Kerndoelen SWV Zuid Utrecht 2014-2016 Het ondersteuningsplan van het SWV VO Zuid Utrecht is vastgesteld voor een periode van 2 jaar (2014-2016). Reden voor deze tijdsduur is dat het SWV hiermee beter kan aansluiten bij veranderingen en de actualiteit in het onderwijs (zie ook het ondersteuningsplan). Het SWV heeft de ambitie om in deze periode diverse doelen te behalen en zal hierop ook getoetst worden door de ondersteuningsplanraad en de inspectie van het onderwijs. Het hoofddoel van het SWV staat in het ondersteuningsplan geformuleerd: Het is de ambitie van het samenwerkingsverband dat alle jongeren in de regio na het basisonderwijs het voortgezet onderwijs krijgen dat bij hen past. Dit onderwijs is op een gewenst niveau en met een optimaal eindresultaat. De schoolbesturen en het samenwerkingsverband hanteren daartoe een (onderwijs)aanbod in de regio die passend is voor de leerling, uitvoerbaar is voor de school en zo thuisnabij mogelijk is. Om de ambitie te kunnen behalen, is het belangrijk dat het SWV een stevig systeem van kwaliteitszorg en monitoring neerzet. Onderdeel van de kwaliteitszorg is het komen tot concrete opbrengsten en het behalen van doelstellingen. Aan de hand van bovenstaand ambitie worden daarom enkele kerndoelen geformuleerd. Bij het formuleren van deze kerndoelen zijn de volgende documenten leidend geweest: - Ondersteuningsplan van het SWV VO Zuid Utrecht - Toezichtkader Passend Onderwijs van de inspectie van het onderwijs - Toezichtkader Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid-Utrecht (vastgesteld 31 maart 2014) Het Toezichtkader van de inspectie van het onderwijs In het Toezichtkader van de inspectie is onderscheid gemaakt tussen drie kwaliteitsaspecten: 1. Resultaten: het SWV voert de opgedragen taken uit en realiseert een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen, zodanig dat alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. 2. Management en organisatie: het SWV weet zijn missie en doelstellingen binnen het kader van de Wet passend onderwijs te realiseren door een slagvaardige aansturing, effectieve interne communicatie en een doelmatige, inzichtelijke organisatie. 3. Kwaliteitszorg: het SWV heeft zorg voor de kwaliteit door systematische zelfevaluatie, planmatige kwaliteitsverbetering, jaarlijkse verantwoording van gerealiseerde kwaliteit en borging van gerealiseerde verbeteringen. 1 Op basis van bovenstaande kwaliteitsaspecten zijn onderstaande thema’s en daaruit voortkomende doelstellingen vastgesteld. Deze doelstellingen zijn gekoppeld aan de normindicatoren uit het Toezichtkader. Thema Doelstelling Onderwijsinhoud en ondersteuningsvoorzieningen Basisondersteuning/Professionalisering van docenten, handelingsgericht werken Terugdringen thuiszitters/schoolverzuim/VSV Dekkend aanbod Toeleiding naar extra ondersteuning Management en organisatie LWOO/PRO Cluster 3 en 4 Missie en visie Samenwerken tussen SWV en VSO Organogram en taakstelling gremia Afstemming met ketenpartners Financiën Communicatie Kwaliteitszorg en monitoring Toezicht Meerjarenbegroting en financiële verantwoording Communicatieplan Kwaliteitszorg en monitoring Onderwerp normindicator inspectie Nr. norm indicator doelstelling SWV 1.5.2. Geen schoolverzuim 1.5. Realiseren van passende ondersteuningsvoorzieningen; Tijdig en effectieve toeleiding naar ondersteuning; Eenduidige procedures en termijnen voor toeleiding naar extra ondersteuning 1.1. Missie en visie 2.1. Afstemming Vastleggen verantwoordelijkheden, taken, bevoegdheden van deelnemers Doelmatige overlegstructuur Afstemming met Jeugdzorg en WMOzorg Interne toezicht op het bestuur Doelmatig inzetten van middelen 1.6. 2.2. Actief voorlichtingsbeleid Zelfevaluaties (intern/extern) Realiseren van beoogde kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen; Werken met vierjarencyclus; Zelfevaluaties (intern/extern); Jaarlijkse verantwoording en borgen tevredenheidsonderzoek 2.5. 3.3. 1.4 1.5.6. /1.5.5. 1.5.1. 1.5.2. 1.5.3. 1.2. 2.4. 1.5.5. 2.3. 1.6. 2.6. 1.3. 1.5.3. 1.5.4. 1.5.3. 3.1/3.2 3.3 3.4. /3.5. 3.6. Per te bereiken doelstelling zal worden weergegeven hoe hier aan wordt gewerkt, welke betrokkenheid dit vergt en hoe de prestaties gemeten worden. In de jaarkalender, het activiteitenplan en de daaraan gekoppelde evaluaties komen vervolgens de gestelde doelen terug, waarmee een cyclische manier van werken wordt gerealiseerd. 2 Onderwijsinhoud en ondersteuningsvoorzieningen (dekkend aanbod) Van het verstevigen van de interne organisatie naar indien nodig inzet van externe mogelijkheden/deskundigheid 1. Basisondersteuning/Professionalisering van docenten/ handelingsgericht werken Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat/wie hebben we daarvoor nodig? Hoe meten we onze prestaties? Alle scholen voldoen aan de afspraken die in het samenwerkingsverband zijn gemaakt over de basisondersteuning en deze basisondersteuning is per schoolsoort vergelijkbaar van kwaliteit. Eén aspect hiervan is dat alle scholen in een periode van 5 jaar na 1 augustus 2014 handelingsgericht werken en de handelingsbekwaamheid en competenties van het personeel versterken. Het SWV levert hier een concrete bijdrage aan. 1. Met de gezamenlijke scholen concretiseren we wat HGW inhoudt, hoe ver de scholen hier nu mee zijn en hoe dat er over zowel 2, maar ook 5 jaar uitziet binnen de scholen (korte- en lange termijn planning). Ook worden de te zetten stappen geconcretiseerd; 2. Inzet van voormalige ambulant begeleiders/deskundigen met kennis van HGW om scholen/docenten hierbij te ondersteunen. Hierover zullen afspraken met cluster 3 en 4 gemaakt worden (aan de hand van een door de scholen opgestelde profielschets). 3. Ervaringen uitwisselen binnen directeuren en ZOCO overleg 4. Een door het SWV georganiseerde conferentie over HGW waarmee duidelijk wordt dat dit een gedeelde verantwoordelijkheid is en waarin gedeeld wordt wat de scholen al op dit gebied doen Financiële middelen om de inzet van deskundigen te bekostigen (o.a. vanuit het AB rugzakdeel, maar ook d.m.v. de professionaliseringsmiddelen vanuit de scholen). Daarnaast een door de scholen opgestelde profielschets van de eisen die aan een voormalig ambulant begeleider worden gesteld zodat op basis daarvan deskundigen kunnen worden ingezet. Scholen rapporteren periodiek over de effecten van de ondersteuning (geleverd door de voormalig AB’ers en het SWV) op leerling- en schoolniveau. 2. Terugdringen aantal thuiszitters/VSV Doorlopende schoolloopbaan Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat/wie hebben we daarvoor nodig? Hoe meten we onze prestaties? Het SWV Zuid-Utrecht kent geen thuiszitters. Bij leerlingen die onverhoopt toch thuiszitten, neemt de duur van het thuiszitten af. Alle leerplichtige leerlingen zitten op een bij hun ontwikkeling en competenties passende onderwijsplaats. Daarnaast neemt het aantal VSV’ers af of beweegt zich stabiel. Eveneens bevordert het SWV de doorlopende schoolloopbaan PO-VO-MBO en overstap onderwijs/arbeidsmarkt. 1. Begin schooljaar 2014-2015 zal bij gemeenten en scholen een nulmeting gedaan worden om het aantal thuiszitters/VSV’ers in kaart te brengen. Op basis hiervan wordt een analyse gedaan naar de achtergrond van de thuiszitters zodat actief beleid geformuleerd kan worden; 2. In schooljaar 2014-2015 wordt een regionaal verzuimprotocol opgesteld waardoor het terugdringen van het aantal thuiszitters een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de scholen, het SWV en leerplicht wordt; 3. Er vindt regelmatig werkoverleg tussen leerplicht en het SWV plaats om het beleid waar nodig bij te stellen; 4. Er worden afspraken met leerplicht en scholen gemaakt m.b.t. het aanleveren van gegevens van thuiszitters/absolute verzuimers 5. De thuiszitterslijsten worden driemaandelijks in het zoco-overleg besproken en waar nodig worden acties uitgezet. 6. Het SWV werkt samen met de naburige SWV’s uit de RMC regio aan het terugdringen van het aantal VSV’ers (De Overstap: Aanmelding in Beeld, Digitaal Doorstroom Dossier, Warme Overdracht, Overstaptafels, loopbaanoriëntatie en doorlopende leerlijn). Directeuren, leerplicht, zorgcoördinatoren, MBO’s en aanpalende samenwerkingsverbanden .Elke school werkt conform het regionaal verzuimprotocol Op basis van een nulmeting, tussentijdse aanlevering van gegevens en een eindevaluatie wordt het effect van bovenstaande acties zichtbaar. Het aantal thuiszitters, maar ook de duur ervan zal afnemen. 3 3. Dekkend aanbod Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat/wie hebben we daarvoor nodig? Hoe meten we onze prestaties? Het SWV heeft eind schooljaar 2015-2016 een dekkend aanbod aan voorzieningen gecreëerd, waarbij het OPDC een belangrijke rol speelt en hoog functionerende leerlingen met internaliserende problematiek eveneens een passende plek hebben. 1. Flexibele afspraken met VSO, o.a. expertise vanuit de VSO-scholen in de reguliere school brengen en samenstellen van arrangementen; 2. Interne ondersteuningsstructuur in de school/docenten waar nodig versterken (eventueel m.b.v. voormalige ambulant begeleiders) zodat ze meer leerlingen binnen boord kunnen houden, bijvoorbeeld trajectklassen; 3. Onderzoeken of er voldoende aanbod is voor hoog functionerende leerlingen met internaliserende problematiek en indien nodig, daar beleid op voeren; 4. Onderzoeken of scholen een trajectvoorziening willen implementeren Afspraken met het VSO, aanpalende SWV’s, docenten en interne ondersteuningsstructuur van de scholen In kaart brengen van aantal thuiszitters, VSV’ers, monitoren aantal plaatsen in het VSO, waarbij eind schooljaar 2015-2016 geen stijging zichtbaar mag zijn. 4. Toeleiding naar extra ondersteuning Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat/wie hebben we daarvoor nodig? Hoe meten we onze prestaties? Begin schooljaar 2014-2015 weten alle scholen (zorgcoördinatoren) hoe zij via de digitale route en op basis van welke criteria een arrangement/TLV kunnen aanvragen en maken zij gebruik van het OPP. De PCL Extra Steun is dan ingericht en in positie en werkt handelingsgericht. Eveneens is de financiële verdeling van de middelen bekend waardoor scholen weten op welk deel van het budget ze aanspraak kunnen maken wat betreft een arrangement. 5. In de laatste maanden van het schooljaar 2013-2014 start er een sollicitatieprocedure met potentiële leden voor de PCL Extra Steun (m.n. een cluster 4 deskundige) 6. Bij de start van het schooljaar 2014-2015 worden de VO en PO scholen voorzien van informatie over de route naar extra ondersteuning, eventueel d.m.v. een training 7. Het SWV is in overleg met OT over het digitaliseren van de route naar extra ondersteuning. Eveneens zorgt het SWV ervoor dat deze route zichtbaar wordt op de website. Dit zal in de loop van het schooljaar 2014-2015 gebeuren 8. Verdeelsleutel van de AB middelen opstellen Deskundigen PCL Extra Steun/TLC, zorgcoördinatoren Deskundigen OT In het schooljaar 2014-2015 wordt de werkgroep ‘extra ondersteuning’ gevraagd het proces te bewaken en waar nodig bij te stellen. Er zal een tussentijdse en eindevaluatie worden uitgevoerd, waarin de scholen worden bevraagd over de toegankelijkheid van de ondersteuningsroute. Eveneens worden de aanvragen gemonitord en teruggekoppeld aan het bestuur/directeurenoverleg. 4 5. LWOO/PRO Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat/wie hebben we daarvoor nodig? Hoe meten we onze prestaties? In 2015-2016 is het LWOO en PRO geïntegreerd in het beleid van Passend Onderwijs. Het SWV bepaalt welke criteria voor LWOO en PRO gelden, hoe lang de geldigheidsduur van een toewijzing is en welke scholen in aanmerking komen voor een LWOO-licentie. Er komt eveneens duidelijkheid over de opting-out mogelijkheid, de financiële consequenties hiervan en een taakstelling gezien de huidige groei van LWOO. Daarnaast wordt duidelijk wat dit betekent voor de inrichting van de huidige PCL. 1. Een werkgroep LWOO/PRO krijgt eind schooljaar 2013-2014 de opdracht in kaart te brengen op welke wijze geïndiceerd moet worden en welke consequenties dit heeft voor de scholen die op dit moment LWOO/PRO leerlingen hebben. Op basis van deze conclusies en de kengetallen wordt een plan opgesteld inclusief taakstelling (het terugdringen van het percentage LWOO-leerlingen). Scholen, leerlinggegevens, werkgroep Het plan wordt voorgelegd aan het directeurenoverleg en bestuur en vervolgens geïntegreerd in het ondersteuningsplan van het SWV. Eveneens vindt financiële afstemming plaats en worden de opbrengsten gemonitord. Management en organisatie 6. Samenwerking tussen SWV en VSO (cluster 3 en 4) Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat/wie hebben we daarvoor nodig? Hoe meten we onze prestaties? Eind schooljaar 2014-2015 zijn er duidelijke afspraken gemaakt tussen het SWV en de VSO scholen in de regio over toelaatbaarheid en plaatsing van leerlingen. Met deze afspraken wordt flexibiliteit gecreëerd (o.a. tijdelijke VSO-plaatsingen), maar ook snelheid en toegankelijkheid in het schakelen, met als doel realiseren van zo passend mogelijk onderwijs voor iedere leerling (o.a. minder thuiszitters en het voorkomen van wachtlijsten). Daarnaast ervaren ouders dat op adequate, snelle en zorgvuldige wijze een passend aanbod beschikbaar is voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. 1. Continueren van de gesprekken zoals het SWV Zuid Utrecht, maar ook de aanpalende SWV’s deze voeren met de VSO scholen. 2. Opstellen van een convenant waarin de gemaakte afspraken worden vastgelegd. Een gezamenlijke missie, gesprekken met bestuur/directie VSO scholen Evalueren van het convenant. Ook doel 1.5.5. uit het Toezichtkader van het SWV wordt geëvalueerd: Het aantal leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs beweegt zich in de categorie licht dalend/stabiel. 7. Organogram en taakstelling samenwerkende partijen Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat/wie hebben we daarvoor nodig? Hoe meten we onze prestaties? Eind schooljaar 2014-2015 fungeert het SWV als een solide organisatie waarbij de verschillende samenwerkende partijen een duidelijke taakomschrijving hebben. Zo weet iedere betrokkene wat er van hem/haar wordt verwacht en kunnen zij elkaar daar wederzijds op aanspreken. 1. Opstellen van een organogram 2. Opstellen van een taakomschrijving voor het directeurenoverleg 3. Instellen van werkgroepen daar waar nodig Bestuur, directeur SWV, leden van het directeurenoverleg, zoco’s Zowel tussentijds als aan het eind van het schooljaar door middel van evaluatieformulieren en gesprekken de inzet van de partijen evalueren. 5 8. Toezicht (Good Governance) Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat/wie hebben we daarvoor nodig? Hoe meten we onze prestaties? Eind schooljaar 2014-2015 heeft het SWV haar toezicht goed georganiseerd binnen de kaders van Good Governance 1. Bestuurlijk toezichtkader is vastgesteld 2. Regelmatig de dialoog aangaan over Good Governance en de opdrachten die daaruit voortvloeien (bevoegdheidskader directeur en behalen beoogde resultaten). Bestuur, directeur SWV, directeurenoverleg Evalueren van behaalde opbrengsten 9. Afstemming met gemeenten/ketenpartners Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat/wie hebben we daarvoor nodig? Hoe meten we onze prestaties? Het werkveld van onderwijs en jeugdhulp en daarmee het OP van het SWV en het jeugdplan van de gemeenten zijn op elkaar afgestemd. De verantwoordelijkheid voor hulp aan jongeren en gezinnen die extra ondersteuning nodig hebben wordt hiermee bij schoolbesturen en gemeenten gelegd. 1. Periodiek OOGO voeren met gemeenten 2. 1 gezin 1 kind 1 plan voeren 3. Regelmatig afstemming zoeken met overige ketenpartners (jeugdzorg, CJG) 4. D.m.v. het instellen van werkgroepen informatie ophalen over eventuele verbeterprocessen m.b.t. de communicatie 5. Afstemmen met ketenpartners Gemeenten, ketenpartners Een positieve opbrengst tijdens het OOGO. Financiën 10. Meerjarenbegroting en financiële verantwoording Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat/wie hebben we daarvoor nodig? Hoe meten we onze prestaties? Het samenwerkingsverband stelt een jaarlijkse en meerjarenbegroting op en legt verantwoording af over de besteding van de middelen in het jaarverslag. Daarnaast leggen de scholen individueel verantwoording af over de wijze waarop zij de toegekende financiën hebben ingezet. Hiermee toont het SWV aan dat de middelen verantwoord zijn besteed en grotendeels toekomen aan het primaire proces van ondersteuning van de leerling. Eveneens laat het SWV hiermee zien dat de middelen die vrijkomen door de positieve verevening efficiënt besteed zijn. 1. Samenwerken met een financieel bureau dat de financiële en personeelsadministratie van het SWV gaat uitvoeren; 2. Wederzijdse verantwoording afleggen tussen SWV en scholen 3. Budgettering van middelen (wat inzichtelijk wordt gemaakt in de (meerjaren)begroting) 4. Minimaliseren van overheid Financieel deskundige, rapportages van de scholen, wederzijds vertrouwen Met behulp van de financiële verantwoording maken we inzichtelijk dat het SWV een solide organisatie is. 6 Communicatie 11. Communicatieplan Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat/wie hebben we daarvoor nodig? Hoe meten we onze prestaties? Begin schooljaar 2014-2015 heeft het SWV een solide en informatieve website waarop zowel scholen, leerlingen, ouders, docenten en ketenpartners kunnen vinden waar het SWV voor staat. Eveneens zijn hier de benodigde documenten voor de ondersteuningsroute (OP, SOP etc.) te vinden. Daarnaast verspreidt het SWV met enige regelmaat nieuwsbrieven en info-bulletins en geeft zij jaarlijks een voorlichtingsbijeenkomst aan ouders en eventueel docenten over de werkwijze van het SWV. Zowel docenten, ouders als de OPR zijn tevreden over de wijze waarop het SWV communiceert en de informatie die zij ontvangen en hebben vertrouwen in het passend onderwijs dat het SWV realiseert. Daarnaast is duidelijk wie (scholen en/of SWV) verantwoordelijk is voor welke communicatie. 1. Website opstellen en invullen samen met een extern bureau 2. Voorlichtingsbijeenkomsten organiseren met inspirerende sprekers 3. Afstemmen met ketenpartners 4. Afstemming blijven zoeken met de OPR Deskundigen, het aanleveren van informatie om de website en nieuwsbrieven mee te vullen, medewerking van de scholen voor het verspreiden van de informatie Het jaarlijks afnemen van een tevredenheidsonderzoek bij ouders en scholen, waarbij 80% van de bevraagden aangeeft tevreden te zijn. Kwaliteitszorg en monitoring 12. Kwaliteitszorg en monitoring Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat/wie hebben we daarvoor nodig? Hoe meten we onze prestaties? Het SWV heeft zorg voor de kwaliteit door systematische zelfevaluatie, planmatige kwaliteitsverbetering, jaarlijkse verantwoording van gerealiseerde kwaliteit en borging van gerealiseerde verbeteringen. Dit wordt zichtbaar in het opzetten van een kwaliteits- en monitoringssysteem dat eind schooljaar 20142015 ingevoerd is. Het gebruik van de PDCA-cyclus staat hierbij centraal. Het SWV streeft naar algeheel draagvlak bij de deelnemende scholen. 1. Het SWV zet een effectief en efficiënt systeem van evaluatie en monitoring op. Prestatie-indicatoren worden hiervoor vastgesteld. Dit systeem zal aan het begin van schooljaar 2014-2015 van kracht gaan. 2. Onderdeel van de kwaliteitszorg wordt het opzetten/verstevigen van een klachtenprocedure (o.a. een bezwaar- en beroepscommissie) 3. De behaalde resultaten worden d.m.v. managements- en verantwoordingsrapportages voorgelegd aan het bestuur. Het directeurenoverleg en de ondersteuningsplanraad krijgen eveneens een terugkoppeling. 4. Waar nodig worden prestaties verbeterd, met behoud van het goede. Prestatie-indicatoren, simulatie-onderzoek onderwijsinspectie, draagvlak bij alle betrokkenen (bestuur, directeuren, directeur SWV, staf en deelnemende scholen) vierjaarlijks monitoren en terugkoppeling van resultaten naar bestuur/directeuren, met een positief resultaat 7