Model van beleids- of intentieverklaring voor bouwbedrijven die de

advertisement
Model van beleids- of intentieverklaring voor bouwbedrijven die de eerste en de tweede fase willen uitwerken (fase 2 =
facultatief)
Inlichtingen aan de hand
waarvan goed geëvalueerd
kan worden wat de
gevolgen zijn van de
keuze in de kolom
“Intentieverklaring”.
Voorstel van tekst die in het
arbeidsreglement
opgenomen kan worden
nadat hij aangepast is aan
de bouwonderneming in
kwestie
Intentieverklaring - Uitgangspunten
Enerzijds is het arbeidsgerelateerde gebruik van alcohol en
drugs een van de factoren die een negatieve invloed hebben
op de veiligheid, gezondheid en het welzijn van de
werknemers uit de bouwsector en hun omgeving. Anderzijds
kan het gebruik ook een negatieve invloed hebben op de
productiviteit, de kwaliteit van het werk en het imago van
de bouwonderneming.
Model 2
Toelichtingen
Ondanks dat de meeste werknemers in de bouwsector geen problematisch alcohol- of
druggebruik vertonen, mogen de gevolgen van alcohol- en druggebruik op de werkvloer
niet onderschat worden:







veelvuldige afwezigheid of te laat komen;
arbeidsverzuim door arbeidsongeschiktheid;
motivatie- en productiviteitsdaling;
negatieve invloed op de kwaliteit van het werk;
arbeidsongevallen door een verminderde waakzaamheid of door roekeloos
gedrag (werknemers die een veiligheidsfunctie of een functie met verhoogde
waakzaamheid uitoefenen,…);
negatieve invloed op het imago van de onderneming;
…
Problematisch alcohol- en druggebruik schaadt niet enkel de betrokken werknemers en
© NAVB-CNAC
Intentieverklaring - Uitgangspunten
Model 2
Toelichtingen
hun werkgevers, maar ook hun collega’s:
 De arbeidsorganisatie wordt verstoord.
 De werkdruk vergroot.
 De werksfeer en de relaties tussen de collega’s verslechteren.
 Er is sprake van grensoverschrijdend gedrag.
 …
Het is in ieders belang dat dergelijke problemen voorkomen of aangepakt worden.
Het preventiebeleid inzake alcohol en drugs past binnen het
kader van het globale personeelsbeleid van de
bouwonderneming.
CAO nr. 100 heeft het functioneren of de prestaties van de werknemers als invalshoek.
Gevolgen van alcohol- en druggebruik kunnen op dezelfde manier aangepakt worden als
andere functioneringsproblemen. Aangezien de opvolging van het functioneren centraal
staat, moet het alcohol- en drugsbeleid opgenomen worden in het algemene
personeelsbeleid van de bouwonderneming.
Het preventiebeleid inzake alcohol en drugs past binnen het
kader van het beleid inzake welzijn op het werk van de
bouwonderneming.
Het alcohol- en drugsbeleid moet opgenomen worden in het welzijnsbeleid dat de
bouwwerkgever moet opstellen op basis van het KB van 27.03.98 (BS. 31.03.98)
betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun
werk.
De bouwonderneming wil vermijden dat sociaal gebruik
verandert in probleemgebruik voor werknemers en hun
omgeving. Ze wil een beroep doen op het gezond verstand
en verantwoord gedrag van alle medewerkers en eventuele
andere personen op de arbeidsplaats.
Sociaal gebruik: de meeste mensen drinken alcohol uit positieve overwegingen, zonder
zichzelf of anderen schade te berokkenen: ze zijn sociale drinkers.
Het beleid inzake alcohol en drugs is van toepassing op
iedereen, zowel hoog als laag in de hiërarchie.
Aangezien iedereen te maken kan krijgen met alcohol- of drugsproblemen, geldt een
alcohol- en drugsbeleid voor alle personeelsleden, van hoog tot laag in de hiërarchie
(management, werfleiders, meestergasten, ploegbazen, geschoolden, geoefenden,
ongeschoolden …).
© NAVB-CNAC
Probleemgebruik van alcohol of drugs verwijst niet alleen naar de gevolgen van
occasioneel overmatig gebruik, maar ook naar de negatieve invloed van chronisch
gebruik op de gebruiker en zijn omgeving.
Intentieverklaring - Uitgangspunten
Model 2
Toelichtingen
Dit maakt het beleid ook geloofwaardiger en aanvaardbaarder voor iedereen. Verder is
het voorbeeldgedrag van de leidinggevenden erg belangrijk voor de andere werknemers.
De leden van de hiërarchische lijn moeten probleemsituaties
aanpakken volgens het algemene personeelsbeleid
(opvolging van het functioneren) en volgens het beleid
inzake welzijn op het werk.
In toepassing van artikel 13 van het KB Welzijnsbeleid hebben de leden van de
hiërarchische lijn de volgende taken:





voorstellen en adviezen aan de bouwwerkgever formuleren inzake het te voeren
alcohol- en drugsbeleid;
ongevallen en incidenten die zich op de arbeidsplaats/bouwplaats hebben
voorgedaan en die te wijten kunnen zijn aan slechte arbeidsprestaties ten
gevolge van alcohol- of drugsgebruik, onderzoeken en maatregelen treffen om
dergelijke ongevallen en incidenten te voorkomen;
tijdig het advies inwinnen van de diensten voor preventie en bescherming op
het werk;
waken over de naleving van de instructies die desgevallend verstrekt moeten
worden met betrekking tot de beschikbaarheid van alcohol en drugs op het
werk en het werkgerelateerde gebruik ervan;
zich ervan vergewissen dat de werknemers de inlichtingen die zij gekregen
hebben met betrekking tot het preventief alcohol- en drugsbeleid van de
bouwonderneming goed begrijpen en in de praktijk brengen.
Concreet moeten zij:


© NAVB-CNAC
alert zijn voor signalen die erop wijzen dat er “iets” aan de hand is. Behalve bij
manifest gebruik (bv. dronkenschap ) zijn deze signalen meestal niet specifiek
voor alcohol- of druggebruik en heeft de hiërarchische lijn enkel een vermoeden.
de instrumenten gebruiken om het functioneren van bouwwerknemers op te
volgen. In het algemeen personeelsbeleid staat doorgaans opgesomd hoe
leidinggevenden moeten optreden wanneer werknemers niet goed functioneren
(te laat komen, hun werk niet naar behoren doen, regels overschrijden …). Ook
bij een vermoeden van problematisch alcohol- en druggebruik blijft een
leidinggevende in eerste instantie een leidinggevende. De meest efficiënte
manier om probleemgebruikers te motiveren om hun probleem aan te pakken, is
Intentieverklaring - Uitgangspunten
Elke werknemer moet in functie van zijn mogelijkheden
meewerken aan het beleid inzake alcohol in drugs in zijn
bouwonderneming.
Model 2
Toelichtingen
ze confronteren met de gevolgen van problematisch gebruik op het werk, en dit
op basis van feiten.
 begrip tonen voor mogelijke oorzaken van de slechtere prestaties (indien de
oorzaken kenbaar gemaakt worden). In dat geval is het aangewezen de
bouwwerknemer te motiveren (niet te dwingen) een intervenant in de
onderneming te raadplegen.
In toepassing van artikel 6 van de wet van 04.08.1996 betreffende het welzijn van de
werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 18.09.1996) moet iedere
bouwwerknemer in zijn doen en laten op de arbeidsplaats/bouwplaats naar zijn beste
vermogen zorg dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van de andere
betrokken personen, in functie van zijn opleiding en de instructies die de werkgever hem
gegeven heeft.
In het kader van het preventief alcohol- en drugsbeleid van de bouwwerkgever moeten de
werknemers in het bijzonder:





© NAVB-CNAC
een positieve bijdrage leveren aan het beleid;
de eventuele regels met betrekking tot de beschikbaarheid van alcohol en drugs
op het werk, het binnenbrengen van alcohol en drugs op het werk en het
werkgerelateerde gebruik van deze producten naleven;
de werkgever en de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk
onmiddellijk op de hoogte brengen van iedere werksituatie waarvan zij
redelijkerwijs kunnen vermoeden dat ze een ernstig en onmiddellijk gevaar voor
de veiligheid en de gezondheid met zich meebrengt;
bijstand verlenen aan de werkgever en de interne dienst voor preventie en
bescherming op het werk als zij deze bijstand nodig hebben om alle taken uit te
voeren of aan alle verplichtingen te voldoen die hen zijn opgelegd met het oog
op het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
bijstand verlenen aan de werkgever en de interne dienst voor preventie en
bescherming op het werk, als zij deze bijstand nodig hebben om ervoor te zorgen
dat het arbeidsmilieu en de arbeidsomstandigheden veilig zijn en geen risico’s
opleveren voor de veiligheid en gezondheid binnen hun werkterrein.
Intentieverklaring - Uitgangspunten
Model 2
Toelichtingen
De werknemers moeten de kans krijgen om hun probleem aan Het alcohol- en drugsbeleid moet bedoeld zijn om werknemers met een bestaand alcoholof drugsprobleem opnieuw normaal te laten functioneren, zodat ze hun functie of werk
te pakken zonder dat ze hun werk verliezen.
kunnen behouden. Het vooruitzicht van werk- of functiebehoud kan enorm motiverend
zijn voor de betrokkene. Nog al te dikwijls wordt ontslag beschouwd als een oplossing
voor het probleem, maar krijgt de probleemgebruiker geen hulpverleningskader
aangereikt.
© NAVB-CNAC
Een V zetten in één van de twee kolommen,
naargelang de onderneming deze optie uit de
“Intentieverklaring” al dan niet kiest.
VT = van toepassing – NVT = niet van
toepassing
VT
NVT
Intentieverklaring –
Doelstellingen die in de tweede
fase uitgewerkt moeten worden
De bouwonderneming wil probleemsituaties
zo snel mogelijk opmerken, met bijzondere
aandacht voor de bepalende rol van de
hiërarchische lijn in dit verband.
Model 2
Toelichtingen
Alcohol- en drugsproblemen in de onderneming moeten zo snel mogelijk gedetecteerd en
aangepakt worden. Leidinggevenden doen dit door personen met (mogelijke) problemen
aan te spreken op basis van hun arbeidsprestaties en werkrelaties (hun slechte
functioneren).
Zo confronteert de leidinggevende (die een belangrijke rol speelt) de betrokkene niet met
het (vermoedelijk) probleemgebruik zelf, maar wel met de gevolgen ervan in een
concrete werksituatie. Het verminderde functioneren en/of de verslechterde werkrelaties
zijn de aanleiding om met iemand over zijn werkgedrag en onrechtstreeks ook over zijn
alcohol- of druggebruik te spreken.
Informatie, opleiding, sensibilisering: de
© NAVB-CNAC
Om probleemgebruik te kunnen detecteren, kunnen bijvoorbeeld vormingssessies
georganiseerd worden voor de leden van de hiërarchische lijn en kunnen de prestaties
van de werknemers periodiek geëvalueerd worden.
Het spreekt voor zich dat iedereen, van hoog tot laag in de hiërarchie (management,
VT
NVT
Intentieverklaring –
Doelstellingen die in de tweede
fase uitgewerkt moeten worden
bouwonderneming wil dat iedereen weet wat
van hem verwacht wordt bij problemen.
Model 2
Toelichtingen
werfleiders, meestergasten, ploegbazen, arbeiders), constructief moet meewerken en
moet weten wat hij kan en moet doen.
De werkgever moet er onder andere voor zorgen dat de arbeid verricht wordt in
behoorlijke omstandigheden met betrekking tot de veiligheid en de gezondheid van de
werknemer (Art. 20, 2° van de Arbeidsovereenkomstenwet van 03.07.1978). Ook moet
hij de nodige maatregelen te treffen ter bevordering van het welzijn van de werknemers
bij de uitvoering van hun werk (Art. 5 van de Welzijnswet van 04.08.1996). Hierbij moet
hij de preventiebeginselen toepassen.
Als de werknemer zijn arbeidsverplichting door zijn eigen schuld niet nauwkeurig of
behoorlijk uitvoert, omdat hij onder invloed is van alcohol of drugs of omwille van
andere redenen (bv. dealen), kan de werkgever in toepassing van het contractenrecht
zowel zijn tewerkstellings- als loonverplichting opschorten.
Omdat de nadruk in deze CAO op het preventieve aspect ligt, is het goed dat er bij de
bepaling van sancties rekening gehouden wordt met de ernst van de inbreuk en met de
vraag of het om een eerste of een opeenvolgende vaststelling gaat.
De werkgever is verplicht om de werknemer te verbieden het werk aan te vatten of voort
te zetten als dat een gevaar zou opleveren voor hemzelf of voor anderen (Art. 16 en 20,2°
van de Arbeidsovereenkomstenwet).
Anderzijds hebben ook werknemers in geval van een niet te vermijden, ernstig en
onmiddellijk gevaar de toestemming om hun activiteit stop te zetten of zich in veiligheid
te stellen door de arbeidsplaats onmiddellijk te verlaten. Een werknemer die dit doet,
mag hiervan geen nadeel ondervinden en moet beschermd worden tegen alle
ongerechtvaardigde nadelige gevolgen hiervan (Art. 23 en 25van het KB
Welzijnsbeleid).
© NAVB-CNAC
VT
NVT
Intentieverklaring –
Doelstellingen die in de tweede
fase uitgewerkt moeten worden
Model 2
Toelichtingen
De leden van de hiërarchische lijn (bv. de werfleiders) voeren elk binnen hun
bevoegdheid en op hun niveau het alcohol- en drugsbeleid van de bouwwerkgever uit.
Zij moeten de nodige vorming krijgen om probleemsituaties te herkennen en er passend
op te reageren.
De preventieadviseurs moeten betrokken worden bij het uitwerken van een
preventiebeleid en kunnen ook een rol spelen bij de voorlichting- en vormingsinitiatieven
die naar aanleiding van het preventiebeleid georganiseerd worden. De werkgever moet
ervoor zorgen dat in zijn bouwonderneming een kader wordt gecreëerd waarbinen de
preventieadviseurs (dus niet alleen de arbeidsgeneesheer, maar ook bijvoorbeeld de
preventieadviseur psychosociale aspecten) hun rol in het preventief alcohol- en
drugsbeleid van de onderneming optimaal kunnen opnemen.
Een preventieadviseur die bij om het even welk contact met een werknemer risico’s
vaststelt bij het uitvoeren van het werk en die vermoedt dat deze het gevolg kunnen zijn
van alcohol- of druggebruik, moet deze werknemer informeren over de mogelijkheden
tot bijstand die de onderneming biedt. Verder moet hij de werknemer er ook van op de
hoogte brengen dat hij zich kan wenden tot zijn behandelende geneesheer of tot
gespecialiseerde diensten en organisaties. Als de preventieadviseur ordeelt dat de
werknemer niet in staat is zich tot externe hulpverleners te wenden, kan hij eventueel zelf
contact opnemen met een externe hulpverlener, maar dit mag enkel als de werknemer
ermee akkoord is.
Een preventieadviseur-arbeidsgeneesheer mag enkel de consultaties en onderzoeken
uitvoeren die de regelgeving voorschrijft. Toch kunnen arbeidsgeneesheren tijdens
periodieke medische onderzoeken alcohol- en drugsproblemen vaststellen op basis van
een aantal signalen die wijzen op een mogelijke verslaving. In dat geval is er wel
degelijk een rol weggelegd voor de arbeidsgeneesheer. Zoals eerder vermeld, moet de
werkgever in zijn onderneming een kader creëren waarin o.a. de arbeidsgeneesheer zijn
rol binnen het preventief alcohol- en drugsbeleid van de bouwonderneming optimaal.
© NAVB-CNAC
VT
NVT
Intentieverklaring –
Doelstellingen die in de tweede
fase uitgewerkt moeten worden
Model 2
Toelichtingen
kan opnemen.
Een arbeidsgeneesheer die bij een gezondheidsbeoordeling risico’s vaststelt bij het
uitvoeren van het werk en vermoedt dat deze het gevolg zijn van alcohol- of
druggebruik, moet de werknemer informeren over de mogelijkheden tot bijstand die de
onderneming biedt. Verder moet hij de werknemer er ook van op de hoogte brengen dat
hij zich kan wenden tot zijn behandelende geneesheer of tot gespecialiseerde diensten en
organisaties. Als de arbeidsgeneesheer ordeelt dat de werknemer niet in staat is zich tot
externe hulpverleners te wenden, kan hij eventueel zelf contact opnemen met een externe
hulpverlener, maar dit mag enkel als de werknemer ermee akkoord is.
Bij een behandeling van een betrokken werknemer is de arbeidsgeneesheer de
aangewezen contactpersoon voor de onderneming. Wanneer de behandeling achter de
rug is, kan hij helpen bij de eventuele reïntegratie in de onderneming.
Het comité voor preventie en bescherming op het werk (in de bouwsector worden de
taken van het CPBW en de OR waargenomen door de vakbondsafvaardiging en de
werkgever) moet betrokken worden bij de uitwerking van het preventiebeleid. Het heeft
immers als algemene opdracht om alle middelen te onderzoeken en voor te stellen en
actief bij te dragen tot alles wat wordt ondernomen om het welzijn van de werknemers
bij de uitvoering van hun werk te bevorderen. Een alcohol- en drugsbeleid maakt daar in
ieder geval deel van uit.
Het CPBW en de OR moeten, elk binnen hun bevoegdheidsdomein, informatie krijgen
en hun voorafgaandelijk advies geven over de verschillende maatregelen (waaronder de
mogelijkheid om alcohol- of drugstesten af te nemen). De regels en procedures die in een
tweede fase worden genomen, moeten na het voorafgaandelijk akkoord van de OR in het
arbeidsreglement worden opgenomen. Aangezien zowel het CPBW als de OR bij het
alcohol- en drugsbeleid betrokken zijn, is een goede samenwerking en coördinatie tussen
de werknemersvertegenwoordigers in beide overlegorganen noodzakelijk.
© NAVB-CNAC
VT
NVT
Intentieverklaring –
Doelstellingen die in de tweede
fase uitgewerkt moeten worden
Model 2
Toelichtingen
In bepaalde verkeerssituaties kan de werkgever ook een beroep doen op de
politiediensten. Het verkeersreglement verbiedt iedereen om een voertuig toe te
vertrouwen aan een persoon die blijk geeft van dronkenschap. Ook werkgevers mogen
dus geen voertuig toevertrouwen aan een dronken werknemer.
Het verkeersreglement geeft de federale en lokale politie de uitdrukkelijke bevoegdheid
om alcoholtesten op te leggen aan bestuurders op een openbare plaats en aan iedereen die
aanstalten maakt om een voertuig te besturen op een openbare plaats.
Het succes van een beleid hangt in grote mate af van de motivatie van alle werknemers.
Om gemotiveerd te zijn, moet elke werknemer, van hoog tot laag in de hiërarchie, van
leidinggevenden tot arbeiders, geïnformeerd worden over het gevoerde beleid en over
zijn taken hierin.
Als opvolger van de arbeidsprestaties van het personeel spelen de leidinggevenden een
cruciale rol in het signaleren van verminderde arbeidsprestaties als gevolg van een
vermoedelijk alcohol- of drugsmisbruik. In een beleidsmatige aanpak is het erg
belangrijk om de leidinggevenden op te leiden, zodat ze weten wat het bedrijfsbeleid
rond alcohol en drugs inhoudt, de signalen van probleemgebruik kunnen herkennen en
weten waar iemand terechtkan voor hulpverlening. Zij moeten ervan overtuigd worden
dat een vroegtijdige detectie zowel in het belang van de werknemer als van de werkgever
is. Ook is het belangrijk dat HRM en personeelsdiensten de hiërarchische lijn
ondersteunen.
An alle werknemers moet voorlichting en informatie gegeven worden. Dit kan via
informatiesessies, postercampagne, folders,…
Tijdens de informatiesessies kan bijvoorbeeld benadrukt worden:

© NAVB-CNAC
dat het alcohol- en drugsbeleid er niet is om een “heksenjacht” te organiseren,
VT
NVT
Intentieverklaring –
Doelstellingen die in de tweede
fase uitgewerkt moeten worden
Model 2
Toelichtingen



maar om functioneringsproblemen aan te pakken en hulp aan te bieden voor de
problemen die zich stellen (veiligheid, gezondheid …);
dat collega’s van een probleemdrinker het gebruik en de gevolgen van zijn
verslaving op het werk beter niet verborgen houden. Het is in ieders belang dat
mogelijke functioneringsproblemen als gevolg van een probleemgebruik zo snel
mogelijk worden aangepakt;
dat collega’s van een probleemdrinker hem bij sociale contacten niet mogen
aanzetten tot drinken;
dat het trainingsaanbod van gespecialiseerde organisaties, zoals VAD vzw,
Fedito Wallonne, Fedito Bruxelloise, Santé et Entreprise, niet vergeten mag
worden.
Een alcohol- en drugsbeleid is dus geen overbodige luxe. Het maakt deel uit van het
welzijnsbeleid van de onderneming en moet gebaseerd zijn op de preventiebeginselen die
de welzijnswetgeving voorschrijft (het voorkomen van risico’s, de evaluatie van risico’s
die niet kunnen worden voorkomen …).
Informatie, opleiding, sensibilisering: nieuwe
medewerkers krijgen uitleg over het beleid.
Informatie, opleiding, sensibilisering: elke
opleiding voor nieuwe leidinggevenden bevat
een luik over het beleid inzake alcohol en
drugs.
© NAVB-CNAC
Het KB van 25.04.2007 (BS. 10.05.2007) betreffende het onthaal en de begeleiding van
nieuwe werknemers in het kader van de bescherming van hun welzijn bij de uitvoering
van hun werk, verplicht de werkgever of een lid van de hiërarchische lijn om gepaste
maatregelen te nemen voor de organisatie van het onthaal van elke werknemer. Nieuwe
werknemers moeten de nodige informatie en instructies in verband met welzijn op het
werk krijgen. Deze informatie heeft ook betrekking op de maatregelen die genomen
moeten worden naar aanleiding van het alcohol- en drugsbeleid.
De opleiding die aan alle werknemers gegeven moet worden in toepassing van het KB
van 27.03.1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van werknemers bij de
uitvoering van hun werk (BS. 31.03.1998), heeft ook betrekking op de genomen
maatregelen inzake het alcohol- en drugsbeleid. Ze bevat passende instructies omtrent de
opdrachten, verplichtingen, verantwoordelijkheden en middelen van de werknemers en
VT
NVT
Intentieverklaring –
Doelstellingen die in de tweede
fase uitgewerkt moeten worden
Regels: de bouwonderneming wil regels over
de beschikbaarheid van alcohol, medicatie en
drugs op de arbeidsplaats opstellen.
Regels: de bouwonderneming wil regels over
alcohol- of druggebruik op de arbeidsplaats
opstellen en vermijden dat werknemers komen
werken onder invloed van alcohol of drugs
(werkgerelateerde uren).
Model 2
Toelichtingen
in het bijzonder van de hiërarchische lijn.
De bouwonderneming moet rekening houden met de collectieve arbeidsovereenkomst
van 10.02.2005 betreffende de humanisering van de arbeid (KB 24.09.2006-BS
09.11.2006), gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. Artikel 36 van deze
CAO bevat de volgende bepaling: “Het is verboden alcoholische dranken ter beschikking
te stellen”.
De bouwonderneming vindt nultolerantie een absoluut must: alcohol- en druggebruik in
de onderneming kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid, de veiligheid en het
welzijn van de betrokken werknemer, zijn collega’s en de werkgever.
De onderneming denkt daarbij aan absenteïsme, een verminderde motivatie, een
verstoorde werkorganisatie, grensoverschrijdend gedrag, een aantasting van het imago
van de onderneming ...
Aangezien bouwwerkzaamheden vaak gepaard gaan met risicovolle taken (werken op
hoogte, bedienen van machines, werken in nauwe sleuven, zware prefabelementen
monteren en demonteren …) en veiligheidsfuncties en functies met een verhoogde
waakzaamheid, mag er geen alcohol of drugs gebruikt worden op de
bouwplaatsen/arbeidsplaatsen.
Tijdens sociale activiteiten kan een beperkt gebruik van alcoholische dranken toegestaan
worden, op voorwaarde dat aan een aantal voorwaarden voldaan is:




© NAVB-CNAC
De sociale activiteiten die in aanmerking komen, zijn duidelijk omschreven.
Een leidinggevende heeft toestemming gegeven.
Het tijdstip of de tijdsduur is duidelijk afgesproken.
Voor derden op de arbeidsplaats gelden dezelfde regels als voor de arbeiders.
De andere personen die eventueel op de arbeidsplaats (voornamelijk de
bouwplaats en het atelier) kunnen komen, zijn: de opdrachtgever/bouwheer, de
architect, de veiligheidscoördinator, de adviseurs van het NAVB, de
preventieadviseurs van de externe dienst voor preventie en bescherming, de
VT
NVT
Intentieverklaring –
Doelstellingen die in de tweede
fase uitgewerkt moeten worden
Model 2
Toelichtingen




Procedures: de bouwonderneming wil
procedures opstellen in geval van vaststellen
van functioneringsproblemen.
adviseurs van de preventiedienst van de verzekeringsmaatschappijen, de
inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk …
Er wordt gerefereerd aan de geldende verkeersreglementering.
Er worden ook niet-alcoholische dranken aangeboden.
Er kan ook gedacht worden aan het aanbieden van alternatieve
verplaatsingsmogelijkheden (afspreken wie BOB is, een busje voorzien …).
…
Voor een efficiënt beleid moeten procedures toegepast worden. Het is belangrijk dat de
bouwwerknemer weet wat de mogelijke gevolgen zijn van zijn verminderd
functioneren. Dat zal hem ertoe aanzetten het eigenlijke probleem aan te pakken.
In sommige gevallen blijven werknemers echter slecht presteren, ondanks de mogelijke
gevolgen van hun slechte prestaties en de aangeboden hulpverlening. Dan moeten de
vooropgestelde maatregelen toegepast worden. De bouwonderneming kan tuchtsancties
opleggen die ook buiten de alcohol- en drugscontext gehanteerd worden (waarschuwing,
schorsing van de arbeidsovereenkomst …). Tuchtstraffen kunnen echter enkel opgelegd
worden als ze in het arbeidsreglement opgenomen zijn (art. 16 van de
Arbeidsreglementenwet).
In zeer kleine ondernemingen zijn strikt uitgewerkte procedures moeilijk haalbaar. In
bedrijven met minder dan 20 werknemers mag de werkgever zelf preventieadviseur zijn,
waardoor de uitwerking van interne hulpverlening niet zo eenvoudig is. In een dergelijke
situatie kan de werkgever, behoudens zijn eigen rol, de werknemer het best
doorverwijzen naar zijn behandelende geneesheer en/of de preventieadviseurarbeidsgeneesheer of gespecialiseerde organisaties, zoals VAD vzw, FEDITO Wallonne,
FEDITO Bruxelloise, Santé et Entreprise …
Het niveau van het arbeidsgedrag dat in een bepaalde bouwonderneming vereist wordt
© NAVB-CNAC
VT
NVT
Intentieverklaring –
Doelstellingen die in de tweede
fase uitgewerkt moeten worden
Model 2
Toelichtingen
om als werknemer (goed) te functioneren, wordt op het niveau van de onderneming
bepaald. Meestal wordt vereist dat de werknemers (van hoog tot laag in de hiërarchie) de
nodige beroepsernst aan de dag leggen en de regels van goed vakmanschap respecteren
tijdens het uitvoeren van hun taken.
Het opvolgen van het functioneren is een belangrijke verantwoordelijkheid van de
leidinggevenden in de onderneming.
Procedures : de bouwonderneming wil
procedures opstellen in geval van
overtredingen van de opgestelde regels.
De werkgever kan sancties toepassen, op voorwaarde dat ze in het arbeidsreglement
(Wet van 08.04.1965 - BS. 05.05.1965) voorzien zijn.
Deze sancties kunnen bestaan in:





een morele veroordeling: verwittiging, blaam, schriftelijke vermaning;
een vermogensstraf: boete, weigering van een premie of voordeel;
een situatieverandering: niet toekennen van een promotie, korte schorsing van
de arbeidsovereenkomst;
ontslag;
…
Aan het tuchtrecht van de werkgever zijn weliswaar de volgende voorwaarden
verbonden:



© NAVB-CNAC
Er mogen alleen straffen worden opgelegd die in het arbeidsreglement staan.
De straffen moeten, op straffe van nietigheid, uiterlijk de eerste werkdag na de
werkdag waarop een tekortkoming werd vastgesteld, door de werkgever of zijn
aangestelde ter kennis worden gebracht van wie ze heeft opgelopen.
De werkgever moet de opgelegde straf voor de datum van de eerstvolgende
uitbetaling van het loon inschrijven in een register waarin tegenover de namen
VT
NVT
Intentieverklaring –
Doelstellingen die in de tweede
fase uitgewerkt moeten worden
Procedures: wanneer vastgesteld wordt dat
een werknemer arbeidsongeschikt is, moeten
de werkwijze en de procedure gevolgd worden
voor het transport van deze persoon naar huis.
Over de begeleiding en de betaling van de
kosten beslist de bouwonderneming.
In de onderneming kunnen screeningtesten
voor het opsporen van alcohol en drugs
gebruikt worden.
Model 2
Toelichtingen
van de betrokken werknemers de datum, de reden, de aard van de straf en,
indien het om een boete gaat, het bedrag ervan, worden vermeld.
 Indien de straf uit een geldboete bestaat, mag het totaal van de boete per dag
niet hoger liggen dan een vijfde van het dagloon.
 De opbrengst van de geldboetes moet gebruikt worden ten voordele van de
werknemers. In bedrijven waar een ondernemingsraad bestaat (in de bouwsector
bestaat deze raad uit de vakbondsafvaardiging), moet in overleg met deze raad
worden beslist waar de opbrengst voor gebruikt wordt.
Het is meestal geen goed idee om de arbeidsongeschikte werknemer zelf naar huis te
laten gaan of hem naar huis te laten brengen door een collega. Een taxi is de meest
aangewezen oplossing. In het beleid kan afgesproken worden wie de rekening betaalt.
Als de werknemer te ver woont of als er geen taxi geregeld kan worden, is het
aangeraden om de persoon zijn roes te laten uitslapen tot hij veilig naar huis kan.
Werknemers testen op alcohol en drugs kan deel uitmaken van het preventiebeleid in
verband met alcohol en drugs. De wet van 28.01.2003 betreffende medische
onderzoeken die binnen het kader van de arbeidsverhoudingen worden uitgevoerd,
verbiedt echter bepaalde testen, zoals bloedproeven en urineanalyses.
De enige toegelaten testen zijn testen zoals ademtesten en psychomotorische testen
(vaardigheidsproeven en eenvoudige reactietesten zoals bijvoorbeeld op een rechte lijn
lopen). Deze testen zijn enkel toegelaten op voorwaarde dat de werknemer ermee
akkoord gaat. Ze geven een positieve of negatieve indicatie en hebben dus een zekere
bewijswaarde.
De tests moeten ook aan een aantal bijkomende voorwaarden voldoen:

© NAVB-CNAC
Ze mogen enkel gebruikt worden met het oog op preventie, namelijk om na te
gaan of een werknemer in staat is om zijn werk uit te voeren.
VT
NVT
Intentieverklaring –
Doelstellingen die in de tweede
fase uitgewerkt moeten worden
Model 2
Toelichtingen




De werkgever mag het testresultaat niet gebruiken op een manier die
onverenigbaar is met dit doel. De werknemer mag eventuele sanctionerende
beslissingen niet enkel baseren op gegevens die via deze testen verkregen
worden.
De alcohol- of drugstesten moeten toereikend en ter zake dienend zijn en mag
niet overmatig zijn.
Ze mogen enkel afgenomen worden als de betrokkene hiermee heeft
ingestemd.
De mogelijkheid om alcohol-of drugtesten af te nemen mag geen aanleiding
geven tot discriminatie tussen werknemers. Dit sluit echter niet uit dat de
mogelijkheid om aan alcohol- of drugtest onderworpen te worden, beperkt kan
worden tot een deel van het personeel (bv. werknemers die een
veiligheidsfunctie uitoefenen, werknemers die een functie met verhoogde
waakzaamheid uitoefenen …).
Een bouwonderneming die deze testen wil kunnen uitvoeren, moet dit uitdrukkelijk in
het arbeidsreglement vermelden, samen met de regels die hierbij gerespecteerd moeten
worden, namelijk:





Het preventiebeleid zal na een bepaalde periode
geëvalueerd worden.
© NAVB-CNAC
de aard van de testen die afgenomen kunnen worden;
de doelgroepen van werknemers die aan de testen onderworpen kunnen worden;
de procedures die gevolgd moeten worden bij het afnemen van de testen;
de personen die bevoegd zijn voor het afnemen van deze testen;
de mogelijke gevolgen van een positief resultaat.
Het advies van de interne en externe dienst voor preventie en bescherming op het werk
kan jaarlijks gevraagd worden, maar ook het advies van de overlegstructuren en de leden
van de hiërarchische lijn mag niet uit het oog verloren worden.
Download