Vergoede dyslexiezorg voor leerlingen met ernstige enkelvoudige dyslexie (EED): Hoe het begon: terug in de tijd! Al voor de laatste eeuwwisseling zijn er plannen geweest om leerlingen met enkelvoudige dyslexie vanuit de ‘ zorg ‘ ondersteuning te geven op kosten van de zorgverzekeraar. De discussie over vergoede zorg kwam in een stroomversnelling doordat niet alleen de genetische basis, maar ook omdat neuro biologische en neuro anatomische afwijkingen aangetoond werden. Dyslexie was niet zo maar een ‘leerstoornis’ die alleen toebehoorde aan ‘onderwijs’, maar werd tevens een ‘medisch hoofdstuk’. In 2003 verscheen het rapport ‘ Dyslexie naar een vergoeding1 ’. De noodzaak van een vergoedingsregeling werd overtuigend beschreven. Politieke kwesties en ook ministeries van OCW en VWS die moeilijk tot overeenstemming kwamen wie welke financiële middelen moest bijdragen aan de diagnosestelling en behandeling van dyslectische leerlingen vertraagden de invoering van vergoede zorg. In 2009 is het dan echt zo ver. Er zijn goede afspraken gemaakt. Zo mogen 6% van alle leerlingen aangemeld worden voor diagnosestelling op kosten van de zorgverzekeraar. Een percentage van 3,6% zal in aanmerking komen voor behandeling en de resterende 2,4% zal terug verwezen worden naar de school. Onderstaand stroomdiagram wordt hierbij gebruikt. Beperkingen die gesteld worden zijn de volgende: - lichte vorm van dyslexie zal de school zelf moeten oplossen - lees en spellingsproblemen die niet het gevolg zijn van dyslexie worden niet vergoed - comorbide leerlingen komen niet in aanmerking voor vergoeding, ze kunnen wel ondersteuning krijgen vanuit de AWBZ. Dat begrip comorbiditeit laat zich het best vertalen door te stellen dat leerlingen naast dyslexie een andere stoornis hebben die de dyslexie beïnvloedt. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de combinatie dyslexie en ADHD. - nadrukkelijk stelt het ministerie van VWS eisen aan het onderwijs. Scholen krijgen een poortwachtersfunctie toebedeeld. 1 Remco Reij – ‘ Dyslexie naar een vergoedingsregeling’ CVZ 2003 “ Slecht onderwijs wordt niet gesubsidieerd” 2: taken voor het onderwijs…. Aan het onderwijs worden taken toebedeeld om een goede screening te kunnen maken tussen leerlingen met een leesprobleem en dyslectische leerlingen. Het hardnekkigheidscriterium wordt hier als belangrijkste punt gezien om de poortwachtersfunctie gestalte te geven. Concreet zijn de eisen: - Scholen moeten werken met het ‘ Protocol leesproblemen en dyslexie 3 ‘ - Leerlingen scoren na het eerste officiele meetmoment (midden groep 3) drie maal op rij een E score op de DMT4 (10% zwakste lezers) óf drie maal achter elkaar een E op spelling en bovendien behoren ze op het terrein van lezen op de DMT tot de 16% zwaksten. - De school kan aantonen dat er drie maal per week gedurende 20 minuten intensieve ondersteunig gegeven is op lees – spellinggebied. Deze ondersteuning mag gegeven worden aan een groepje van maximaal 3 leerlingen en wordt bovendien aangeboden door een geschoolde leerkracht. Vrij lezen in het bibliotheekboek of hulp van een leesmoeder wordt hier dus niet meegerekend. - De school heeft in een groepsplan / handelingsplan beschreven welke hulp gegeven is. Niet alleen de ondersteuning moet beschreven zijn, maar ook moeten meetbare doelen gesteld zijn op letter-, woord- en tekstniveau. Na drie maanden vindt evaluatie plaats en start een tweede periode van drie maanden intensieve ondersteuning5. - Leerlingen met een IQ van 85 of hoger komen in aanmerking voor behandeling. - Er moet een discrepantie zijn in de resultaten van leerlingen tussen rekenen enerzijds en lezen / spellen anderzijds. - Bij de start kiest het minsterie van VWS voor een ingroeimodel. Alleen leerlingen geboren na 1 januari 2000 komen voor behandeling in aanmerking. 2 Minister Ab Klink (VWS) in kabinet Balkenende IV (2007-2010) Protocol leesproblemen en dyslexie - Expertisecentrum Nederlands (2001) 4 CITO toets DMT Arnhem - Ineke Jongen c.s.(2009) De ‘ drie minuten toets ‘ (DMT) is een toets van losse woorden die geen uiterlijk of betekenisverband hebben. Het zijn drie aparte toetsen oplopend in moeilijkheidsgraad die meten hoeven woorden in één minuut correct gelezen kunnen worden. 5 In de loop van de jaren na invoering van de vergoede zorg zien we dat dit laatste criterium niet door alle behandelinstituten meer gehanteerd wordt. Er ontstaat een versoepeling van normen. Zo hanteren onder andere het RID en IWAL slechts één periode van drie maanden om aan het hardnekkigheidscriterium te voldoen. Voor het SWV Waterland neemt ONL via de SBZW vrijwel alle diagnosestellingen en behandelingen voor haar rekening. Zij hanteren de ‘ strengere’ normen van twee perioden van drie maanden. 3 Waterland en de vergoedingsregeling…. De start van de vergoedingsregeling hebben we groots aangepakt. Zo hebben we meerdere voorlichtingsmiddagen en avonden geroganiseerd om de man / vrouw voor de klas wegwijs te maken in de regelgeving en uitvoering van vergoede dylsexiezorg. We hadden een voorsprong op andere Samenwerkingsverbanden. We waren namelijk het eerste grote Samenwerkingsverband waar op alle scholen volgens het Protocol Leesproblemen en Dyslexie gewerkt werd. Ook heeft het Samenwerkingsverband ervoor gekozen om een trajectbegleider aan te stellen die de scholen advies en ondersteuning geeft in voortraject en de binnengekomen dossiers beoordeelt op compleetheid en ontvankelijkheid. Concreet zijn de taken van de trajectbegeleiding de volgende: - Scholen op weg helpen om tot een goed leesdossier te komen - Alle dossiers voor vergoede dyslexiezorg worden nadat ze afegrond zijn door de school aangeleverd aan de trajectbegeleider. - Controle op compleetheid en deels onvankelijkheid doet de trajectbegeleider. Dossiers die voldoen aan de bovengenoemde criteria stuurt hij door naar onderzoeker. - Voor het SWV Waterland verzorgt de SBZW meestal voor diagnosestelling en eventuele leesbehandelingen. - In januari 2009 gaat de vergoedingsregeling van start. In dat schooljaar komen nog niet heel veel aanvragen voor de vergoede zorg, mede omdat de regeling midden in het schooljaar aanving. Het aantal neemt met de jaren toe . Die groei is voor een deel te verklaren doordat er meer kinderen vanwege het ingroeimodel in aanmerking komen voor vergoede diagnosestelling / behandeling. Bij de start van de regeling mogen alleen kinderen aangemeld worden die geboren zijn na 1 januari 2000. Het Samenwerkingsverband wil de ontwikkelingen van de vergoedingsregling goed monitoren. Dit is belangrijk om het ‘aanbod schept de vraag ‘ principe niet in gang te zetten, maar ook zien we dat de regelgeving en eisen die gesteld worden ook als een katalysator werken voor het gehele leesonderwijs. De resultaten blijken over de gehele linie, dus ook van de sterkere lezers, omhoog te gaan. Borgen…. Om het hoge niveau vast te houden heeft het Samenwerkingsverband financiele middelen ter beschikking gesteld. We hebben gedurende meerdere jaren ingezet op verschillende leerkrachtbijeenkomsten die toegankelijk zijn voor alle 68 basisscholen. - Groep 1 en 2: beginnende geletterdheid met als doel dat leerlingen die groep 3 instromen al de eerste beginselen van lezen en spellen onder de knie hebben. De ontvangende leerkracht van groep 3 heeft zo ook al een beeld van de zorgleerlingen op het terrein van lezen en spellen. - Groep 3 en 4: technisch lezen en voortgezet technisch lezen, waarbij naast theorie ook veel casussen besproken zijn. Leerkrachten blijken elkaar verrassend goed te kunnen helpen. Het uitwisselen van ervaringen heeft hier een belangrijke positie ingenomen. - Groep 5 t/m 8: ‘ Leren om te lezen’ maakt plaats voor ‘ Lezen om te leren’. Begrijpend lezen wordt in deze groepen belangrijk. De focus is bij deze bijeenkomsten dan ook gelegd op dit laatste. - In de loop van de jaren zijn zo’n 35 dylsexiecoaches opgeleid. - In 2011 is het Protocol Leesproblemen en Dyslexie geactualiseerd 6 en gesplitst voor de verschillende jaargroepen in de basisschool. We hebben een serie van 3 middagen aangeboden aan leerkrachten van het Samenwerkingsverband. Er kwamen ruim 120 aanmeldingen voor deelname binnen. We hebben steeds een tevredenheidsonderzoek gedaan na afloop van clusters van 2 tot 4 bijeenkomsten. De deelnemers blijken steeds enthousiast en ook beoordelen ze de bijeenkomsten zeer positief. Tot slot zien we dat het aantal aanmeldingen voor de bijeenkomsten groot is. Monitoren…. Om te weten of tijd en geld die geinvesteerd zijn in de scholingbijeenkomsten rendabel zijn hebben we tweejaarlijks aan de scholen gevraagd om hun leesresultaten te beschikking te stellen. We kunnen zo monitoren op de ontwikkeling en opbrengsten. Het derde rapport7 was van november 2013. De leesreslutaten waren al eerder boven het landelijk gemiddelde. In die laatste neerslag blijken de resultaten weer verder omhoog te zijn gegaan. Inmiddels is er ook een intensief contact gegroeid met het voortgezet onderwijs. Een Protocol waarin een zo drempelloos mogelijke overstap naar het voortgezet onderwijs ingevoerd kan gaan worden is gereed om geimplemtenteerd te worden. Reden tot optimisme….. Samenvattend willen we stellen dat we goed op weg zijn in Waterland. De cijfers bewijzen dat als we kijken naar: - de leesresultaten die boven het landelijk gemiddelde liggen - het aantal dyslexieverklaringen die onder het landelijk gemiddelde uitkomt - de hoeveelheid aanmeldingen voor de vergoede dyslexiezorg die in 2012-2013 wel iets boven de 3,6% ligt, maar bij lange na niet de 6% is die formeel aangemeld mag worden. Landelijk is namelijk ‘gemikt’ op 6% aanmeldingen, waarvan 3,6% in aanmerking komt voor behandeling en 2,4% terug verwezen vwordt naar de school (zie stroomdiagram pagina 40) - het aantal kinderen dat na onderzoek terug verwezen wordt naar de school en niet in aanmerking komen voor vergoede behandeling is gering. Scholen blijken zich goed bekwaamd te hebben in handelingsgericht werken en dossieropbouw. - De SBZW die aangesloten is bij ONL hanteert strenge normen bij diagnosetselling in tegenstelling tot andere behandelinstituten (zie voetnoot 5). Zo wordt het ‘SVP – proces’ (signaleren, verwijzen, plaatsen) vermeden. 6 Protocol Leesproblemen en dyslexie groep 1 / 2, groep 3, groep 4, groep 5 t/m 8, SBO Expertise centrum Nederland, meerdere auteurs (2011) 7 Verslag leespeiling Samenwerkingsverband Waterland – Chruf van Kempen (November 2013) Januari 2015: Transitie van de zorgverzekeraar naar de gemeenten: Met ingang van januari 2015 is de bekostiging van de vergoedingsregeling overgeheveld van de zorgverzekeraar naar de gemeenten. Een positieve ontwikkeling is dat de normen voor toelating van leerlingen met mogelijk ernstige dyslexie landelijk worden gelijk getrokken voor alle behandelinstituten8. Het Samenwerkingsverband Waterland is inmiddels een samenvoeging van het Samenwerkingsverband Volendam / Marken en het oude SWV Waterland. We hebben te maken met meerdere gemeenten. Te weten: Purmerend, Edam-Volendam, Waterland, Beemster, Zeevang en Landsmeer. Uit het land krijgen wij berichten dat de vergoedingsregeling EED kampt met enorme overschrijdingen. We willen die overschrijdingen voorkomen. In dit verband verwijzen wij graag naar een artikel van Chris Struiksma9. Dit artikel is een advies aan de ministeries van VWS en OCW, waarin hij adviseert om ‘sturing van het aantal aanmeldingen’ niet op schoolniveau, maar op Samenwerkingsverbandniveau plaats te laten vinden. Niet zonder trots willen we opmerken dat het Samenwerkingsverband Waterland als positief voorbeeld gebruikt wordt in het artikel. 8 Van onderwijs naar zorg: doorverwijzen bij een vermoeden van dyslexie in het kader van de vergoedingsregeling 9 ‘Een benchmark voor de dyslexiezorg – Dr. Chris Struiksma (2014) Organisatiemodel: Inmiddels is in overleg met de gemeente gekozen voor een bijgesteld organisatiemodel en de rol van de trajectbelgeider daarin, welke geldt voor het gehele Samenwerkingsverband Waterland in verband met EED: 1. voortraject: voorlichting / scholing 5. monitoring leesopbrengsten en aantallen 4. dossier insturen door school en beoordeling trajectbegeleider. Diagnosestelling volgt samen met (mogelijke) behandeling 2. advisiering specifieke hulp 3. dossieropbopuw door school 1. Voortraject: Scholen wegwijs maken in het gebruik en toepassing van het Protocol leesproblemen en dyslexie. Scholen op de hoogte brengen van de regels / eisen die de vergoedingsregeling stelt aan het onderwijs (poortwachtersfunctie). Scholen van het Samenwerkingsverband op de hoogte stellen van nieuwe ontwikkelingen. Op basis van de tweejaarlijkse opbrengstpeiling scholing / voorlichtingsaanbod doen aan de scholen van het Samenwerkingsverband. Consultaties aan scholen die specifieke vragen hebben over effectief leesonderwijs. 2. Bij vermoeden dyslexie: Scholen voorlichten en vaardig maken in het opzetten van een leesdossier. - Eisen die de vergoedingsregeling stelt aan de vergoede dyslexiezorg communiceren met de scholen. Advisering remediërende interventies, materialen en methoden. 3. Dossieropbouw en vervolg: School heeft de volgende stappen doorlopen: leerling scoort zwaar onvoldoende ( E- score) op de Drie Minuten Toets (DMT) bij ‘hoofdmeetmoment’. Gedurende de daarop volgende periode tot het volgende ‘hoofdmeetmoment’ geeft de school intensieve begeleiding (3 maal 20 minuten per week). Een handelingsplan waarin beschreven staat op letter- , woord- en tekstniveau, dient als leidraad. Na die oefenperiode wordt het handelingsplan geëvalueerd. Bekeken wordt of de SMART geformuleerde doelen behaald zijn. Tussenmeetmomenten zijn een aanrader! Leerling haalt bij het volgende ‘hoofdmeetmoment’ opnieuw een E score: wederom wordt een interventieperiode ingezet. Na deze tweede interventieperiode vindt evaluatie plaats. Leerling scoort opnieuw een E score op de DMT. 4. Dossier en insturen: School maakt het dossier compleet: zie checklist. Dossier gaat naar de trajectbegeleider Trajectbegeleider bekijkt het dossier op compleetheid en voor een deel op ontvankelijkheid. Ontbrekende informatie vraagt de trajectbegeleider op aan de school. Dossiers die niet voldoen aan de eisen worden geretourneerd aan de school: leerling is daarmee afgewezen. Complete dossiers die voldoen aan de eisen worden naar de diagnosesteller verstuurd na toestemming voor de bekostiging van de diagnose, mogelijk aangevuld met behandeling, van de gemeente waar de leerling woonachtig is. 5. Om de leerlingen, de scholen waar ze vandaan komen en de aantallen te kunnen monitoren is er contact met diagnosesteller / behandelaar. Tweejaarlijks maakt de trajectbegeleider een rapport met de opbrengsten van alle scholen van het SWV Waterland. Daarin worden ook het aantal leerlingen benoemd die in aanmerking kwamen voor een dyslexieverklaring, diagnosestelling vanuit de vergoede zorg en voor behandeling EED. Op basis van de cijfers worden de volgende acties ondernomen: Besturen worden op de hoogte gebracht van de leesopbrengsten en het aantal leerlingen met (vergoede) dyslexie. Zo kunnen de besturen de scholen aanspreken die ‘onder’ presteren of te veel leerlingen verwijzen. Gemeenten worden op de hoogte gebracht van de resultaten en aantallen. Voorlichting en scholing voor het komende jaar aan de scholen van het SWV worden afgestemd op leesopbrengsten. 6. Het Samenwerkingsverband Waterland is verbonden aan de volgende gemeenten: Purmerend, Edam-Volendam, Waterland, Beemster, Zeevang en Landsmeer. Met deze gemeenten is afgesproken dat alle aanvragen voor vergoede dyslexiezorg via de trajectbegeleider lopen. Hiermee wordt voorkomen dat afgewezen dossiers via een ander ‘loket’ worden ingediend. Verleden en toekomst: Het hierboven beschreven organisatiemodel op Samenwerkingsverbandniveau werpt zijn vruchten af. We zijn blij u te kunnen melden dat we in de loop van de jaren in staat geweest zijn om het aantal dossiers welke in aanmerking komen voor de vergoedingsregeling binnen aanvaardbare grenzen te houden. Zoals gezegd mag 6% van de leerlingen aangemeld worden, zo is afgesproken bij de start van de vergoedingsregeling in 2009. Van die 6% komt 3,6% komt in aanmerking voor behandeling en 2,4% wordt terug verwezen baar de school. De berekening die gemaakt wordt, werkt als volgt. Een voorbeeld: een Samenwerkingsverband heeft 12. 000 leerlingen. Omdat leerlingen gedurende hun schoolloopbaan van 8 jaar basisschool in enig jaar in aanmerking komen voor de regeling, delen we die 12.000 door 8 (= 1500). Van deze 1500 leerlingen mag 6 % verwezen worden voor onderzoek (= 90 leerlingen). 3,6 % komt in aanmerking voor behandeling (3,6% X 1500 = 54 leerlingen) en 2,4% (2,4% X 1500 = 36) wordt terugverwezen naar de school. In het overzicht op de volgende pagina wordt duidelijk dat het Samenwerkingsverband Waterland in geen enkel jaar toegekomen is aan die 6%. Er is door het zorgvuldige voortraject al veel geld bespaard. Een overschrijding van leerlingen die in aanmerking zouden komen voor behandeling (3,6%) is slechts in twee jaar aan de orde geweest. Als we deze overschrijding salderen met de andere jaren komen we onder de norm uit! Bovendien is in deze jaren niet helemaal duidelijk of alle leerlingen die doorverwezen zijn ook in aanmerking kwamen voor behandeling. Schooljaar: Aanmeldingen SWV Waterland: Doorverwijzing naar ONL: Aantal bij 3,6% Overschrijding: 26 15 -- -- 37 27 57 - 30 2008-2009 12700 lln. 2009-2010 12600 lln. 2010-2011 12350 lln. Z 63 42 56 -14 49 36 54 -18 74 61 52 +9 71 54 52 +2 84 61*) 61 0 2011-2012 12000 lln. 2012-2013 11500 lln. 2013-2014 11467 lln. 2014-2015 13628 lln. *) bij dit aantal moet opgemerkt worden dat hier 27 leerlingen bij staan die nog op de wachtlijst staan voor onderzoek. Wellicht worden één of meer leerlingen alsnog terug verwezen naar de school. In dat geval komt het SWV niet toe aan de 3,6% en blijven we daar onder zitten. Omdat de gemeenten momenteel belast zijn met de vergoede EED regeling hebben onderstaand een preciezere berekening geplaatst, waarin de landelijke norm en aanmeldingen bij het Samenwerkingsverband Waterland tegen elkaar worden afgezet. 2013-2014 Aanmeldingen EED Landelijke streefnorm: 6% X 1433,375 = 86 Afgewezen trajectbegeleider Afgewezen na onderzoek 6% X 1433,375 = 86 2,4% X 1433,375 = 34 Vergoede behandeling 3,6% X 1433,375 = 52 Dossier door voor onderzoek SWV Waterland : 4,95% X 1433,375 = 71 0,56 % X 1433,375 = 8 4,39%X1433,375 = 63 0,62 % X 1433,375 = 9 3,76% X 1433,375 = 54 2014-2015 Aanmeldingen EED Landelijke streefnorm: 6% X 1703,50 = 102 Afgewezen trajectbegeleider Dossier door voor onderzoek Afgewezen na onderzoek Vergoede behandeling SWV Waterland : 4,93 % X 1703,5 = 84 0,70% X 1703,5= 12 6% X 1703,50 = 102 2,4% X 1703,50 = 41 4,23% X 1703,5 = 72 0,64% X 1703,5 = 11 3,6% X 1703,5 = 61 3,59% X 1703,5 = 61 Het aantal hierboven genoemde leerlingen die op de wachtlijst staan voor onderzoek lijken momenteel toe te nemen door financiële problemen. Het is niet aan de trajectbegeleider om hier een oordeel over te vellen. Het is wel mooi om vast te stellen dat het Samenwerkingsverband Waterland naar alle waarschijnlijkheid het enige Samenwerkingsverband is wat binnen de streefnormen kinderen laat doorstromen voor de vergoede EED. Daar staat het teleurstellende feit tegenover dat deze kinderen een traject van minstens een heel schooljaar intensieve ondersteuning achter de rug hebben. Als ze eindelijk door de ‘slagboom’ zijn, wordt een nog eens een perioden van wachten gepresenteerd, als gevolg van financiële perikelen.