Berekening aanzegvergoeding De hoofdregel hierbij is dat het bruto uurloon van de werknemer vermenigvuldigd moet worden met de overeengekomen arbeidsduur per maand. Als er geen sprake is van een vaste arbeidsduur, dan moet gekeken worden naar het gemiddeld aantal gewerkte uren in de 12 maanden voorafgaand aan het einde van de arbeidsovereenkomst. En voor het geval de arbeidsovereenkomst nog geen 12 maanden geduurd heeft, moet bij een wisselende arbeidsduur gekeken worden naar de gemiddelde arbeidsduur over de hele looptijd van de arbeidsovereenkomst. Voor werknemers waarvan het loon geheel of gedeeltelijk uit provisie bestaat geldt bovendien dat de gemiddelde provisie per maand over de periode van de afgelopen 12 maanden eveneens meegeteld moet worden bij het bepalen van de aanzegvergoeding. Bij de berekening van de gemiddelde arbeidsduur worden periodes van verlof, staking of ziekte niet worden meegerekend. In die gevallen wordt een gemiddelde arbeidsduur berekend over een periode korter dan 12 maanden. Als periodes van ziekte, verlof of staking optellen tot één maand of langer moet er worden voorverlengd. Dit houdt concreet in dat de periode van 12 maanden wordt verlengd met de duur van de periode die buiten beschouwing blijft. Deze periode wordt naar beneden afgerond op hele maanden. Is voorverlenging niet mogelijk omdat het contract niet lang genoeg heeft geduurd dan vindt een berekening naar rato plaats. Let op! Looncomponenten als vakantietoeslag, overwerkvergoedingen, toeslagen, bonussen, winstuitkeringen en eindejaarsuitkeringen tellen bij het bepalen van de aanzegvergoeding niet mee. Let op! Geen aanzegging nodig bij: • arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd korter dan zes maanden; • arbeidsovereenkomst bepaalde tijd niet gesteld op kalenderdatum. Voor de bepaling van de hoogte van de vergoeding is bepalend de laatste maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst. Als deze maand 31 dagen telt en de werkgever bijvoorbeeld twee dagen te laat aanzegt, is de werkgever een vergoeding verschuldigd van 2/31ste van het loon. Als de maand 28 dagen telt, betreft de vergoeding 2/28ste deel daarvan. Berekening aanzegvergoeding Michiel is sinds 1 november 2014 werkzaam op basis van een oproepcontract voor de duur van 12 maanden. Het uurloon van Michiel bedraagt € 20,- bruto. Michiel werkt gemiddeld 50 uur per maand. Eind oktober 2015 deelt de werkgever Michiel mee dat zijn oproepcontract niet verlengd zal worden. De werkgever heeft nagelaten om het arbeidscontract (tijdig) aan te zeggen. Gevraagd: Hoeveel bedraagt de verschuldigde aanzegvergoeding als in het geheel niet wordt aangezegd? Uitwerking berekening aanzegvergoeding Michiel kan nu binnen twee maanden na 1 november 2015 een aanzegvergoeding claimen. Omdat Michiel in de afgelopen 12 maanden gemiddeld 50 uur per maand gewerkt heeft, bedraagt deze aanzegvergoeding € 1.000,- bruto. Berekening aanzegvergoeding Jordy is sinds 1 november 2013 werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van 2 jaar. Het uurloon van Jordy bedraagt € 15,- bruto. Per maand is dat een bedrag van € 2.340,- bruto. Michiel werkt 36 uur per week. Op 24 oktober 2015 deelt de werkgever Jordy mee dat zijn contract niet verlengd zal worden. De werkgever heeft nagelaten om het arbeidscontract (tijdig) aan te zeggen. Gevraagd: Hoeveel bedraagt de verschuldigde aanzegvergoeding als op 24 oktober 2015 wordt aangezegd? Uitwerking berekening aanzegvergoeding Jordy kan nu binnen twee maanden na 1 november 2015 een aanzegvergoeding claimen. Het bruto maandloon van Jordy bedraagt € 2.340,-. Voor de bepaling van de hoogte van de aanzegvergoeding is bepalend de laatste maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst. De maand oktober telt 31 dagen en de werkgever zegt 24 dagen te laat aan. De werkgever is een vergoeding verschuldigd van 24/31ste van € 2.340,- = € 1.811,61. Berekening transitievergoeding Als het gaat om de transitievergoeding is er sprake van een ruimer loonbegrip. Zo moet er bij de transitievergoeding ook rekening gehouden worden met de vakantietoeslag en een eventuele vaste eindejaarsuitkering (waarop de werknemer binnen twaalf maanden aanspraak zou hebben kunnen maken als de arbeidsovereenkomst was voortgezet). Daarnaast moet er voor de transitievergoeding ook gekeken worden naar de zogenaamde vaste en variabele looncomponenten. Volgens de nieuwe regels zijn er slechts twee vaste looncomponenten: overwerkvergoedingen en ploegentoeslagen. Voor deze looncomponenten, die overeengekomen moeten zijn, moet gekeken worden naar de bedragen die in de 12 maanden voorafgaand aan het einde van de arbeidsovereenkomst gemiddeld per maand aan de werknemer zijn uitgekeerd. Daarnaast moet er voor het berekenen van de transitievergoeding ook rekening gehouden worden met drie variabele looncomponenten (uiteraard voor zover van toepassing): bonussen, winstuitkeringen en eindejaarsuitkeringen. Voor de variabele looncomponenten geldt een referteperiode van 36 maanden. Berekening transitievergoeding Werknemer 1 is 45 jaar. Hij is 9 jaar en 7 maanden in dienst. Zijn maandsalaris incl. vakantiegeld bedraagt € 2.700,-. Gevraagd: Hoeveel bedraagt de verschuldigde transitievergoeding? Uitwerking berekening transitievergoeding Transitievergoeding is: 19 * 1/6e maandsalaris van € 2.700,- = € 8.550,- Berekening transitievergoeding Werknemer 2 is 55 jaar. Hij is 18 jaar en 7 maanden in dienst. Zijn maandsalaris incl. vakantiegeld bedraagt € 2.700,-. De werkgever heeft meer dan 25 werknemers in dienst. Gevraagd: Hoeveel bedraagt de verschuldigde transitievergoeding? Uitwerking berekening transitievergoeding Transitievergoeding is: 10 * 1/2 * € 2.700,plus 20 * 1/6 * € 2.700,plus 7 * 1/4 * € 2.700,- = € 27.225,-