HST (GSK; Janssen; Pfizer; UCB) Memorandum Verkiezingen 2014 Hoe houden we België in koppositie in de Europese race naar innovatiegedreven economische groei? 3 prioriteiten: - Een stabiel, voorspelbaar en betrouwbaar investeringsklimaat garanderen - Gelijke tred houden met ontwikkelingen elders - Innovatie erkennen en belonen 3 prioriteiten uitgewerkt in 20 aanbevelingen om de drijvende rol van de innovatieve farmaceutische industrie voor R&D, werkgelegenheid en de wetenschapsgedreven economie te versterken. De biofarmaceutische industrie in België behoort vandaag tot de absolute top. De verdienste daarvoor berust deels bij de Belgische beleidsmakers. De voorbije tien jaar heeft België zich inderdaad ingespannen om een aantrekkelijke omgeving te creëren voor farmaceutische investeringen. Denken we maar aan de belastingaftrek voor octrooi-inkomsten, de belastingvrijstelling voor onderzoekers, het systeem van taxmodulatie en de notionele-interestaftrek. Deze inspanningen werden ruimschoots beloond. De biofarmaceutische industrie wist zich te ontwikkelen tot een essentiële sterkhouder van de Belgische economie. De cijfers spreken voor zich: We investeren jaarlijks 2 miljard euro in de Belgische R&D; dit is een kwart van alle Belgische publieke en private R&Dinvesteringen; we maken België tot de tweede exporteur ter wereld van farmaceutische producten; we creëren directe werkgelegenheid voor 33.000 mensen en indirecte werkgelegenheid voor meer dan 80.000 mensen; van deze laatsten zijn de meeste werkzaam in kmo’s. Binnen de farmaceutische industrie nemen de vier ondernemingen die lid zijn van de HST-groep een bijzonder plaats in. De HST-leden vertegenwoordigen 90% van alle investeringen in de farmaceutische industrie en ruim 50% van alle werkgelegenheid. Toch vertegenwoordigen we minder dan 20% van de RIZIV-kosten voor de vergoeding van geneesmiddelen. Hoewel het huidige economische klimaat ons voor moeilijke uitdagingen plaatst, zijn we er toch van overtuigd dat we nog potentieel hebben om bij te dragen tot verdere groei. Om dat potentieel waar te maken moeten we kunnen werken in een delicaat ecosysteem waarin maatregelen op diverse beleidsdomeinen elkaar aanvullen en zo de aantrekkelijkheid van België als investeringsland versterken. Het gaat om maatregelen inzake belastingpolitiek, inzake beleid ten aanzien van financiële transacties (vrijstelling voor belastingen op financiële transacties voor concernfinancieringsmaatschappijen buiten de bankensector), inzake het aantrekken en in eigen land houden van onderzoek en het erkennen en belonen van innovatie op de Belgische markt. Enkel zo’n ecosysteem kan een tegenwicht bieden voor de gekende macro-economische uitdagingen zoals arbeidsflexibiliteit en de hoge arbeids- en energiekosten. Zo’n systeem berust op een precair evenwicht dat voortdurend opgevolgd en bijgestuurd moet worden. Er is geen ruimte voor zelfgenoegzaamheid. Andere landen halen hun achterstand in en zijn vastbesloten om meer van deze innovatieve industrie aan te trekken, omdat ze beseffen dat die op lokaal niveau naar verhouding veel waarde toevoegt. Als we de aanwezigheid van de farmaceutische industrie in België willen behouden en versterken, dan is passief toekijken geen optie, zeker niet in een omgeving die zich voortdurend blijft ontwikkelen. België moet zijn concurrentievoordeel behouden en optimaliseren. Stilstaan is achteruitgaan. Alle politieke partijen erkennen dat investeren in een innovatieve, kennisgebaseerde economie de enige manier is om vooruit te komen. Met dit memorandum geeft HST aan beleidsmakers 20 praktische aanbevelingen om België in koppositie te houden in de Europese race naar innovatiegedreven economische groei. Sommige aanbevelingen hebben betrekking op een stabiel, voorspelbaar en betrouwbaar investeringsklimaat. Ze gaan over het behouden van de fiscale stimulansen die België al kent en die hun succes bewezen hebben. Andere zijn gericht op de noodzaak om gelijke tred te houden met ontwikkelingen in andere EU-landen, die erop gebrand zijn de gunstige positie van België te ondergraven. Hier gaat het om het selectief en slim versterken of uitbreiden van stimuleringsmaatregelen. Een derde groep aanbevelingen betreft de noodzaak om innovatie te erkennen en te belonen. Deze gaan over het vergemakkelijken van de toegang voor innovatieve geneesmiddelen. HST is ervan overtuigd dat als aan deze aanbevelingen gehoor wordt gegeven, de hoofdkantoren van de HST-ondernemingen bereid zullen zijn om te blijven investeren in R&D, werkgelegenheid en waardecreatie voor de Belgische economie. Onze 20 beleidsaanbevelingen aan de Belgische beleidsverantwoordelijken zijn: A) 1. 2. 3. Een stabiel, voorspelbaar en betrouwbaar investeringsklimaat garanderen De bestaande belastingvrijstelling voor onderzoekers op 80% handhaven. Het huidige niveau van notionele-interestaftrek behouden voor bedrijven die met hun industriële aanwezigheid bijdragen aan de Belgische economie, werkgelegenheid en waardecreatie. De belastingaftrek voor octrooi-inkomsten handhaven op het huidige niveau. B) Gelijke tred houden met ontwikkelingen elders 4. Het systeem van taxmodulatie versterken door de jaarlijkse heffingskorting met (ten minste) 20% te verhogen, zoals toegestaan door EU-regelgeving. 5. Verdere maatregelen nemen om de arbeidskosten te verminderen en arbeidsflexibiliteit te verhogen. 6. ‘Devaluatie’ van geneesmiddelen voorkomen gedurende de looptijd van hun octrooi. Dit houdt in dat de overeengekomen prijsvergoeding wordt gehandhaafd en gecorrigeerd voor inflatie. 7. Binnen het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen de geselecteerde speerpunten ontwikkelen (vaccins, oncologie, early phase development en farmacovigilantie) als onafhankelijke werkgebieden met eigen businessplannen en financiering. Op deze manier kunnen de nodige experts worden aangetrokken en kunnen deze activiteiten na de opstartfase winstgevend worden door inkomstenstromen te genereren van het European Medicines Agency (EMA) naar het Federaal Agentschap voor geneesmiddelen. Om dit te realiseren dient nagedacht te worden over een meer dynamisch statuut voor het Agentschap 8. Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen in staat stellen een ‘one-stop-shop’ te creëren tussen farmaceutische bedrijven en Belgische universiteiten, zodat meer klinische proeven kunnen worden uitgevoerd in België. 9. Samenwerking bevorderen tussen de innovatieve farmaceutische industrie, universitaire onderzoekscentra en gezondheidsdiensten van de overheid, voor een benadering die meer gericht is op specifieke ziektegebieden waar nog daadwerkelijk vooruitgang kan worden geboekt. 10. Het faciliteren van de ontwikkeling van en de toegang tot translationele gegevens, omdat deze de ontwikkeling van de volgende generatie geneesmiddelen zullen aansturen. 11. Toezien op een strikte en tijdige uitvoering van de verordeningen over het gebruik van menselijk weefsel in wetenschappelijk onderzoek en opslag in biobanken. C) Innovatie erkennen en belonen 12. De procedure voor het ontvangen van een vergoeding verkorten tot 180 dagen (EU-richtlijn): een vergoeding geldt meteen na besluit van de minister van Sociale Zaken. 13. Meer initiatief tonen om de prijzen van generieke geneesmiddelen en geneesmiddelen waarvan het octrooi is verlopen significant te verminderen, zodat ruimte ontstaat voor de vergoeding van innovatieve geneesmiddelen. 14. De groei van het RIZIV-geneesmiddelenbudget moet minstens gelijk zijn aan die van andere stakeholders in het RIZIVgezondheidszorgbudget. Sinds 2005, daalt het aandeel van geneesmiddelen binnen het totale budget voor gezondheidszorg. Al meer dan tien jaar zijn de geneesmiddelenprijzen geplafonneerd zonder rekening te houden met toenemende inflatie en indexeringen. Dit geldt alleen voor het geneesmiddelenbudget en niet voor de andere RIZIVstakeholders. Dit is niet langer houdbaar. 15. De contractprocedure optimaliseren. Het contract of de overeenkomst moet voor een langere periode worden opgesteld. Het risico moet eerlijk worden verdeeld over beide contractpartners. 16. Gelijke toegang realiseren binnen de EU, op basis van een Europese EMA-registratie. Dit betekent onvermijdelijk dat dezelfde geneesmiddelen worden aangeboden tegen verschillende prijzen, afhankelijk van het vermogen van individuele lidstaten om te betalen. 17. HST van meet af aan betrekken bij het proces van budgetbepaling, zodat ook macro-economische indicatoren in het besluitvormingsproces kunnen worden opgenomen. 18. Onderschrijven dat budgetimpact verschilt afhankelijk van waar R&D en productie plaatsvinden. Prijsvergoedingen moeten rekening houden met de lokale werkelijkheid van R&D, productie en werkgelegenheid. 19. Toestaan dat de innovatieve farmaceutische industrie al in een vroeg stadium wordt betrokken bij academisch onderzoek. Dit vergroot de kans dat academisch onderzoek geneesmiddelen oplevert die daadwerkelijk op de markt kunnen worden gebracht. En ten slotte, om te garanderen dat de innovatieve biofarmaceutische industrie daadwerkelijk kan blijven voldoen aan de voortdurend evoluerende behoeften van patiënten en zich kan opstellen als een transparante en ethische partner voor beleidsmakers: 20. Het Biofarmaceutische platform, geleid door de eerste minister, deel laten uitmaken van het volgende federaal regeerakkoord. Voor meer informatie over de Health, Science and Technology Group (HST) en dit Memorandum Verkiezingen 2014: GSK (GlaxoSmithKline): Julien Brabants (0496-590318) Janssen Pharmaceutica: Luc Van Oevelen (0476-955011) Pfizer: Peter Menu (0497-591462) UCB: Xavier Hormaechea (0477-971284)