Pincode 6de editie, 3GT antwoorden hoofdstuk 1 Paragraaf 1.2 Hoe word jij beïnvloed? 14 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Je koopt Nikeschoenen omdat je vrienden die ook dragen. Of je koopt een game omdat je die in een folder voor een aantrekkelijke prijs hebt gezien. Of je gaat naar een film omdat je gehoord hebt dat die zo goed is. 15 aCommerciële beïnvloeding want de verkoper betaalt jongeren om hun ervaringen met Facebook-vrienden te delen. b Bijvoorbeeld: - Ja, want jongeren geloven wat hun Facebookvrienden vertellen. - Nee, want jongeren weten ook wel dat de ervaringen van hun Facebookvrienden niet altijd voor 100% juist hoeven te zijn. 16 Bijvoorbeeld: Product: in de supermarkt kun je kiezen voor blikjes of flessen van verschillende maten en zijn er verschillende merken; op een terrasje krijg je een flesje of glas van een bepaald merk zonder dat je kunt kiezen. Prijs: in de supermarkt betaal je voor 1 of 1,5 liter veel minder dan op een terrasje voor een flesje of glaasje cola. Personeel: in de supermarkt krijg je alleen hulp als je erom vraagt; meestal heb je alleen bij het afrekenen met personeel te maken. In de horeca word je door het personeel bediend. In beide gevallen moet het personeel goed met mensen kunnen omgaan en servicegericht zijn. Plaats: de supermarkt zit vaak in een winkelcentrum terwijl een terrasje meestal in een gezellige omgeving zit (soms ook in het winkelcentrum). 17 Reclame Doel: aandacht vestigen op een product of boodschap. Commerciële Reclame Doel: producten of diensten verkopen. Ideële reclame Doel: gedrag van mensen beinvloeden of veranderen. Merkreclame Doel: merknaam bekend maken en houden. Informatieve reclame Doel: geeft informatie over de eigenschappen en de prijs. 18 Het WWF vergelijkt de bossen met de longen van de mens. De gezondheid van de mens gaat (hard) achteruit als de longen slechter worden; zo gaat het met de wereld ook slechter als de bossen verdwijnen. 19 B 20 A-merk: Coca cola B-merk: Highway cola Huismerk: Jumbo cola. 1 3GT H1 © Noordhoff Uitgevers bv Pincode 6de editie, 3GT antwoorden hoofdstuk 1 21 a A-merk: meer dan de helft: ruim 50% B-merk: minder dan een kwart: ± 15 à 20% Huismerk: meer dan een kwart: ± 30% b A-merk 1 936 = … % van 1800 2 936 ÷ 1800 = 0,52 3 0,52 x 100 = 52% B-merk 1 1354 = … % van 1800 2 354 ÷ 1800 = 0,1966 3 0,197 x 100 = 19,7% Huismerk 1 510 = … % van 1800 2 510 ÷ 1800 = 0,2833 3 0,283 x 100 = 28,3% Controle: samen 52% + 19,7% + 28,3% = 100% 22 -Jongeren hebben met z’n allen een flink bedrag te besteden: ze hebben nog geen vaste lasten en kunnen het geld van baantjes en zakgeld uitgeven aan snoep en snacks, aan uitgaan, aan spelletjes of aan kleding. - Jongeren hebben thuis invloed: ze praten mee over hoe hun kamer wordt ingericht of waar de vakantie naar toe gaat. - Eenmaal klant, altijd klant: als je als jongere gewend bent aan een bepaald merk, bijvoorbeeld G-Star, kies je daar later waarschijnlijk ook voor. 23 Doelgroepen A - Merk - willen bekende merken - willen en kunnen een hogere prijs betalen - willen een zekere kwaliteit B - Merk - vinden minder bekende merken ook goed - willen een lagere prijs - gemiddelde kwaliteit vinden ze ook goed 24 Gezinssituatie: kinderen zijn het huis uit, kunnen daardoor al hun geld voor zichzelf besteden. Budget: ouderen hebben meestal een hoger inkomen dan jongeren en kunnen daardoor meer geld besteden. Vrije tijd: ouderen hebben vaak meer vrije tijd en maken dan bijvoorbeeld een stedentrip, gaan fietstochtjes maken, op een terrasje zitten, enzovoort. Samenvatting Bedrijven proberen met commerciële beïnvloeding de consument zover te krijgen dat die bij hen iets kopen. Daarbij gebruiken ze de 6 P’s: Product, Prijs, Plaats, Promotie, Personeel, Presentatie. Samen vormen die de marketingmix . De merken die te koop zijn, kun je verdelen in A-merken, B-merken en huismerken. Om hun producten onder de aandacht te brengen, geven bedrijven veel geld uit aan commerciële reclame. Dat kan merkreclame zijn, maar ook informatieve reclame. Daarbij richten bedrijven zich vaak op een bepaalde doelgroep zoals jongeren. Reclame die niets probeert te verkopen, maar alleen het gedrag van mensen probeert te beïnvloeden, heet ideële reclame. 2 3GT H1 © Noordhoff Uitgevers bv