Inventarisatie OCMW-dienstverlening en aanvullende financiële steun RICHTLIJNEN BIJ HET INVULLEN VAN HET EXCEL-WERKBLAD Dit document helpt u bij het invullen van het Excel-werkblad dat voor deze inventarisatie wordt gebruikt. In de eerste plaats wordt verduidelijkt hoe het instrument dient ingevuld te worden. Daarnaast worden de verschillende vragen toegelicht, om te verduidelijken welke informatie precies gevraagd wordt. 1. Uitgangspunt: Deze inventarisatie omvat twee luiken: Het eerste luik peilt naar het totale bedrag aan niet-gesubsidieerde aanvullende financiële steun dat de Vlaamse OCMW’s uitkeerden in 2008, 2009 en 2010. Aan elk van de 308 OCMW’s wordt dus gevraagd hoeveel aanvullende financiële steun het OCMW aan haar cliënten uitkeerde, waarvoor het niet gesubsidieerd werd door de Federale of Vlaamse overheid. Daarnaast wordt gevraagd om te specificeren waarvoor deze financiële steun werd toegekend. Tot slot wordt gevraagd naar het aantal dossiers (per jaar) waarin niet-gesubsidieerde aanvullende steun werd toegekend. In het tweede luik inventariseren we gegevens over uiteenlopende vormen van OCMW-dienstverlening. Hier wordt niet gevraagd naar bedragen (in €), maar naar aantallen cliënten of aantal diensten. 2. Invulfiche De invulfiche is opgemaakt in een Excel-werkblad, met daarin bovenaan luik A en onderaan luik B. Luik A: In kolom b worden een aantal clusters van steunvormen opgelijst: “wonen”, “medische kosten”, “onderwijs en opleiding”, “maatschappelijke participatie” en de restcategorie “overige vormen van nietgesubsidiëerde aanvullende financiële steun”. In kolom c worden per cluster de steunvormen opgelijst die we onder het respectievelijke cluster onderbrengen. In de eerste rij van elk cluster vult u het totaalbedrag voor dat cluster van aanvullende steunvormen in. Daaronder kan u (indien mogelijk!) verder specifiëren per steunvorm. De laatste rij van elk cluster (“niet gespecificeerd”) is voorbestemd voor de aanvullende steun die u tot het cluster rekent, maar waar geen afzonderlijke steunvorm voor vermeld is. Kolom C bevat een korte verduidelijking voor elke steunvorm. In kolom d wordt meer info over de gevraagde steunvorm gegeven. In kolommen e, f en g dienen de respectievelijke bedragen voor de jaren 2008, 2009 en 2010 ingevuld te worden. 1 Opgelet: de onderste lijn van luik A wijkt af van de bovenstaande omdat hier gevraagd wordt naar het AANTAL CLIËNTEN en niet naar een bedrag! Het gaat hier om het aantal unieke cliënten (= één cliënt of cliëntsysteem, dit is de cliënt + personen ten laste) die in 2008, 2009 en 2010 aanvullende financiële steun ontvingen. Cliënten die in één welbepaald jaar meerdere keren één of andere vorm van aanvullende steun ontvingen worden dus 1 keer geteld. Velden die u niet kan invullen, bijvoorbeeld omdat de gegevens niet geregistreerd en beschikbaar zijn, laat u leeg. Luik B In luik B wordt gepeild naar diverse vormen van ‘algemene dienstverlening’. Dit luik van de invulfiche heeft een gelijkaardig uitzicht als luik A. Een belangrijk verschil is echter dat in luik B nergens financiële gegevens worden opgevraagd. Het gaat hier telkens om ‘aantallen’: aantal cliënten, aantal voorschotten etc. Een tweede belangrijk onderscheid met luik A is dat hier niet eerst een totaal per cluster wordt bevraagd. We vragen u onmiddellijk de gegevens per afzonderlijke vorm van dienstverlening in te vullen, voor zover de gegevens beschikbaar zijn in uw OCMW. In kolom b worden, naar analogie met luik A, enkele clusters weergegeven. In kolom c worden binnen deze clusters verschillende vormen van dienstverlening onderscheiden. Daarnaast vindt u telkens een beknopte omschrijving van het gevraagde. Ook in dit luik worden de gegevens van 2008, 2009 en 2010 opgevraagd, om van bij de aanvang van onze jaarlijkse bevraging een, weliswaar beperkte, tijdreeks te kunnen genereren. 3. Hoe invullen? Luik A Stap 1: Vul het totaal van de toegekende niet-gesubsidieerde financiële steun in, per jaar. Gebruik hiervoor de bovenste cellen van de invulfiche. Stap 2: Specificeer, indien mogelijk, de toegekende aanvullende steun per “cluster”. Aanvullende steun die u niet aan één welbepaald cluster kan toewijzen (omdat de gegevens niet afzonderlijk geregistreerd werden) vermeldt u bij “niet gespecificeerd” (lijn 36). Stap 3: Verfijn, indien de gegevens beschikbaar zijn, binnen elk cluster de toegekende aanvullende steun volgens steuntype. Aanvullende steun die u binnen één cluster niet aan één van de opgesomde steunvormen kan toewijzen (bijvoorbeeld omdat in uw OCMW nog andere steunvormen worden 2 toegekend die niet in deze lijst staan, maar u toch tot een bepaald cluster rekent) vermeldt u bij “niet gespecificeerd”. Belangrijk: De vragenlijst dient getrapt ingevuld te worden: eerst het totale bedrag aan toegekende nietgesubsidieerde aanvullende steun, vervolgens (indien beschikbaar) verfijnd per cluster en tot slot verder verfijnd per steunvorm. Indien de cijfers per steunvorm niet beschikbaar zijn in uw OCMW (omdat ze bv. niet geregistreerd worden) moet dit u niet weerhouden om toch de totalen voor het cluster in te vullen: ook die zijn belangrijk in de verwerking van de gegevens voor alle Vlaamse OCMW’s. Bedragen mogen slechts één keer opgenomen worden in de invulfiche, om te vermijden dat ze dubbel geteld worden. Ook voor steunvormen die volgens u onder meer dan één cluster kunnen geplaatst worden geldt deze opmerking: elke euro mag slechts één keer in de invulfiche voorkomen. De cijfers waarnaar gevraagd wordt kunnen zowel uit de boekhouding als uit de dossiers van uw OCMW gehaald worden. De oorsprong van de cijfers is voor deze inventarisatie dus niet van tel. In deel A van deze bevraging peilen we enkel naar niet-besubsidieerde aanvullende steun. Gegevens over gesubsidieerde steunvormen, bv leefloon, equivalent leefloon, medische hulp aan asielzoekers … zijn beschikbaar via subsidieverstrekker (in dit geval de POD MI) en dienen dus niet in deze invulfiche opgenomen te worden! Ook het door het OCMW bekostigde aandeel in de betaling van bv. leeflonen mag niet opgenomen worden in deze invulfiche. Wijzig NIETS aan het ontwerp van de invulfiche. Verwijder of voeg dus geen rijen of kolommen toe. Dit bemoeilijkt de verwerking van de ingevulde fiches. Steunvormen waarover geen gegevens beschikbaar zijn, of die eenvoudigweg niet bestaan binnen uw OCMW, laat u blanco. Wanneer in een specifiek jaar niets werd uitgekeerd in functie van een specifieke steun, dan vult u 0 in. Luik B Omdat in luik B geen financiële gegevens, maar enkel ‘aantallen’ (cliënten, diensten etc.) worden opgevraagd, volgt dit luik een andere logica dan het eerste. We vragen hier NIET eerst een totaal per cluster weer te geven, maar direct de verschillende items in te vullen. Belangrijk: indien voor een bepaald item geen cijfers beschikbaar zijn OF wanneer de vorm van dienstverlening niet bestaat binnen uw OCMW, dan vult laat u het betreffende veld blanco. Wanneer een bepaalde vorm van dienstverlening in een jaar niet werd toegekend (en in andere jaren wel, dus de dienst is beschikbaar), dan vult u 0 in. 3 4. Omschrijving clusters en steunvormen Cluster “wonen”: Al de aanvullende financiële steun die het OCMW toekent om de huisvesting van cliënten te verzekeren en waarvoor het NIET gesubsidieerd werd. Hieronder vallen zowel de kosten die rechtstreeks met wonen te maken hebben (verhuis, huur, lening …) als kosten verbonden aan het wonen in een huis of appartement, bv: energiekosten. Steunvormen “wonen”: Basiskost huisvesting (huur / lening) = de financiële steun die werd toegekend voor het betalen van de huishuur van een cliënt of voor het afbetalen van een hypothecaire lening. Brandverzekering = de financiële steun voor het betalen van de premie(s) van een brandverzekering, aangegaan voor de eigen woning of huurwoning van de cliënt. Verhuiskost = financiële steun voor het betalen van de kosten die verbonden zijn aan de verhuis van een cliënt, bv: een verhuislift, transportkosten etc. Opgelet: géén installatiepremie! Energietoelage = aanvullende financiële steun als tussenkomst in de energiekosten van cliënten en als tussenkomst bij preventieve maatregelen (bv: dakisolatie), voor zover deze niet gesubsidieerd zijn. Opgelet: geen steun die terugbetaald werd door de federale energiefondsen. Cluster “medische kosten”: Al de vormen van aanvullende financiële steun bedoeld om medische kosten van cliënten te dekken en waarvoor het OCMW niet gesubsidieerd wordt. Let op: het gaat hier dus NIET om de medische kosten van vreemdelingen! Steunvormen “medische kosten”: Ten laste name hospitalisatiekosten = het totaal van de kosten verbonden aan de hospitalisatie van cliënten (of personen ten laste van de cliënt), die door het OCMW worden gedragen. Ten laste name van kosten voor medische behandeling zonder hospitalisatie = het totaal van de kosten verbonden aan allerlei medische behandelingen die geen hospitalisatie vergen. Voorbeelden: bezoek aan de huisarts, tandheelkundige ingrepen, brillen, orthopedische behandeling et Ten laste name farmaceutische kosten = het totaal van farmaceutische kosten (= medicatie) van cliënten en hun personen ten laste, die door het OCMW worden gedragen. 4 Ten laste name bijdragen = het totaal van de bijdragen aan de zorgverzekering / ziekenfonds / hulpkas voor zieke- en invaliditeitsuitkeringen en achterstallige bijdragen van zelfstandigen die door het OCMW ten laste zijn genomen. Cluster “onderwijs en opleiding”: Al de vormen van aanvullende financiële steun die het OCMW toekende in functie van het volgen van een opleiding of in functie van onderwijsdeelname. Het kan zowel om de inschrijvingsgelden zelf, als om kosten verbonden aan het volgen van een opleiding (bv: vervoer, cursusmateriaal …) gaan. Steunvormen “onderwijs en opleiding”: Schooltoelage = de financiële steun die het OCMW toekent als tussenkomst in de schoolrekeningen van cliënten. Het gaat hierbij om schoolrekeningen voor het reguliere dagonderwijs waarin de leerplichtige kinderen van cliënten participeren. Steun voor het volgen van een opleiding = de financiële steun als tussenkomst in de kosten verbonden aan het volgen van een opleiding door de cliënt zelf: inschrijvingsgelden, vervoersonkosten etc. Het gaat hier om opleidingen van cliënten die niet (meer) onderworpen zijn aan de leerplicht. Aanmoedigingspremie = een aanvullende premie om cliënten te stimuleren tot het volgen van een opleiding (NIET de aanmoedigingspremie van de Vlaamse overheid, enkel premies die het OCMW zelf financiert). Cluster “maatschappelijke participatie: Al de vormen van aanvullende steun die het OCMW uitkeert om de maatschappelijke participatie van cliënten te ondersteunen. Dit kan ondermeer door deelname aan socio-culturele of sportieve activiteiten. Opgelet: enkel de steun voor socio-culturele participatie die NIET door de POD-MI, NIET door de Vlaamse Gemeenschap en niet door de gemeente wordt gesubsidieerd: enkel het aandeel betaald uit eigen OCMW-middelen invullen in het invulfiche! Steunvormen “maatschappelijke participatie”: Lidgelden en deelnameprijs = financiële steun als tussenkomst in de lidgelden en inschrijvingsgelden van socio-culturele en sportieve activiteiten en de kosten van toegangsbewijzen, verplaatsing etc. (NIET gesubsidieerd!). Kinderopvang ifv. participatie = de financiële steun als tussenkomst in de kinderopvang, die het cliënten mogelijk moet maken deel te nemen aan socio-culturele activiteiten. Cluster “andere” vormen van niet-gesubsidieerde aanvullende financiële steun: Vormen van aanvullende steun die niet in één van bovenstaande clusters kon ondergebracht worden. 5 Steunvormen “andere”: Textieltoelage = financiële steun voor de aankoop van kleding voor de cliënt Ten laste name kosten begrafenis / crematie = al de kosten voor begrafenissen en crematies van cliënten die door het OCMW ten laste werden genomen. Naturahulp = de kosten verbonden aan het voorzien in voeding en andere verbruiksgoederen nodig voor het dagelijks levensonderhoud van cliënten. Ook kosten van geschenken voor kinderen bij speciale gelegenheden (bv geboorte, communie, Sinterklaas etc.) Ten laste name van kosten van voorzieningen voor ouderen = de ten laste name van de kosten verbonden aan de opvang van ouderen in een eigen of niet-eigen WZC. Ten laste name van kosten van voorzieningen voor ouderen, met uitzondering van WZC = de ten laste name van kosten verbonden aan de opvang van ouderen in een voorziening die géén WZC is (bv serviceflats, dagopvang, kortverblijf …). Ten laste name van de kosten voorziening voor kinderen = ten laste name van de kosten verbonden aan de opvang van kinderen. Ten laste name kosten voorziening voor gehandicapten = ten laste name van de kosten verbonden aan de opvang van personen met een handicap in een voorziening. Ten laste name van kosten voor daklozenopvang = ten laste name van de kosten verbonden aan de opvang van daklozen (géén installatiepremies!). Kosten voor de hulp aan (ex-)gedetineerden = al de kosten verbonden aan de hulp aan exgedetineerden die zich na hun verblijf in een gevangenis bij het OCMW aanmelden. Bijkomende vraag: hoeveel van het totaal aan kosten voor de opvang van ouderen, kinderen en gehandicapten werd teruggevorderd bij de onderhoudsplichtigen? (invulbox rechts naast kolommen voor de jaartallen!) Restcategorie “niet gespecificeerd”: In deze restcategorie wordt al de niet-gesubsidieerde aanvullende financiële steun opgeteld die het OCMW uitkeerde en die niet in één van bovenstaande clusters of steunvormen voorkomen. Voorkom dat bedragen dubbel worden geteld! Aantal cliënten: Het gaat hier om het aantal unieke cliënten / cliëntsystemen die in 2008, 2009 en 2010 aanvullende financiële steun ontvingen. Cliënten die in één welbepaald jaar meerdere keren één of andere vorm van 6 aanvullende steun ontvingen worden dus maar 1 keer meegeteld. Een cliëntsysteem (= cliënt + personen ten laste) worden als 1 meegeteld. Luik B Het tweede luik van de invulfiche wijkt duidelijk af van het eerste. Hier wordt ruimer gekeken dan enkel de aanvullende financiële steun en wordt geprobeerd om een aantal aspecten van de algemene dienstverlening in kaart te brengen. Anders dan hierboven worden hier nergens financiële gegevens gevraagd, maar veeleer aantal cliënten, aantal diensten etc. De structuur van dit tweede luik is gelijkaardig aan die van luik A: we onderscheiden een aantal ruime clusters van vormen van dienstverlening (kolom b). Binnen elk cluster worden verschillende vormen van dienstverlening opgesomd (kolom c), met daarbij telkens een beknopte toelichting (kolom d). Cluster “wonen” Aantal meldingen van uithuiszettingen = hoeveel meldingen (door het vredegerecht) van dreigende uithuiszetting ontving het OCMW in 2008, 2009 en 2010? Initiatieven genomen n.a.v. melding uithuiszetting = na hoeveel van bovenstaande meldingen werd één of ander initiatief genomen door het OCMW? Voorbeelden: contact via brief, telefonisch, huisbezoek … . Aantal beschikbare wooneenheden als shelter = hoeveel wooneenheden, bestemd voor de tijdelijke huisvesting van cliënten met huisvestingsproblemen, stelde het OCMW ter beschikking in de vorm van een “shelter”? Met een “shelter” bedoelen we huisvesting, doorgaans collectief, gericht op zeer kortstondige opvang om dakloosheid (even) weg te nemen, terwijl naar een geschikte opvang en hulpverlening, op langere termijn, gezocht wordt. . Aantal unieke cliënten in een shelter = hoeveel cliënten werden in deze “shelter” opgevangen in deze jaren? Reken enkel “unieke” cliënten, dus cliënten die meerdere keren in één jaar opgevangen werden tellen als 1. Aantal beschikbare wooneenheden als “noodwoning” = hoeveel wooneenheden stelde het OCMW ter beschikking als “noodwoning”? Een noodwoning is een (individuele) woonvorm die beperkt is in tijd tot enkele maanden, voor cliënten die onverwachts met huisvestingsproblemen geconfronteerd zijn. De begeleiding beperkt zich hier tot hulp en ondersteuning in het zoeken naar een andere woongelegenheid. Voorbeeld: mensen van wie de woning door brand onbewoonbaar geworden is. Aantal unieke cliënten in een noodwoning = hoeveel cliënten werden in deze shelter opgevangen? Idem als hierboven: enkel “unieke” cliënten. Aantal beschikbare woningen als “transitwoning” = Hoeveel wooneenheden biedt het OCMW aan als "transitwoning". Dit is een tijdelijke woonvorm, vooral bedoeld voor multi-problem situaties, met intensieve begeleiding op verschillende levensdomeinen. 7 Aantal unieke cliënten in een transitwoning = cfr. shelter en noodwoning. Aantal daklozen waarvoor gebruik gemaakt wordt van de voorrangsregel “versnelde toewijzingsmogelijkheid” : Voor hoeveel dakloze cliënten werd gebruik gemaakt van de voorrangsmaatregel “versnelde toewijzingsmogelijkheid”, zoals voorzien in het sociaal huurbesluit (art. 24 §2) Aantal huurwaarborgen = wat is het totaal aantal huurwaarborgen dat het OCMW toekende aan cliënten. Geen bedragen, enkel het aantal huurwaarborgen invullen! Tewerkstelling Aantal cliënten in een traject gericht op socio-professionele inschakeling = hoeveel cliënten waren betrokken in één of ander traject dat gericht is op de socio-professionele inschakeling van de cliënt (bv: art. 60 §7)? Vermeld enkel “unieke” cliënten: wie meer dan één traject per jaar volgde wordt als 1 meegerekend. Voorschotten Wat is het totaal aantal cliënten die een voorschot op een uitkering ontvingen? Vul ook hier géén bedragen in, enkel het aantal cliënten. Het kan hierbij eveneens gaan om voorschotten onder de vorm van een leefloon. Waarop werden voorschotten gegeven? Specificeer, indien mogelijk, op welke uitkering of vergoeding een voorschot werd toegekend. Overige diensten en thuiszorg Hoeveel cliënten maakten gebruik van de opgesomde diensten? Reken ook hier per dienst enkel de unieke cliënten, maar één cliënt kan uiteraard wel meegerekend worden bij verschillende diensten. Voorbeeld: persoon X maakte in 2008 5 keer gebruik van een klusjesdienst en wordt hier dus als 1 gerekend. Indien persoon X in datzelfde jaar ook gebruik maakte van de maaltijddienst van het OCMW, dan wordt hij ook daar als 1 meegerekend. Het kan daarbij zowel om eigen diensten, als om diensten buiten het OCMW waarvoor wordt tussengekomen in de kosten, gaan. 5. Vragen of problemen? Met vragen of problemen tijdens het invullen van de fiche kan u terecht bij Roel Verlinden op 02/2115512 of [email protected] 8