Gaswisseling 6 & Uitscheiding ©JasperOut.nl 6.1 Ademhalingsstelsel 6 Gaswisseling ©JasperOut.nl Ademhalingsstelsel Je spieren 6.1 Gaswisseling & Uitscheiding Het Ademhalingsstelsel ©JasperOut.nl Ademhalingsstelsel Inademing vindt bij voorkeur plaats via de neusholte. Dit omdat deze vorm van ademhaling gezonder is vanwege het feit dat neusademhaling er voor zorgt dat de ingeademde lucht; Schoner is, omdat de neusharen en het neusslijmvlies de lucht zuiveren van stofdeeltjes en bacteriën. Vochtiger is, omdat het neusslijmvlies veel vocht bevat. Warmer is, omdat er in het neusslijmvlies veel haarvaten lopen die de lucht verwarmen. Gekeurd wordt door het reukorgaan. Vanuit de neusholte (of mondholte) komt de lucht via de keelholte terecht in de luchtpijp. Deze wordt opengehouden d.m.v. hoefijzervormige kraakbeenringen. De luchtpijp vertakt in twee bronchiën welke vervolgens vertakken in de bronchiolen. Aan het eind van de kleinste bronchiolen bevinden zich de longblaasjes waarin de gaswisseling plaats vindt. 6.1 Gaswisseling & Uitscheiding Het Ademhalingsstelsel ©JasperOut.nl Gaswisseling In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats. Door een verschil in zuurstof druk (pO2) verplaatst de zuurstof zich vanuit de longblaasjes naar het bloedplasma waar een lagere pO2 heerst. Vanuit het bloedplasma wordt zuurstof gebonden aan de ijzermoleculen in de heem-groepen van het hemoglobine in de rode bloedcellen. Een klein deel (zo’n 2%) van het zuurstof wordt door het bloedplasma vervoerd. Wanneer alle hemoglobine in 100 mL bloed verzadigd is (en oxyhemoglobine is) kan er tot wel 20 mL zuurstof door de rode bloedcellen worden vervoerd. 6.1 Gaswisseling & Uitscheiding Het Ademhalingsstelsel ©JasperOut.nl Gaswisseling In de haarvaten in de organen is het druk verschil omgekeerd; een hogere pO2 in het bloed ten opzichte van de pO2 in het weefselvloeistof. Het zuurstof zal loslaten van de heem-groepen uit de hemoglobine en via diffusie verplaatsen naar het weefselvloeistof. Koolstofdioxide legt de omgekeerde weg af in vergelijking met zuurstof. De CO2 die vrijkomt door dissimilatie zorgt voor een hoge pCO2 in het weefselvloeistof waardoor de CO2 diffundeert naar het bloedplasma. In de longblaasjes heerst een lagere pCO2 dan in het bloedplasma van de longhaarvaten waardoor de CO2 naar de longblaasjes diffundeert. 6.1 Gaswisseling & Uitscheiding Het Ademhalingsstelsel ©JasperOut.nl 6.2 Longventilatie 6 Gaswisseling ©JasperOut.nl De Pleura De longen bevinden zich tussen de ribben, welke met elkaar verbonden zijn door tussenribspieren, en het borstbeen. Aan de binnenzijde van de ribben bevind zich het borstvlies. Aan de buitenzijde van de longen het longvlies. Om te voorkomen dat beide vliezen van elkaar losraken of langs elkaar schuren is de ruimte tussen beide vliezen gevuld met vocht. 6.2 Gaswisseling & Uitscheiding Longventilatie ©JasperOut.nl Ventilatie van de longen Inademing: Wanneer het borstbeen en de ribben omhoog bewegen door het samentrekken van de buitenste tussenribspieren en het middenrif samentrekt (en omlaag beweegt) wordt het longvolume groter en wordt lucht naar binnen gezogen. Uitademing: Het borstbeen en de ribben bewegen omlaag door het samentrekken van de binnenste tussenribspieren. Het middenrif veert terug omhoog wanneer het ontspant (door de buikorganen) waardoor het longvolume kleiner wordt en de lucht naar buiten stroomt. 6.2 Gaswisseling & Uitscheiding Longventilatie ©JasperOut.nl Ademvolume & 6.3 Ademfrequentie 6 Gaswisseling ©JasperOut.nl Begrippen ademvolume Ademvolume; de hoeveelheid lucht die je per ademhaling in en uit ademt. Dode ruimte; de bronchiën, luchtpijp, keel- en neusholte. De lucht in deze ruimtes komt niet bij de longblaasjes tijdens het inademen en zal niet meedoen aan de gaswisseling en ongebruikt uitgeademd worden. Inspiratoir reservevolume; de hoeveelheid lucht die bij een maximale inademing extra kan worden ingeademd. Expiratoir reservevolume; de hoeveelheid lucht die bij een maximale uitademing extra kan worden uitgeademd. Restvolume; de hoeveelheid lucht die bij maximale uitademing achterblijft in de longen. Vitale Capaciteit; de totale hoeveelheid lucht die in één ademhaling maximaal kan worden uitgeademd. 6.3 Gaswisseling & Uitscheiding Ademvolume en -frequentie ©JasperOut.nl Ademfrequentie Het aantal ademhaling per minuut wordt gereguleerd door het ademcentrum in de hersenstam. Bij een overschot aan CO2 in het bloed (in de aorta en halsslagader) geven de chemoreceptoren in beide bloedvaten een signaal aan het ademcentrum om de ademhalingsfrequentie te verhogen. Wanneer er zich weinig zuurstof in het bloed bevind (bijvoorbeeld op grote hoogte) worden de chemoreceptoren gevoeliger voor CO2 waardoor de ademhalingsfrequentie eerder wordt opgevoerd. Lagere ademhalingsfrequentie Lage pCO2 Zorgt voor een hogere gevoeligheid van de chemoreceptoren Lage pO2 Aorta/Halsslagader Hersenstam Minder samentrekking tussenribspieren Chemoreceptoren Ademcentrum Meer samentrekking tussenribspieren Hoge pCO2 6.3 Gaswisseling & Uitscheiding Ademvolume en -frequentie Hogere ademhalingsfrequentie ©JasperOut.nl Hyperventilatie Sterke emoties, zoals angst, zenuwen of woede, kunnen de ademhalingsfrequentie beïnvloeden en zorgen voor een te snelle, ongecontroleerde ademhaling. Door deze versnelde ademhaling verlaat er meer CO2 het lichaam dan gewenst en stijgt de pO2 in het bloed meer dan nodig is. Het tekort aan CO2 zorgt er voor dat de zuurtegraad van het bloed daalt en het bloed basischer wordt. Dit zorgt er voor dat veel eiwitten en enzymen in hun werking worden geremd wat gevaarlijk kan zijn voor een organisme. Symptomen van hyperventilatie zijn o.a. duizeligheid en tintelingen in de lippen en vingers. 6.3 Gaswisseling & Uitscheiding Ademvolume en -frequentie ©JasperOut.nl Astma Bij mensen met astma is het slijmvlies aan de binnenkant van de bronchiolen vaak sterk verdikt. Tijdens het ‘dagelijks leven’ ondervinden astma patiënten hier vaak maar weinig hinder van. Tijdens een astma aanval trekken de spiertjes in de wand van de bronchiolen samen waardoor de luchttoevoer naar de longblaasjes, mede door de verdikking van het slijmvlies, volledig of deels geblokkeerd kan worden. Hierdoor kan er te weinig gaswisseling plaats vinden en ontstaat er een zuurstoftekort in het bloed. Een astma aanval kan zorgen voor erge benauwdheid en kan vooral tijdens grote inspanning voor veel problemen zorgen. Astma medicijnen, die vaak geïnhaleerd worden, zorgen er voor dat de spiertjes in de bronchiolen ontspannen en een astma aanval opgeheven of soms zelfs voorkomen kan worden. 6.3 Gaswisseling & Uitscheiding Ademvolume en -frequentie ©JasperOut.nl 6.4 De Lever 6 Uitscheiding ©JasperOut.nl Lever Functies van de leverlobjes: Gal produceren Rode bloedcellen afbreken Hemoglobine wordt bilirubine IJzer kan worden opgeslagen Opslag van mineralen Omzetting essentiële aminozuren in nietessentiële aminozuren. Vorming plasma eiwitten Afbraak stikstofhoudende stoffen. Omzetting ammoniak in ureum Vorming niet-essentiële vetzuren uit vetzuren, aminozuren en monosachariden. Aanmaak en afbraak (tot galzure zouten) van cholesterol Ontgiften van het bloed 6.4 Gaswisseling & Uitscheiding De Lever ©JasperOut.nl Koolhydraat stofwisseling 6.4 Gaswisseling & Uitscheiding De Lever ©JasperOut.nl De Nieren en 6.5 de urinewegen 6 Uitscheiding ©JasperOut.nl De Nier 6.5 Gaswisseling & Uitscheiding De Nieren en urinewegen ©JasperOut.nl Herhaling aan de hand van 6 Examenvragen 6 Gaswisseling & Uitscheiding ©JasperOut.nl 6 Gaswisseling & Uitscheiding ©JasperOut.nl