Youth & Use chilling or killing? PAOG 18 oktober 2011 dr. I.J.J. Aben Programma • • • • • Chilling or killing? (filmpjes) Use your brain (quiz) Vroegsignalering Motivatie voor behandeling Behandelaanbod J&M Programma • • • • • Chilling or killing? (filmpjes) Use your brain (quiz) Vroegsignalering Motivatie voor behandeling Behandelaanbod J&M Chilling or killing? Filmpje Filmpje2 Programma • • • • • Chilling or killing? (filmpjes) Use your brain (quiz) Vroegsignalering Motivatie voor behandeling Behandelaanbod J&M Use your brain! Het alcoholgebruik onder jongeren (12-18 jr.) steeg de laatste jaren (2003 – 2007). (Nationale drug monitor 2009) Use your brain! Het cannabisgebruik onder middelbare scholieren is zowel bij meisjes als bij jongens de laatste jaren (1996-2007) afgenomen. (Nationale drug monitor 2009) Use your brain! ‘Heavy drinking’ (>6E op ten minste 1 dag/week) is de laatste jaren, tussen 2001 en 2008, afgenomen. (Nationale drug monitor 2009) Use your brain! Het cannabisgebruik onder scholieren is in Nederland hoger dan in andere Europese landen waar geen gedoogbeleid wordt gevoerd. (Nationale drug monitor 2009) Use your brain! Door stijging van het aantal probleemgebruikers van cannabis is het aantal dat hulp zoekt tussen 1994 en 2008 verviervoudigd. (Nationale drug monitor 2009) Use your brain! Cocaïne is vooral populair bij hoogopgeleide workaholics (3040-jarigen) in het bank- en bedrijfsleven. Onder partygangers blijft het relatief zeldzaam (<5%). (Nationale drug monitor 2009) Use your brain! Speed en XTC zijn beide pepmiddelen maar bevatten niet dezelfde werkzame stof: speed bevat amfetamine, XTC bevat MDMA. (Nationale drug monitor 2009) Use your brain! GHB is net als alcohol een verdovend middel en wordt onder reguliere midelbare scholieren zelden gebruikt. (Nationale drug monitor 2009) Programma • • • • • Chilling or killing? (filmpjes) Use your brain (quiz) Vroegsignalering Motivatie voor behandeling Behandelaanbod J&M Fasen van gebruik Kennismaken Experimenteren Geïntegreerd gebruik Excessief gebruik (misbruik) Verslaving In alle stadia is misbruik mogelijk!! Signalen herkennen Somatisch Anorexie, snelle gewichtsdaling, wijde/nauwe pupillen, jeuk/krabben, sedatie/anergie, slapeloosheid, etc. Psychologisch Somberheid, concentratiezwakte, nalatigheid, afstandelijkheid, desinteresse/onverschilligheid, interesse voor middelen, gedragsproblemen, ‘ongelukjes’, maandagmorgen ‘blues’ Sociaal Problemen met naasten, verlies van vrienden/verandering van vriendenkring, isolement, schoolverzuim, slechtere schoolprestaties, politie/justitie Misbruik Een patroon van onaangepast gebruik van een middel dat significante beperkingen of lijden veroorzaakt Eén of meer van (periode 12 mnd): Herhaaldelijk gebruik, waardoor verzaken van verplichtingen (werk, school, thuis) Gebruik in gevaarlijke situaties (bijv. autorijden) Herhaaldelijk in aanraking komen met justitie (middelen gerelateerd) Persisterend gebruik ondanks aanhoudende problemen (DSM-IV) Afhankelijkheid Een patroon van onaangepast gebruik van een middel dat significante beperkingen of lijden veroorzaakt Drie of meer van (periode 12 mnd): Tolerantie Onthoudingsverschijnselen Gebruik van grotere hoeveelheden, langere tijd Gebruikersgedrag is tijdsintensief Beperkt sociaal-maatsch. functioneren Willen maar niet kunnen stoppen Volharding in gebruik ondanks besef van negatieve gevolgen (DSM-IV) Overzicht risicofactoren Micro Meso Macro •Lage intelligentie •Moeilijk temperament •Slechte schoolcijfers •Laag opl. niv. ouder(s) •Psychische problemen ouder(s) •Antisociaal gedrag ouder(s) •Geweld/conflicten •Verwaarlozing •Ingrijpende gebeurtenissen •Isolement •Conflicten •Gebrekkige sociale verbindingen •Kansarme buurt •Delinquente vrienden •Peer rejection •Geen band met school •Gebrekkige opleiding •Afwijkende subculturele normen en waarden •Culturele minderheidsgroepering •Economische crisis •Werkloosheid •Discriminatie Beïnvloedende factoren Biopsychosociaal model Biologisch Erfelijke kwetsbaarheid, psychiatrische ziekten (schizofrenie, bipolaire stoornissen, angst, depressie, ADHD, eetstoornissen etc.) Psychologisch Temperament, persoonlijkheid/-stoornissen (copingsvaardigheden, moeite met aanpassen, stemmingswisselingen, gedragsstoornissen, hyperactiviteit/impulsiviteit sensation seeking, beïnvloedbaarheid, terugtrekgedrag, etc.), delinquent gedrag Sociaal Gezinskenmerken (KOPP/KVO, pedagogische stijl, betrokkenheid, conflicten), peer-group pressure, schoolproblemen, etc. Programma • • • • • Chilling or killing? (filmpjes) Use your brain (quiz) Vroegsignalering Motivatie voor behandeling Behandelaanbod J&M Motivatie cyclus Proschaska & Di Clemente Motiverende gespreksvoering Gespreksattitude -motivatie komt uit de patiënt, niet van buitenaf -het is de taak van de patiënt zijn/haar ambivalenties op te lossen -de gesprekstoon en tempo zijn rustig en uitnodigend -directe overreding helpt hierbij niet -wel directief in helpen om ambivalentie te onderzoeken en op te lossen -motivatie is geen ‘trait’ maar fluctueert met de interpersoonlijke interactie -geen doctor-centered houding maar (gespreks)partner Miller & Rollnick (1999) Motiverende gespreksvoering Gesprekstechnieken -reflectief luisteren ter exploratie van het referentiekader van patiënt -accepteren en bevestigen van (de uitspraken van) de patiënt -ontlokken en bekrachtigen van ‘veranderuitspraken’* -monitor de veranderbereidheid, vermijd weerstand door te proberen te overreden -bevestig de patiënts vrijheid om eigen keuzes te maken * Zelf-motiverende uitspraken, eigen probleeminzicht, zorgen, verlangens en intenties om te veranderen, verandercapaciteit Miller & Rollnick (1999) Motiverende gespreksvoering MGV MVG2 Motiveren bij de GGD • Motiverende gespreksvoering als risicozorg • Neem de tijd • Betrek ouders maar spreek de jongere (ook) alleen • Streef niet naar motivatie voor behandeling maar voor een vervolggesprek Programma • • • • • Chilling or killing? (filmpjes) Use your brain (quiz) Vroegsignalering Motivatie voor behandeling Behandelaanbod J&M Behandeling J&M Aanmelding – Verwijzers: BJZ, huisartsen, jeugdartsen, specialisten – Toeleiders: o.a. school, 1e lijns psychologen, Jeugdzorg Intake – Probleemanamnese, speciële anamnese (gebruik), tractusanamnese (neurol., psychiatrische), gezinsanamnese, sociale anamnese, VG, FA, etc. – Mentale status – Hulpvraag, motivatie Diagnostiek – Psychiatrisch onderzoek, psychologisch onderzoek, gezinsonderzoek, somatisch onderzoek Adviesgesprek/behandelplan – Overeenstemming diagnose? Motivatie? Individueel of gezinsbenadering? Casemanagement • Coördinerende schakel tussen hulpverleners Huisarts, BJZ, schoolmaatschappelijk werk, etc. • Hulp bij maatschappelijke vragen Gericht op het leven weer op de ‘rails’ krijgen • Beschikbaarheid voor ‘crisis’ tijdens kantooruren • Individuele ‘leefstijl’-trainer Leefstijltraining (ca.10 sessies) • Motivering – Motivatiecyclus (Prochaska & Di Clemente) – Motiverende gesprekstechniecken (Miller & Rollnick) • Psycho-educatie • CGT principes – Gebruiksregistratie dagboek, functionele en holistische analyse, de 5 G’s, cue exposure met responsepreventie • Terugvalpreventie en ‘harm reduction’ – Signalerings- en hanteringsplan • Keuzethema’s – Sociale vaardigheden, sociaal netwerk, leren ontspannen, omgaan met geld, vrijetijdsbesteding, etc. Urinedrugscreening • • • • Vertrouwen herstellen van de omgeving Extra motivatie Controle op risicogedrag Bij positieve test niet sanctionerend optreden maar stimuleren van functionele coping Ouderbegeleiding • • • • • • Ouders betrekken bij behandeling Gemeenschappelijke probleemdefinitie Psycho-educatie Herstellen ouder-kind relaties Pedagogische ondersteuning Taxatie gezinsproblematiek Farmacotherapie • • • • Vermindering onthoudingsverschijnselen Vermindering zucht Substitutie Behandeling co-morbiditeit (bijv. ADHD) Ambities voor de toekomst • Evidence-based behandelstrategieën – – – – Gezinstherapie (MDFT, MSFT) Zelfhulp; Internetbehandeling Community reinforcement approach? Contingency management? • Behandelsettingen: ook dagbehandeling • Academisering / Regionaal expertise centrum Dank voor uw aandacht Vragen? Risicogedrag en druggebruik “Drugs zijn alle stoffen die inwerken op het centraal zenuwstelsel en om die reden worden gebruikt” Werking van drugs? Verdovende drugs Alcohol, opiaten, kalmeringsmiddelen, slaapmiddelen, GHB Stimulerende drugs XTC, speed, cocaine, koffie & thee Waarnemingsveranderende drugs XTC, cannabis, LSD, paddo’s Verdovend: • Verlaagde hartslag, ademhaling, lichaamstemperatuur, bloeddruk • Verkleinde pupillen, vertraagde reflexen • Ontremming, verlaagd bewustzijn in verschillende gradaties • Verwardheid, desoriëntatie Stimulerend: • Verhoogde hartslag, lichaamstemperatuur, ademhaling, bloeddruk, reflexen • Vertraagde stofwisseling • Vergrote pupillen • Hartkloppingen • Risico op uitdroging, insulten Bewustzijnsveranderend: • Coördinatiestoornissen, desoriëntatie, derealisatie, depersonalisatie • Droge mond en keel, slikstoornis • Afwisselend overmatig beweeglijk en dan weer stram en stijf • Overschatting van eigen vermogens, suïcidaal Welke middelen? seks waarneming (+) (-) (+) ++ - - (+) - - + (+) (+) + ++ + (+) (+) + (+) (+) - - + (+) - ++ ++ + + - ++ ++ + rust suf euforie Alcohol + + + Opiaten + + Benzodiazepinen + + Amfetaminen Cocaine XTC Khat (+) (+) Cannabis ++ (+) ++ + + wakker aktief durven groot prestatie + ++ ++ + + (+) ++ ++ + + + ++ ++ + + + ++ + - Paddos Mescaline (+) (+) GHB Ketamine ++ ++ + + Gokken ’Gamen’ + + + + Nicotine (+) (+) + (+) (+) (+) (+) waan Welke middelen zijn ‘hot’? • • • • • • • Tabak Alcohol Cannabis XTC (MDMA) Amfetaminen Cocaine Crack / basecoke • • • • • Paddo’s GHB Ketamine Khat Heroine Alcohol • Alcohol ontstaat door gisting van granen of vruchtensuikers • In elk standaard glas zit evenveel pure alcohol, namelijk 10 gram • Alcohol is voor het lichaam een schadelijke stof. Risico's van alcohol • Dingen doen waar je spijt van krijgt • Lichamelijke klachten: lever, maag, hersenen, hart en bloedvaten , zenuwstelsel en kanker • Gevaar bij verkeersdeelname • Geweld tijdens het uitgaan • Ongevallen thuis en op het werk • Lichamelijk en geestelijk verslavend Hasj en wiet • Hasj en wiet (marihuana) zijn afkomstig van de hennepplant, de cannabis sativa • De hennepplant wordt al duizenden jaren gekweekt voor haar vezels, zaden en olie • Men kan het roken, eten en drinken Effecten van hasj en wiet • Euforische stemming • Versterking zintuiglijke prikkels/ waarneming veranderd • Onverschilligheid • Honger “vreetkick” • Lach- en giechelbuien “lachkick” • Lacunes in korte-termijngeheugen Risico’s van hasj en wiet • Schadelijk voor de luchtwegen • Negatieve invloed op psychische klachten • Desinteresse in andere zaken/ ontnemen van ambities (zorgeloosheid) • Geestelijk verslavend Speed • Amfetaminen zijn langs chemische weg gefabriceerde stimulerende middelen • In het verleden zijn amfetaminen in de geneeskunde gebruikt tegen depressies en als eetlustremmer • Men kan het slikken, spuiten en snuiven Effecten van Speed • Oppeppend effect, lichaam en geest • Actief, alert, zelfverzekerd • Prikkelbaar, onrustig • Knarsetanden, snel bewegen van kaken • Angstig, met name bij uitwerking • Na zo'n 4 tot 8 uur is de speed uitgewerkt Risico’s van Speed • • • • • Hoge hartslag en bloeddruk Gewichtsverlies Oververhitting Uitdroging Ernstige depressieve klachten • Chronische vermoeidheid, • Slapeloosheid • Geestelijk verslavend Nationale prevalentie: • • • • • Risicogebruikers alcohol Alcohol verslaafden opiaatverslaafden Risicogebruikers Cocaïne Medicatie verslaafden (benzo’s/ opiaatachtige pijnstillers) • Gokverslaafden • Gebruikers van soft-drugs Bron: NDM 2005 820.000 320.000 26.000-30.000 55.000 600.000 70.000 408.000 Hoe groot is het probleem? Alcohol Algemene bevolking (2005) Nicotine Cannabis – % actueel – Trend – Internationaal: 27,5% ↓ = 5,4% ↔ (↓) 0,3-0,4 ↔ +/- 20% ↓ 9% J: ↓ M: ↔ = 0,5-1,2% +/- 78% ↔ = Jeugd (2003) – % actueel – Trend 58% J: ↔ M: ↑ – Internationaal (15/16 jr.) ↑ Bron: Nationale Drug Monitor 2007 = Andere +/- Hoe groot is het probleem? 16 13 ooit actueel ooit actueel Alcohol Tabak Cannabis 79% 60% 6.8% 43% 32% 2.9% 91% 60% 28% 77% 32% 14% XTC Cocaïne Speed 0.7% 1.1% 1.3% 0.3% 0.4% 0.4% 5.6% 4.0% 3.4% 2.3% 1.2% 1.1%