 Burgerlijk Wetboek 1. Indien één van tot een groep behorende personen onrechtmatig schade toebrengt en de kans op het aldus toebrengen van schade deze personen had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband, zijn zij hoofdelijk aansprakelijk indien deze gedragingen hun kunnen worden toegerekend. 2. Zij moeten onderling voor gelijke delen in de schadevergoeding bijdragen, tenzij in de omstandigheden van het geval de billijkheid een andere verdeling vordert. Artikel 70 Wet personenvervoer 2000 1. Het is verboden zonder hiervoor geldig vervoerbewijs gebruik te maken van het openbaar vervoer, alsmede, voor zover de vervoerder zulks duidelijk kenbaar heeft gemaakt, van de daartoe behorende voorzieningen. 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde gevallen. ©ov Qbuzz PLITIE so Artikel 72 Wet personenvervoer 2000 Het is een ieder verboden zich in een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig dan wel in of in de onmiddellijke nabijheid van een station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften zodanig te gedragen dat orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang wordt of kan worden verstoord. Artikel 73 Wet personenvervoer 2000 Een ieder is verplicht de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang op te volgen die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt. ©ov Qbuzz PLITIE :DA Gemeente Rotterdam Onderwerp: Bijdrageverzoek pilot bodycams Postadres: Postbus 70012 3000 KP Rotterdam Internet: rotterdam.nh/veilig Van:I10,2.e Telefooni 1 0.2.e E-maiI 1 0.2.e Kenmerk: 2113954 Retouradres: Postbus 70012, 3000 KP Rotterdam Datum: 6 december 2016 Ministerie van Veiligheid en Justitie, Directoraat-Generaal Straffen en Beschermen, Portefeuille High Impact Crimes T.a.v.I1O.2.e Postbus 20301 2500 EH Den Haag GeachtellO.2.e 1’ Uw ministerie heeft samen met het Ministerie van lenM het actieprogramma Sociale veiligheid in het openbaarvervoer gelanceerd met als doel maatregelen te treffen die tot merkbare effecten leiden voor werknemers en reizigers met betrekking tot de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Een van de maatregelen uit dit plan is het gebruik van bodycams door personeel van de vervoersmaatschappij. Ook in Rotterdam vinden er meerdere malen paar jaar incidenten in het openbaar vervoer plaats zoals overvallen en ander geweld tegen personeel van de vervoersmaatschappij RET. De gemeente Rotterdam wil samen met vervoersmaatschappij RET graag de pilot bodycams draaien. Om deze pilot uit te voeren is de volgende begroting opgesteld: Omschrijving Kosten Ontwikkelingskosten Inrichten website en ‘visite’kaartjes Bodycam Borstharnas Lederen hoesje Multi-doc Software Gebruikerstraining Onderhoud bodycam Vervanging bodycam Aanpassing SVS, Diver, Backoffice Totaal € 750,00 50 50 50 2 € 30.000,00 € 3.500,00 € 1.800,00 € 1.200,00 € 400,00 10% 5 € 3.000,00 € 40.650,00 Blad: Datum: 2/2 7juli 2016 De totale kosten van het project bedragen € 59.150,00, het verschil tussen deze twee bedragen komt voor rekening van het RET. De pilot start 15 december 2016 en eindigt 15 december 2017. De gemeente Rotterdam verzoekt u in het kader van voornoemde aanpak van geweld in het openbaar vervoer om een bijdrage van in totaal € 40.650,00,- voor de hierboven genoemde pilot. Bij toekenning van de gevraagde bijdrage zijn de betalingsgegevens de volgende: NL88ABNAO6O1 110595 van de ABN AMRO bank, ten name van gemeente Rotterdam RSO inkomende subsidies onder vermelding van RET. Hoogachtend, 1O.2.e Stadsmarinier High Impact Crimes Gemeente Rotterdam Ministerie van Infrastructuur en Milieu Kerngroep sociale veiligheid Bestuurskern Dir.Openbaar Vervoer en Spoor Afd. 0V en Stations Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag CpntactDersoorl 1102e Coördinerend beleidsmedewerker agenda 1O.2.e Betreft Kerngroep sociale veiligheid Vergaderdatum 15 december 2016 Vergadertijd 10:00 Vergaderplaats NS trefpunt, Utrecht 1. 2. 3. - Datum 7 december 2016 Bijlage(n) ‘‘t 12:00 uur Opening, mededelingen en vaststelling agenda Actualiteiten • Bestuurlijk overleg 25 oktober 2016 (verslag is bijgevoegd) • Brief BOA’s (zie bijlage) • Terugblik VAO Stand van zaken maatregelen start Q4 2016: 1.1 1.4 2.4 2.6 3.1 4.3 5.1 Maatregel 1.la Evaluatie pilots en kennisdeling met gebruik pin apparaten in stad- en streekvervoer 1.1.b Niet langer cash in de bus Doorontwikkeling app NS digitaal handhaven, zodat BOA’s in het gehele openbaar vervoer toegang hebben tot gegevens uit het GBA en RDW 0V-bedrijven stimuleren aangifte, onder andere door inzet eigen BOA’s en door de werknemer o.v.v. ‘VPT code’ Verbeteren en vergroten bekendheid VPT binnen politie Platform Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer voor kennisuitwisseling, eigenaarschap van data en opleiding. Zie_bijgevoegd_voorstel Training omgaan met personen verward gedrag. Uniformering van de terminologie en incidentregistraties Trekker Vervoerders NS Vervoerders Politie IenM DOVA VenJ/HIC DOVA Pagina 1 van 2 4. Vooruitblik maatregelen start Q1 2017: 1.2 1.3 2.la 2.lb 2.5 4.1 5.2 5. Maatregel Pilot bodycams risicolijn per sector en kennisdeling (NS heeft evaluatie en materiaal beschikbaar) Benutten belleden bodycams Intentie landelijk convenant onderlinge samenwerking_OV-BOA’s Verkennen mogelijkheden derden inhuur BOA’s in het 0V-domein Verbeteren standaard binnen l4dgn terugkoppeling over de stand van zaken_aangifte Leren via een app on the job (icm BOA app onder 1.4) Onderzoek koppeling gegevens incidentregistratie vervoerders en politie Bestuurskern Trekker VenJ/HIC NS VenJ/HIC Vervoerders Dir.Openbaar vervoer en Spoor Afd. 0V en Stations Datum 1 december 2016 Ven] Politie VenJ/HIC NS IenM VenJ Afspraken en rondvraag Pagina 2 van 2 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Bestuurskern Dir.Openbaar Vervoer en Spoor Afd. 0V en Stations Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 2500 Ex Den Haag Contactpersoon 110.2e 1 Senior beleidsmedewerker verslag 1O.2.e Datum 23 december 2016 Betreft Vergaderdatum en -tijd Vergaderplaats Deelnemers 1. Kerng roep Integraal Actieprog ra mma Sociale Veiligheid 15 december 2016 10:00 Bijlage(n) 1 Utrecht, NS, Laan van Puntenburg (Arriva), 1O.2.e I1O.2.e I(Connexxion), I(RET), 1O.2.e I1O.2.e I(HTM), j(CCV),jl Q.2.e [TÔ.2.e j(VVMC),l1O.2.e f 1O.2.e I(CNV),l1O.2.e I(NS),____ (DOVA), Ii O.2.e I(OV-Oost),110.2.e 1 1 O.2.e 1O.2.e 1 (politie),1102e l(VenJ),1102e 1 1 O.2.e 1 (VenJ), O.2.e 1 (VenJ), 110.2e 1 1O.2.eI(1enM) enhlo2e I(vz, IenM) Opening, mededeling en vaststelling agenda De Tweede Kamer heeft gevraagd of er in de voortgangsrapportage ook aandacht kan zijn voor de spuugkit. Deze maatregel staat niet in het plan van aanpak, maar er is wel een aantal, dat er ervaring mee heeft opgedaan. Voortgang hiervan kan meegenomen worden in de voortgangsrapportage van het integraal Actieprogramma Sociale Veiligheid. Actie IenM. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan het verzoek van mw. Helder (PVV) om periodiek geïnformeerd te worden over het integraal actieprogramma Sociale Veiligheid, zoals werd verzocht tijdens het AO Strafrechtelijke Onderwerpen jI. 2. Actualiteiten • Bestuurlijk overleg van 25 oktober 2016: Het verslag van het Bestuurlijk overleg is als bijlage bij de agenda gevoegd. Er wordt gewerkt aan een eenduidige registratie, ook in de samenwerking met de politie. Er is een grote bereidheid tot samenwerking en informatiedeling. • Brief BOA’s: Brief BOA’s (was een toezegging aan de Kamer is als 9 biila bij de agenda e toegevoegd en wordt kort toegelicht doorllO.2.e De vervoerders hebben aangegeven dat er een tekort is aan beschikbare BOA-capaciteit op piekmomenten. Op basis hiervan gaan de vervoerders verkennen of het mogelijk is te komen tot een landelijk samenwerkingsconvenant om flexibele inzet van BOA’s te vergroten. Het gaat dan om drie aspecten: Pagina 1 van 4 1) het uitwisselen van BOA’s tussen vervoerders onderling; 2) het extern inhuren van particuliere BOA’s; 3) het inzetten van BOA’s op meerdere BOA-domeinen. geeft aan dat alle drie deze punten momenteel wordt 1O.2.e 11 bezien.I11 Bestuurskern Dir.Openbaar Vervoer en Spoor Afd. 0V en Stations Datum 23 december 2016 11 1O.2.e • 1. I1O.2.e roept ae aanwezigen op vanuit nun praKtijKervaring input te ieveren. Terug blik Voortgezet AIemeen Overle met de Tweede kamer n.a.v. AO Sociale Veiligheid 13 sentemberil.: Er is een aantal moties aangenomen: Motie van Toorenburg/ Van Helvert verzoekt de regering, zich in te spannen de maatregel tot dubbele bemensing op risicolijnen en risicomomenten uit te voeren voor het einde van het tweede kwartaal van 2017 en de Kamer hierover te informeren. NS heeft met de vakbonden afgesproken dat dit uiterlijk het tweede kwartaal van 2017 gerealiseerd is. Ook geeft NS aan dat het hier om een pilot gaat die na verloop van tijd geëvalueerd zal worden. 2. Motie Van Toorenburg/Van Helvert verzoekt de regering, in overleg met de openbaarvervoersector een plan op te stellen zodat alle problemen rondom sociale veiligheid in het openbaar vervoer veilig gemeld kunnen worden en de Kamer hierover te informeren. Dit is opgenomen in het integraal actieprogramma en wordt meegenomen in de (tweede) evaluatie van het WODC over de 8 maatregelen. 3. Motie Belhaj/Van Helvert verzoekt de regering om in aanvulling op de lopende maatregelen en in overleg met de streekvervoerders, de stadsvervoerders, de NS en de diensten van politie en justitie, te komen tot één landelijk werkend en geïntegreerd data-analysesysteem waarbinnen de zogenaamde ABC-da ta gedeeld worden (VenJ). DOVA licht de stand van zaken van het onderzoek van MuConsult toe over de ABC data registratie. 4. Motie De Boer verzoekt de regering, met lokale en regionale overheden en de openbaar vervoer sector te bespreken of en zo ja hoe het ophangen van camera’s aan de buitenkant van bussen kan bijdragen aan preventief en repressief toezicht, en daarbij de Wet Bescherming Persoonsgegevens in acht te nemen, en de Kamer in het voorjaar van 2017 over de voortgang te informeren. 11 De streekvervoerders 11 hebben al proeven met camera’s aan de voorkant van de bus gedaan. Het juridische traject kostte veel tijd. Wat betreft het privacy aspect is dus al ervaring opgedaan. Deze kennis kan gedeeld worden. De politie zal daarom het juridisch kader aanleveren. Actie politie Naar aanleiding van deze motie bespreken de partijen kort met elkaar het plaatsen van camera’s op andere plaatsen in de bus of in alle abri’s. Partijen zijn het met elkaar eens dat het middel het doel moet dienen. Pagina 2 van 4 5. Er is een motie aangehouden: Motie de Boer/Hoogland: verzoekt de regering om, in samenwerking met de vervoerders te komen tot een gezamenlijke registratie en aanpak van zwartrijden in het openbaar vervoer. Deze is aangehouden in verband met evaluatie reisverbod. Bestuurskern Dir.Openbaar Vervoer en Spoor Afd, 0V en Stations 23december 2016 Toezegging: De Minister van VenJ heeft toegezegd om de 8 maatregelen die afgesproken zijn in maart 2015 om de sociale veiligheid te verhogen nogmaals te evalueren op hun effect en deze voor het zomerreces 2017 aan de TK te sturen. Actie VenJ En er lag nog een motie bij VenJ waarbij de politie binnen 14 dagen na aangifte terug moet koppelen over het verloop ervan. 0V Oost licht toe dat zij gebruik maken van casemanagers, waardoor de personen die de aangifte doen, meer betrokken worden bij de afhandeling ervan. 3. Stand van zaken maatregelen start Q4 2016 1.la. Evaluatie pilots en kennisdeling met gebruik van pinapparaten in stad- en streekvervoer; b. Niet langer cash in de bus Dit loopt. In sommige gevallen is het bedrag dat de chauffeurs bij zich hebben verlaagd en er lopen een aantal pilots met cashloos betalen. Ook wordt het streven van de vervoerders om vanaf 1 januari 2018 cashloos te betalen in de bus genoemd. In de concessie in Almere is cashloos betalen al als verplichting opgenomen, terwijl tegen het GVB geprocedeerd wordt omdat een reiziger vindt dat geld een wettelijk betaalmiddel is en hij er dus een kaartje mee moet kunnen kopen in het openbaar vervoer. 1.4 Doorontwikkelen app NS digitaal handhaven, zodat BOA’s in het gehele openbaar vervoer toegang hebben tot gegevens uit het GBA en RDW NS heeft al een eerste versie uitgerold, nu wil NS samen met de andere vervoerders de doorontwikkeling verder verkennen. NS zal de andere vervoerders uitnodigen voor een zogenaamde ‘Challenge’. Actie NS 2.4 0V-bedrijven stimuleren aangifte, onder andere door inzet eigen BOA’s en door de werknemer o.v.v. ‘VPT code’ Dit loopt. ELA wordt meegenomen in de herhalingsopleiding en de nieuwe opleiding. ELA is breder is VPT. RET vertelt dat zij medewerkers hebben waar slachtoffers aangifte kunnen doen.I1 1 Iii IHet opnemen van een afgifte door een collega is alleen mogelijk als er geen letsel en geen dader is en binnen 24 uur. 2.6 Verbeteren bekendheid VPT binnen politie. De portefeuillehouder heeft bij zijn collega’s nogmaals de VPT procedure onder de aandacht gebracht en erop geattendeerd dat hieraan aandacht gegeven moet worden tijdens de algemene briefing. NS vertelt naar aanleiding van dit punt dat zij een introductiefilmpje hebben gemaakt om een en ander bespreekbaar te maken en de nut en noodzaak van het doen van aangifte te benadrukken. Ook tijdens de week van de veiligheid is hier, op medewerkersniveau, aandacht aan gegeven. Ii 02.e Ikan deze informatie delen. Actie NS. Ook wordt er aangegeven dat VenJ een proef doet genaamd_‘zicht op situatie’. Met deze proef kan de status van de aangifte gevolgd worden.IjO.2eI vraagt bij collega na over deze pilot en zal terugkoppelen. Actie Ven). O.2.e Ii Pagina 3 van 4 3.1 Platform Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer voor kennisuitwisseling, eiaenaarschao van data en opleiding. Btuurskern r)ir.openbaar Vervoer en spoor Jd. 0V en Stations 11 Datum 23 december 2016 11 1 IenM zal de volgende keer de verdere uitwerking van het platform bespreken. Actie IenM 1 4.3 Training omgaan met personen verward gedrag. Voorbereiding door VenJ is inmiddels gestart. Er is contact gezocht met NS. NS heeft al een training m.b.t. verward gedrag gebruikt. In januari is er een afspraak tussen Ven] en de NS gepland. Ven] stelt voor om, gezamenlijk met alle vervoerders, hier in op te trekken. Opgemerkt wordt dat er in regio Oost ook ervaring met een training is. neemt contact op metllO2e 1O.2.e Actie Ven) r: . 5.1 Uniformering van de terminologie en incidentregistraties. Bij dit project gaat het sec om de A-B-C-methodiek. Vervoerders blijven zelf verantwoordelijk over hoe ze met de registratie omgaan. 4. Vooruitblik maatregelen start Q1 2017 1.2 Pilot bodycams risicolijn per sector en kennisdeling 1.3 Benutten beelden bodycams 2. la Intentie landelijk convenant onderlinge samenwerking OV-BOA ‘s 2.lb Verkennen mogelijkheden derden inhuur BOA’s in het 0V-domein 2.5 Verbeteren standaard binnen 14 dgn terugkoppeling over de stand van zaken aangifte 4.1 Leren via een app on the job (icm BOA app onder 1.4) 5.2 Onderzoek koppeling gegevens incidentregistratie vervoerders en politie Deze tabel wordt ter kennisgeving aangenomen. Tijdens de volgende bijeenkomst met de kerngroep komen deze maatregelen specifiek aan de orde. Er wordt kort iets gezegd over de pilot bodycams. RET was van plan dit in te zetten tijdens oudjaarsnacht 2016, maar de termijn blijkt niet realistisch. Verder zegt CCV toe documentatie rond te sturen over het benutten van de beelden bodycams. Actie CCV 5. Afspraken en rondvraag Istipt de problematiek rondom uitgeprocedeerde asielzoekers en 1102.e gebruik van het 0V aan. Ven] zal terugkoppelen hierover. Actie Ven) De nationale Ombudsman heeft aangekondigd een onderzoek te gaan doen naar aanleiding van klachten over BOA’s. NS en vervoerders zullen gezamenlijk een reactie opstellen. De volgende kerngroep vindt plaats op 12 maart bij CCV in Utrecht. - - - Pagina 4 van 4 Woensdag 21 december spreek je met Hellen van Dongen, directeur Openbaar Vervoer en Spoor van lenM. Achtergrond Hellen van Dongen (46)15 de directeur Openbaar Vervoer en Spoor bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu (sinds 15 september 2014). Drs. H.A.M. (Hellen) van Dongen is sinds 2011 directeur Telecommarkt bij het ministerie van Economische Zaken. Daarvoor vervulde zij verschillende managementfuncties bij dit ministerie onder andere bij de directie Handelspolitiek. Hellen van Dongen studeerde Rechtsgeleerdheid in Leiden, richting staatkundig internationaal. Zij volgde van 2007 tot 2011 het Kandidatenprogramma van de Algemene Bestuursdienst. Directeur-generaal Bereikbaarheid Lidewijde Ongering zegt over de benoeming: “Hellen van Dongen heeft zich als directeur bij EZ ruimschoots bewezen door goede resultaten te bereiken binnen een dynamisch beleidsterrein, dat net als het 0V en Spoor, burgers direct raakt en dat continue in de aandacht staat van politiek en media.” Samenwerking Vanuit de portefeuille HIC werken we sinds het begin van dit jaar samen met lenM op het dossier sociale veiligheid in het Openbaar Vervoer om het geweld tegen het personeel van de vervoerders terug te dringen.1 1 hebben onlangs het actieprogramma Sociale Iwe Veiligheid in het Openbaar Vervoer (bijlage) opgeleverd. Het actieplan is tot stand gekomen in samenwerking met alle bij het 0V betrokken partijen. Hierin staan acties voor de diverse partijenTfl r1 Momenteel wordt gewerkt aan de uitvoering van het plan en de eerste resultaten zijn zichtbaar, zo gaan we in Rotterdam (bij de RET) een pilot starten waarbij de conducteurs worden uitgerust met bodycams: Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradrcs Postbus 20301 2S00 EH Den haag DirectoraatGeneraaî Straffen en Beschermen Directie Beschermen. Aanpakken en Voorkomen 2 DSP Gemeente Rotterdam T.a.v. O.2.e Postbus 70012 3000 KP ROTTERDAM Ii Turfmarkt 147 2511DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.n!venj Datum 22 december 2016 Onderwerp Toekennen bijdrage aanpak veiligheid Openbaar Vervoer gemeente Rotterdam Ons kenmerk 2020479 Bij beantwoording de datrni en ons kenmer& verme!den. Wilt u slechts één raak 10 uw brief behandelen. Geachte 110.2.e Bij brief, ontvangen op 6 december, verzoekt u namens de gemeente Rotterdam om een financiële bijdrage ten behoeve van de aanpak van geweld in het Openbaar Vervoer. Beoordelen aanvraag Positief wordt gewaardeerd dat u ook een bijdrage wilt leveren aan de aanpak van geweld in het Openbaar Vervoer. Op 26 oktober heb ik een plan van aanpak van geweld In het Openbaar Vervoer naar de Kamer gestuurd. Een van de acties uit het plan van aanpak Geweld in het Openbaar Vervoer is het uitrusten van Boa’s met bodycams. U geeft aan het op prijs te stellen indien deze pilot kan plaats vinden bij het RET in Rotterdam. U verzoekt hiervoor om een gedeeltelijke financiering vanuit het Rijk ten bedrage van in totaal C 40.650,00 Inclusief BTW. Begroting Bodycam Omschrijving Bedrag Ontwikkelingskosten Kosten RET Inrichten website en “visite”kaartjes € 750,00 Bodycam 50 C 30.000,00 Borstharnas 50 € 3.500,00 Lederen hoesje 50 C 1.800,00 2 € 1.200,00 _Multi-doc Software € 400,00 Gebruikerstraining Kosten RET Onderhoud bodycarn 10% € 3.000,00 Vervanging bodycam 5 Kosten RET Aanpassing SVS Totaal , Diver, Backoftice Kosten RET C 40.650,00 Pagina 1 van 3 De besteding van deze bijdrage biedt goede mogelijkheden om het geweld in het Openbaar Vervoer structureel te reduceren. De besteding van deze bijdrage past daarmee binnen de portefeuille Aanpak High Impact Crimes, die gemeenten, politie en OM ondersteunt bij het terugdringen van het aantal High Impact Crimes Directoraat-Generaal Straffen en Beschermen Directie Beschermen, Aanpakken en Voorkomen 2 DSP Datum 22 decembor 2016 Ons kenmerk 2020479 Beslissing Gezien het gestelde in de aanvraag wordt hierbij voor de in de aanvraag genoemde activiteiten een maximale bijdrage van in totaal t 40.650,00 (mcl. BTW), te besteden in de periode van 15 december 2016 tot 1 december 2017, beschikbaar gesteld. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat aan de toekenning van deze bijdrage niet het recht kan worden ontleend dat automatisch opnieuw een bijdrage wordt toegekend na beëindiging van de bijdragetermijn. Na de bijdragetermijn wordt opnieuw beoordeeld of toekenning van de bijdrage in het belang is van de bijdrageverstrekker. Het toegekende bedrag van de bijdrage zal aangewend worden in overeenstemming met de bijgevoegde aanvraag en begroting onder de hierna te noemen voorwaarden. Voorwaarden Inhoudelijk U rapporteert over de inhoud, voortgang en bevindingen van de voorstellen op de volgende wijze: 1. Er vindt regelmatig overleg in de vorm van een viermaandelijkse update per e-mail met betrekking tot de stand van zaken aangaande de (pilot)projecten- plaats tussen u en het ministerie van Veiligheid en Justitie; 2. Een inhoudelijke eindrapportage wordt uiterlijk 1 maart 2018 en onder vermelding van ons zaakkenmerk 2020463 aan de portefeuille Aanpak High Impact Crimes gestuurd, waarbij wordt ingegaan op de genoemde punten van beoordeling en de bevindingen. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat deze rapportages door de portefeuille Aanpak High Impact Crimes gebruikt kunnen worden ten behoeve van de jaarlijkse rapportage over de Aanpak High Impact Crimes aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal; 3. U zult medewerking verlenen aan evaluaties of onderzoeken die door of in opdracht van het portefeuillebureau worden uitgevoerd. — Pagina 2 van 3 Financieel 1. De toegekende bijdrage wordt in de periode van 15 december 2016 tot en met 1 december 2017 besteed; 2. Na ontvangst en beoordeling van uw inhoudelijk verslag wordt de bijdrage vastgesteld; 3. Indien de betreffende maatregelen waarvoor deze bijdrage is verleend niet of niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet tijdig of niet geheel aan de verplichtingen zal worden voldaan, doet u daarvan onverwijid melding; 4. Indien de betreffende activiteiten niet of niet volledig worden uitgevoerd, wordt de bijdrage naar rato lager vastgesteld en wordt hetgeen teveel is betaald door u aan het ministerie teruggestort; S. Het ministerie van Veiligheid en Justitie houdt zich het recht voor om een steekproefsgewijze controle uit te voeren. Directoraat-Generaal Straffen en Beschermen Directie Beschermen Aanpakken en Voorkomen 2 DSP Datum 22 december 2016 Ons kenmerk 2020479 Verstrekking informatie 1. U verstrekt aan de Minister van Veiligheid en Justitie of aan daartoe aangewezen natuurlijke of rechtspersonen kosteloos alle gegevens en inlichtingen die noodzakelijk zijn in het kader van de uitvoering en het toezicht op de verlening van deze bijdrage; 2. U verstrekt aan de Minister van Veiligheid en Justitie of aan daartoe aangewezen natuurlijke of rechtspersonen kosteloos alle producten of afgeleiden hiervan waarvoor deze bijdrage is bedoeld. Betaling Binnen vier weken wordt de financiële bijdrage zijnde C 40.650,00 (inclusief BTW) aan u overgemaakt op rekeningnummer NL88 ABNA 0601110595, ten name van gemeente Rotterdam RSO onder vermelding van pilot RET. Na ontvangst van het schriftelijke verslag, wordt de definitieve bijdrage vastgesteld. Ik wens u succes toe met de uitvoering van uw werkzaamheden. Hoogachtend, De Minister van Veiligheid en Justitie, lmens deze 1O.2.e Pagina 3 van 3