Thema 3 organen en cellen - SG Zuid

advertisement
Thema 3 Organen en Cellen
Organisme – orgaanstelsel –
orgaan – weefsel - cel
Organen
• Orgaan: een deel van een organisme met
1 of meerdere functies
Organenstelsels
Organenstelsel: een groep samenwerkende
organen die gezamenlijk een bepaalde functie
hebben.
•
•
•
•
•
•
Verteringsstelsel
Ademhalingsstelsel
Beenderstelsel
Spierstelsel
Bloedvatenstelsel
Zenuwstelsel
Cellen en celorganellen
Eind 16de eeuw ontdekking van de microscoop
B5+ 6 Plantaardige en dierlijke
cellen
Plantaardige cel
Dierlijke cel
Functies celorganellen (aantekening)
1. Intercellulaire ruimte: holte tussen de
celwanden gevuld met lucht
2. Cytoplasma: water met opgeloste stoffen
3. Celkern: regelt alles wat er in de cel
gebeurt. Bevat chromosomen en DNA
4. Vacuole: blaasje gevuld met vocht en
opgeloste stoffen (kleurstoffen,
afvalstoffen)
5. Celwand: stevig laagje om de cel
6. Celmembraan: buitenste laag van het
cytoplasma
7. Bladgroenkorrels: hierin vindt
fotosynthese plaats
Plastiden
3 verschillende soorten plastiden: korrels in het
cytoplasma.
• Bladgroenkorrels: hierin vindt fotosynthese plaats.
Koolstofdioxide + water + licht-> zuurstof + glucose (voeding voor de plant)
• Kleurstofkorrels: geven kleur aan bloemen en
vruchten
• Zetmeelkorrels: kleurloze korrels waarin zetmeel
(voedsel) ligt opgeslagen
Verschil tussen een plantaardige
en een dierlijke cel
Extra: Plantaardige en dierlijke cel
(Zelf oefenen)
http://www.bioplek.org/1klas/1klas_cellen.html
B2 Weefsels en cellen
Weefsel
(aantekening)
• Een orgaan bestaat vaak uit meerdere
weefsels
• Weefsel: een groep cellen met dezelfde vorm
en functie.
– spierweefsel
– steunweefsel (bot)
- zenuwweefsel
- dekweefsel (huid/wang)
Verschillende weefsels en
cellen
Tussencelstof
• Tussencelstof: stof tussen de cellen
bestaat uit dood materiaal.
• De hardheid van het weefsel wordt bepaald door
de tussencelstof.
botweefsel
kraakbeenweefsel
Download