BMA H1.1 – Wat is een corporation / rechtspersoon? Niet alle bedrijven zijn rechtspersonen. Andere vormen zijn: - SOLE PROPRIETORSHIPS / EENMANSZAKEN (eigendom en beheer bij één persoon) - PARTNERSHIPS / VENNOOTSCHAPPEN (eigendom en beheer bij vennoten/meerdere personen) Kenmerken rechtspersoon: - Geeft aandelen uit o Closely held companies: weinig investeerders, aandelen niet publiek verhandelbaar o Public companies: veel investeerders en aandelen publiek verhandelbaar - Grote variatie investeerders (kleine aandeelhouders, zeer grote aandeelhouders) - Scheiding van eigendom en beheer: aandeelhouders bezitten het bedrijf, maar zij besturen en beheren het niet. Dat doen de managers. Zij zitten in een board of directors, gekozen door de aandeelhouders. Zij moeten het bedrijf besturen in het belang van de aandeelhouders. - De scheiding van eigendom en beheer biedt het bedrijf duurzaamheid (lang bestaan). De onderneming stopt namelijk niet als managers ermee stoppen of als aandeelhouders al hun aandelen verkopen aan andere investeerders. - Rechtspersonen hebben een beperkte aansprakelijkheid. Aandeelhouders kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor de schulden van het bedrijf en ze kunnen slechts hun investeringen verliezen, maar nooit hun privé vermogen. - De rechtspersoon staat los van de aandeelhouders, gebaseerd articles of incorporation. In deze articles staat het doel van het bedrijf, hoeveel aandelen het uit mag geven, en het aantal directors dat benoemd mag worden. De rechtspersoon mag dus zelf optreden en geld lenen en uitlenen en vervolgen of vervolgd worden. (Deze articles of incorporation moeten voldoen aan de wetten van het land waar het bedrijf gevestigd is). Voordeel rechtspersonen: Rechtspersonen kunnen geld verwerven door aandelen uit te geven (eenmanszaken en vennootschappen niet) en deze aandelen kunnen ze terugnemen. Nadelen rechtspersonen: 1. Communicatie met aandeelhouders en bestuur van het bedrijf zijn tijdrovend en duur. 2. Omdat de rechtspersoon een aparte legale entiteit is, wordt deze ook apart belast. Er wordt belasting betaald over de winst van het bedrijf, en over de dividenden die uit worden gekeerd. BMA H1.2 – De rol van de financial manager Voor bedrijfsvoering heeft een bedrijf activa nodig. Die moeten ook betaald worden. Om dat geld te verkrijgen, kan een rechtspersoon de claims op de activa en op het geld dat die activa op zullen brengen, verkopen. Deze claims heten ook wel FINANCIAL ASSETS of SECURITIES . Kan zijn: bankleningen, aandelen, obligaties en andere gespecialiseerde securities. 1 De financial manager staat tussen de bedrijfsoperaties en de financiële markt (investeerders) in. 1= geld verworven door verkoop financial assets aan investeerders 2= geld wordt geïnvesteerd in bedrijfsvoering, men koopt hiervan activa 3= geld wat gegenereerd is door de bedrijfsvoering 4= geld wordt teruggegeven aan investeerders of opnieuw geïnvesteerd in het bedrijf Hierbij worden twee soorten beslissingen genomen: 1. INVESTMENT DECISIONS / capital budgeting (in welke activa moet het bedrijf investeren?) 2. FINANCING DECISIONS (hoe wordt de investering gefinancierd?) De scheiding van investerings- en financieringsbeslissingen houdt niet in dat de financieel manager de investeerder en de financiele markt buiten beschouwing kan laten als hij de investeringsprojecten in kapitaal analyseert. Ook moet de financieel manager niet alleen kijken in WELKE ACTIVA geïnvesteerd moet worden, maar ook WAAR DIE ACTIVA gevestigd moeten worden. DOEL is om de waarde van het door aandeelhouders geïnvesteerde geld te maximaliseren, maar de opbrengsten moeten wel op z’n minst gelijk zijn aan de opbrengsten die investeerders zouden kunnen verdienen door elders in de financiële markt te investeren. De financieel manager werkt niet in een vacuüm. Een groot aantal FINANCIËLE INSTITUTEN voorziet het bedrijf en de financieel manager van kapitaal en biedt vele andere financiële services. Doelen van financiële markten: - Zijn een BRON VAN FINANCIERING voor bedrijven (mechanisme om spaargeld uit alle uithoeken van de economie te benutten als productieve investeringen in de economie) - BIEDEN LIQUIDITEIT voor investeerders (de mogelijkheid om effecten te verhandelen en flexibiliteit om de investeringen overeen te laten stemmen met hun persoonlijke doelen en voorkeuren) - VERMINDEREN HET RISICO voor investeerders door diversificatie (ook bedrijven kunnen financiële markten gebruiken om risico’s te managen) - Zijn een BRON VAN INFORMATIE (over bijvoorbeeld rentevoet, grondstofprijzen en marktwaarden van bedrijven en effecten) BMA H1.3 – Wie is de financiële manager? Financial manager: iedereen die verantwoordelijk is voor een bepaalde investering of een financieringsbeslissing. Bij kleine ondernemingen is vaak één persoon hiervoor verantwoordelijk, maar vaak wordt de verantwoordelijkheid gedelegeerd. Iedereen is wel een beetje betrokken. Niet alleen is het 2 management constant betrokken bij financiële beslissingen, ook de ingenieur die een nieuwe productiefaciliteit ontwerpt is betrokken. Het design bepaalt namelijk het soort actief dat de onderneming erbij krijgt. Ook de marketing manager is betrokken, als hij bepaalt in welke campagnes hij gaat investeren. Er zijn managers die echter gespecialiseerd zijn in financiën: - TREASURER: is verantwoordelijk voor de cash van de onderneming, het aantrekken van nieuw kapitaal, en het onderhouden van relaties met banken, aandeelhouders en andere investeerders die effecten van de onderneming bezitten (verkrijgen + managen kapitaal) - CONTROLLER: bereidt de jaarrekeningen voor, beheert de interne boekhouding van de firma en houdt de belastingplichten in de gaten (zorgen dat geld efficiënt gebruikt wordt) CHIEF FINANCIAL OFFICER (CFO): persoon die de treasurer en de controller controleert. Deze is erg betrokken bij het financieel beleid en de bedrijfsplanning. Heeft algemene leidinggevende verantwoordelijkheden en is vaak ook lid van de raad van bestuur. Verder organiseert en controleert hij het proces van kapitaalbudgettering. Vaak komt de uiteindelijke beslissing door wet en gewoonte bij de raad van bestuur te liggen. Deze raad delegeert echter vaak beslissingen waarbij het om kleine of middelmatige investeringen gaat. De goedkeuring voor grote investeringen wordt nooit gedelegeerd. BMA H1.4 – Scheiding van eigendom en bestuur Grote bedrijven kennen een SCHEIDING VAN EIGENDOM EN BEHEER . Dit is wel noodzakelijk, want als de duizenden aandeelhouders allemaal mee moeten besturen, is er geen beginnen meer aan. Daarom wordt het gezag van de eigenaren (aandeelhouders) gedelegeerd naar de bestuurders (managers). Deze scheiding heeft voordelen: 1. Aandeelbezit is overdraagbaar zonder dat dit de bedrijfsuitvoering verstoort 2. Het zorgt dat de onderneming professionele managers kan inhuren Deze scheiding heeft ook nadelen: 1. De doelstellingen van managers en aandeelhouders verschillen nogal eens, waardoor conflicten kunnen ontstaan. PRINCIPAL- AGENT PROBLEMS : conflicten die ontstaan tussen de verschillende doelstellingen van aandeelhouders en managers (principals = aandeelhouders, agents = managers). Aandeelhouders zullen de waarde van de onderneming willen laten toenemen, terwijl managers persoonlijke luxe wensen. AGENCY COSTS : kosten die zich voordoen als managers niet hun best doen om de waarde van de onderneming te laten toenemen en als de aandeelhouders daardoor kosten krijgen om de managers te laten controleren en hun acties te beïnvloeden (vloeien dus voort uit principal-agent problemen, waarna aandeelhouders proberen de managers te motiveren). Agency costs kunnen zich ook voordoen bij financiering. Normaal gesproken zijn banken en kredietverstrekkers het eens met de aandeelhouders om de onderneming te laten bloeien. Als de onderneming echter in de problemen raakt, zullen de kredietverstrekkers er alles aan doen om hun geld terug te krijgen. Er ontstaat dan een conflict tussen de verschillende claimers. 3 Het principal-agent probleem zou op te lossen zijn als iedereen dezelfde (toegang tot) informatie had, maar dat is zelden het geval bij binnen financiën. Daarom kunnen financiële managers maar beter erkennen dat er een INFORMATIE-ASSYMETRIE is en hierop inspelen door investeerders te overtuigen dat er geen addertje onder het gras zit. Je zou potentiële investeerders bijvoorbeeld kunnen overtuigen door persoonlijk of namens het bedrijf ook zelf in een nieuw project te investeren. 4