SAMENVATTING MKBA GROOT MIJDRECHT NOORD aanleiding Naar aanleiding van waterproblemen in en om Groot Mijdrecht Noord hebben Provincie Utrecht, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, Gemeente De Ronde Venen en Habiforum strategieën uitgewerkt voor de toekomst van deze droogmakerij. Streven is een haalbare, betaalbare en duurzame inrichting. Mogelijk wordt een deel van de realisatie bekostigd door het Rijk, uit de FES middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de Nota Ruimte. Een positief saldo van een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) is één van de criteria om daarvoor in aanmerking te komen. Initiatiefnemers van de verkenning besloten een MKBA uit te voeren voor alle verkende strategieën, met uitzondering van Ophogen omdat deze strategie niet op steun kan rekenen van het Rijk. In een regionale MKBA zijn de ontwikkelde strategieën Plan de Venen, Technieken, Meegroeien en Plasmet elkaar vergeleken ten opzichte van de strategie Niets Doen. De strategie Ophogen, die grootschalige woningbouw in het Groene Hart omvat, is niet in de analyse betrokken omdat deze niet kan rekenen op steun van het Rijk en niet in aanmerking komt voor rijksgelden. Een MKBA onderscheidt zich van een financiële kosten en batenanalyse omdat de baten betrekking hebben op gemonetariseerde welvaartseffecten en de kosten alleen de maatschappelijke kosten betreffen – dus louter financiële transacties tussen partijen tellen niet mee. In een financiële analyse gaat het om realisatiekosten en de dekking daarvan. In dit onderzoek is de MKBA uitgevoerd volgens de richtlijnen van het Rijk1. Deze methode geeft een consistent en integraal overzicht van de welvaartseffecten en is sinds 2000 verplicht voor grote infrastructuurprojecten van het Rijk en op dit moment ook voor regionale projecten waarvoor een rijksbijdrage uit FES-middelen gevraagd wordt. conclusies Hieronder zijn per strategie de belangrijkste maatschappelijke kosten en baten weergegeven. Tabel 0.1. Kosten en baten per strategie ten opzichte van ‘Niets doen’ (in mEUR) Plan de Venen technieken meegroeien Plas Kosten ten opzichte van Niets Doen Planuitvoeringskosten 51,6 52,7 65,5 115,3 Plankosten/faseringskosten onvoorzien 5,3 6,0 13,8 25,2 Verlies landbouwkundige waarde 3,5 3,5 6,3 11,6 Investeringskosten technieken waterbeheer 0,0 126,0 0,0 0,0 -0,2 17,3 -1,9 -1,9 0,0 0,0 -10,6 -11,5 60,3 205,6 73,2 138,7 Onderhoud en beheer Functieverandering grond Kosten totaal Baten ten opzichte van Niets Doen Verbetering waterkwaliteit 21,8 59,6 32,9 66,7 Woonklimaat 0,1 0,1 27,2 49,4 Veiligheid (vermeden schade) 0,0 0,0 14,1 30,0 Recreatie exploitatie 9,0 9,0 14,2 23,6 Natuurbeleving en verervingswaarde 4,2 4,2 11 16,1 - pm - - Opbrengst drinkwater Overige baten Baten totaal Saldo (baten-kosten) 4,5 8,3 2,4 2,5 39,7 81,2+pm 101,6 188,1 -20,6 -124,2+pm 28,5 49,5 Het blijkt dat de strategieën Meegroeien en Plas een batig saldo hebben: maatschappelijke baten zijn groter dan maatschappelijke kosten. Beide strategieën zijn vanuit deze optiek verantwoorde 1 Leidraad OEI ( Overzicht Effecten Infrastructuur) en de aanvulling ‘Waardering Natuur, Water en Bodem in de MKBA’. investeringen, waarbij de strategie Plas met een saldo van circa 50 miljoen euro een positiever resultaat heeft dan strategie Meegroeien met een saldo van circa 30 miljoen euro. Het verschil tussen beide strategieën wordt veroorzaakt door verschillende fasering van maatregelen in de tijd. De strategieën Plan de Venen en Technieken hebben een negatief saldo: hier zijn de maatschappelijke kosten hoger dan de maatschappelijke baten. methoden In deze regionale maatschappelijke kosten-batenanalyse zijn de kosten en baten voor de polder Groot Mijdrecht Noord zelf en de direct aangrenzende gebieden in beeld gebracht. Voor de bepaling van de baten vormde de beschrijvingen van de strategieën uit de verkenning Groot Mijdrecht Noord en de eerder uitgevoerde ruimtelijke en watersysteemanalyses het startpunt. Omdat het hier gaat om een verkenning en niet om een planstudie is een kentallen-MKBA uitgevoerd op basis van beschikbare literatuur en gegevens van vergelijkbare gebieden, zoals de Reeuwijkse Plassen. Tijdens een planstudie worden varianten uitgewerkt van de te kiezen voorkeursstrategie. Dan is nader empirisch onderzoek mogelijk. De kosten en baten zijn vergelijkbaar gemaakt door rekening te houden met het moment waarop deze optreden en rekening te houden met rente2. Het is gebruikelijk dat in een MKBA volgens de richtlijnen van het Rijk alleen kosten meegenomen mogen worden met een netto welvaartseffect. Dat houdt bijvoorbeeld in dat verwervingskosten van grond niet worden meegenomen, omdat grondverwerving een uitruil van grond tegen geld is zonder dat de netto welvaart voor de maatschappij door de transactie toe- of afneemt. de meest onderscheidende kosten en baten De acht meest onderscheidende kosten- en batenposten in deze MKBA zijn: 1. planuitvoeringskosten (zoals inrichtingskosten in en om de polder). Deze kosten zijn voor Plan de Venen en Technieken nagenoeg gelijk. Plas heeft de hoogste kosten. Realisatie van Meegroeien gaat absoluut gezien gepaard met dezelfde of zelfs hogere kosten. Echter rekening houdend met rente is het bedrag wat theoretisch ‘nu op de bank moet staan’, een stuk lager bij Meegroeien dan bij Plas; 2. kosten voor planvorming en onvoorziene kosten. De kosten zijn relatief laag bij Plan de Venen en Technieken en relatief hoog bij Meegroeien en Plas. De netto contante waarde van de kosten voor het realiseren van Plas is het hoogst. Dit komt doordat de kosten voor Plas eerder gemaakt worden dan voor Meegroeien; 3. investeringskosten technieken waterbeheer. Deze zijn hoog bij de realisatie van Technieken; 4. onderhoud en beheer: Deze kosten zijn hoog bij Technieken en leveren een besparing op bij Meegroeien en Plas; 5. verbetering waterkwaliteit: De realisatie van de strategieën leidt tot een verbetering van de waterkwaliteit. Dit heeft direct positieve gevolgen voor het benutten en beleven van water en leidt tot besparingen die, zonder de realisatie van deze strategieën, toch genomen moeten worden; 6. woonklimaat: Bij Meegroeien en Plas een verbetering doordat meer mensen van een aantrekkelijker woonklimaat kunnen profiteren. Bij de monetarisering van dit maatschappelijke effect is het uitgangspunt gehanteerd dat woningen aan het water gemiddeld een 12 % hogere waarde hebben dan dezelfde woningen niet aan het water; 7. veiligheid: Speelt een rol doordat schade wordt vermeden door wateroverlast, in geval de polder wordt gebruikt als calamiteitenberging voor overtollig water uit de Amstel. 8. recreatie-exploitatie: Alle strategieën bieden ten opzichte van Niets doen extra mogelijkheden voor recreatie door de aanleg van natuur en water. De strategieën Meegroeien en Plas scoren daarbij extra hoog vanwege de mogelijkheden voor waterrecreatie. Andere kosten en baten die in tabel 0.1. genoemd zijn, zijn minder onderscheidend. Het ‘landbouwkundig productieverlies’ bestaat uit de maatschappelijke waarde van de 2 Berekend zijn netto contante waarden. landbouwproductie in de polder. Deze maatschappelijke kostenpost is in iedere strategie ongeveer gelijk aan de maatschappelijke baat die ontstaat door een toename van ‘natuurbeleving en verervingswaarde’. Dat is de maatschappelijke waarde die mensen hechten aan bepaalde typen van natuur en het geld dat zij er voor over hebben om hun omgeving ecologisch gezond achter te laten voor toekomstige generaties. Bij realisatie van de strategieën Meegroeien en Plas komt daar nog de baat bij die wordt veroorzaakt door de waardevermeerdering van de grond in een deel van de polder door functieverandering Het ontstaan van een aantrekkelijk vestigingsklimaat of de mogelijkheid de regio in zijn geheel een economische of recreatief toeristische impuls te geven, is in deze MKBA niet opgenomen. Dit type waardecreatie door het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit, is te kwantificeren als deze effecten preciezer zijn te omschrijven tijdens een planstudie. Daarmee zijn de baten in dit stadium van vooral Meegroeien en Plas mogelijk onderschat. aanbevelingen De verkregen inzichten en een uitgevoerde gevoeligheidsanalyse aan de grootste baten leiden tot de volgende aanbevelingen per strategie: Plan de Venen: De intrinsieke waarde van de beoogde EHS natuur telt niet mee in een MKBA; wel de bereidheid van omwonenden om hieraan mee te betalen. Deze bereidheid is volgens kengetallen voor moerasnatuur relatief laag ten opzichte van grasland. Mogelijk wijst een gericht praktijkonderzoek anders uit; technieken: Het zeer negatieve saldo kan wellicht positiever worden als realisatie van deze strategie wordt gecombineerd met drinkwatervoorziening. Het is onzeker of deze behoefte er is, en of deze plek voor drinkwaterproductie in vergelijking met andere locaties in West Nederland wenselijk is. Als voor deze strategie wordt gekozen, is op dat schaalniveau onderzoek nodig; meegroeien en Plas: Beide strategieën hebben een positief saldo door de baten van waterkwaliteitsverbetering, toename van veiligheid door vermijding van waterschade, verbetering van woonklimaat en meer mogelijkheden voor recreatie-exploitanten. Verschillen tussen deze strategieën onderling worden veroorzaakt door de fasering. Als de kosten in vergelijking met de baten hoger zijn en over langere tijd worden versnipperd, wordt Meegroeien gunstiger. Als de kosten in vergelijking met de baten lager zijn en over de kortere tijd worden verspreid, wordt Plas gunstiger. Bij een politiek-bestuurlijke keuze voor één van deze strategieën zijn de fasering en daaraan gerelateerde optimalisaties nader uit te werken.