Natuurwetenschappen – context 1: Materie, energie en leven Hoofdstuk 2: De cel De cel: ontdekking De cel is de bouwsteen van levende organismen (mens, dieren, planten, bacteriën, …). Robert Hooke was de eerste die het woord 'cel' gebruikte in biologische zin. Dat deed hij in 1665 bij de beschrijving van dunne schijfjes kurk die hij had bekeken met één van de eerste microscopen. Door de microscoop leek het materiaal opgebouwd te zijn uit een soort kamertjes, die hij vergeleek met de ruimten in een honingraat. ‘Cella’ is het latijns woord voor ‘kamer’. Pas 150 jaar later werden er sterkere en betere lenzen uitgevonden. Toen zag men dat alle levende organismen opgebouwd zijn uit cellen. Er zijn belangrijke verschillen tussen plantencellen en dierlijke cellen. 1 Hoe kunnen we ons een cel voorstellen? boek p.27 1.1 De dierlijke cel boek p.28-30 Uitzicht van de dierlijke cel Een dierlijke cel heeft geen stevige celwand, bevat geen vacuole en geen bladgroenkorrels (zie verder). Door het ontbreken van een celwand en een vacuole, is de dierlijke cel heel soepel en vervormbaar. Een dierlijke cel is te vergelijken met een ballon waarin wat water zit. Onderdelen van de dierlijke cel Opdracht: benoem de onderdelen van een plantencel …………………….. …………………….. …………………….. …………………….. …………………….. …………………….. …………………….. 1 Natuurwetenschappen – context 1: Materie, energie en leven functie van de organellen: boek p.29 aanvulling: lysosomen Deze celorganellen zijn blaasjes zorgen voor de vertering van voedingsstoffen die in de cel binnenkomen. Wanneer het celmembraan beschadigd is zorgen zij ook voor de afbraak van de cel 1.1 De plantencel boek p.30-32 Uitzicht van de plantencel Een plantencel heeft een stevige celwand, bevat een grote blaas gevuld met vocht (de vacuole) en bezit bovendien groene korrels (bladgroenkorrels). Een plantencel is zeer stevig door de celwand en de spanning die de vacuole uitoefent op de celwand. Een plantencel is daardoor te vergelijken met een stevig opgepompte basketbal. Onderdelen van de plantencel Een plantencel bevat dezelfde onderdelen als de dierlijke cel: celmembraan mitochondriën celkern endoplasmatisch reticulum cytoplasma Golgi-apparaat Daarnaast bevat een plantencel ook een celwand, een grote centrale vacuole en bladgroenkorrels. Opmerkingen bacteriën bevatten geen celkern dierlijke cellen kunnen soms ook enkele kleine vacuolen bezitten Opdracht: benoem de onderdelen van een plantencel …………………….. …………………….. …………………….. …………………….. …………………….. …………………….. ………….. …………………….. 2 Autotrofe en heterotrofe organismen …………………….. …………………….. boek p.33-34 2