Proefwerk Eerste Wereldoorlog klas 3 1. De Europese landen hadden zich bijna allemaal in een bondgenootschap gestort. a. Noem de twee bondgenootschappen en geef van ELK ten minste 3 landen. b. Eén van deze bondgenootschappen wordt ook wel de Centralen genoemd. Welk bondgenootschap is dat en verklaar waar de term Centralen vandaan komt. c. Geef een voordeel en een nadeel van het lid zijn van een bondgenootschap. 2. Voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog worden meerdere oorzaken gegeven. a. Geef (naast de bondgenootschappen) 4 oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. b. Geef ook de aanleiding van het uitbreken van dit conflict. 3. Een aantal gebeurtenissen die in de juiste chronologische volgorde gezet moeten worden. Zet de jaartallen er dus bij. A. Russische Revolutie B. Frans-Duitse oorlog C. De Eerste Wereldoorlog D. De Vrede van Versailles 4. Een aantal begrippen waarbij u een verklaring moet geven. a. onbeperkte duikbotenoorlog b. zelfbeschikkingsrecht c. sovjets d. Donaumonarchie 5. De vredesbesprekingen vinden plaats in Versailles. a. Geef een verklaring waarom de vredesbesprekingen juist in Versailles gehouden werden. b. Geef 4 vredesbepalingen die daar besproken werden. c. Deze spotprent is naar aanleiding van de vrede van Versailles gemaakt. Hitler noemde het vedrag het ‘Diktaat van Versailles’ Leg uit waarom hij dat zei. d. De tekenaar laat zijn mening zien over het vredesverdrag. Wat vindt de tekenaar ervan en waar kan je dat aan zien? 6. In Rusland breekt de revolutie uit. Al snel ontstond er een strijd tussen de ‘roden’ en de ‘witten’. a. Leg de begrippen roden en witten uit. Schrijf dus op wie het waren en waarvoor zij streden. b. Je ziet hier twee foto’s van een toespraak van Lenin. Zoek het grootste verschil en geef aan de hand daarvan antwoord op de vraag wie volgde Lenin na zijn dood op? 7. Je ziet hier twee propaganda posters. Bekijk ze en beantwoord de onderstaande vragen. a. b. c. d. Wie of wat moet de persoon op de linkerposter voorstellen? Wat is de bedoeling van deze poster? Naar aanleiding waarvan is de rechterposter gemaakt? Wat is de bedoeling van de rechterposter? 8. Bekijk de volgende bron. a. Aan de hand van deze foto’s kan je (als het goed is) drie nieuwe wapens noemen die in de Eerste Wereldoorlog voor het eerst worden ingezet. Welke zijn dat? b. Als gevolg van de nieuwe wapens graaft men zich in en wordt de oorlog een loopgravenoorlog. Leg uit wat hiermee bedoeld wordt. 9. Bekijk de volgende twee prenten Waarom hebben we elkaar nu eigenlijk doodgemaakt? ‘Hoe ver zijn we vandaag gekomen?’ ‘Tot zover de doden reiken meneer.’ a. Uit welke landen denk je dat de skeletten komen die in de eerste tekening staan? b. Wie of wat zijn de personen op de tweede tekening? c. Beide tekeningen geven dezelfde indruk van de oorlog. Welke indruk geven ze en waar kan je dat aan zien? 10.De laatste bron en tevens laatste vraag. a. Waarom moesten de vakanties opeens worden afgebroken? b. Welke oorzaken zag Zuckmayer voor het uitbreken van de oorlog? c. De Duitse keizer had zich nogal vergist. Waarin had Wilhelm II zich vergist?