HUMANISTISCH-EXISTENTIËLE STROMING Psychologische interventies en mensbeelden HET HUMANISTISCH-EXPERIËNTIËEL EN EXISTENTIËEL MENSBEELD HUMANISTISCHE PSYCHO LOGIE: OORSPRONG Duitsland 1908: aanzet beweging met anti-reductionistische: o Tegenreactie mechanistische en fysiologische benadering van Wundt en Locke o Wholeness of Gestalt: het geheel is meer dan de delen USA 1930: groep leidende figuren maken een nieuwe beweging in de psychologie: o Maslow, Bühler, Allport, Moustakas, Rogers, Perls, May o Tegenbeweging tegen wat er tot dan toe plaats vond in de psychologie: experimenteelstructureel, behavioristisch, psychoanalytisch o het kon de mens als geheel niet vatten en de ‘humanness’ niet begrijpen Abraham Maslow o Verlegging focus van problematische naar positieve en gezonde Wat is psychische gezondheid? Wat heeft iemand nodig om gezond te zijn? Studie van ‘Peak Experiences’: situaties waarin we onszelf voorbij-groeien Taboe doorbroken: werden toen als ‘te subjectieve’ thema’s gezien o D-needs en B-needs Deficiency needs = veiligheid Fysiological needs Safety Belonging-love Self-esteem Being needs = groei Self-actualisation Wanneer niet aan veiligheid voldaan: insecurity-cylce Viscieuze cirkel van onveilig gevoel onveilige interpretaties onveilig gevoel … Zorgt voor emotionele en relationelen problemen, criminaliteit,… Groei ook als noodzakelijke factor om gelukkig te zijn Kaufman (2020) o Vernieuwing theorie Maslow, afgestemd op hedendaagse psychologie o Nieuwe metafoor van schip procesgeoriënteerd o Zonder schip kan je niet varen (levensweg) o Je wil je leven ook richting geven door middel van het zeil o De zee is ‘het leven’ met haar (existentiële) uitdagingen o Uiteindelijk grootste capaciteit mens = transcendence HET HUMANISTISCH MENSBEELD Veel verschillen tussen humanistische stromingen onderling, maar wel gemeenschappelijke elementen Holisme: niet alleen op deficiete, maar ook op mogelijkheden en krachten persoon Anti-reductionistisch: mens kan niet gevat worden in zijn onderdelen, maar alleen als gehele mens o Typisch thema = Self o Ook lichamelijke gewaarwordingen, naast cognitieve-affectieve Anti-determinisme: mensen hebben vrije wil we kunnen gedrag nooit volledig kennen of voorspellen o Iedere persoon is uniek Lived experience: ten rade gaan bij de beleving van de persoon om de persoon te begrijpen o Zowel lichamelijk (felt sense) als affect o Zelf-exploratie o Kwalitatief onderzoek Groei: mensen hebben de drang om te goeien en een zinvol bestaat te leiden o Zelf-actualisatie en zelf-transcendentie o Persoonlijke groei o Optimistische visie op de mens Proces: door groei is het leven een proces o De ontwikkeling is nooit af o We zijn altijd in proces met ups en downs o In voortdurende interactie met onze omgeving o Wanneer het proces stokt = problematisch EXISTENTIËLE PSYCHOLOGIE: OORSPRONG EN MENSBEELD OORSPRONG USA: denkers uit humanistische benadering (Maslow, Rogers, Allport in ‘Existential Psychology van May) o Optimistischer: zelf-actualisatie, groei,… Europa: voortvloeiend uit existentiële filosofie (Heidegger, Binswanger – Daseinsanalyse) o Pessimistischer: nadruk op de tragiek van het bestaan MENSBEELD “Wat is helpend en nodig om een zinvol en authentiek leven te leiden?” Begaan met ontologische kenmerken van het menselijk bestaan Wat het strikt individuele overstijgt, maar toch onze meest intieme ervaringen zijn Vier ontologische hoofdthema’s (Yalom) Leven en dood Eenzaamheid en verbondenheid Keuzes, verantwoordelijkheid en schuld Zinloosheid en zingeving Existential crisis filmpje: 5 eigenschappen 1. 2. 3. 4. 5. Dingen die vanzelfsprekend en normaal zijn, worden opeens in vraag gesteld op een relatieve wijze Het besef van onze eigen (overvallende) vrijheid daarin => eng, te veel vrijheid en verantwoordelijkheid Groter besef van de dood We worden gedwongen om keuzes te maken, maar zijn als mens begrend door onwetendheid en een gebrek aan wijsheid => we weten nooit wat de juiste keuze is, of de uitkomst van een keuze => falen en foute keuzes => angst als basisemotie van de mens Acceptatie van die angst brengt rust, want uiteindelijk ervaren we dit allemaal op dezelfde manier Dit helpt om menselijke (psychologische) problemen op een meer existentiële manier te begrijpen Doodsangst als transdiagnostische factor voor alle angststoornissen en PTSD Zinloosheid als transdiagnostische factor voor alle psychopathologie, vooral depressie Convergentie van humanistische en existentiële psychologie DE HUMANISTISCH-EXPERIËNTIEEL EN EXI STENTIËLE INTERVENTIES, BEGELEIDINGEN EN PSY CHOTHERAPIEËN Voorbeelden: Rogers: client-centered therapy Perls: Gestalt therapy May: Existential-humanistic therapy Mensbeeld Gemeenschappelijke Therapeutische visie op: De cliënt en problemen De therapeutische relatie De rol en persoon van de therapeut Psychodiagnostiek Therapeutische doelen … Verschillen: Humanistisch-experiëntieel: Meer nadruk hier-en-nu beleving Proces-theorieën (hoe) Optimistische, groei Existentieel: Meer toekomstgericht Inhouds-theorieën (wat) Meer tragiek van het bestaan en zingevingsgericht CLIËNT EN PROBLEMEN Gericht op volledige persoon van de cliënt (holisme) Verder dan alleen de klacht of symptoom: volledige beleving Inhoud én proces van het probleem Ook positieve dingen betrekken en focus op groei THERAPEUTISCHE RELAT IE = een ontmoeting: I-It versus I-Thou Voldoende veiligheid creëren om te gaan exploreren Veiligheid als corrigerende ervaring PERSOON VAN DE THERAPEUT = medemens, gelijke meesterfiguur of wetende andere Authentiek, transparant aanwezig = presence Als blinde gids: geen expert over het probleem, maar wel over proces => begeleid het proces (= beleving) zonder te weten ‘wat’ PROCES IN PLAATS VAN ‘WAT’ = een voorkeur voor het exploreren van de beleving van het probleem Gevoelens, emoties, felt sense Hier-en-nu Zelf-reflecite Experiëntiële methodes TRANSDIAGNOSTISCHE B ENDAERING = aandacht voor factoren die voorkomen in veel psychopathologieën: Emotie-regulatie Verwerking en verdieping beleving Zelfbeeld en zelfwaardering Keuzes en existentiële thema’s Aan de hand van proces-diagnose: blijvende, continue diagnose van situatie en cliënt als geheel DOELEN Nieuwe beleving van zelf en ander Verbonden met zichzelf en anderen Authentiek kiezend en zinvol leven Meer vrij voelen en geëngageerd in eigen leven Om kunnen met de mogelijkheden en beperkingen van de realiteit OTTO RANK Al van vroeg af aan combineren existentiële en humanistisch-experiëntiële ideeën Oorspronkelijk psychoanalyticus, vader van humanistisch-experiëntiële richtingen Nadruk op beleving en gevoelens in hier-en-nu in therapie De echte, gelijke, authentieke en transparante relatie met therapeut Therapie is ingebed in existentiële dynamiek tussen leven-dood en autonomie-verbondenheid Nog andere vandaag ook combinatie van twee stromingen ZIE CURSUS VOOR VOORBEELDEN EN INDELING THERAPIEËN GROEI INLEIDING: EEN HUMANISTISCH PSYCHOLOGISCH THE MA Groei is kernthema in humanistisch-experiëntiële psychologie Vloeit voort uit anti-determinisme (vrijheid) Betekent niet dat the sky the limit is Niet alleen individuele groei, self-transcendence Geen synoniem van ‘geluk’, ook gekoppelt aan negativiteit (positieve desintegratie en posttraumatische groei) CARL ROGERS EN GROEI Mensen hebben een actualising tendency = de nood om te groeien, vooruit te gaan, te ontwikkelen Heeft een richting: organismic valuing process o We weten allemaal bewust of onbewust waar we nood aan hebben en wat goed en niet goed is Nood om te groeien: o Pro-actief: uit zichzelf o Re-actief: als reactie op iets dat gebeurd is in de omgeving Omgeving: kan voedend of verschralend zijn o We hebben een voedende omgeving nodig om te kunnen groeien o Basisveiligheid van Kaufman! Visie psychopathologie en therapie Mensen hebben een actualising tendency Mensen hebben een voedende omgeving nodig om te groeien Omgeving is niet voedend bijvoorbeeld wanneer: Mishandeling, verwaarlozing,…, maar ook bij voorwaardelijke liefde! = conditions of love nood aan liefde, warmte en waardering Persoon neemt afstand van groeien (die door conditions of worth bestraft worden) Discrepantie tussen authentieke zelf-ervaren en zelf-ervaren dat gewaardeerd wordt door anderen Spanningsveld of incongruentie tussen authentiek zelfbeeld en geconstrueerd zelfbeeld Gevolgen: Zelf-vervreemding Relationele problemen Andere symptomen: depressie, angst, agrassie, verslaving,… Groeistop => heeft ook symptomen tot gevolg, omdat groeien ook een nood is Therapie: terug kunnen aansluiten bij actualising tendency: Reactieve groei: o Zelf-exploratie en verwerking o Herzien verhaal en zelfconcept Incongruentie daalt Terug in contact met organismic valuing proces Proactieve groei o Nieuwe keuzes maken o Nieuwe stappen nemen Zichzelf en wereld op een andere manier ervaren Hoe? Therapeutische relatie o Veilige, empatische, voedende omgeving o Corrigerende ervaring o Daarom relatie centraal Experiëntiële interventies o Nadruk op beleving o Om terug in contact te komen met zichzelf en actualising tendency o Opmerken en verkennen discrepantie twee zelfbeelden o Zoektocht naar wie ze echt zijn (reactief) o Van daaruit nieuwe keuzes (proactief) DE RICHTING VAN GROEI Rogers merkt dat in therapie groei deze richtingen uitgaat: Incongruent naar congruent o Meer contact eigen beleving en openness naar beleving o Realistischer zicht op eigen functioneren o Meer zelfinzicht o Zelf-aanvaarding en zelfwaardering o Van rigide (false-self) naar vloeiend zelfbeeld o Meer autonomie, zelfsturend en rekening houdend met zichzelf Beter in contact met anderen o Meer empathie o Authentieker en opener o Aanvaardender In het leven opzich o Meer eigen leven leidend o Appreciatie van kwetsbaarheid o Het leven echt aangaan en risicos durven nemen o Openheid naar existentiële thema’s komt overeen met studies outcome en effect van cliënt-gerichte therapieën POSTTRAUMATISCHE GROEI GROEI EXISTENTIEEL BENADERD Groei komt voort uit beperkingen (ontologische thema’s) in ons leven => dus net uit slechte situaties komt groei voort Existentiële filosofen: Kierkegaard en Jaspers: net door ons falen en tegenslagen komen we tot onze essentie Tillich: door het niet-zijn te integreren met ons zijn “When we are no longer able to change a situation, we are challennged to change ourselves.” – Frankl Hedendaags concept Posttraumatische groei “Posttraumatic growth is the experience of positive change that occurs as a result of the struggle with highly challenging life crises.” Geen manier van coping, geen manier van verzachten Het is net de complete destructie van alle antwoorden op de ontologische thema’s (existentiële crisis), die uiteindelijk voor een verandering van ons zelf en groei zorgen Door verwerking en reflectie Manifesteert zich op verschillende manieren: Verhoogde levensappreciatie Meer betekenisvolle relaties aangaan Verhoogd gevoel van sterkte van zichzelf Andere prioriteiten Een rijker existentieel en spiritueel leven Posttraumatische groei faciliteren: Voorzien veiligheid (in therapeutische relatie) Opmerken, openstaan voor en beluisteren van existentiële vragen Verwerken betekenisverlies Opmerken van groei Stilstaan bij betekenisgeving, die wordt opgebouwd via reflectie RELATIE DE HUMANISTISCHE EN EXISTENTIËLE MENSVISIE OP RELATIE Nadruk op het feit dat we ons leven doorbrengen in relatie tot en met mensen KAUFMAN (HUMANISTISC HE VISIE) Alle aspecten verbonden aan relatie met de mensen rondom ons en omgeving Bv self-esteem: waardering door anderen Purpose vaak verbonden aan anderen Self-transcendence: loskomen van het self HEIDEGGER (EXISTENTIËLE VISIE) Bij existentiële visie heel harde focus op relatie Het menselijke zijn is Dasein een being-in-the-world Mens zijn = relatie zijn Mens zijn betekent altijd een betrokkenheid op iets of iemand anders EMMY VAN DEURZEN (EXISTENTIËLE VISIE) Bestaansdimensies: we bestaan in relatie tot Onze fysieke realiteit (Umwelt) Onze sociale realiteit (Mitwelt) Onze persoonlijke realiteit (Eigenwelt) Onze spirituele realiteit (Überwelt) KIERKEGAARD (EXISTENTIËLE VISIE) Ook het zelf is een relatie Het zelf = een relatie dat zich tot zichzelf verhoudt GENDLIN (EXISTENTIËLE VISIE) Interaction-first principe Alles is interactie Wat ik lichamelijk voel is het resultaat van een interactie tussen mijn lichaam/mijn zijn en mijn omgeving Wat ik merk vertelt iets over mezelf én mijn situatie MARTIN BUBER Mens = relationeel wezen: twee soorten relaties: I-It I-Thou I-It: De ander als object De ander minimaliseren tot wat we veronderstellen aan de hand van het uiterlijke of het partiële De ander als projectiescherm Geen authentieke relatie of echte ontmoeting Laat geen verandering toe I-Thou: De ander als wezenlijk anders persoon Een authentieke ontmoeting en connectie Een echt moment (het lijkt alsof de tijd stilstaat) Hoewel kort, laat diepe sporen na Laat persoonlijke verandering langs beide kanten toe Dr. Ran Lahav: dichotomie te extreem en niet nuttig in praktijk, meer een evolutie van I-It naar I-Thou gelijdelijk aan THERAPEUTISCHE RELAT IE ALS CONSEQUENTIE VAN DEZE MENSVISIE OTTO RANK Nood aan uniciteit en autonomie nood aan verbondenheid Soms raken mensen vast in één van de twee polen Niet zichzelf of alleen kunnen zijn, angst om iemand te zijn o Vluchten in symbiose De angst om zich te verbinden o Vluchten in isolatie Therapeutische relatie = speelveld van dynamiek tussen twee polen Leren zelfstandig en zichzelf te zijn, te verbinden met zichzelf Leren connectie te maken, zelf-transcendentie Therapeutische relatie als echte ontmoeting: Verandering mogelijk maken bij zowel cliënt als therapeut Corrigerende ervaring Empathie van therapeut o Aanvaarding: mogen wezenlijk anders zijn: zorgt voor uniciteitaspect o Echte connectie: zorgt voor verbondenheidaspect Cliënt wordt niet geminimaliseerd tot pathologie, therapeut niet tot expert CARL ROGERS Diepgaande verandering: hét middel is het therapeutisch klimaat Basis is dus de therapeutische relatie, die wordt ondersteund door technieken Therapeutische relatie is noodzakelijk én voldoende voor verandering Als corrigerende ervaring ( conditions of worth) Onderzoek naar werkzame processen en condities in psychotherapie: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Psychologisch contact tussen C en T De cliënt is in een staat van incongruentie, kwetsbaarheid of angst/depressie/… De therapeut is in een staat van congruentie, geïntegreerd in de relatie De T heeft een onvoorwaardelijke positieve visie ten aanzien van de C De T ervaart een empathisch verstaan van de C zijn innerlijke gevoelswereld en communiceert deze naar de C Die communicatie wordt op een minimaal niveau ontvangen door de C Congruentie en incongruentie gaat over het in contact staan met de gevoelswereld, met de diepe self: Wat je voelt, denkt, zegt,… staat (niet) in lijn met elkaar, je bent je bewust van je gevoelens en begrijpt ze, kan er woorden aan geven. Meestal gereduceerd tot drie basishoudingen in therapie: Empathisch Aanvaardend en respectvol Echt (congruent, transparant en authentiek) …aanwezig zijn. Gevolgen van zo een therapeutische relatie: Stilstaan bij beleving en de incongruentie in beleving Eigen beleving exploreren, begrijpen en vertrouwen Aanpassing zelfbeeld meer open voor realiteit Betere en authentiekere beslissingen kunnen nemen en de wereld als betekenisvol ervaren = I-Thou ontmoeting = Relational Depth (Mearns & Cooper) Ontmoeting waarin C en T zichzelf, de ander en de realiteit anders leren begrijpen C ervaren een diepe kwalitatieve verandering C en T zijn volledig aanwezig en begripen het bestaan van de C in diepgang EUGENE GENDLIN Focusing-oriented psychotherapy uitgewerkt Interaction-first principe: moeite met 6e conditie van Rogers (het ontvangen is niet noodzakelijk voor verandering) Aanwezigheid therapeut brengt al verandering De therapeut maakt deel uit van de situatie van de cliënt De cliënt maakt deel uit van de situatie van de therapeut e Ook 5 conditie (empathisch zijn) wordt aangevuld: Niet alleen terug geven wat de cliënt voelt, maar ook wat de therapeut zelf voelt, omdat de cliënt deel uitmaakt van zijn situatie, beïnvloed de beleving van de cliënt de beleving van de therapeut Re-experiencing: voelen wat de beleving van de cliënt met jou doet Crossing: terug geven wat jouw ervaring is, bij de ervaring van de cliënt Focus op de congruentie van de therapeut PRESENCE = manier van aanwezig zijn Nadruk op hier-en-nu: belang van hoe aanwezig zijn in hier-en-nu Wakker, alert, aanwezig (= intens, spannend, vermoeiend, moeilijk) I-Thou ontmoeting T is congruent, transparant en authentiek Staat sensitief open voor: o Beleving therapeut zelf o Beleving cliënt o Wat gebeurt in relatie tussen T en C Presence = voorwaarde voor empathie en therapeutische allieantie (afstemmen op cliënt en opsporen breuken in alliantie) BELEVING MENSBEELD: BELEVEN BeLEVEN van de hele situatie, het omvat: 1. 2. 3. 4. Interactie: onszelf en de situatie Lichamelijk affectief aanvoelen Betekenisgeving Procesmatig: ons leven = holistisch, anti-reductionistisch, anti-deterministisch 1. BELEVING IS INTERACT IE Beleven van verbondenheid zelf en situatie: bv. Het beleven van natuur Beleven vindt plaats vóór we een onderscheid maken tussen zelf en de situatie: dan zijn we aan het denken, niet beleven 2. BELEVEN IS MERKBAAR (LICHAMELIJK) Lichamelijk merkbaar of voelbaar in het hier-en-nu = felt sense: het lichamelijk beleven van de situatie BELEVEN IS BETEKENISVOL Felt sense heeft altijd een betekenis: bv. Dit maakt mij bang, dat is gevaarlijk, dat is genant,… Mensen hebben nood om betekenissen te vinden door te exploreren en verwerken Door er met anderen over te praten en te exploreren Door er met zichzelf over te praten (inner voice) Met woorden de felt sense en betekenis expliciet maken BELEVEN IS PROCESMAT IG Volgt het levensproces en beleeft het levensproces Door interactie met leven of omgeving, altijd veranderlijk Is van seconds tot seconds veranderlijk en continu in beweging = moment-to-moment experiencing EXPERIËNTIËLE THERAP IEËN EN INTERVENTIES: OORSPRONG VERSCHILLEN IN BELEVEN Rogers en Gendlin: merken grote individuele verschillen in beleven bij cliënten in wat en hoe beleven weinig of veel toegang tot hun beleving dit hangt samen met outcome en vooruitgang van therapie! experiencing scale 1. The client simply talks about events, ideas, or others 2. The client refers to self but without expressing emotions 3. The client expresses emotions but only as they relate to external circumstances 4. The client focuses directly on emotions and thoughts about self 5. The client engages in an exploration of his or her inner experience 6. The client gains awareness of previously implicit feelings and meanings 7. The client engages in an on-going process of in-depth self-understanding which provides new perspectives to solve significant problems Vooruitgang op schaal vooruitgang in therapie Therapeut faciliteert dit door te helpen verdiepen: door iets verder te praten dan het niveau van de cliënt Naast focus therapeutische relatie ook focus op beleving cliënt: Rogers: directieve hier-en-nu interventies Gendlin: focusing op felt sense: leren daar heel specifiek bij stil te staan, zonder er van weg te gaan Door in te gaan op beleving: Transformeert de beleving zelf (dieper, rijker, verandert,…) Fysieke opluchting (felt shift) Cliënt engageert zich tot exploreren en betekenisgeving INNERLIJKE VERHOUDING Cooper: I-Me: Zakelijke relatie met zichzelf Niet in contact met felt sense OF overspoeling van felt sense Hekel aan subjectieve gevoelens, niet exploreren van subjectieve gevoelens,… I-I In echt relatie met zichzelf Luistert naar felt sense Jezelf zien als proces I-Me = Structure-bound experiencing Beleving is gebonden aan een structuur en niet meer procesmatig o Structuur kan zijn rigide zelfbeeld, iets anders door conditions of worth, trauma,… o Er kunnen ook eilandjes van structure-bound experiencing onstaan: bv bij trauma, dan alleen rond deze gebeurtenis EXPERIËNTIËLE THERAP IEËN EN INTERVENTIES: ALGEMENE PRINCIPES EN DOELEN WELKE THERAPIEËN? Gestalt therapieën Cliënt-gerichte therapieën o Emotion-focused therapy o Focussing-oriented therapy o Experiëntieel-existentiële therapy Methoden: o EMDR o Brainspotting o Internal family systems therapy o Somatic experience (felt sense focus) DOELEN Structure-bound experiencing erug in beweging of proces te krijgen Innerlijke verhouding veranderen I-Me naar I-I MICROPROCESSEN VAN INTERVENTIES 1. 2. 3. 4. 5. Emotional awareness en engagement Therapeut stimuleert exploratie en stilstaan bij beleving i. Body-scan ii. Concrete hier-en-nu vragen Creëeren verwelkomende, nieuwsgierige, ontdekkende attitude naar gevoelens toe Arousal en expression Arousal: niet praten, maar beleven, voelen, proeven Expression: ruimte maken om echt te beleven en zo ook te uiten (bv huilen) Emotieregulatie Helpen cliënt om op een juiste afstand te komen met beleving i. Over-regulatie: afgesloten van beleving (body-scan,…) ii. Onder-regulatie: overspoeld worden zonder controle (dan net afstand creëren door taalgebruikt bv aan te passen ‘iets in jou voelt…’) Exploratie, reflectie en betekenisgeving Stilstaan bij eventuele betekenis van felt sense Stilstaan bij een symbolisering daarvan Bottom-up = reflectief, affectief ( top-dowm = rationeel, cognitief) Emotional transformation Veranderen van felt-sense (zie hierboven) Veranderen van perspectief Terug in proces en niet langer structure-bound EMOTION-FOCUSED THERAPY Strcuture-bound experience = cognitief-affectief schema Primaire – secundaire emoties Adaptieve – maladaptieve emoties Core pain en existentiële behoefte die niet werd vervuld Mensen komen in therapie met secundaire, meestal maladaptieve emoties Maskeren een primaire adaptieve of maladaptieve emotie Core pain blijft daardoor bestaan doel: komen tot core pain en primaire adaptieve emoties om er mee om te gaan Ontwikkelden: Concrete interventies o Tweestoelendialoog bij interne criticus o Legestoel bij unfinished business o … Inzicht in sequentie van fases van emoties in therapie 1. Globale en ongedifferentiëerde emoties contact maken, verkennen en differentiëren van (secundair) lijden 2. Doorwerken van maladaptieve emoties Aandacht voor problemen gerelateerd aan zelfkritische processen als schaamte, depressie, onzekerheid, angst Verwerpende/afwijzende kwaadheid 3. Faciliteren adaptieve, primaire emoties Aandacht voor interpersoonlijke problemen zoals unfinished business, hechtingsproblemen… EXISTENTIE EN INTEGRATIE MENSBEELD: EXISTENTIE Geen eenduidiger existentiële filosofie, wel terugkerende basisthema’s: Yalom (1980) 1. 2. 3. 4. Leven en dood a. Wat we kunnen bereiken en tekortkomingen of grenzen van het mens-zijn b. Vitaliteit: wat is geluk, wat is leven? Existentiële eenzaamheid en verbondenheid Keuze, verantwoordelijkheid en schuld Zinloosheid en zingeving spelen in ieders leven een rol, soms op voorgrond, soms op achtergrond angst-inducerend: vermijden er bij stil te staan: Traumatische ervaringen existential shattering en existentiële angst Vermijden gaat gepaard met niet-leven, niet bewust, authentiek, vol leven existentiële (midlife) crisis ONTISCH ONTOLOGISCH Concreet in eigen leven over menselijke zijn, overstijgend, universeel = Verschil in verwoording en in beleving ALS TRANSDIAGNOSTISCHE FACTOREN Doodsangst Existentiële angst Zinloosheid (Eenzaamheid) blijft toch moeilijk voor hulpverleners, omdat ze op die thema’s of vragen geen antwoorden hebben, dus weerstand gaat niet om antwoord, maar om hoe er mee omgaan (proces) EXISTENTIËLE PSYCHOTHERAPIEËN EN INTERVENTIES ALGEMENE KENMERKEN Gaan heel bewust aandacht hebben voor ontologische thema’s Niet alleen ontisch, zoals in andere stromingen, maar ook ontologisch o Verdiepen wanneer ze aan bod komen o Zelf aanbrengen en exploreren Meaning-centered therapy: heel concreet stilstaan bij zin en eindigheid van het leven, omzo nieuwe zin te vinden (meestal bij terminale patiënten of mensen met chronische pijn) ALGEMEEN DOEL = (naast gebruikelijke doelen van therapie) om zich meer bewust te worden van existentiële thema’s in eigen leven, om zo meer bewust, authentiek, vrij en zinvol te leven: nieuwe verhouding met zichzelf, het eigen leven en het leven opzich Zingeving Authentieke keuzes en engagement Autonomie én verbondenheid Aanvaarding eigen kwetsbaarheid, eindigheid, ambiguïteit van het leven Hoger realiteitsbesef Niet ingelepeld door psycholoog, maar door exploratie en eigen inzichten Zowel ontologisch als ontisch EXPERIËNTIEEL-EXISTENTIËLE BENADERING = EEP: Brengt experiëntiële therapieën (FOT en EFT) samen met existentiële benadering opheffen tekorten beide benaderingen: Experiëntieel: te weinig aandacht voor ontologische thema’s Existentieel: te weinig experiëntieel werken heeft dus aandacht voor ontisch… Micro-dimensie o Beleving Meso-dimensie o Levensverhaal, zelfbeeld, wereldbeeld, waarden en normen, significante gebeurtenissen … én ontologisch vlak Macro-dimensie o Ontologische thema’s, existential givens = drie microprocessen of -aspecten van onze beleving volgens EEP hebben alle drie invloed op elkaar we kunnen op elk van de drie aspecten vast lopen en het niet meer weten inzicht en exploratie (zie doel) van ontologische thema’s, waardoor een een nieuwe kijk krijgen op onszelf, anderen en het leven via: Therapeutische relatie Experiëntiële methodes Exploratie van persoonlijke en existentiële thema’s Aanzetten tot engagement THERAPEUTISCHE RELAT IE Veiligheid nodig om te kunnen exploreren Existentiële empathie: o T kan zich inleven in existentiële thema’s van de C o Daarover kunnen communiceren o Afstand C-T verdwijnt meer, want is universeel en z common ground Corrigerende ervaring EXPERIËNTIËLE METHODES kunnen stilstaan bij felt sense is geassocieerd met minder existentiële angst congruentie veiligheid, vertrouwen en stabiliteit om het ontologische te exploreren = emotional clarity EXPLORATIE Experiëntiele methodes: inzetten op exploratie micro-dimensie hier ook vooral op meso- en macro-dimensie invloed op elkaar: door verwerken meso (levensverhaal, significante gebeurtenissen,…) andere kijk op macro (zin van het leven, kijk op het leven en andere thema’s) ENGAGEMENT Vanuit nieuwe inzichten en kijk op zichzelf, anderen en het leven nieuwe stappen helpen zetten Kan heel expliciet Of meer impliciet: “wat staat jou nu te wachten? Wat is de volgende stap in jouw leven?”