Hoe passen onze ouder wordende hersenen zich aan? Ralf Krampe – 24 februari 2009 Bij het ouder worden ondergaan we niet alleen fysieke veranderingen, zoals onze spieren die verzwakken of beenderen die fragiel worden, maar ook onze hersenen beginnen fysiologisch te verslechteren. Enkele hersenregio’s, waaronder de frontale cortex (of hersenkwab), zijn tot 15% in volume verminderd op 80-jarige leeftijd in vergelijking met jonge volwassenen. Op eenzelfde manier zijn oudere mensen op cognitieve taken waarbij snelheid en nauwkeurigheid beklemtoond worden, gevoelig trager en minder nauwkeurig dan jongere volwassenen. Gemiddeld genomen doen 60-70 jarigen er 1.6 keer langer over om dezelfde taak uit te voeren als een twintiger. Desalniettemin slagen sommigen er toch in om ons zelfs op vrij hoge leeftijd te blijven verbazen met adembenemende prestaties, die bovendien snelle en complexe bewegingen vergen. Denk bijvoorbeeld aan de virtuose piano prestaties van een 80-jarige Rubinstein of Horovitz. Hoe is dit mogelijk, gezien de fysieke en cognitieve veranderingen? In deze lezing zal ik trachten een aantal antwoorden te geven op deze puzzel. Ik zal eerst een aantal speciale taken beschrijven waarin jongere en oudere volwassenen verschillen en uitleggen hoe dit gerelateerd is aan het hersenfunctioneren in het algemeen. Methoden van hersenonderzoek zullen ook kort worden uitgelegd. Daarna zal ik het hebben over studies waarbij een systematische vergelijking wordt gemaakt tussen jongere en oudere volwassenen met een goed geheugen en ook ouderen bij wie het geheugen al een zekere verslechtering ondergaan heeft. Het zal duidelijk worden dat de variabiliteit tussen verschillende oudere individuen vrij hoog ligt, en dat het daarom mogelijk is senioren te vinden die eenzelfde prestatieniveau behalen dan jonge volwassenen. De kritische vraag is of deze “fitte” senioren hun hersenen op dezelfde vraag gebruiken als jongere volwassenen? Het antwoord hierop is neen en hersenstudies beginnen een sensationeel beeld te ontrafelen van hoe de hersenen zich op een flexibele manier aanpassen aan hun eigen veroudering. Daardoor kunnen ze tenminste gedeeltelijk compenseren voor leeftijdsgerelateerde aftakelingsverschijnselen die –helaas- op langere termijn uiteindelijk onvermijdelijk zijn. In het laatste deel zal ik ons eigen werk op gebied van neuroimaging (beeldvorming van de hersenen) bij jongere en oudere muzikanten beschrijven dat wij momenteel hier in Leuven uitvoeren in samenwerking met het departement radiologie (UZ Gasthuisberg).