PDF - Calvary Chapel Haarlemmermeer

advertisement
40084 – Mattheüs 16:13-20 De belijdenis van Petrus maakt mij een collega van God
I. In mijn voorbereiding op de studie van vanmorgen ging ik op
zoek naar de belangrijkste levensvragen die men zichzelf, anno
2014 moet stellen.
Er zijn natuurlijk verschillende oogpunten waaruit de vragen
voort kunnen komen. Als je bijv. een evolutionist zijn top 10
levensvragen op laat schrijven dan zal zijn top 10 er anders uit
zien dan als je het aan een Buddhist zal vragen.
Waar ik naar zocht en wat ik ook gevonden heb zijn meer algemene levensvragen die een doorsnee Nederlander evt. zou
stellen. Dit is wat ik gevonden had: (PowerPoint)
A. Top 10 van levensvragen die u zichzelf kunt stellen:
B. Dit zijn op zich geen verkeerde vragen, maar ik zou deze
persoonlijk niet als de top 10 levensvragen beschouwen.
C. Wat hebben deze 10 vragen gemeen?
i. Zij hebben allemaal met het tijdelijke, vergankelijke en
kwetsbaar leven hier op aarde te maken.
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 08 juni 2014
Pagina 1 van 11
40084 – Mattheüs 16:13-20 De belijdenis van Petrus maakt mij een collega van God
II. Waar wij vanmorgen in onze studie van het Evangelie van
Mattheüs naar gaan kijken is DE allerbelangrijkste vraag die
men zichzelf hoort te stellen.
A. Want, deze vraag weegt oneindig veel zwaarder dan alle
andere levensvragen bij elkaar opgeteld. En het is een vraag
waarmee elk mens te maken zal krijgen.
Vanmorgen pakken wij het op in Mattheüs 16:13
Mattheüs 16:13-20
Vers 13-14 – “13Toen Jezus gekomen was in het gebied van
Caesarea Filippi, vroeg Hij aan Zijn discipelen: Wie zeggen de
mensen dat Ik, de Zoon des mensen, ben? 14Zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper, en anderen: Elia, en weer anderen: Jeremia of een van de profeten.”
I. Jezus bracht Zijn twaalf discipelen naar Caesarea Filippi omdat
Hij zich steeds meer terug trok van de Joodse menigten zodat
Hij zich steeds meer kon richten op het toerusten van de 12.
A. Caesarea Filippi ligt zo’n 45 km noord-oost van het Meer
van Galilea en de inwoners waren voornamelijk niet Joods.
B. Het was een bolwerk van afgoderij. Als het ware stond er
op elke hoek een tempel van Baäl en in één van de bergrotsen
was een grot uitgehold waarvan men zei dat dat de geboorteplaats was van de natuurgod, Pan.
C. Ook stond er een wit marmeren tempel ter ere van Caesar,
de godheid van Rome.
i. En dus te midden van al deze religieuze relikwieën
stond Jezus daar met Zijn discipelen en stelde hen de
vraag: “Wie zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen, ben?”
II. “14Zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper, en anderen:
Elia, en weer anderen: Jeremia of een van de profeten.”
A. In Matteüs 14 zagen wij dat Herodes Antipas, die J.de
Doper had laten onthoofden, echt dacht dat Jezus, J.de Doper
was die uit de dood was opgestaan.
i. Het is dus goed mogelijk dat deze “sommigen” waarover de discipelen het hadden de opvatting van Herodes
aanhingen.
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 08 juni 2014
Pagina 2 van 11
40084 – Mattheüs 16:13-20 De belijdenis van Petrus maakt mij een collega van God
B. De profeet Maleachi (Mal.3:23) had geprofeteerd dat de
profeet Elia terug zou komen als voorloper van de Messias. In
hun ogen was dit dus een mogelijkheid.
i. Ook de wonderen en tekenen die Jezus deed, én de
boodschap van bekering deed men denken aan de bediening van Elia. Vandaar dat “sommigen” dachten dat Jezus,
Elia was.
C. Zowel Jeremia als Jezus spraken een oordeel uit over de
tempel. Beiden hadden negatief geprofeteerd over de toekomst van Israël.
i. Dus, op basis hiervan hadden “sommigen” deze vergelijking gemaakt.
III. De drie grote persoonlijkheden die hier genoemd worden,
geeft aan dat men Jezus zeer hoog hadden staan, maar helaas
niet hoog genoen, want zij zagen niet in dat Jezus daadwerkelijk de langverwachte Messias is.
IV. Zoals toen, geloven mensen vandaag de dag verschillende
dingen over Jezus, over Wie Hij was, over Wie Hij is.
A. Sommigen geloven dat Jezus een belangrijke profeet was.
Zelfs de Muslims geloven dit. (Isa)
B. Anderen geloven dat Jezus daadwerkelijk als mens heeft
bestaan en dat Hij heel veel goede dingen had gedaan.
C. Anderen geloven zelfs dat Jezus gekruisigd werd zoals het
in de Bijbel staat.
i. Maar zoals het voor de mensen in de tijd van Jezus niet
genoeg was om Hem hoog te hebben staan, om geweldige
dingen van Hem te denken, is het vandaag de dag ook
niet genoeg om te geloven dat Jezus een belangrijke profeet was, of dat men in de historische Jezus gelooft.
a. En daarom stelt Jezus de volgende vraag aan Zijn
discipelen én aan een ieder van ons vanmorgen:
Vers 15 – “15Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben?”
I. De “u” in deze vraag is nadrukkelijk, Jezus zegt met klem:
“Maar U, wie zegt U dat Ik ben?”
A. Jezus weet wat de menigten van Hem denken. En dat is
voor Hem minder belangrijk. Wat voor Jezus wél belangrijk is,
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 08 juni 2014
Pagina 3 van 11
40084 – Mattheüs 16:13-20 De belijdenis van Petrus maakt mij een collega van God
is wat Zijn discipelen, van Hem vinden; discipelen waarin Hij
reeds 2,5 jaar lang, dag-in-en-dag-uit heeft geinvesteerd.
i. Uiteindelijk draagt Jezus Zijn werk over aan hen, dus
het is van essentieel belang dat de discipelen zelf overtuigd zijn van Wie Jezus is. Vandaar de nadruk op “U”!
II. De “u” in deze vraag is ook meervoudig. Jezus stelt de vraag
aan al Zijn discipelen, dus ook aan ons vanmorgen.
A. Daarom vertegenwoordigd het antwoord dat Petrus in het
volgende vers geeft alle discipelen, ook ons, vanmorgen.
III. Dit is de allerbelangrijkste levensvraag die elk mens zichzelf
moet stellen: “Wie zeg ik dat Jezus is?”
A. Wie de mens gelooft dat Jezus is, Wie u/jij gelooft dat
Jezus is, is niet een zaak dat je kan blijven negeren. Misschien
vindt je dit totaal niet relevant. . .
B. Maar, uiteindelijk moet ieder mens bij God verantwoording
afleggen omtrent deze levensvraag.
i. Hebreeën 9:27 – “Eens moeten mensen sterven en
daarna volgt het oordeel.” (nbv)
a. En het oordeel komt neer op deze vraag: “Wie zeg
IK dat Jezus is?”
b.
Deze vraag heeft maar één juist antwoord. Vs. 16:
Vers 16 – “16Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God.”
I. Petrus belijdt hier dat Jezus dé Christus is.
A. Integenstelling tot wat velen denken is Christus niet de
achternaam van Jezus. Hij heet niet Heere Jezus Christus.
i. Nee. Heere is een titel, Hij is de Heere, de Meester, de
Koning der koningen en ik ben Zijn onderdaan.
ii. Jezus is Zijn naam. In het Hebreeuws is het Yeshua wat
afgeleid is van Yehoshua. Dit betekent “YHWH (of God),
de Verlosser”.
iii. En Christus spreekt van Zijn missie. Christus betekent
gezalfde, oftewel, Messias. Hij is de langverwachte Messias dat God vanaf Genesis 3 al had beloofd dat Hij komen
zou.
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 08 juni 2014
Pagina 4 van 11
40084 – Mattheüs 16:13-20 De belijdenis van Petrus maakt mij een collega van God
B. Door te belijden dat Jezus dé Christus is, zegt Petrus dat
Jezus de vervulling is van de honderden profetiën/voorspellingen van het O.T. in de Bijbel.
i. Petrus zegt hiermee dat het moment aangebroken is
dat God Zijn koninkrijk zal gaan vestigen.
ii. Petrus zegt hiermee dat Jezus de vervulling is van de
beloften in Jesaja 29:18, 35:5 en 61:1:
a. Mattheüs 11:5 – “blinden worden ziende en
kreupelen kunnen lopen; melaatsen worden gereinigd
en doven kunnen horen; doden worden opgewekt en
aan armen wordt het Evangelie verkondigd;”
1. Jezus, de Christus is de enige in heel de
geschiedenis van de mens die deze profetiën uit
Jesaja heeft vervult.
(i) Dus, dat Petrus hier zegt: “U bent de
Christus”, is helemaal juist!
II. En in tegenstelling tot alle afgoden van die tijd, die levenloos
waren, die uit hout, steen en metaal door de mens gemaakt
werden, belijdt Petrus dat Jezus de Zoon van de levende God
is.
A. Hiermee zegt Petrus dat Jezus Zelf de levende God is. Hier
betekent “Zoon van” dat Jezus dezelfde natuur heeft, dezelfde
essentie heeft als die van God de Vader.
i. En het is zo mooi om te zien dat omdat Jezus de belichaming van God is, dat wij ook daadwerkelijk kunnen
zien dat de God van de Bijbel een levende God is.
Vers 17 – “17En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Zalig bent
u, Simon Barjona, want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.”
I. Petrus heeft niet zelf bedacht dat Jezus de Christus is, de
Zoon van de levende God. Dit is aan Petrus door God Zelf geopenbaard.
A. Dit principe van openbaring gold toen en geld vandaag de
dag nog steeds.
i. De enige reden waarom ik een wedergeboren christen
ben, waarom ik een discipel van de Heere, Jezus Christus
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 08 juni 2014
Pagina 5 van 11
40084 – Mattheüs 16:13-20 De belijdenis van Petrus maakt mij een collega van God
ben, waarom ik Hem navolg en dien, is omdat God de Vader, d.m.v. de H.Geest Jezus aan mij geopenbaard heeft.
a. Het is geen eigen verdienste. Het is niet zo dat ik
na het wikken en wegen tot het besluit ben gekomen
dat Jezus inderdaad is Wie Hij beweert te zijn.
B. Nee, het is de H.Geest die de ongelovige mens Jezus laat
zien.
i. Johannes 15:26 – “. . .wanneer de Trooster is gekomen, Die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest van de
waarheid, Die van de Vader uitgaat, zal Die van Mij getuigen.
a. Jezus sprak deze woorden tot Zijn discipelen tijdens Zijn afscheidsspeech. En Hij zegt hiermee dat
wanneer de H.Geest gekomen is, d.w.z. met Pinksteren, dat Zijn hoofdtaak, Zijn core-business is om Jezus
als de Christus, als de Zoon van de levende God aan de
mens bekend te maken.
1. En zoals God dat aan Petrus bekend gemaakt
heeft, heeft God dat ook aan mij bekend gemaakt.
Vers 18 – “18En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra
zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen
haar niet overweldigen.”
I. In vers 17 noemt Jezus Petrus: “Simon Barjona”. Simon is zijn
geboortenaam, maar Jezus heeft hem de naam Petrus gegeven
toen Hij hem voor het eerst riep om Hem na te volgen.
A. Johannes 1:43 – “En hij leidde hem tot Jezus. Jezus keek
hem aan en zei: U bent Simon, de zoon van Jona; u zult Kefas
genoemd worden, wat vertaald wordt met Petrus.”
II. De naam Petrus betekent “kleine steen”. Het woord petra
waarop Jezus zegt dat Hij Zijn gemeente gaat bouwen betekent rots.
III. Ik geloof dat Jezus dit nadrukkelijk zegt om het contrast te
laten zien dat Petrus en de andere discipelen eigenlijk niet zo
indrukwekkend waren vergeleken met de onwankelbare steenrots waarop Jezus Zijn gemeente bouwt.
A. Maar, wat is die petra, wat is die rots waarop Jezus Zijn
Gemeente bouwt? De inhoud van de belijdenis van Petrus.
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 08 juni 2014
Pagina 6 van 11
40084 – Mattheüs 16:13-20 De belijdenis van Petrus maakt mij een collega van God
i. De petra waarop Jezus Zijn gemeente bouwt is het onwankelbaar feit dat Hij de Christus is, dat Hij de Zoon van
de levende God is, dat Hij God is.
ii. Luister goed: elke andere opvatting van Jezus wankelt,
op elke andere opvatting van Jezus kan niet gebouwd
worden, althans het zal niet staande blijven.
a. Dus, alhoewel de mormonen en de Jehova’s getuigen allebei beweren dat zij in Jezus Christus geloven,
geloven zij niet in de inhoud van Petrus’ belijdenis.
1. Zij hebben wel dezelfde vocabulaire of woordenlijst, maar zij hanteren een andere definitie.
IV. Ik vind het zeer bevrijdend en geruststellend dat Jezus degene is Die Zijn Gemeente bouwt. Tegelijkertijd voel ik me ontzettend verantwoordelijk voor de bouw van Zijn gemeente.
A. Want God heeft er bewust voor gekozen om mensen van
vlees en bloed te gebruiken om Zijn gemeente te bouwen.
B. God koos de twaalf discipelen aan wie Jezus Zijn missie
heeft overgedragen om Zijn missie voort te zetten.
C. 1 Korinthe 3:9a – “Want Gods medearbeiders zijn wíj.”
i. Markus 16:19-20 – “19De Heere dan is, nadat Hij tot
hen gesproken had, opgenomen in de hemel en heeft Zich
gezet aan de rechterhand van God, 20maar zij gingen
overal heen om te prediken, en de Heere werkte mee en
bevestigde het Woord door de tekenen die erop volgden.
Amen.”
D. Jezus bouwt Zijn Gemeente, maar Hij is teruggegaan naar
de hemel; lijfelijk is Jezus dus niet meer op aarde. Hoe zit dat
dan?
i. De Bijbel leert ons dat wij Gods medearbeiders zijn,
maar hoe ziet die samenwerking er uit hoe werken wij
samen met God, hoe werken wij samen met Jezus als Hij
er niet is?
a. Deze vraag wordt beantwoord met Pinksteren, wat
wij vandaag vieren.
E. In Handelingen 2, met Pinksteren werd de H.Geest op alle
discipelen uitgestort. Op dit moment in de geschiedenis van
de mensheid werd de kerk van Jezus Christus geboren en alle
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 08 juni 2014
Pagina 7 van 11
40084 – Mattheüs 16:13-20 De belijdenis van Petrus maakt mij een collega van God
discipelen ontvingen bovennatuurlijke kracht om de Gemeente
van Jezus Christus te gaan bouwen.
De H.Geest, ook de Geest van Christus genoemd krijgt inwoning bij mij als Zijn discipel en zó verricht Jezus Zijn bouwwerk door mij heen.
i. Jezus heeft mijn lichaam en mijn ziel als het ware
bezet met Zijn Geest. En zolang ik voorrang geef aan Zijn
Geest bouwt Jezus Zijn Gemeente door mij heen.
ii. Ik ben Zijn handen en voeten, Zijn stem, Zijn ogen, Zijn
hart voor de mens. Maar ik ben dat alleen als ik mezelf elke keer weer opnieuw aan Hem overgeef.
a. Want ik heb ook de keus om Jezus géén voorrang
te geven. Ik heb ook de keus om m’n eigen gang te
gaan, om m’n eigen ding te doen.
b. Ik heb ook de keus om door mijn eigen koppigheid en eigenwijsheid de Gemeente af te breken ipv
dat ik de Gemeente bouw.
c. Door mijn eigen koppigheid en eigenwijsheid kan
ik het geloof ín, en het vertrouwen óp God in mijn
broers en zussen afbreken ipv opbouwen.
1. Om dus een effectieve medearbeider van God
te kunnen zijn dien ik Hem in alles voorrang te
geven. Dien ik Hem de regie uit te laten voeren
over mijn leven.
V. En doordat God Zelf, d.m.v. Zijn H.Geest die bij de gelovigen
inwoning heeft, kan niets en niemand tegen de Gemeente van
Jezus Christus op, ook de satan niet.
A. Jezus zegt hier in vers 18: “en de poorten van de hel zullen
de Gemeente niet overweldigen.”
i. Poorten spreken van kracht en van macht. En Jezus
zegt hiermee dat zelfs alle kracht en alle macht van satan
en van de demonen, Zijn Gemeente, Zijn kerk niet kan tegenhouden en niet kan uitroeien.
a. En de reden waarom de Gemeente van de Heere,
Jezus Christus hier op aarde stand blijft houden is het
volgende: vers 19.
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 08 juni 2014
Pagina 8 van 11
40084 – Mattheüs 16:13-20 De belijdenis van Petrus maakt mij een collega van God
Vers 19 – “19En Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven; en wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.”
I. Jezus heeft aan Zijn disicpelen, dus ook aan ons, wij die wedergeboren zijn, volmacht gegeven.
A. Jezus zegt tegen Zijn discipelen dat Hij hen de sleutels van
het Koninkrijk der hemelen zal geven.
i. Iemand met de sleutels bepaald wanneer een deur open
en dicht gaat. De persoon met de sleutels is degene die de
toegang toelaat of weigert.
ii. Elke zondag komt Marcel de Haan hier om 08:25 uur
aan om het schoolgebouw met de SLEUTELS open te
maken opdat wij toegang krijgen.
iii. En elke zondag, rond 12:30 uur verzoekt Marcel de
Haan vriendelijk doch dringend, dat iedereen het gebouw
verlaat zodat hij de boel weer kan afsluiten en alles opslot
kan doen.
a. En hier zegt Jezus dat Hij elke ware discipel de
sleutels heeft gegeven om het Koninkrijk der hemelen
voor mensen te openen en dicht te doen.
b. Dit is een gigantisch groot voorrecht en tegelijkertijd een gigantisch grote verantwoordelijkheid.
II. Jezus zegt: “Wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen
gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.”
A. Hierin zien wij de volmacht dat Jezus aan Zijn discipelen
schenkt.
i. Wanneer ik het Evangelie met iemand deel en deze persoon komt tot geloof dat Jezus de Christus is, de Zoon van
de levende God, wordt wederomgeboren, wordt vervuld
met de H.Geest, volgt Jezus na, dan heb ik, hier op aarde
de volmacht om tegen deze persoon te verklaren dat zijn
of haar naam in het Boek des Levens opgeschreven staat.
ii. Daarentegen, wanneer ik het Evangelie met iemand
deel en deze persoon blijft koppig, of eigenwijs, boos op
God, vindt het onzin, en niet wíl geloven dat Jezus de
Christus is, de Zoon van de levende God, dan heb ik hier
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 08 juni 2014
Pagina 9 van 11
40084 – Mattheüs 16:13-20 De belijdenis van Petrus maakt mij een collega van God
op aarde de volmacht om tegen deze persoon te verklaren
dat hij/zij na de dood voor eeuwig gescheiden zal zijn van
God, van Zijn liefde en van Zijn heerlijkheid.
a. Dus, de transactie die tussen die persoon en mij
op dat moment plaatsvindt wordt zowel hier op aarde,
als in de hemel, bindend.
1. Nog simpler gezegd, wat ik als branche medewerker als bindend verklaar, wordt tegelijkertijd
op het hoofdkantoor als bindend verklaart.
Vers 20 – “20Toen verbood Hij Zijn discipelen dat zij tegen iemand zouden zeggen dat Hij Jezus, de Christus, was.”
I. Jezus zat hier alleen met Zijn twaalf discipelen. Het was een
intiem gesprek. De dingen die Jezus aan hen vertelde waren
alleen voor hun oren bestemd omdat zij daadwerkelijk geloofden dat Hij de Christus is, de Zoon van de levende God.
A. Alle andere mensen, alle andere zogenaamde aanhangers
van Jezus waren niet geinteresseerd in Jezus, en in hoe Hij
Zijn heilsplan ten uitvoer zou brengen.
B. Nee, de Joodse menigten wilde Jezus voor hun karretje
spannen zodat Hij hen zou verlossen van de bezettingsmacht
van het Romeins rijk.
C. En dus, wilde Jezus Zich niet openbaren aan mensen die
Hem niet oprecht wilde kennen, navolgen en dienen.
i. En dit doet God vandaag de dag nog steeds. Hij openbaart aan de mens Wie Jezus is. En Hij doet dat op basis
van de hartsgesteldheid van de mens.
ii. Staat het hart van de mens open voor Hem, dan zal
God Zichzelf en Jezus aan die persoon openbaren.
iii. Staat het hart van de mens niet open voor Hem, dan
zal Jezus Christus voor die persoon verborgen blijven.
I. Hoe zit het vanmorgen met jou? Heb jij jezelf ooit afgevraagd
Wie Jezus daadwerkelijk is? “Wie zeg jij dat Jezus is?”
A. Misschien heb je ooit in je leven iets van Jezus meegekregen, maar door alle foute keuzes die je in je leven hebt gemaakt, door omstandigheden waar je zelf geen controle over
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 08 juni 2014
Pagina 10 van 11
40084 – Mattheüs 16:13-20 De belijdenis van Petrus maakt mij een collega van God
had, ben je Jezus uit het oog verloren. “Wie zeg jij dat
Jezus is?”
B. Misschien kom je al jaren lang in de kerk, maar doordat je
Jezus niet volledig de voorrang in je leven hebt gegeven heeft
God Jezus niet volledig aan jou geopenbaart waardoor je niet
een juist beeld van Jezus hebt. “Wie zeg jij dat Jezus is?”
II. Misschien loop je al jaren lang mee in het christendom,
maar omdat je het idee hebt dat Jezus, los van jouw inzet, Zijn
Gemeente bouwt, ben je onverschillig geraakt in jouw toewijding voor de dingen van God.
A. Misscien heb je zoiets van: “Ah, joh, Jezus bouwt Zijn
Gemeente toch?!? Waarom zou ik me druk maken om de kerk,
dat loopt wel. Ik heb genoeg problemen waarmee ik m’n handen vol heb.”
i. Als jij dat denkt, praat na de dienst even met Martien
en Eveline of met Sander en Elvira. God heeft Zichzelf de
afgelopen weken op een frisse en zeer bijzondere wijze
aan hen geopenbaart.
Studie van het boek Mattheüs door Stan Marinussen, Cross Culture Calvary Chapel
zondag 08 juni 2014
Pagina 11 van 11
Download