Foto: Nationale beeldbank 1 miljard extra voor innovatie! D66: 1 miljard extra voor innovatie! 1. Veel meer geld naar fundamenteel onderzoek • 400 miljoen extra • Een Europese tegenhanger van Princeton Institute for Advanced Studies 2. Van negen topsectoren naar vier wereldthema’s • Nederland als koploper op het gebied van vier wereldthema’s: klimaatverandering, gezondheid, digitalisering en voedsel- en grondstoffenschaarste • Geen publiek geld meer naar fossiele technologieën • Meer doelgericht onderzoek passend binnen de WetenschapsAgenda 3. Betere financiering voor innovatieve starters • Uitbreiding van de regelingen voor MKB en startups • Een investeringsfonds van 100 miljoen 2 Inleiding: innovatie brengt ons verder Innovatie is essentieel voor onze welvaart en ons welzijn. Innovatie inspireert en laat mensen dromen. Innovatie is goed voor onze economie, zorgt voor banen en leidt tot oplossingen voor de grote vragen van onze tijd. Kortom: innovatie brengt de wereld vooruit. En zeker een open economie als Nederland. 1 miljard voor onderzoek en innovatie Daarom wil D66 1 miljard extra investeren in onderzoek en innovatie. Dit staat ook in het D66 verkiezingsprogramma voor de komende regeerperiode. Als impuls aan fundamenteel en doelgericht onderzoek en om meer private investeringen los te trekken. We houden vast aan de ambitie om in 2020 1% van het BBP aan publiek gefinancierd onderzoek en innovatie uit te geven. Zo krijgen onderzoekers als de Nederlandse Nobelprijswinnaar Ben Feringa meer mogelijkheden om tot nieuwe baanbrekende concepten te komen die de wereld kunnen veranderen. De overheid speelt een essentiële rol in het vergroten van onze kennis van de wereld en het ontwikkelen van innovaties. De overheid kan richting geven, een visie op de toekomst formuleren en daarmee nieuwe markten creëren. Neem bijvoorbeeld de rol van de Amerikaanse overheid in de ontwikkeling van computers, het internet en smartphones. De overheid financiert het fundamenteel onderzoek dat aan de basis staat van dit soort grote innovaties. Anders gebeurt het niet of te weinig. Ook brengt de overheid bedrijven en onderzoeksinstellingen bij elkaar en helpt het bedrijven innovaties naar de markt te brengen. Kabinet heeft innovatie verwaarloosd De afgelopen twee kabinetten hebben deze rol verwaarloosd Zij hebben zwaar bezuinigd op onderzoek en innovatie. In 2010 zat Nederland nog dicht aan tegen de Europese doelstelling van 1% van het BBP uitgeven aan publiek gefinancierd onderzoek en innovatie. Het kabinet Rutte 1 bezuinigde de FES-gelden1 weg en introduceerde het topsectorenbeleid dat na 6 jaar onvoldoende resultaten oplevert. En ook onder Rutte 2 raakt het doel van 1% van het BBP uitgeven aan onderzoek en innovatie verder uit zicht.2 We teren nu op investeringen uit het verleden. Dit jaar lopen de laatste FES-programma’s – begonnen vóór Rutte’s kabinetten – tegen hun einde. De komende jaren dreigt een gapend gat als we niet weer gaan investeren in ons structurele concurrentievermogen. Maar ook de inrichting van het innovatiebeleid leidt niet tot de gewenste resultaten. Het is teveel gericht op de oude economie, op ouderwetse sectoren en op gevestigde bedrijven. Met als gevolg dat het nauwelijks tot baanbrekende innovatie leidt. 1 Het Fonds Economische Structuurversterking was een fonds dat onder andere investeerde in de Nederlandse kenniseconomie door fundamenteel en toegepast onderzoek en samenwerking met het bedrijfsleven te financieren. 2 Zie Rathenau TWIN cijfers: https://www.rathenau.nl/nl/publicatie/totale-investeringen-wetenschap-en-innovatie-2014-2020 3 Laat Nederland weer voorop lopen Het is tijd voor een omslag. Het is tijd voor grote wetenschappelijke doorbraken die nieuwe antwoorden geven op fundamentele vragen. Het is tijd om de wereld weer te inspireren, zoals we deden met onze Deltawerken. Het is tijd om weer wereldwijd voorop te lopen. Laten wij de oplossing vinden voor de opslag van duurzame energie. Laten wij de doorbraak forceren in onderzoek naar het genezen van kanker en dementie. Laten wij de omslag naar een groene economie leiden. Het is tijd voor een modern en doelgericht innovatiebeleid waarmee Nederland de mondiale uitdagingen van de 21e eeuw aan kan. Dat is goed voor onze economie, zorgt voor banen en leidt tot oplossingen voor de grote vragen van onze tijd. Daarom wil D66 1 miljard extra investeren in onderzoek en innovatie. Met een nadruk op fundamenteel onderzoek, ook als het niet direct tot tastbaar, zichtbaar en bruikbaar resultaat leidt. Verder wil D66 het innovatiebeleid moderniseren zodat het weer leidt tot baanbrekende innovaties, banen en groei. We gaan van ouderwetse ‘topsectoren’ naar wereldthema’s. Van een focus op binnenlandse bedrijfstakken naar innovatie gericht op mondiale maatschappelijke uitdagingen als klimaatverandering, gezondheid, digitalisering en voedsel- en grondstoffen schaarste. Zo komt er meer ruimte voor nieuwe technologieën en uitdagers van de gevestigde orde. Tot slot wil D66 de financiering van startups en het snelgroeiende innovatieve MKB fors verbeteren. Zodat de private financieringsachterstand ten opzicht van landen als Israel en de VS wordt gedicht. 4 1. Veel meer Fundamenteel Onderzoek D66 wil in de komende regeerperiode 400 miljoen meer investeren in fundamenteel onderzoek. Dit is een substantiële verhoging van het huidige onderzoeksbudget van €1,8 miljard. Daarmee krijgen onderzoekers meer vrijheid om op basis van hun wetenschappelijke nieuwsgierigheid zelf fundamenteel onderzoek vorm te geven en hun tijd aan onderzoek te besteden in plaats van het schrijven van onderzoeksvoorstellen in hun doorlopende zoektocht naar financiering. Institute for Advanced Studies D66 wil een nieuw ‘Institute for Advanced Studies’ oprichten als Europese tegenhanger van het Princeton Instituut for Advanced Studies. Hier hebben onderzoekers die behoren tot de wereldtop alle vrijheid om tot nieuwe inzichten te komen. Dit instituut geeft internationale allure aan Nederland als topland voor fundamenteel onderzoek. Het trekt wereldwijd leidende en talentvolle wetenschappers aan. Naast het huidige Institute for Advanced Studies in Amsterdam, dat onderzoek doet op het gebied van sociale wetenschappen, moet dit nieuwe instituut zich vooral richten op wiskunde en natuurwetenschappen. Naast dit nieuwe topinstituut investeert D66 in de bestaande instituten die onder de NWO en KNAW vallen, zoals de instituten van de Stichting voor Fundamenteel onderzoek der Materie, het Hubrecht instituut en het Nederlands Herseninstituut. In de komende regeerperiode: • 300 miljoen extra naar universiteiten voor onderzoek. • 100 miljoen voor het nieuwe topinstituut en investeringen in bestaande instituten. 5 2. Modern Innovatiebeleid: van Topsectoren naar Wereldthema’s Het huidige innovatiebeleid levert te weinig baanbrekende innovatie op. Het is te veel gericht op grote bedrijven en ouderwetse sectoren en heeft onvoldoende oog voor nieuwe technologieën. Daarom wil D66 het topsectorenbeleid na 7 jaar moderniseren. Dit met oog voor het goede dat dit beleid gebracht heeft: meer private financiering en een betere samenwerking tussen onderwijs, overheid en ondernemingen. Niet langer is het beleid gericht op negen binnenlandse bedrijfstakken. Voortaan wordt het innovatiebeleid gericht op een viertal mondiale maatschappelijke uitdagingen die we wereldthema’s noemen: klimaatverandering, gezondheid, digitalisering en voedsel- en grondstoffen schaarste. Deze Wereldthema’s bieden ruimte voor onderzoek naar het opwekken en opslaan van schone energie, slim hergebruik van grondstoffen, genezing van kanker en dementie, veilig en voldoende voedsel en nieuwe technologieën, zoals quantum computing, 3D-printen of nanotechnologie. Niet langer staan verticaal georganiseerde sectoren centraal, maar het vinden van baanbrekende oplossingen die onze onderzoekers en bedrijven wereldleiders en koplopers maken. De Deltawerken vormen een belangrijke bron van inspiratie; dit bracht baanbrekende innovaties in de praktijk en creëerde wereldwijd leidende Nederlandse bedrijven. Met de Wereldthema’s sluit het innovatiebeleid ook beter aan op het Europese Innovatiebeleid. Daardoor kunnen Nederlandse onderzoekers en consortia van bedrijven en onderzoeksinstellingen makkelijker Europees geld aantrekken. Bovendien bieden oplossingen voor deze wereldwijde maatschappelijke uitdagingen veel kansen voor Nederlandse bedrijven in het buitenland. Keuzes maken De huidige Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) worden in aantal teruggebracht en zullen zich moet herschikken naar deze maatschappelijke uitdagingen. Binnen het huidige topsectorenbeleid wordt momenteel ook al veel gedaan aan onderzoek en innovatie in de richting van deze maatschappelijke uitdagingen; deze programma’s kunnen gewoon doorgang vinden. Voor andere TKI’s betekent het wél een grote verandering. Zo zal er geen innovatiegeld meer worden uitgegeven aan fossiele technologieën en zal er meer nadruk liggen op nieuwe technologieën. Positieve elementen behouden Naast het verbeteren van de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen is het topsectorenbeleid erin geslaagd om private investeringen uit te lokken. Dat onderdeel wil D66 graag behouden en verbeteren. Dat doen we door de TKI-toeslag flexibeler te maken. Nu legt de overheid maximaal 25% bij op investeringen in onderzoek en innovatie door bedrijven en kennisinstellingen. Dit percentage moet flexibeler worden en 6 per innovatieprogramma (PPS) kunnen verschillen; bijvoorbeeld 40, 50 of zelfs 75%.3 De additionele overheidsbijdrage zorgt voor meer ruimte voor fundamenteel onderzoek en meer baanbrekende innovaties. Ook komt er binnen het fundamenteel onderzoek meer aandacht voor ondernemerschap. Zo kunnen jonge onderzoekers startups beginnen op basis van hun onderzoek. Ook worden hiermee meer private investeringen in R&D uitgelokt, wat nodig is om de doelstelling te halen om 2,5% van het BBP uit te geven aan R&D (publiek en privaat samen). Het FES-programma NanonextNL biedt een goed model voor succesvolle innovatieprogramma’s. Dit programma is voor ongeveer de helft door de overheid gefinancierd en heeft geïnvesteerd in zowel fundamenteel als toegepast onderzoek. Het heeft geleid tot baanbrekende innovaties; zo heeft het bijgedragen aan de nobelprijs van Ben Feringa. Ook waren er MKB-bedrijven en grote bedrijven bij betrokken die dankzij NanonextNL banen en groei creëren. Én door te investeren in ondernemerschap zijn jonge onderzoekers startups begonnen op basis van de ontwikkelde inzichten in nanotechnologie. Deze benadering geeft ook regio’s meer ruimte. Nu worden regio’s binnen het kader van de topsectoren gedwongen. Regio’s met sectoren die daar niet toe behoren vallen buiten de boot. Meer doelgericht Onderzoek Daarnaast wordt het budget voor topsectoren bij de NWO hervormd tot een budget gericht op het vinden van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen; dezelfde maatschappelijke uitdagingen die aan de basis zullen staan van de hervorming van het topsectorenbeleid. Bovendien zijn er binnen de maatschappelijke uitdagingen veel raakvlakken met vragen uit de Nationale WetenschapsAgenda. Bijvoorbeeld vragen als: hoe maken we de transitie naar een volledig duurzame energievoorziening? Of: Hoe kunnen we energie duurzaam en efficiënt opslaan, converteren en transporteren? Hoe garanderen we onze digitale veiligheid? Hoe blijven we micro-organismen de baas in gezondheidszorg, veehouderij en milieu? En: Hoe kunnen we de ziekte kanker goed genoeg begrijpen om een behandeling voor elke vorm ervan te kunnen ontwikkelen? In de komende regeerperiode: • Het budget voor de TKI-toeslag wordt met 200 miljoen verhoogd. • Na hervorming van het huidige budget van 275 miljoen wordt het budget verhoogd met 100 miljoen. 3 Zie aanbevelingen evaluatie TKI-toeslag. 7 3. Betere financiering voor het mkb, startups en scale-ups Ten derde wil D66 meer aandacht voor snelgroeiende, jonge bedrijven (startups en scale-ups) en mkb’ers door meer te investeren in de MIT-regeling en Small Business Innovation Research (SBIR)-programma’s. Met de MIT-regeling kunnen MKB’ers haalbaarheidsprojecten uitvoeren of via kennisvouchers innovatief onderzoek laten uitvoeren. Deze regeling is zeer populair en succesvol in het ondersteunen van MKB’ers om innovaties te ontwikkelen, zoals het 3D-printen van composieten door hightech startup HB|3D. Met SBIR-programma’s kan de overheid bedrijven vragen om concrete innovaties te bedenken voor maatschappelijke uitdagingen. Zo zijn er momenteel SBIR-programma’s voor cybersecurity oplossingen en innovaties waarmee oudere patiënten op een veilige manier actiever kunnen zijn. Ook de MIT-regeling en de SBIR-programma’s worden gericht op innovaties die binnen de Wereldthema’s vallen. In de komende regeerperiode: • De MIT-regeling wordt verdriedubbeld naar 150 miljoen • Er komen voor 100 miljoen aan SBIR-regelingen gericht op concrete innovaties op het gebied van de Wereldthema’s Innovatie naar de markt Veel innovatieve bedrijven hebben te maken met de zogeheten ‘Valley of Death’. De innovatie is uitgewerkt tot een werkend product of dienst, maar er zijn investeringen nodig om de innovatie naar de markt te brengen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het bouwen een grootschalige fabriek. Om dit probleem te overkomen en innovaties die voortvloeien uit het Wereldthema’s beleid naar de markt te brengen investeert D66 100 miljoen in een ‘Valley of Death’ fonds; geld dat via verschillende bestaande of nieuwe instrumenten, zoals een nationale investeringsbank, ingezet worden om innovaties naar de markt te brengen. 8 Uitwerking: de mondiale maatschappelijke uitdagingen in het kort Klimaatverandering Klimaatverandering is wellicht de grootste uitdaging waar we als mensheid voor staan. We hebben nog vele innovaties nodig om deze uitdaging het hoofd te kunnen bieden. We zullen oplossingen moeten vinden om duurzame energie efficiënter op te wekken en om energie op te slaan. Maar we zullen ook innovaties moeten ontwikkelen om om te gaan met de veranderingen in het klimaat die we niet meer terug kunnen draaien. Denk aan zwaardere stormen, meer en intensievere regenval en een hogere waterspiegel. Hier liggen ook kansen voor Nederlandse ruimtevaartbedrijven die wereldwijd leidend zijn op het gebied van aardobservatie.4 Gezondheid Op het gebied van zorg staan we voor grote uitdagingen. We worden steeds ouder en krijgen daarom, als samenleving, in toenemende mate te maken met dementie en kanker. Dit vraagt om innovatieve uitvindingen om deze ziektes/aandoeningen het hoofd te bieden. Antimicrobiële resistentie wordt een steeds groter probleem zolang er geen nieuwe antibiotica uitgevonden worden. Volgens experts kunnen we al over 10 á 15 jaar zonder werkende antibiotica zitten. Dat zou rampzalige gevolgen hebben; een simpele operatie zou al te risicovol zijn en een schaafwond kan dodelijk zijn. Bovendien moeten we zorgen dat de zorg in een ouder wordende samenleving betaalbaar blijft. Daarvoor zijn innovaties nodig die de kwaliteit van de zorg verbeteren en het tegelijkertijd goedkoper maken. Hiervoor kan je denken aan 3D-geprinte implantaten die operaties makkelijker maken en de geneestijd verkorten. Digitalisering De afgelopen jaren heeft Europa de digitale boot gemist. De grote techbedrijven bevinden zich allemaal in de Verenigde Staten en China. Maar nog erger is dat heel veel mensen de digitalisering niet kunnen bijhouden. Tegelijk zijn er vele revolutionaire digitale ontwikkelingen waar zowel mensen afzonderlijk als het oude continent als geheel van kunnen profiteren: Quantum Computing, 3D printen, Internet-of-Thing, Blockchain, Smart Industry. Maar dan moeten we wel nu beginnen met investeren. Wat D66 betreft wordt digitalisering één van de pijlers onder het toekomstig innovatiebeleid. Dat betekent meer investeren in fundamenteel onderzoek, bijvoorbeeld op het gebied van kwantumcomputers en 3D-printers om organen te printen. Meer toegepast onderzoek, bijvoorbeeld om blockchaintechnologie bij de overheid in de praktijk te brengen of om slimme fabrieken verder te ontwikkelen. Daarbij wil D66 een digitaal infrastructuur fonds. Dit moet als onderdeel van het infrastructuurfonds specifiek investeren in digitale infrastructuur, zoals snel internet in gebieden waar het voor bedrijven niet rendabel is of de supercomputer voor publiek onderzoek. 4 Met het Nederlandse satellietinstrument Tropomi lopen we wereldwijd voorop op het gebied van luchtkwaliteit- en klimaatonderzoek. Dit instrument kijkt naar de atmosfeer van de aarde en brengt klimaatontwikkelingen en luchtkwaliteit in kaart. 9 Voedsel en grondstoffenschaarste Niet alleen in onze energievoorziening lopen we tegen de grenzen van fossiele brandstoffen aan. In vrijwel elk product zit tegenwoordig plastic verwerkt dat gemaakt wordt uit olie en ook onze voedselvoorziening is in grote mate afhankelijk van fossiele brandstoffen. Dit is een probleem waar we snel oplossingen voor moeten vinden. Tegelijkertijd leiden miljoenen mensen wereldwijd honger door tekortschietende landbouwtechnieken in met name ontwikkelingslanden. Als Nederlandse onderzoekers en bedrijven op deze gebieden oplossingen kunnen vinden is dat niet alleen goed nieuws voor die miljoenen mensen die wachten op hulp, maar ook voor de economie in Nederland. Financieel kader: In de komende regeerperiode Fundamenteel onderzoek • 300 miljoen, onderzoek bij universiteiten • 100 miljoen, nieuw topinstituut & NWO/KNAW instituten Van Topsectoren naar WereldThema’s • 200 miljoen, hervorming en verhoging TKI-toeslag • 100 miljoen, verhoging NWO-budget WereldThema’s Financiering die innovatie naar de markt helpt • 100 miljoen, uitbreiding MIT-regeling • 100 miljoen, Small Business Innovatie Research-programma’s • 100 miljoen, Valley of Death-fonds 10